Boeiende thriller trilogie Wie is de duivel en wie zijn moer? Dieren in natuurboeken sterven niet uit Buiterman vertelt niet de hele Ramblers Story Belabberde vertaling, van erg boeiend boeb LANG LEVE PAULUS JEUGDBOEKEN Rake dingen ol vroi ijdelheid DE SPION f STIERF YA VERVELINi PAGINA 10 DINSDAG 13 NOVEMbi j,De mazen van het net" door Ro bert Pollock, "De man met twee ge zichten" door Desmond Bagley en "Voor rekening van de minister president" door Olie Högstrand. Drie thrillers verschenen bg Else vier Nederland B.V. (f9,90 per st.). In de papieren wereld van de mis daad loont het kwaad zelden of nooit. Helaas is de werkelijkheid wel anders. Robert Pollock, van huis uit reclameman en privédetecbive heeft ln zijn vlot geschreven boekje "De imazen van het net" die realiteit proberen te benaderen. Een groepje inbrekers die hun ambacht se rieus en met toewijding beoefenen eetten met behulp van een mislukte architect een kraak bij een zwaar beveiligde bank. Een schier vol maakte misdaad, geniaal van opzet en uitwerking. Ondanks alle tegen slagen loont het ditmaal wel de gro te moeite. Desondanks weet Pollock mog een spectaculaire ontknoping aan zijn verhaal te breien, 'n Knap boekje. Trouwens, ook de andere werkjes uit deze trilogie van Elsevier eijn erg aardig om te lezen. "De man met de twee gezichten" voert ons door vrijwel heel Soandlnavië in het kiel zog van een man, die ineens zijn eigen identiteit kwijt is. Op 'n mor gen wordt hij wakker in een vreemd hotel ziet in de spiegel een volkomen onbekend gezicht en blijkt over ge heel andere papieren te besohik- Samenstelling: Bram van Leeuwen Van de hand van Jaap ter Haar zijn een aantal voortreffelijke Jeugd boeken afkomstig. Dat is genoeg zaam bekend. Het fameuze ..Boris" (Van Holkema en Warendorf in Bussum), het beklemmende, aangrij pende verhaal van het Russische jongetje Boris Makarenko dat in de Tweede Wereldoorlog de slag om Le ningrad meemaakt, kreeg een twee de druk. En terecht. In dit boek doet Ter Haar een geslaagde poging de tragedie en de volslagen onzinnigheid van 'n oorlog binnen het bevattings vermogen van het Jeugdige lezersvoik te brengen. Daar waar Boris Boris ln contact komt met flarden van hec dagboek van het omgekomen meisje Nadja treft Ter Haar de sfeer zeer goed en zuiver. Minstens zo indruk wekkend van Ter Haar is „Het we reldje van Beer Ligthart". (Van Hol kema en Warendorf), het relaas van een Jongen die als gevolg van een auto-ongeluk blind wordt en dan stap voor stap het leven weer in moet. Goed geschreven en doorvoeld zonder valse sentimenten. Van een heel ander genre en ka rakter zijn twee stripalbums van Jean Dulieu met zijn markante held- Je „Paulus de Boskabouter": Van Oela's en Oorkraaien en De Reis naar de puntster. Mooie, knotsgekke verhalen. Dulieu tekent Paulus al sinds 1946, als ik het goed heb, en een stripheld die zo lang stand houdt moet een voudig wel goed zijn. Voor de nog wat Jongere mensjes heeft Elsevier in de Serie Toverlan taarn een aantal platenalbums met korte verhaaltjes uitgegeven: Slurf Sloeber doet goede zaken, Het Slim me Spook, Waroef en de droompira- ten. Tekst van W. Ganzevoort, illu straties van R. Embleton. Aardige, fleurige werkjes. R.P. ken. Hij is plotseling een beroem de, maar hem onbekende geleerde. Hij gaat op jacht naar zijn eigen-ik, komt al spoedig in contact met al lerlei geheime diensten en lijkt in