Strijd om de gunst van de sportvisser
>i ARIONS DUBBELSPEL: DOMINO OP LEVEN EN DOOD
JFeestbundel ter ere van
prof. dr. H. Brunsting
Ambler
Omnibus
met o.a.
Topkapi
I vis
I sport
SPORT'
van Weizen
Frank Martinus Arion. Dubbel
spel. De Bezige Bij. Amsterdam.
De schrijver Frank Martinus
Arion is Antilliaan en geboren
op Curacao in 1936. In 1955 is hij
naar Nederland gekomen, heeft
Nederlandse letteren gestudeerd
en is sedert 1971 wetenschappelijk
medewerker aan de universiteit
van Amsterdam. 'Dubbelspel' is bij
mijn weten zijn eerste roman.
Om te beginnen dient gezegd
dat deze roman voortreffelijk ge
schreven is en geraffineerd van
composities. Evenwichtig is de op
bouw van het verhaal met zijn
lange aanloop naar het drama
tische hoogtepunt. Klassiek bijna
in zijn eenheid van plaats, tijd
1 en handeling. Een aanloop even
wel die, regelmatig versnellend, de
spanning in de ogenschijnlijk
simpele intrige een steeds sterke
re lading geeft tot aan de uitbar-
string met moord en doodslag.
Met dan 't slot van 't boek, die is
als de stilte na de storm: verhel
derend door 't uitgewerkt zijn van
de storende elementen en als een
natuurlijk voortvloeien van het
leven.
Een simpele intrige zei ik daar
net, maar die eenvoud is inder
daad ogenschijnlijk. Twee gezin
nen, twee mannen en een spel do
mino blijken voldoende te zijn
om een even aangrijpend als ont
hutsend beeld op te roepen van
een groep rijksgenoten „van den
couleur" over wie op het ogenblik
zowel politiek als sociaal veel dei
ning is.
Het kleine eiland Curacao dat
beschouwd wordt als het voor
naamste van de groep genaamd
de Antillen, is 'n gebied dat onder
zijn schijn van lichtheid en zon
nigheid altijd zindert van onrust
en kleine strijd. Zij die er ooit ge
weest zijn, zullen dat weten. Deze
combinatie van tegenstrijdighe
den is ook de atmosfeer die Arion
zo uitstekend heeft opgeroepen in
zijn boek, met de vier dominospe
lers en hun in- en uitwendige mo
nologen. In Wakota, een buiten
wijk van de hoofdstad Willemstad
komen vier mannen op zondag
middag regelmatig samen om on
der de tamarinde naast het huis
van een van hen het spel te spe
len waarop de Antillianen zo ver
zot zijn, domino.
Wie meent dat domino een
wat kinderlijk spel is waarbij wei
nig hersenwerk te pas komt, zal
die opvatting los moeten laten na
het lezen van deze roman. Domi
no blijkt 'n spel op leven en dood
te kunnen zijn waarbij Je Je ge
zicht en vervolgens Je leven kan
verliezen. Want de vier spelers die
nauw bij elkaar betrokken en al
hun emoties en problemen spelen
mee. Zij spelen inderdaad met en
om hun leven en om de vrouwen
Solema en Nora.
Solema is de vrouw van Manch;
Sanantonio. Deze man is deur
waarder maar droomt zich rech
ter.
Hij is trots op zijn nieuwe huis
op de heuvel, trots op zijn
Zweedse meubelen. Hij is zelfge
noegzaam, ijdel en beperkt. Van
zijn mooie, intelligente vrouw So
lema, die in Europa gestudeud
heeft, piano en orgel speelt en
bezig is de sociale positie van de
eilandbewoners te verbeteren,
wenst hij niets te begrijpen of
aan te nemen. Manchi is 't proto
type van de beperkte burger die in
status zijn enig heil ziet. Hij heeft
Solema op ontrouw betrapt en
straft haar daarvoor op een laag
hartige manier. Wat lager op de
heuvel ligt het huisje van Boeboe
Fiel de taxichauffeur. Boeboe is
de man van Nora. Hij laat zich
aan z'n grote gezin niets gelegen
liggen en heeft net de vorige
avond 't geld, dat hij mee zou
brengen om schoenen te kopen
voor zijn zoon die naar de middel
bare school moet, verpatst in de
hoerenwijk.
