Strijd om de gunst van de sportvisser >i ARIONS DUBBELSPEL: DOMINO OP LEVEN EN DOOD JFeestbundel ter ere van prof. dr. H. Brunsting Ambler Omnibus met o.a. Topkapi I vis I sport SPORT' van Weizen Frank Martinus Arion. Dubbel spel. De Bezige Bij. Amsterdam. De schrijver Frank Martinus Arion is Antilliaan en geboren op Curacao in 1936. In 1955 is hij naar Nederland gekomen, heeft Nederlandse letteren gestudeerd en is sedert 1971 wetenschappelijk medewerker aan de universiteit van Amsterdam. 'Dubbelspel' is bij mijn weten zijn eerste roman. Om te beginnen dient gezegd dat deze roman voortreffelijk ge schreven is en geraffineerd van composities. Evenwichtig is de op bouw van het verhaal met zijn lange aanloop naar het drama tische hoogtepunt. Klassiek bijna in zijn eenheid van plaats, tijd 1 en handeling. Een aanloop even wel die, regelmatig versnellend, de spanning in de ogenschijnlijk simpele intrige een steeds sterke re lading geeft tot aan de uitbar- string met moord en doodslag. Met dan 't slot van 't boek, die is als de stilte na de storm: verhel derend door 't uitgewerkt zijn van de storende elementen en als een natuurlijk voortvloeien van het leven. Een simpele intrige zei ik daar net, maar die eenvoud is inder daad ogenschijnlijk. Twee gezin nen, twee mannen en een spel do mino blijken voldoende te zijn om een even aangrijpend als ont hutsend beeld op te roepen van een groep rijksgenoten „van den couleur" over wie op het ogenblik zowel politiek als sociaal veel dei ning is. Het kleine eiland Curacao dat beschouwd wordt als het voor naamste van de groep genaamd de Antillen, is 'n gebied dat onder zijn schijn van lichtheid en zon nigheid altijd zindert van onrust en kleine strijd. Zij die er ooit ge weest zijn, zullen dat weten. Deze combinatie van tegenstrijdighe den is ook de atmosfeer die Arion zo uitstekend heeft opgeroepen in zijn boek, met de vier dominospe lers en hun in- en uitwendige mo nologen. In Wakota, een buiten wijk van de hoofdstad Willemstad komen vier mannen op zondag middag regelmatig samen om on der de tamarinde naast het huis van een van hen het spel te spe len waarop de Antillianen zo ver zot zijn, domino. Wie meent dat domino een wat kinderlijk spel is waarbij wei nig hersenwerk te pas komt, zal die opvatting los moeten laten na het lezen van deze roman. Domi no blijkt 'n spel op leven en dood te kunnen zijn waarbij Je Je ge zicht en vervolgens Je leven kan verliezen. Want de vier spelers die nauw bij elkaar betrokken en al hun emoties en problemen spelen mee. Zij spelen inderdaad met en om hun leven en om de vrouwen Solema en Nora. Solema is de vrouw van Manch; Sanantonio. Deze man is deur waarder maar droomt zich rech ter. Hij is trots op zijn nieuwe huis op de heuvel, trots op zijn Zweedse meubelen. Hij is zelfge noegzaam, ijdel en beperkt. Van zijn mooie, intelligente vrouw So lema, die in Europa gestudeud heeft, piano en orgel speelt en bezig is de sociale positie van de eilandbewoners te verbeteren, wenst hij niets te begrijpen of aan te nemen. Manchi is 't proto type van de beperkte burger die in status zijn enig heil ziet. Hij heeft Solema op ontrouw betrapt en straft haar daarvoor op een laag hartige manier. Wat lager op de heuvel ligt het huisje van Boeboe Fiel de taxichauffeur. Boeboe is de man van Nora. Hij laat zich aan z'n grote gezin niets gelegen liggen en heeft net de vorige avond 't geld, dat hij mee zou brengen om schoenen te kopen voor zijn zoon die naar de middel bare school moet, verpatst in de hoerenwijk. Op de traditionele ma nier behandelt hij zijn vrouw