onontwarbare knopen te zitten. Het is allemaal wat ingewikkeld, maar lekker leesbaar. Tenslotte, de laatste en voor ons de beste van de drie: „Voor reke ning van de minister-presid'ent", 't eerste boek van de Journalist Olie Högstrand, waarmee hij meteen de prijs voor de beste Zweedse thril ler kreeg. Zijn Journalistieke pen stelt hem in staat duidelijke sfeer en scherpe achtergrond te tekenen voor de ontvoering van het dochtertje van de Zweedse minister-president. Het lijkt allemaal heel simpel, maar al lengs komen er vreemde aanwijzin gen aan het licht. De Jacht op de kidnappers is verbeten, maar achter de schermen blijken hebzucht, intrige en politieke angst een veel belangrij ker rol te spelen dan het grote pu bliek ooit zal weten. De wereld wordt bedrogen, Högstrand zegt het niet met zoveefl woorden, maar hij suggereert het des te sterker in zijn boeiend boekje. KOOS POST Op de levende natuur in onze omgeving worden dagelijks nieu we aanslagen gepleegd. Diersoor ten worden met uitsterven be dreigd, gebieden met zeldzame planten worden omgeploegd en geasfalteerd; kortom het leven van bloem, plant en dier is nog al tijd een sluitpost op de begroting van onze moderne maatschappij. Schijnbaar daarmee in tegen spraak is de belangstelling, die er voor de natuur bestaat. Elke zich zelf respecterende omroep zendt op de televisie wekelijks wel een of andere natuurfilm uit en ook op de boekenmarkt is duidelijk een "hausse" te ontdekken in de "natuurboeken -sector Een van de fraaiste boeken, dat de afgelopen weken verscheen was het tweede deel van Winkler Prins Encyclopedie van het Dierenrijk. Als je het boek met het schitterende fotomateri aal doorbladert vraag Je Je hoe het te rijmen is: aan de ene kant de opoffering van de natuur, aan de andere kant de belangstelling. Zou die interesse geen vlucht van de mens zijn in het boek om dat de hem omringende natuur steeds meer ontluisterd wordt? In de fraaie encyclopedie van El sevier is niets te merken van die milieuvervuiling. De Siberische zilvermeeuw wordt er oergezond in afgebeeld, maar op hetzelfde ogenblik drijven er misschien een paar honderd in een teer- en olieveld rond. Als ik zo'n dierenencyclopedie zie. vlei ik me altijd weer met de hoop dat de lezers, en dat zijn er gezien de prijs toch altijd nog veel te weinig, door het lezen over de diren wakker geschud zullen wor den. Dat ze zullen beseffen dat er vandaag nog iets dient te gebeu ren om zoveel mogelijk van de na tuur te behouden. En dat het de moeite dubbel en dwars waard is mag blijken jit de inhoud van Elseviers ency clopedie. Het gaat zoals we bij de verschijning van het eerste deel al schreven om een uniek standaardwerk geschreven door deskundigen uit de hele wereld en eeïllustreerd met fotomateriaal, dat zonder meer geweldig ge noemd kan worden. Naast de honderden kleuren- en zwart-wit-foto's worden aan de hand van tekeningen of sche ma's waar nodig zaken ver duidelijkt. En behalve onnoeme lijk veel feiten over allerlei die ren geeft het tweede deel bijvoor beeld ook een uitvoerige be schrijving van de Galapagos Eilanden (een voorbeeld van een bedreigd gebied) en de evolutie, der dieren. Het pleit voor de sa menstellers dat is getracht alles op een vrij eenvoudige wijze weer te geven zodat Je geen hoog leraar in de biologie behoeft te zijn om er iets van te snappen. Ik sprak zoéven over het be wustmaken van de