Duitser Robert Hlibner was in Leningrad imponerend Een dagje op de snoek in de polder 1 „VIENNA COUP" KOMT WEER OM DE HOEK KIJKEN Kom er ACHT-er sport Vi l 1 a OPLOSSING VIS „SPORT" van Weizen SATERDAG 29 SEPTEMBER 1973 Heb ik u de vorige keer Hübner's gracieuze combinatie la ten zien in zijn partij met Anatoli Karpov, ditmaal zijn aan lokkelijke overwinning op Talj, eveneens uit het Interzo- nale-toernooi te Leningrad. Jammer dat de talentvolle Duit ter zich niet geplaatst heeft voor de kandidatenmatches, want op het ogenblik is hij in een geweldige vorm! SCHAKEN Toch lykt het mij beter, dat in de oekomst de regelingen voor de strijd im de wereldtitel worden gewijzigd, lit betrouwbare bron vernam ik, dat ta 1975, wanneer Bobby Fischer jjn titel moet verdedigen (iedereen 5 ervan overtuigd dat zijn tegen- trever de jonge Karpov zal zijn ndere regels zal opstellen We heb ben dan ook een nieuwe FIDE-presi- ient, want prof. Euwe heeft ver jaard te zullen aftreden. In zekere een jammerlijk besluit, want on landgenoot heeft vele aanvecht- e punten toit ieders tevredenheid erbeterd. Maar jade oud-we- eldkampioen is zo jong niet meer n een welverdiende rust gunnen wij izyn leerlingen) hem van harte! Wit: M. Talj Zwart: R. Hübner SICILIAANS 1. e2-e4 Deze zet paste Talj voor de eerste keer in bovengenoemd toernooi toe. Met 1. Pf3 had hij twee nederlagen geleden tegen Torre en Kortchnoi. De gezondheid van Talj is, zoals iedereen weet, niet zo best. 1c7-c5 2. Pgl-f3 e7-e6 3. d2-d4 c5xd4 4. Pf3xd4 a7-a6 5. Pbl-c3 In de partij Karpov-Hübner heb ik de variant 5. Ld3 besproken. De tekstzet beschouwt men als minder sterk, maar Talj is een vechter. In de meest eenvoudige stellingen komt hij meestal met een verrassing 5Dd8-c7 6. Lfl-e2 b7-b5 7. a2-a3 Lc8-b7 8. f2-f4 Pb8-c6 9. Lcl-e3 Pc6xd4 Dit nemen ziet men de laatste tijd veel in de Siciliaan. Ik heb al eerder geschreven, dat deze ruil nooit geen kwaad kan doen in de eigen strategie, omdat het paard op d4 een domine rende positie inneemt. 10. Ddlxd4 Pg8-e7 Na 10.Pf6 11. Lf3 moet zwart steeds rekening houden met e4-e5. 11. Tal-dl Ta8-d8 12. 0-0 Pe7-c6 13. Dd4-d2 d7-d6 14. Dd2-el Lf8-e7 15. f4-f5!? Beter is natuurlijk Df2. Talj wordt meestal in het middenspel onrustig, omdat hij steeds maar aanvallen wil In deze partij wordt het zijn onder gang. (Zie diagram) b c d e f g h I i i w x i "i i s ft'i i ii 150-0 16 .f5-f6Le7xf6 17. Tflxf6 g7xf6 18. Del-h4 Dc7-e7. De beste voortzetting lykt mi. nu 19. Lh6 Kh8 20. Td3 enz. Talj kiest een andere weg. Hübner vangt hem echter zeer slim op! 19. Tdl-d3 f6-f520. Le3-g5 f7-f6 21. 21. Lg5-h6 f5xe4! Hierna laat Hübner zien dat hjj eens kandidaat was voor de wereld titel! 22. Td3-g3t Kg8-h8 23. Lh6-g7t Tjade stelling laat zich voor wit niet versterken. Op 23. Pe4: is 23 .Pd4 afdoende. 23. De7xg724. Tg3xg7 Kh8xg7 25. Pc3xe4 Pc6-e5 26. Pe4-g3 Pe5-g6 Hierna vecht Talj voor een ver loren zaak. De centrumpionnen zyn 27. Dh4d4 Kg7h828. Pg3h5 Pg6 e5 29. Dd4h4? Het enige was 29. Db6! Td7 30. a4 met nog voldoende tegenspel. 29Td8-d7! 30. Ph5xf6 Td7-g7 31. Dh4-h6 In deze positie zitten nog een paar aardige varianten, zoals 31. g3 Tgf7 32. Pe4 Tflt! enz. of 31. Pg4 Pg4: 32. Lg4: Lg233. Kg2: Tg4: 34. Dg4: Tg8 enz. In beide gevallen wint zwart. 31Tg7xg2t 32. Kgl-fl Tf8-f7 33. Le2-h5 Pe5-g4! 