als voetveeg. Nora moet maar zien dat zij de kost bij elkaar krijgt en haar vierjarige verhouding met Chamon Nicolas houdt dan ook eerder stand vanwege de emolu menten die dat oplevert dan van wege de liefde. Deze Chamon Ni colas is een eenling. Hij komt oor spronkelijk van het eiland Sa ba. Hij heeft bij de Shell ge werkt maar is ontslagen wegens diefstal. Dat zich onrechtmatig toe eigenen van zo het een en andei aan deze machtige maatschappij toegehoorde, heeft hem evenwel geen windeieren gelegd. Hij heeft een paar krotjes gebouwd die hij verhuurt aan minder vlughandige arbeiders en verder doet hij klus jes. Hij is een „kleine kapitalist". De vierde speler is Janchi Pau Janchi is zeeman geweest en woonde altijd bij zijn moeder als hij thuis was. Hij was net begon nen een huis voor haar te bou wen toen zij stierf. Toen zag hij 't nut van de huisbouwerij niet mee zo en nu woont hij tussen de be ginselen van een huis die over woekerd raken door de wilde ve getatie en die tevens de vogels huisvesting bieden. Hij heeft een bewonderende liefde opgeva t voor Solema nadat Machi een nauwelijks verhuld verhaal heeft opgehangen aan de speeltafel over de manier waarop hij zijn vrou* krenkt. Solema beantwoordt zijn liefde. Op de zondag van het dra ma spelen Machi en Boeboe te gen Janchi en Gamon. De echt genoten dus tegen de minnaars. Ieder heeft zijn inwendig woeden de stormen meegebracht maar uit wendig lijkt er alleen de felle hartstocht van het spel te zijn. Langzamerhand verzamelen zich ook toeschouwers om de groep, want de mare van het verlies van Manchi en Boeboe gaat het eiland rond. Als de duisternis valt barst de bom op even verklaarbare als ingewikkelde manier en dit ein digt met de dood van Manchi en Boeboe. De auteur laat dit hele eilanddrama gebeuren in al zijn finesses en verwikkelingen zonder commentaar, natuurlijk weg, zeer beeldend. Heel licht ironisch con staterend en schijnbaar moeite loos, daar hij deze eilandbewoners kent als zichzelf. Hij houdt van hen ondanks al hun eigenaardig heden en afwijkingen en door zijn begrip ga Je deze mesen ook be grijpen. Ze warden a.h.w. Je bu- Maar voor wie hieraan nog nier genoeg zou hebben en voor wie be hoefte gevoelt aan verklaringen voor het gedrag van een gemeen schap die hem ondanks het werk van deze schrijver toch nog vreemd blijft, heeft Arion zijn „Naspelen" geschreven op dezelf de originele wat humoristische manier waarop dit hele onverge telijke boek tot stand is gekomen. Behalve voor mensen met gewone literaire belangstelling is dit ook een bijzonder aanbevelenswaardig geschrift voor dames en heren die hun krachten op Overzeese Ge biedsdelen beproeven. CLARA EGGINK geb 'Ter gelegenheid van de zeventig verjaardag van prof. dr. H. Brun- og te Leiden is, onder de titel „Ar- eologie en Historie", bij Fibula/ n Dishoeck te Bussum een „feest- ndel" verschenen. Het is een kos- [£f ijk boek van 540 bladzijden-op- nstdrukpapier, met tal van illus- ties waaronder een pentekening prof. Brunsting van de hand Kees Buurman, jegin dit Jaar legde Hendrik tboi unsting het ambt van buitenge- on hoogleraar in de klassieke en ^historische archeologie aan de ije Universiteit in Amsterdam r. Vijf Jaar tevoren laad hij zijn ien beëindigd als con- vator aan het Rijksmuseum van idheden in Leiden, 'n taak die hij Jit in Benelux: beneden peil iVas 1 Een boekwerkje dat weinig om hakken heeft. De inleiding over Beneluxlanden draagt nog duide- de sporen van die antieke va- rlandse geschiedenisboekjes uit de gen dat jaartallen opdreunen nog de mode was. Öok de toeristi- ïe informatie