schoonheid van de natuur. Die kan niet vroeg ge noeg beginnen. Vandaar dat ik 't een goede greep vind van uitge verij Helmond en uitgeversmij J. H. Kok b.v. om speciaal voor de Jeugd een boek uit te geven dat de schijnwerper richt op de na tuur. Het boek verhaalt op indrin gende, maar op zeer simpele wij ze over de gebeurtenissen in net dieren- en plantenleven. De tekeningen zijn over het alge meen uitstekend gedetailleerd ook al is de kleurnuancering hier en daar niet helemaal perfect, 't Overzicht dat in het boek gege ven wordt is erg gevarieerd en ze ker voor de jeugdige lezer "inte ressant genoeg om te blijven boeien. Met name de onderdelen "Hoe dieren zich bewegen, hoe dieren ademhalen en hoe dieren zich voeden" maken het boek tot een informatief werk Voor de liefhebbers van plan ten en bloemen is er ook goed nieuws. De uitgeverij Zomer en Keuning bracht een nieuw bloemenboekje op de markt on der de titel "126 bollen en knollen in kleur". Het boekje, dat is ge schreven door een inwoner van Oegstgeest Wim Oudshoorn, ij praktische gids voor de tuLnlief. hebber geïllustreerd met talrijke 'raaie kleurenfoto's. In het boekje worden zowel voor (aarsbloemen (tulpen, hyacinten sn narcissen) als zomer- en jaarsbloemen (dahia's, gis len en lelies) behandeld, st wordt vermeld wanneer ze dj grond in moeten, wanneer g bloeien, welke hoogte ze kunnen bereiken en of ze voor bloei |j huis te gebruiken zijn. Verder informatie over beme» ting, plantenziekten en ander* nuttige BRAM VAN LEEUWQ Besproken werden: Winkle Prins Encyclopedie van het Dit- s renrijk, deel 2 (voorintebenprjj T f65.-), Uitgeverij Eiserier; schijnwerper opDe NatuuL (f 18.90) Uitgeverij Helmond/Ua. b geversmij J. H. Kok bvKamptj 126 bollen en knollen in klem tl (f 14.50). Uitgeverij Zomer Keuning, Wageningen. „The Ramblers' Story" door Jack Buiterman, een uitgave van Van Holkema en Warendorf, Bussum. Prijs f 9,90. De afgelopen maanden hebben we van een bescheiden Ramblers' revival kunnen genieten: er verschenen grammofoonplaten met 't mooiste gédeelte van 't in de 38 jaar van zijn bestaande gevormde repertoire, er werd een tv-programma aan besteed stuk boeiende muzikale geschiede- en er is onlangs ook een boekje uit- nis. Bij tal van Ramblers hits (Het gegeven over het wel-en-wee van het boemeltje van Purmerend, Wie is orkest, dat tussen 1926 en 1964 een Loesje enz. enz. Tot mijn immense grote populariteit genoot. Jacky Bul- vreugde is de complete tekst van Pie terman. zelf een toegewijd Rambler, tertje Swing er bij) wordt even halt heeft er een luchtig, aangenaam ge- gehouden. schiedenisverhaal van gemaakt, dat Het enige hoofdstuk waar Bulter- mooi aansluit bij het alom sudde- man kennelijk geen raad mee heeft rende jeugdsentiment. geweten is dat over de Tweede We- Voor wie nog niet zo stok is: The reldoorlog. Ramblers was in het lichte genre De Ramblers hebben toen ge- Neerlands meest beroemde orkest; de woon doorgespeeld, wat hen door ve- band dankte zijn succes aan de in- ien kwalijk is genomen. (De Joodse ventiviteit van en de goede sfeer on- Ramblers Sem Nijveen en Sal Doof der de orkestleden. Tot de faam van moesten natuurlijk al gauw de de band droeg in niet geringe ma- Wijk nemen). Ach, natuurlijk zijn te bij de persoonlijkheid van orkest- ^e Ramblers niet „fout" geweest. Ze leider Theo Uden Masman, die op gedreogen zich als 95 pet. vaal het 63-Jarige leeftijd