34. Lh5xg5 Tg2xg4 Wit geeft het op. Wit: Hübner Zwart: Byrne 1. c4 g6 2. g3 Lg7 3. Lg2 c5 4. Pc3 :c6 5. e3 e6 6. Pge2 Pge7 7. Oë: 00 8. a3 d6 9. Tbl b6 10. d4 od4 11. Pd4: Dd7 12. Pc6: Pc6: 13. Pe4 Td8 14. b4 d5 15. cd5: ed5: 16. P12 Dd6 17. Tb3 Le6 18. Lb2 Tac8 19. Lg7: Kg7: 20. Dalt De5 21. Tb2 Df6 22. Pb3 d4 23. b5 Lb3: 24. Tb3: Pa5 25. Td3 de3: 26. Te3: Dal: Remise. De Rus Tukmakov, die in een paar toernooien uitstekende prestaties liet zien, was in dit toernooi slecht op dreef, getuige zijn 16e plaats met slechts 6 punten. Taimanov schynt zyn grote tyd te hebben gehad; hy werd gedeelde achtste en leed drie nederlagen. BISHOP •sratrriT ufjzo^i japuo doinj '8 - Stu s.uatu do g •ju 'i - sjipaj doo[suassn2j s2ui3i 3utj -^a^ '9 - safdaaiis g "A*d-i safdaarjs Z *9 - uaAoq sjpoaJ afjaddod puoui - S3jun srnui g - s^rni afiaddod uaxujB z - uaAoq sijujj qaM ut ujds i H2LLHOV HH WOH Dat men voor g oernooien heus niet alleen in het •esten van ons land behoeft te zos- heeft dit jaar het zeer aktie- Drentse distriktsbestuur bewezen. Emmen, waar een rekord aantal •en deelnam, toverden plaatselij- krachten een toernooi-organisa- uit de hoge hoed zoals we dat zel- i in Nederland hebben mee- emaakt'. Volstrekt urfiek was hier de Ijd die de rekenkamer nodig had het vaststellen van de resulta- Binnen een half uur na afloop, 'ist iedereen wat zijn kontraktjes geld hadden opgebracht. Iet toernooi werd gewonnen door de aardig op dreef zijnde interna NOORD 4 A H V 9 A V 10 2 O A B «5» A V 7 5 WEST 7 5 3 2 99 3 O 8 7 6 4. 10 8 6 OOST B 10 9 9 B764 O V 10 4 4. H G 2 9H85 O H 9 5 3 2 4. B 3 tionals Kokkes-van Heusden. Ook de andere paren van het nationale team Kaiser-Sint en Kreijns-Rebattu ein digden bij de eerste tien. Voor stu diekoppen viel er weer aardig wat te leren en kennis van de bridgeli- teratuur zou zeker bij het onder staande spel heel goed van pas zijn gekomen. Oost gever. Niemand kwetsbaar. Men krijgt niet elke dag 26 pun ten in handen en toen Noord in het biedverloop ook nog eens twee he ren bij. Zuid te horen kreeg, steven de hij natuurlijk regelrecht op 6 SA af, een eindkontrakt waarvoor Noord- Zuid samen beslist ook voldoende waarden hebben. Het is overdreven te zeggen dat iedereen het klein slembod had bereikt maar zeker 80% van het deelnemersveld was erin terecht gekomen. Alle Oostspelers kwamen natuurlijk met schoppenboer uit en zelfs als de harten rondzitten komt Noord niet verder dan drie schoppen-, vieT har ten-, twee ruiten- en twee klaveren- slagen en dat is niet genoeg. Het is duidelijk dat de ruitenkleur moet worden benut en de verstandige Noordspelers begonnen dan ook met ruitenaas, ruitenboer na, door Oost gedekt met de vrouw, de heer in Zuid, waarna ruiten van tafel werd nagespeeld. In de Noordhand ging een klavertje weg en toen de ruiten- kleur 3—3 en niet 4—2 verdeeld ble ken te zitten, slaakte Noord 'n zucht van verlichting. Oost won ruitentien en bracht Noord opnieuw met schop pen aan slag. Noord heeft nu met zekerheid drie slagen in schoppen, drie in harten, vier in ruiten en één in klaveren. De twaalfde slag kan komen uit de har- tenkleur of uit de klaverenkleur wan neer de heer goed zou zitten. Maar als Noord naar hartenheer van de blinde oversteekt, wat moet hij dan op de twee vrije ruitens afgooien? Een student in de