die geboden wordt beneden peil. Want wat heb Je Ie constatering dat Sloten een vriendelijk stadje is dat Grouw oooie plaats aan het meer is! t enige verdienstelijke van het ekje is dat het een serie overzich- ijke landkaartjes bevat. B.V.L. vervulde van 1946 tot 1967. Die twee functies, resp. in Leiden en Am sterdam, vormden de ambtelijke fa cade waarachter prof. Brunsting z'n belangrijke werkzaamheden in Nij megen verrichtte, waar van 1957 tot 1967 onder zijn leiding belangrijke en vruchtbare opgravingen plaats vonden. Bovendien verrichtte hij opgravingen in Drente, Limburg, Brabant, U- trecht, Valkenburg en buiten ons land in Pylos, Kreta, Deir Aha en Pompeii. Bij de voorbereiding van deze feest bundel waren vier instellingen ver tegenwoordigd: het reeds genoemde Leidse museum en de Vrije Univer siteit, alsmede het Nijmeegse Rijks museum G. M. Kam en de Rijks dienst voor het Oudheidkundig Bo demonderzoek in Amersfoort, twee instellingen waarmee prof. Brunsting nauw heeft samengewerkt. Van alle kanten stroomden de bijdragen voor de bundel binnen, aldus de Redactie in haar inleidend woord. Het ging gemakkelijk, haast te gemakkelijk. Want toen de balans werd opgemaakt bleek het boek een omvang te bezit ten die dubbel zo groot bleek aJls be groot was! 't Project dreigde gevaar te lopen omdat het zo goed geslaagd was. .De uitgever spande zich tot *t uiterste in, maar kon de moeilijkhe den niet alleen overwinnen. De op lossing bracht het Cohege van Be stuur van de Vrije Universiteit: het stelde een zeer aanzienlijke subsidie ter beschikking, waarop de persen konden gaan draaien. De inhoud van dit boek (prijs 65 gulden) is zeer gevarieerd. Het omvat artikelen over onderwerpen uit de prehistorie, de oude geschiedenis, de klassieke archeologie, de provinciaal Romeinse archeologie, de vroege middeleeuwen en de geschiedenis van de archeologie. In een van de bijdragen ln laatstgenoemde categorie, van prof. dr. J. D. van der Waals en getiteld „In opdracht van Hare Ma jesteit" beschrijft deze de onderzoekingen van dr. J. H. Hol- werda in de Jaren 1906-1911 op de Koninklijke Domeinen op de Veluwe. Was dat „in opdracht van Hare Ma jesteit" (Koningin Wilhelmnia) een beleefdheidsformule of had de vor stin inderdaad belangstelling voor oudheidkundig onderzoek? Dr. Holwerda had bekendheid ver worven door zijn onderzoekingen, o. m. van schansen die destijds in het midden van de belangstelling ston den. Deze opgravingen, zoals op de Keienberg bij Renkum, „zijn voor de geschiedenis van het archeologiscn onderzoek in ons land van belang", aldus prof. V. d. Waals. "Niet alleen gaat het om de eerste omvangrij ke systematische onderzoekingen hier te lande van oudheidkundige monu menten maar ook zag tij dens die onderzoekingen de koe pelgraf theorie het licht, veelbeteke nend voor het latere Nederlandse grafheuvelonderzoek". Welnu, een artikel van Holwerda in het tijdschrift „Onze Eeuw" gal de Koningin aanleiding hem uit te nodigen voor een bezoek aan het Loo en haar dn te lichten om trent de betekenis van haar domei nen en grondbezittingen voor het ar cheologisch onderzoek. Een heuveltje in het Vanenbosch op het kroondo mein bij Hoeg Soeren had de aan dacht van Koningin Wilhelmina ge trokken en aan dat en andere heu veltjes moet zij ongetwijfeld hebben gedacht toen zij het artikel van dr Holwerda las. Tien dagen was het echtpaar Hol werda de gast van Koningin Wilhel mina en in een uitvoerig rapport aan df vorstin zette hij zijn bevindingen uiteen, nadat hij in gezelschap van Prins Hendrik, van de intendant van het Loo en een