Op de traditionele ma
nier behandelt hij zijn vrouw
als voetveeg. Nora moet maar zien
dat zij de kost bij elkaar krijgt
en haar vierjarige verhouding met
Chamon Nicolas houdt dan ook
eerder stand vanwege de emolu
menten die dat oplevert dan van
wege de liefde. Deze Chamon Ni
colas is een eenling. Hij komt oor
spronkelijk van het eiland Sa
ba. Hij heeft bij de Shell ge
werkt maar is ontslagen wegens
diefstal. Dat zich onrechtmatig toe
eigenen van zo het een en andei
aan deze machtige maatschappij
toegehoorde, heeft hem evenwel
geen windeieren gelegd. Hij heeft
een paar krotjes gebouwd die hij
verhuurt aan minder vlughandige
arbeiders en verder doet hij klus
jes. Hij is een „kleine kapitalist".
De vierde speler is Janchi Pau
Janchi is zeeman geweest en
woonde altijd bij zijn moeder als
hij thuis was. Hij was net begon
nen een huis voor haar te bou
wen toen zij stierf. Toen zag hij 't
nut van de huisbouwerij niet mee
zo en nu woont hij tussen de be
ginselen van een huis die over
woekerd raken door de wilde ve
getatie en die tevens de vogels
huisvesting bieden. Hij heeft een
bewonderende liefde opgeva t
voor Solema nadat Machi een
nauwelijks verhuld verhaal heeft
opgehangen aan de speeltafel over
de manier waarop hij zijn vrou*
krenkt. Solema beantwoordt zijn
liefde. Op de zondag van het dra
ma spelen Machi en Boeboe te
gen Janchi en Gamon. De echt
genoten dus tegen de minnaars.
Ieder heeft zijn inwendig woeden
de stormen meegebracht maar uit
wendig lijkt er alleen de felle
hartstocht van het spel te zijn.
Langzamerhand verzamelen zich
ook toeschouwers om de groep,
want de mare van het verlies van
Manchi en Boeboe gaat het eiland
rond. Als de duisternis valt barst
de bom op even verklaarbare als
ingewikkelde manier en dit ein
digt met de dood van Manchi
en Boeboe. De auteur laat dit hele
eilanddrama gebeuren in al zijn
finesses en verwikkelingen zonder
commentaar, natuurlijk weg, zeer
beeldend. Heel licht ironisch con
staterend en schijnbaar moeite
loos, daar hij deze eilandbewoners
kent als zichzelf. Hij houdt van
hen ondanks al hun eigenaardig
heden en afwijkingen en door zijn
begrip ga Je deze mesen ook be
grijpen. Ze warden a.h.w. Je bu-
Maar voor wie hieraan nog nier
genoeg zou hebben en voor wie be
hoefte gevoelt aan verklaringen
voor het gedrag van een gemeen
schap die hem ondanks het werk
van deze schrijver toch nog
vreemd blijft, heeft Arion zijn
„Naspelen" geschreven op dezelf
de originele wat humoristische
manier waarop dit hele onverge
telijke boek tot stand is gekomen.
Behalve voor mensen met gewone
literaire belangstelling is dit ook
een bijzonder aanbevelenswaardig
geschrift voor dames en heren die
hun krachten op Overzeese Ge
biedsdelen beproeven.