overleed, koro Nederlandse volk: niet dapper en naJd&t hg zijn Ramblers had orot- njet jafi mooi- er- tussenin. Uden bonden. Aan hem is zeer terecht Masman zei dat zelf op 'n persconfe- het boek opgedragen. Bladeren in rentie in januari-1946, nadat pu- de Ramblers' Story, is bladeren in 'n Griezelstrips Strips zijn in, griezelen is in, sex is in. Voeg dat triootje woorden bij elkaar en ent daarop een beeldver haal. Succes verzekerd, zal Meulen- hoff Bruna hebben gedacht bij het zien van de uitgave van Senic Press uit Amsterdam. Semic Press heeft een nieuw strip-blad uitgegeven mik kend op de geweldige belangstelling die er de laatste tijd voor beeldver halen bestaat. Het is een blad met de beste verhalen uit het Amerikaan se blad Creepy (is griezelig) in het Nederlands (nou, ja) Macabre ge naamd. De tweemaandelijkse uitga ve, kost 2,50 per nummer, brengt griezelverhalen over vampiers, hek sen en ander horror-gedoe. Niet om te lachen, wel om lekker bij te sid deren. PAUL DE TOMBE bliek in Haarlem een optreden van de band onmogelijk had gemaakt- „Onze houding tijdens de oorlog was ongetwijfeld niet heldhaftig. Maar noch moreel, noch terwille van de verdienste zijn wij ooit werkelijk verkeerd geweest". Buiterman had er goed aan gedaan dat precies zo in zijn boek te vermelden in plaats van het orkest zo'n beetje een stiekem- verzet-rol aan te meten. RUUD PAAUVV. Titel: Majesteit met de Schrijfster Annemie Macfl P1 Uitgeverij Het Wereldvenste prijs f 17,50. Een heerlijk boek om te Je af en toe eens een beetje te voelen, want Annemie M vry zegt hier en daar rake over de vrouwelijke ijdeüi as malle kritiek die we vaak hel I8£ vorstelijke hoeden. Bij he fo: van haar boek voel je je pasi fo lukkig dat je bijna nooit i bent een dergelijk hoofddel dragen. "Majesteit met de 1 eigenlijk veel meer dan c boekje met koninklijke hc is de kleine cultuurgeschie ae vrouwelijke hoofdbedekkl lange tijd een muts is gewa ra in de "belle epoque" als hoe 11 tij vierde. Dat de hoofdta L van koningin Juliana hierbij soort leidraad fungeert is ge grappig bijkomstigheid, die oc dat het verhaal je nog me ae HENRIETTE V. D. B alt Titel: Aarde in beroering. Auteur: moment veranderde het klimaat op Immanuel Velikovsky. Uitgever: een ingrijpende manier en werden Ankh-Hcrmes, Deventer. Prijs: oude beschavingen helemaal vernie- f27.50. tigd. Hoe de Limburgse steenkoolla gen ontstonden weten we nog goed Het is voor een vertaler, die zich van de aardrijkskunde-lessen, voor Titel: Paulus en de eikelmanne tjes. Auteur en tekenaar: Jean Du lieu. Uitgever: Van Holkema en Wa rendorf, Bussum. boek zet, taak zijn moedertaal (in Het is een duur boek, dat wel. Maar dit geval het Nederlands) goed te als je het even hebt doorgebladerd en kennen. Vooral wanneer het 'n boek aan een moeilijk en vaak interessant zover we die ons kunnen herinneren. Velikovsky heeft er een hele andere lezing over. heeft het reeds in huis en Wie ook nog goed Engels to ve liever het "echte": "Earth Kvt heavel". De uitgever is D to and Company in New YoA. lint PAUL WOLFS ini De auteur is zeer degelijk te werk Dulieu zijn) met grote en stijgende bewondering hebt bekeken, dan vind autoriteit op dit gebied. Als natuur kundige, geschiedkundige, jurist me- Eén en ander doet misschien ver moeden dat ik Paulus de Boskabou- ter een vervelend mannetje vind. vooral de tekeningen (die ook van betreft, dat