boswachter (die als gids optraden) verscheidene verken ningstochten had gemaakt. Het on derzoek was van grote betekenis: het koninklijk initiatief heeft geleid tot een bijzonder vruchtbare periode in Holwerda's loopbaan als onder zoeker, aldus prof. Van der Waals. Deze korte samenvatting van het artikel van prof. Van der Waals be treft slechts een van de vele belang wekkende bijdragen in deze feest- Dundel ter ere van prof. Brunsting. „Leiden" en „Nijmegen" zijn uiter aard ruim vertegenwoordigd, he: Rijksmuseum in de stad zijner inwo ning met artikelen van prof. Bastei dr. Braat, mevr. Byvanck- Quarles v. Ufford, drs. Louwe Kooijmans, mevr Maaskant- Kleibrink, prof. Modder man en dr. Stuart. Buitenlandse bij dragen zijn er van prof. Baatz (Saai burg), dr. Comfort (Haverford, USA) dr. Van Doorselaer (Gent), prof. Doppelfeld (Keulen), prof. De Gr ooi: (Montreal), mevr. dr. Haupt (Bonn), dr. Hinz (Kiel), prof. De Laet (Gent) prof. Mariën (Brussel) en M. Van- derhoeven (Tongeren). Tot de schrijvers uit eigen land behoren o.a. de hooglera ren Van Giffen, Hemelrijk, Heslin- ga, König, Kuijper, Peters, Stolte, De Vries, Van der Waals en Waterbolk. „In zijn sterk gevarieerde inhoud weerspiegelt de bundel de veelzijdig heid van het wetenschappelijk oeuvre van de Jubilaris, aan wie ook zeil een bijdrage kon worden ontfutseld", schrijft de Redactie in haar inlei dende artikel. En terecht voegt zij daaraan toe: „Het is een kaleidosco- pisch beeld geworden boeiend voor vakman en belangstellende van de uiteenlopende schakeringen van het archeologisch onderzoek". Verschei dene auteurs hebben van de gele genheid gebruik gemaakt „de man te eren die ook ten opzichte van 't ur nenveldonderzoek in Nederland zijn sporen heeft verdiend (G. Elzinga» Tekening van prof. dr. H. Brunsting, voor Kees Buurman. en „een woord van erkentelijkheid protohistorie van Drente" (Water- uit te spreken voor zijn belangrijke bolk). werk op het gebied van de pre- en Rl. Eric Ambler behoort tot de veel gelezen auteurs van misdaadromans. Hij was eigenlijk de voorloper van figuren als Ian Fleming, wiens Ja mes Bond natuurlijk meer indruk heeft gekregen door de film dan door de schrijver, maar wiens naam nu toch overal bekend is. In dezelfde adem zouden wij Alistair MacLean willen noemen, die de wereld ook een uitgebreid oeuvre in dezelfde stijl heeft geschonken. Ook Eric Ambler heeft zijn faam gedeeltelijk aan de beeld was voor ons onvergetelijk, vooral de grandioze wijze, waar op Peter Ustinov de anti-held Ar thur Abdel Simpson tot leven en bloed bracht. De geschiedenis van dit waarlijk wonderlijke schepsel vindt men natuurlijk ook terug in deze omnibus. Deze Topkapi dateert van 1962 en is daarmee overigens wel de jongste roman van Ambler, die in deze triologie een plaatsje heeft ge kregen, want „Het Masker van Dimi- trios" dateert al van 1939 en aan „Zij kwamen bij nacht" werd in 1956 de laatste hand gelegd. Dat heeft een zeker nadeel, want Eric Ambler schreef zeer politiek-gevoelig, zodat er van de actuele waarde wel iets is afgegaan. Maar het universele talent van Ambler maakt toch wel, dat zijn werken ook vandaag de dag nog bijzonder boeiend en goed leesbaar zijn. KOOS POST. let Nederlandse hengelaarslegioen heeft de laatste jaren en zeer krachtige groei doorgemaakt. Steeds meer men- ïn zoeken gedurende het weekeinde, in de zomeravond- ren of gedurende de vakantie de waterkant op om een ^engeltje uit te gooien. Hoewel we het juiste aantal henge- tars slechts bij benadering kunnen vaststellen, leert het antal verkochte visvergunningen ons dat Nederland