CLARA EGGINK
geb
'Ter gelegenheid van de zeventig
verjaardag van prof. dr. H. Brun-
og te Leiden is, onder de titel „Ar-
eologie en Historie", bij Fibula/
n Dishoeck te Bussum een „feest-
ndel" verschenen. Het is een kos-
[£f ijk boek van 540 bladzijden-op-
nstdrukpapier, met tal van illus-
ties waaronder een pentekening
prof. Brunsting van de hand
Kees Buurman,
jegin dit Jaar legde Hendrik
tboi unsting het ambt van buitenge-
on hoogleraar in de klassieke en
^historische archeologie aan de
ije Universiteit in Amsterdam
r. Vijf Jaar tevoren laad hij zijn
ien beëindigd als con-
vator aan het Rijksmuseum van
idheden in Leiden, 'n taak die hij
Jit in Benelux:
beneden peil
iVas 1
Een boekwerkje dat weinig om
hakken heeft. De inleiding over
Beneluxlanden draagt nog duide-
de sporen van die antieke va-
rlandse geschiedenisboekjes uit de
gen dat jaartallen opdreunen nog
de mode was. Öok de toeristi-
ïe informatie die geboden wordt
beneden peil. Want wat heb Je
Ie constatering dat Sloten een
vriendelijk stadje is dat Grouw
oooie plaats aan het meer is!
t enige verdienstelijke van het
ekje is dat het een serie overzich-
ijke landkaartjes bevat.
B.V.L.
vervulde van 1946 tot 1967. Die
twee functies, resp. in Leiden en Am
sterdam, vormden de ambtelijke fa
cade waarachter prof. Brunsting z'n
belangrijke werkzaamheden in Nij
megen verrichtte, waar van 1957 tot
1967 onder zijn leiding belangrijke en
vruchtbare opgravingen plaats
vonden.
Bovendien verrichtte hij opgravingen
in Drente, Limburg, Brabant, U-
trecht, Valkenburg en buiten ons
land in Pylos, Kreta, Deir Aha en
Pompeii.
Bij de voorbereiding van deze feest
bundel waren vier instellingen ver
tegenwoordigd: het reeds genoemde
Leidse museum en de Vrije Univer
siteit, alsmede het Nijmeegse Rijks
museum G. M. Kam en de Rijks
dienst voor het Oudheidkundig Bo
demonderzoek in Amersfoort, twee
instellingen waarmee prof. Brunsting
nauw heeft samengewerkt. Van alle
kanten stroomden de bijdragen voor
de bundel binnen, aldus de Redactie
in haar inleidend woord. Het ging
gemakkelijk, haast te gemakkelijk.
Want toen de balans werd opgemaakt
bleek het boek een omvang te bezit
ten die dubbel zo groot bleek aJls be
groot was! 't Project dreigde gevaar
te lopen omdat het zo goed geslaagd
was. .De uitgever spande zich tot *t
uiterste in, maar kon de moeilijkhe
den niet alleen overwinnen. De op
lossing bracht het Cohege van Be
stuur van de Vrije Universiteit: het
stelde een zeer aanzienlijke subsidie
ter beschikking, waarop de persen
konden gaan draaien.
De inhoud van dit boek (prijs 65
gulden) is zeer gevarieerd. Het omvat
artikelen over onderwerpen uit de
prehistorie, de oude geschiedenis, de
klassieke archeologie, de provinciaal
Romeinse archeologie, de vroege
middeleeuwen en de geschiedenis
van de archeologie.
In een van de bijdragen
ln laatstgenoemde categorie, van
prof. dr. J. D. van der Waals en
getiteld „In opdracht van Hare Ma
jesteit" beschrijft deze de
onderzoekingen van dr. J. H. Hol-
werda in de Jaren 1906-1911 op de
Koninklijke Domeinen op de Veluwe.
Was dat „in opdracht van Hare Ma
jesteit" (Koningin Wilhelmnia) een
beleefdheidsformule of had de vor
stin inderdaad belangstelling voor
oudheidkundig onderzoek?