over moeilijke zaken zo- gegaan. Geen wonder, want hij is een Dat is niet waar. Ik vind het een van de meest originele en wijze baas- Is Paulus wakker geworden? Of Jes, die Neer lands kleuterdom kent. je de prijs helemaal gerechtvaar zen wij wakker geschud? Zijn we Een soort Bommel voor de kleintjes, digd. Want het moet gezegd, er zit 'n sub tiel ondertoontje in de teksten van Dulieu. Voor ons is dat grappig, ter als aardbevingen en klimaatsveran dering gaat. Wetenschappers hebben niet altijd dicus, psycholóog, bioloog en psycho- eindelijk af van Willie Wortel, en meer van dat in het leven geroepen luitjes? Ik hoop het maar. Wanneer je behept bent met dezelf de naam als de boskabouter, let je altijd eventjes op. Zelf immer en al toos voor deze gnoof uitgemaakt zijn de. héb ik 'n enorme bewondering op gebouwd voor ene Potter, die niet on- verdienstelijk schilderde. Mijn oude dan uitgekookte (nou ja.heks weer veilig thuis in z'n eigen kabou- tig. En dat voor die prijs. terboom. En daar is het goed toe- Er wordt ons verteld dat de laatste ven. Hoera, leve Paulus. grote aardramp slechts (wat heet) analiticus weet je echt wel wat. Maar toch heeft Velikovsky bijzonder veel naslagwerken en deskundigen tantes schijnen nooit van die main te Eucalypta zijn in dit boek natuur- hebben gehoord; ik zie ze ook niet lijk onlosmakelijk verbonden met gevoel voor stijl in taal. Artsen en Ju- Een geweldig voorleesboek voor risten bijvoorbeeld zien hun artikelen paar turven hoge burger. in vakbladen vaak geheel omge- Om met Oehoeboeroe te spreken: weirkt, omdat het anders niet te le- wljl het voor de kinderen, die 't voor- "heiendal buitengemeen" lekker om zen zou zijn. "Omzetters hebben t gelezen krijgen, spannend is. Als ze te hebben. Paulus, verzeild geraakt, dan zwaar. bij de eikelmannetjes, gestrikt door De vertaling van het onderhavige Eucalypta, weet zich echter toch boek. Aarde in beroering, is rond- weer in de vertrouwde omgeving te uit belabberd. Het moet me van 't De goede Oehoeboeroe en de meer plaatsen. Nou Ja, ik bedoel: hij komt hart. Het leest helemaal niet pret- haald Velovsky boeiend en uiterst gedocumenteerd. Wie in de materie van de aarde is geïnteresseerd, weet zo'n boek PAULS WOLFSWINKEL 3500 Jaar geleden plaatsvond. Op dat natuurlijk onmiddellijk te vinden, of later zelf kunnen lezen, zullen ze be grijpen waarom wij lachten, toen zij huiverden. Bergen en kloven, informatie over de Alpen, het Himalayagebergte om maar eens iets te noemen, de ver anderde stand van de aardas, woes tijnen en oceanen: hierover ver ste kleine eigenwijsje Paulus. Hella Haasse. De Meester van de Neerdaling. Querido. Amsterdam. De twee verhalen die Hella Haasse heeft samengebracht onder de titel „De Meester van de Neerdaling", ho ren volgens mij bij elkaar. Ofschoon dat niet expliciet wordt gezegd, meen ik toch ln het tweede verhaal. De Kool, te doen te hebben met de vrouwelijke vertelster uit het eers te dat „De Duivel en zijn Moer" heet. Ook zie ik ln verhaal I (Ik zal de verhalen kortheidshalve als I en n aanduiden) de zoon van de zuster van de vertelster, die deze laatste een tijdlang in huis heeft ge had. Ik meen deze conclusie te mo gen trekken uit de persoonsbe schrijvingen op blz. 94 waar ln het verhaal II de Nederlandse ver zorgster van de Venetiaanse donna Patrizia wordt vergeleken met „een mager paard, rijp voor het slacht- huis".'terwijl