rond en miljoen actieve sportvissers telt. Daaronder zijn ongetwijfeld vele legenheidsvissers, die slechts enke- malen per Jaar de vis belagen, ■"laar er zijn er ook die week in iek uit de vistas pakken en de hen- Ifoudraal over de schouders gooien op uiit trekken. Met z'n allen e in de loop der jaren eeti zeer langrijke consumentengroep ge- >rden. Jaarlijks besteden wij vele miljoe- guldens aan hengelsportma- riaal variërend van het eenvoudi- pennetje van een paar kwartjes de luxueus uitgevoerde werpmo- of holglashengel van 6uperkwa- it. van vele tientallen guldens. De jd om de gunst van ons henge- ars wordt duidelijk wie eens een sportblad openslaat. De ene im- ►rteur belooft nog meer dan de an- de woorden „grandioos", „su- .ae luxe" zijn niet van de cht. Ik vertel u dit allemaal omdat op ogenblik over de hoofden van de ortvissers een strijd wordt uitge- >erd die zeker niet in het belang Wat is er na- de hand? Vijf Jaar gele- r door het Publiciteitsbu- au Nederland in de oude Rotter - 3e Ahoy-hallen een tentoonstel- georganiseerd. die helemaal ge was aan de sportvisseriJ. Het was eerste Visma-expositie, die een re- at dij: en O werd i-Wd delijk succes werd en de organisato ren deed besluiten er 'n jaarlijks te rugkerend evenement van te ma ken. De belangstelling nam bij de vol gende Visma's steeds toe totdat er in 1970 ruim 90.000 bezoekers wer den geteld. Inmiddels verhuisde men naar het nieuwe Ahoy-complex. In 1971 deed zich voor het eerst een da ling voor, die werd toegeschreven aan het feit dat op de Visma niet langer hengelsportmateriaal werd verkocht. Het weren van de detailhandel was geen succes, reden waarom men in de daarop volgende Jaren de winke liers weer toeliet. Dit Ja?r vierden de organisatoren van de Visma 't eerste lustrum. Voor de bezoekers werd 't geen onverdeeld succes. De oppervlakte van de expo sitie was kleiner en daar kwam bij cat er "n aantal exposanten aanwe zig was dat artikelen aan de man bracht die niets met de vissport te maken hebben. Ik heb tenminste nog nooit iemand met ballonnetjes of een tekenleitje aan de waterkant zien eitten. Bovendien hoorde ik nog al eens de klacht, dat er inzendingen bij waren, die nu al een aantal Ja ren volkomen identiek zijn. Ergo: de trouwe bezoekers kregen niet zo veel nieuws voorgeschoteld en velen raak ten er een beetje op uit gekeken. Bo vendien ontbraken er een enkele gro te importeurs. Die waren dat Jaar wel aanwezig op de watersporttentoonstelling His- wa in de Amsterdamse RAI. De or ganisatoren van de Hiswa hadden kennelijk ook ingezien, dat vele hen gelaars in hun sport geïnteresseerd zijn en exposities bezoeken, waarop ze iets van hun gading kunnen vin den. Vandaar dat er vorig Jaar voor de eerste maal extra veel ophef werd gemaakt van de hengelsportafdeling. Nu kleeft er volgens mij een be zwaar aan een tentoonstelling die de watersport in z'n totaliteit omvat. Dat komt omdat de verschillende facet ten niets met elkaar uitstaande heb ben, J 4 sterker nog, eikaars erfvijan den zijn. Er zijn in ons landje niet zo bar veel sportvissers, die veel op hebben met speedboten, omdat deze- categorie de op rust ingestelde hen gelaars veel nodeloze overlast be zorgt. Ook de zeilsport en de hengelsport hebben weinig raakvlakken. En in plaats van de geldsverslindende mo torjachten zien de meeste sportvis sers liever een collectie uitstekende visboten. Dat het tussen de organi satoren van Hiswa en Visma niet zo best boterde is de afgelopen Jaren wel duidelijk gebleken. Importeurs en fabrikanten, die een stand hadden op de Hiswa werd verboden