Dr. Holwerda had bekendheid ver
worven door zijn onderzoekingen, o.
m. van schansen die destijds in het
midden van de belangstelling ston
den. Deze opgravingen, zoals op de
Keienberg bij Renkum, „zijn voor de
geschiedenis van het archeologiscn
onderzoek in ons land van belang",
aldus prof. V. d. Waals. "Niet alleen
gaat het om de eerste omvangrij
ke systematische onderzoekingen hier
te lande van oudheidkundige monu
menten maar ook zag tij
dens die onderzoekingen de koe
pelgraf theorie het licht, veelbeteke
nend voor het latere Nederlandse
grafheuvelonderzoek".
Welnu, een artikel van Holwerda
in het tijdschrift „Onze Eeuw" gal
de Koningin aanleiding hem
uit te nodigen voor een bezoek aan
het Loo en haar dn te lichten om
trent de betekenis van haar domei
nen en grondbezittingen voor het ar
cheologisch onderzoek. Een heuveltje
in het Vanenbosch op het kroondo
mein bij Hoeg Soeren had de aan
dacht van Koningin Wilhelmina ge
trokken en aan dat en andere heu
veltjes moet zij ongetwijfeld hebben
gedacht toen zij het artikel van dr
Holwerda las.
Tien dagen was het echtpaar Hol
werda de gast van Koningin Wilhel
mina en in een uitvoerig rapport aan
df vorstin zette hij zijn bevindingen
uiteen, nadat hij in gezelschap van
Prins Hendrik, van de intendant van
het Loo en een boswachter (die als
gids optraden) verscheidene verken
ningstochten had gemaakt. Het on
derzoek was van grote betekenis:
het koninklijk initiatief heeft geleid
tot een bijzonder vruchtbare periode
in Holwerda's loopbaan als onder
zoeker, aldus prof. Van der Waals.
Deze korte samenvatting van het
artikel van prof. Van der Waals be
treft slechts een van de vele belang
wekkende bijdragen in deze feest-
Dundel ter ere van prof. Brunsting.
„Leiden" en „Nijmegen" zijn uiter
aard ruim vertegenwoordigd, he:
Rijksmuseum in de stad zijner inwo
ning met artikelen van prof. Bastei
dr. Braat, mevr. Byvanck- Quarles v.
Ufford, drs. Louwe Kooijmans, mevr
Maaskant- Kleibrink, prof. Modder
man en dr. Stuart. Buitenlandse bij
dragen zijn er van prof. Baatz (Saai
burg), dr. Comfort (Haverford, USA)
dr. Van Doorselaer (Gent), prof.
Doppelfeld (Keulen), prof. De Gr ooi:
(Montreal), mevr. dr. Haupt (Bonn),
dr. Hinz (Kiel), prof. De Laet (Gent)
prof. Mariën (Brussel) en M. Van-
derhoeven (Tongeren).
Tot de schrijvers uit eigen
land behoren o.a. de hooglera
ren Van Giffen, Hemelrijk, Heslin-
ga, König, Kuijper, Peters, Stolte, De
Vries, Van der Waals en Waterbolk.
„In zijn sterk gevarieerde inhoud
weerspiegelt de bundel de veelzijdig
heid van het wetenschappelijk oeuvre
van de Jubilaris, aan wie ook zeil
een bijdrage kon worden ontfutseld",
schrijft de Redactie in haar inlei
dende artikel. En terecht voegt zij
daaraan toe: „Het is een kaleidosco-
pisch beeld geworden boeiend voor
vakman en belangstellende van de
uiteenlopende schakeringen van het
archeologisch onderzoek". Verschei
dene auteurs hebben van de gele
genheid gebruik gemaakt „de man te
eren die ook ten opzichte van 't ur
nenveldonderzoek in Nederland zijn
sporen heeft verdiend (G. Elzinga»
Tekening van prof. dr. H. Brunsting, voor Kees Buurman.
en „een woord van erkentelijkheid protohistorie van Drente" (Water-
uit te spreken voor zijn belangrijke bolk).
werk op het gebied van de pre- en Rl.
Eric Ambler behoort tot de veel
gelezen auteurs van misdaadromans.