bridgewe- tenschap zou stellig de oplossing voor het probleem onmiddellijk zien want deze speelfiguur is in de literatuur uitvoerig beschreven als de z.g.: Vienna Coup. Teneinde zelf niet in afgooimoeilijkheden te komen moet Noord eerst een hoge kaart uit zijn hand inkasseren waardoor de dwang op een kaart uit de dummy wordt overgebracht. Die dwangkaart is. dummy's onooglijke klaverenboer Noord inkasseert nu eerst schoppen vrouw en klaverenheer en gaat dan met harten naar de blinde. Op de vierde ruiten gooit Noord een kla vertje af en ook Oost kan nog een klavertje missen. Op de vijfde rui ten verdwijnt in Noord de klave renvrouw en Oost moet zich overge ven: gooit hij klaverenheer af, don wordt, dummy's klaverenboer de twaalfde slag en breekt hij zijn har ten aan dan maakt Noord vier sla gen in die kleur. Slechts twee van de 65 Noordspelers wikkelden de zaak op deze wijze af. Gelukkig voor hen dat de klavertien van West en de klaverheer van Oost niet omgewisseld waren want dan hadden zij door het opgeven van 'n eenvoudig snit op de klaverenheer nog Jarenlang in hun hemd gestaan. A. BOEKHORST De poldersloot ziet er die ochtend geheimzinnig uit. De na- jaarsstorm zwiept de golven op en laat de rietvelden ver scherpe doorhuigen. Zo nu en dan wordt op die vroege ochtend het ■diritme van de golven doorbroken door een luid gespetter. De snoek is op jacht en wil daarover voor de buitenwereld geen onduidelijkheid laten bestaan. Voorntjes proberen de s. irover te ontvluchten en maken af en toen wanhoopsspron- gen boven het water uit. Als we de polder intrekken zien ve er uit als astronauten. Een fors •egenpak, een paar stevige kaplaar - :en. want in de herfst moet Je er al ii jd op berekend zijn, dat er plose- ing een flinke bui uit de hemel komt pallen. En er is niets zo hinderlijk ti visdag als te moeten rondbi- vakkeren in door de regen door drenkte kleding. Afgesproken was, dat we het kunstaas ditmaal zouden laten voor wat het was en dat we de snoek eens zouden belagen met levend aas. De lag er voor hebben we wat kleine oomtjes gevangen, die we met veel moeite "in leven kunnen houden in een teiltje op het balcon. Ze zwem- nu rond in het akertje met bin- nenmandje, dat we straks - wanneer we op de plaats va zijn aangekomen - ee angs de slootkant. schap drassig en modderig te zijn. En dat betekent, dat de grond elk geluid of beweging over een grote afstand voortplant. snoekje is in staat uw nylonlijn door te schuren met zijn bek vol vlijm- Daaraa volgen de drijvertjes. Niet die knotsen, die vroeger gebruikelijk waren, maar bescheiden groeai-witte dobbertjes waarvan de eerste straks met het grootste gemak door het aasvisje kan worden ondergetrokken. Grote drijvers hebben het nadeel, dat het visje snel uitgeput is, en door zijn grote drijfkracht kan het de snoek afschrikken als hij eenmaal heeft toegehapt. Voelt een snoek weerstand, dan laat hij in negen van de tien gevallen zijn prooi onmiddel lijk los. Als we zover zijn, dat als laatste handeling het visje aan de -enkele - haak wordt bevestigd, naderen we de slootkant iets dichter en laten met een ingehouden worp het voorntje in het water zakken. Het eerste drij- vertje geeft duidelijk aan, dat het visje wel wil zwemmen en de andere drijvertjes volgen keurig in het ge lid. Het duurt ongeveer een half uur tje