ook te verschijnen op de Visma. Daarom kon de Visma de laatste Jaren met name in de visbotensector maar een bescheiden keuzemogelijkheid bieden. En of de concurrentiestrijd nog niet voldoende was is nu een der de partij verschenen om een graan tje mee te pikken van de beste dingen van de hengelaars. Het is de Rotterdamse Comex bv., die heeft aangekondigd, dat volgend jaar van 3 tot 6 mei in het Amsterdamse RAI-complex de Intervissport '74 zal worden gehouden. Het wordt volgens de organisatoren „een internationale expositie van de hengelsportv. Behalve fabrieken en importeurs van hengelsportartikelen zullen vol gens Comex reisbureaus, overheidsor ganisaties, hengelaarsbonden en tal van internationaal erkende deskundi gen op het gebied van de hengel sport vertegenwoordigd zijn. Verder zal er een congres worden gehou den met als thema „De hengelsport ln al ziln facetten". Het congres, vooi zover bekend de eerste die ooit ge heel aan de hengelsport is gewijd, zal bestaan uit een reeds conferen ties en bijeenkomsten waarop on derwerpen als technische verhande lingen over hengelsportmateriaal vis- waterbeheer en milieuverontreiniging in relatie tot de visstand aan de orde zullen komen. Volgens Comex wordt de bezoeker van Intervissport in de gelegenheid i esteld een totaal-overzicht te krij gen van wat er in binnen- en bui tenland op het gebied van zijn hob by te koop is. Inmiddels heeft ook het Publiciteits bureau Nederland de plannen voor 1974 al ontvouwen. De zesde Visma- tc-ntoonstelling zal volgend jaar van 19 tot en met 24 april worden gehou den in het Ahoy-complex. Voor de eerste maal zal de Visma niet gedu rende de paasdagen plaats vinden. De Visma zal minimaal 2 grote hal len van het Ahoy-complex beslaan en evenals vorig jaar zal de bezoe ker weer in de gelegenheid worden gesteld hengelsportmateriaal te kopen Bovendien zal er veel aandacht wor den besteed aan de georganiseerde hengelaar, terwijl dagelijks lezingen gehouden zullen worden over de vis serij in verschillende landen. Wie alles goed tot zich laat door dringen moet evenals ik tot de con clusie komen, dat de tentoonstellin gen elkaar op vele gebieden overlap pen en dat we bezig zijn met een grandioze versnippering. Het zal on getwijfeld een getouwtrek worden om ce importeurs voor de een of de an- ADVERTENTIE Ook REGENKLEDING. dtre expositie te winnen. Daarenbo ven is 't geenszins denkbeeldig dat geen van de organisatoren meer een ^uitende expositie kan bereiken en 't bestaan van een toch zo belangrijke vissportbeurs al was het alleen maar om de contacten die er wor den gelegd verloren zal gaan. Het is daarom te hopen dat er in hengelsportkringen een aantal ver standige mensen om de tafel gaat zitten om samen met de organisato ren tot een bevredigende oplossing te komen. De hengelsportevenementen zullen gecoördineerd moeten worden. De Visma is als eerste begonnen met de expositie en zou uit dat oogpunt bekeken een voorkeurspositie moeten innemen. Temeer daar men steeds heeft getracht de Visma zo interes sant mogelijk maken. Anderzijds leven we in 'n vrij land en mag iedereen een vissportexposi tie organiseren als hij dat wil en is 't vaak ook zo dat wat .nieuwbloed' geen kwaad kan. Mogelijk kun nen de organisatoren elkaar vin den op het punt: om de beurt. Het ene Jaar een Visma, het andere Jaar een Intervissport. In elk geval is het duidelijk dat twee speciale hengel sporttentoonstellingen en daarnaast nog eens een afdeling sportvisseriJ op de Hiswa wat te veel van het goede is.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1973 | | pagina 21