de vertelster uit verhaal I" al op school en later door haar broer Andrles wordt uitgescholden voor JPeerd! Kavalje!". In verhaal II wordt over de mannelijke helft van een Jong echtpaar verteld op bl. 116 en verder, dat hij „op kostscho len was opgegroeid" en over de „on voorstelbare afzijdigheid van zijn moeder". En nog verder: „hij kende die ongetrouwde zuster van zijn moe der nauwelijks, wist alleen dat zij een speciale voorkeur voor hem scheen te hebben omdat zij een tijdje voor hem gezorgd had toen hij nog klein was. Zij was Jarenlang ziek geweest, overspannen". Dit alles geheel over eenkomstig de beschrijving van de Jeugd van „het neefje". In verhaal II is deze Jonge man door een ge heimzinnig telegram naar Venetië geroepen om een oude tante die zwaar ziek is op te halen, verzorg ster van een allenstaande Vene tiaanse edelvrouw. Hij haalt de tan te maar vergeet een koffer van haar mee te nemen. Op een volgende -els samen met zijn vrouw gaat hij die koffer halen, hoofdzakelijk op aan dringen van zijn vrouw, die haar nauwgezetheid op desastrueze wijze beloond ziet. Het geheel dat de beide verhalen voor mij onmiskenbaar vormen heeft die geheimzinnigheid die iemand aan het magisch realisme doen denken. De invloed van een zestiende eeuw- se muurschildering „De Meester van de Nederdaling" genaamd, die in de beide verhalen een belangrijke rol speelt, zou in die richting kunnen wijzen. Ook het feit dat de belang rijke figuur uit verhaal I, Edmond genaamd, die door de vertelster voor de verleider eerst van haar broer An- dries en later van haar neefje wordt gehouden, in verhaal II in andere vorm weer opduikt, wijst in die rich ting. Wat het kwaad van die verlei ding precies inhoudt is niet duidelijk. Mogen wij die vertélsber geloven, dan is hier sprake van een demoralisa tieproces. Luistert men echter naar deze Edmond dan krijgt men een an dere indruk. Dan zou men te doen kunnen hebben met een vorm van renaissance-opvoeding die deze Ed mond de Jongens wil geven om hen te behoeden voor de bekrompenheid en beperktheid van de christelijke, men zou bijna zeggen middeleeuw se, die de knapen thuis ontvangen. Ik gebruik die beide termen in een poging te wijzen op de tijdeloosheid die kenmerkend is voor het hele boek. Toch moet de situatie plaats vinden in een moderne tijd, want er wordt gesproken over treinreizen en over de tweede wereldoorlog b.v. Op dat he dendaagse wijst ook de methode die de verzorgster (de vertelster uit ver haal I) toepast om haar pupil in Venetië een beter en prettiger leven te geven. Dat is een moderne metho de die overigens weinig overeenkomst vertoont met de strengheid waarmee deze zelfde vrouw getracht heeft haar neefjes op het goede pad te houden Die strengheid heeft de neef inder daad op dat goede pad gehouden, zij het ten koste van zijn levensmoed Maar aan de andere kant heeft de vrijere leiding die de vrouw geeft aan de niet helemaal goed bij het hoofd zijnde donna Patrizia tot gevolg dat deze laatste van een uitstapke zwan ger terugkomt. De ene manier van de vrouw deugt dus zomin als de an dere en mogelijk zit hier het knoop punt van de hele geschiedenis. Waar zit het goed en waar het kwade. De onschuldige Patrizia baart als het ware het kwaad in de vorm van haar boosaardige zoon Re- nato (de hergeborene betekent deze naam en men zou in hem de opvol ger van Edmond kunnen zien als er enige vergelijking