als mijn vismaat verderop via armbewegingen te kennen geeft, dat hij "beet" heeft. Naar hem toelo pend zie ik hoe nog slechts één kurkje boven water staat, terwijl de twee andere zich met korte vinnige rukjes onder water voortbewegen. Plotseling is alles verdwenen en geeft de spoel van de molen meter na meter nylon af. Een forse aanslag - want liever slaan we een keertje mis dan een snoek te vangen die het visje al ge slikt heeft - en onmiddellijk kromt het uiteinde van de hengel zich, ter wijl de slip begint te gieren. Niet voor lang, want de snoek, die bemerkt, dat er weinig eer valt te behalen aan zijn ontsnappingspoging keert terug op zijn schreden, waar door de lijn plotseling slap valt. Mijn vismaat moet een paar passen ach terwaarts doen en snel opspoelen om te voorkomen, dat de snoek teveel speelruimte zal krijgen. De rover uit de polder doet nog een paar verwoede pogingen om bui ten bereik van het schepnet te blij ven, maar moet tenslotte toch capi tuleren. Moegestreden wordt hij langzaam naar de kant getrokken. In het gras wordt het maatlatje er langs gelegd eti vastgesteld dat hij op de kop af tachtig centimeter is. Een aardig snoekje, dat even later al weer rondzwemt, een ervaring rij ker. Nauwelijks teruggekeerd naar mijn eigen hengel zie ik hoe de drij vertjes langzaam van mijn netvlies verdwijnen. Het duurt niet lang, want even later verschijnen ze weer alle drie keurig op een rijtje boven water om verder roerloos te blijven liggen. De stille hoop, dat de snoek het aas- visje opnieuw zal pakken gaat niet in vervulling. Als ik hem even later uit het wa ter optakel en hem nauwkeurig be kijk zie ik dat de buik van het visje duidelijk is geperforeerd: het bewijs dat een snoek het visje heeft beetge pakt. Waarom een snoek in bepaal de gevallen niet doorbijt is een groot vraagteken. Ruikt hij onraad, of heeft hij ditmaal alleen killersln- stinct en geen eetlust? Ik zou het u niet kunnen vertellen. Snoek vangen? Akkoord. Maar dan ook onmiddellijk meer terug zetten. En zeker niet meer naar huis nemen, zoals op deze foto is gebeurd. Het i béstemmmg streep het geVoelsorgaan dat elke plaatsje ge- trilling waarneemt - hoeft ook maar het geringste te registreren of ae een heel wat eenvoudiger snoek wordt attent gemaakt op een naderend gevaar. Vandaar ook, dat we een flink stuk oplossing, dan de aanschaf van vrij kostbaar zuurstofpompje, dat de aker kan worden gehangen. Daar uit de oever blijven en onze spulle- staat tegenover, dat de polder door- tjes in orde maken midden in het kruisende hengelaar niet steeds naar weiland. Past u overigens wel altijd plaats behoeft terug te keren, even op, dat uw visspulletjes buiten heeft achterge- het bereik van het vee blijven. Zo wel voor uw portemonnee als voor de gezondheid van onze veestapel is hij de. laten. Neem ook nooit het risico der aas visjes van huis te gaan in de dat het beste. overtuiging, dat u ze straks wel even met éen kléin hengeltje zult vangen. Kleine voorntjes zitten weliswaar in vrijwel elk viswater, maar u zult Vissen met levend aas in de pol der betekent, dat we daarvoor een lange snoekhengel gebruiken. Een kort spinhengeltje is ten enen male zien, dat ze juist op het ogenblik, dat onbruikbaar, omdat we daarmee te nodig heeft nergens te vangen dicht bij de slootkant moeten blijven. zijn. Iets dergelijks maakte ik Jaar geleden mee. Vissend op Bovendien moeten we het visje te paar hard door de lucht laten zwiepen en een komt het beestje met een te harde grote plas nam ik me voor eventjes plons in het water terecht. Twee di slootje in de buurt een paar recte nadelen: het visje is snel dood Snoekvisjes te vangen. Maar wat ook boven water verscheen, geen snoekvoorntjes. Allemaal 1 de snoek kan er door op de vlucht gejaagd worden. Met de lange hengel - en dan denk onbruikbare brasems. En hoe ondiep ik aan zo'n drie meter - kan het vis- ik het pennetje ook schoof de bra- Je met beleid in het water worden had en hield het alleenverto ningsrecht. Vandaar dat we ditmaal niets aan het toeval hebben overgelaten en de visjes meenemen. De plaats waar we ze aan het polderwater toever trouwen ligt nog enkele tientallen meters van de plaats waar we voor het eerst ons geluk zullen beproe- gezet. Neem voor zo'n snoekhengel een lichte uitvoering. De tijd, dat opa zijn oude bamboehengel van grote geleideringen voorzag en met teer touw op de snoekejacht ging is voor bij. We halen de onderlijntjes uit de koffer. Een wolfram-lijntje: oersterk toch soepel. Vergeet zo'n onder ven. Want, polders hebben de eigen- lijntje niet, want ook een klein Al heb ik wel meegemaakt, dat in een polder, waar anders volop snoek te vangen was, geen behoorlijke snoek te vangen was omdat de ro ver niets anders deed dan de aasvis jes doodbijten en weer uitspuwen. Hoe het ook zij, het blijft die och tend rustig. Alleen een flinke baars vergrijpt zich nog aan een van onze voorntjes. Ondanks zijn vraatzucht kan ik hem met behulp van de ha- kensteker weer ongedeerd in het wa ter terugzetten. In de middaguren als er een flin ke regenbui komt opzetten is het op nieuw raak. De drijvertjes, die zich anders in een gezapig tempo ver plaatsen lijken plotseling in een stroomversnelling te zijn gekomen. Ze duiken niet onder: het ls duide lijk dat de snoek er mee zwemt. Kennelijk kan hij niet direct een gunstig plekje vinden om zijn bult te verorberen, want het duurt geruime tijd alvorens de drijvertjes stil blij ven liggen. Even gewacht en dan aangeslagen: het gevecht is kort maar hevig. Het snoekje springt even boven water uit, slaat wat met de kop. maakt een paar ramen en komt dan gedwee naar de kant. Als hij op de kant wordt getrokken, doet hij nog een laatste poging te ontsnappen, maar het lukt hem niet. Tweeenzes tig centimeter snoek heeft weer de nodige sport geboden, en mag als be loning even later weer terug in zijn element. Verder in de middag als mijn vis maat nog een klein ondermaats snoekje heeft gevangen, krijg ik nog maals beet. Kennelijk geef ik hem te weinig tijd, want al lijkt de aan slag succesvol, even later - als ik be gin op te spoelen laat de vis plotseling los. Zonder visje verschijnt de haak later aan de oppervlakte. Als we aan het eind van de dag achter een geurige kop erwtensoep zitten en we de vermoeidheid van net lopen door de drassige weilanden in onze benen voelen, besef it dat zo'n dagje snoeken in de polder toch een aparte bekoring heeft. Zeker als zo nu en dan ook nog een visje acte de presence geeft. AD VERTEN TIE DE SPECIAALZAAK voor uitgekiende hengelsport. Ook REGENKLEDING

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1973 | | pagina 23