mogelijk was), die op zijn beurt weer de onschuldige vrouw van de neef opsluit in een kel der van het paleis die met het begrip „oubliette" 't best aan te duiden is. En waar zou het goede te zoeken zijn? Toch niet bij de bazige, een zame, van haar opvoedingscomplex bezeten vrouw, die op haar wijze haar best doet maar wie het zo over duidelijk ontbreekt aan iets belang rijks, het hart genaamd. Ook niet bij die Jonge vrouw, die van goede wil is, die zeker geen kwaad zal doen maar die in de on-menselijke sfeer van het geheel toch niet anders is superieure mens voorstelt, verheven het duivelse kwaad loopt. Is het mo gelijk de bedoeling dat Egmond de boven goed en kwaad, meer wetend dan een mensje dat in de val van en meer begrijpend dan zijn mede mens? Een soort renaissance-figuur? Maar waarom dan deze als de duivel voor gesteld en de ontkloosterde non die hem gebaard heeft, als des dui vels moer? Of moeten wij lezers al les zien met de ogen van de krank zinnige vertelster uit verhaal I? En is het vervolgens de bedoeling er op te wijzen dat alleen een streng christelijke levenswandel met ge hoorzaamheid aan de tien geboden, de mens enigermate tegen het kwaad kan beschermen en zelf dit nog niet volkomen? „De Meester van de Neerdaling" is voor mij een geheimzinnig boek waarin nog vele andere aspecten in andere richtingen wijzen. Zo is daar b.v. nog de belangrijke figuur van de knecht van Patrizia, Donato ge naamd, die zich opoffert om de bei de laatste afstammelingen van Pa- trizia's geslacht op de been te hou den, en toch ook niet een goed mens genoemd kan worden omdat zijn mo tief een uiting van bekrompenheid is. Het zou te simpel zijn, om dit ver haal een parabel te noemen met als motief „Het kwaad overwint on danks alles". Ik geloof dat ik toch maar terug moet keren tot mijn idee van magisch realisme waarbij de vierde dimensie de vorm heeft aan genomen van het tijdeloze, on grijpbare kwaad die zich blijkbaar bij voorkeur genesteld heeft in an tiek en schilderkunst. CLARA EGGINK. Na de James Bond hausse gekomen in het spionage-1 (yj, tweede- en derderangs uitge 5 schijnen natuurlijk nog stó jg. ever geheime agenten met1 et le nul voor hun naam, die schijnlijke avonturen beleve tische landen, maar voor de ver komt er toch niet meer uit. Wie uitgekeken is op de al tiepe televisie-series, in M lands alle werkjes al gelezen er toch moeilijk genoeg van tra gen zou kunnen proberen hi boek van George Mikes te p krijgen: The spy who died dom. Het is nog niet vertu een geroutineerde televi heeft met het vlotte 1 geestige George Mikes weit Het boek is vorige maan nen bij André Deutch i (voor wie het wil bestellen: 233 96379 0) en moet wordi als een anti-spionage spi man. Het gaat om de Jongt kady, die in Moskou stiekem kelde James Bond boekjes van droomt ooit zelf een 9 te worden en zijns ondan!Aer KGB als dekhengst op rijp* se dames wordt afgestuurd dan niet vermeende geheim flj) futselen. De lezer voelt de verse tastrofes bladzijden van aankomen, maar dit nieuwer George Mikes (vooral bel 1 zijn knappe reisverhalen Amerika, Japan, Israël es dere landen) staat zo vol tige en relativerende vondsf speelse werk de echte lief1! mag ontgaan. Bij mijn weten is vi ge Mikes nog niets in het vertaald. Dit boek zou een 1 gin kunnen zijn van een 1 serie. JAN VAN >i,tl»

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1973 | | pagina 10