Hij was eigenlijk de voorloper van
figuren als Ian Fleming, wiens Ja
mes Bond natuurlijk meer indruk
heeft gekregen door de film dan door
de schrijver, maar wiens naam nu
toch overal bekend is. In dezelfde
adem zouden wij Alistair MacLean
willen noemen, die de wereld ook
een uitgebreid oeuvre in dezelfde stijl
heeft geschonken. Ook Eric Ambler
heeft zijn faam gedeeltelijk aan de
beeld was voor ons onvergetelijk,
vooral de grandioze wijze, waar
op Peter Ustinov de anti-held Ar
thur Abdel Simpson tot leven en
bloed bracht. De geschiedenis van dit
waarlijk wonderlijke schepsel vindt
men natuurlijk ook terug in deze
omnibus. Deze Topkapi dateert van
1962 en is daarmee overigens wel de
jongste roman van Ambler, die in
deze triologie een plaatsje heeft ge
kregen, want „Het Masker van Dimi-
trios" dateert al van 1939 en aan
„Zij kwamen bij nacht" werd in 1956
de laatste hand gelegd. Dat heeft een
zeker nadeel, want Eric Ambler
schreef zeer politiek-gevoelig, zodat
er van de actuele waarde wel iets is
afgegaan. Maar het universele talent
van Ambler maakt toch wel, dat
zijn werken ook vandaag de dag nog
bijzonder boeiend en goed leesbaar
zijn.
KOOS POST.
let Nederlandse hengelaarslegioen heeft de laatste jaren
en zeer krachtige groei doorgemaakt. Steeds meer men-
ïn zoeken gedurende het weekeinde, in de zomeravond-
ren of gedurende de vakantie de waterkant op om een
^engeltje uit te gooien. Hoewel we het juiste aantal henge-
tars slechts bij benadering kunnen vaststellen, leert het
antal verkochte visvergunningen ons dat Nederland rond
en miljoen actieve sportvissers telt.
Daaronder zijn ongetwijfeld vele
legenheidsvissers, die slechts enke-
malen per Jaar de vis belagen,
■"laar er zijn er ook die week in
iek uit de vistas pakken en de hen-
Ifoudraal over de schouders gooien
op uiit trekken. Met z'n allen
e in de loop der jaren eeti zeer
langrijke consumentengroep ge-
>rden.
Jaarlijks besteden wij vele miljoe-
guldens aan hengelsportma-
riaal variërend van het eenvoudi-
pennetje van een paar kwartjes
de luxueus uitgevoerde werpmo-
of holglashengel van 6uperkwa-
it. van vele tientallen guldens. De
jd om de gunst van ons henge-
ars wordt duidelijk wie eens een
sportblad openslaat. De ene im-
►rteur belooft nog meer dan de an-
de woorden „grandioos", „su-
.ae luxe" zijn niet van de
cht.
Ik vertel u dit allemaal omdat op
ogenblik over de hoofden van de
ortvissers een strijd wordt uitge-
>erd die zeker niet in het belang
Wat is er na-
de hand? Vijf Jaar gele-
r door het Publiciteitsbu-
au Nederland in de oude Rotter -
3e Ahoy-hallen een tentoonstel-
georganiseerd. die helemaal ge
was aan de sportvisseriJ. Het was
eerste Visma-expositie, die een re-
at dij:
en O werd
i-Wd
delijk succes werd en de organisato
ren deed besluiten er 'n jaarlijks te
rugkerend evenement van te ma
ken.
De belangstelling nam bij de vol
gende Visma's steeds toe totdat er
in 1970 ruim 90.000 bezoekers wer
den geteld. Inmiddels verhuisde men
naar het nieuwe Ahoy-complex. In
1971 deed zich voor het eerst een da
ling voor, die werd toegeschreven
aan het feit dat op de Visma niet
langer hengelsportmateriaal werd
verkocht.
Het weren van de detailhandel was
geen succes, reden waarom men in
de daarop volgende Jaren de winke
liers weer toeliet.
Dit Ja?r vierden de organisatoren
van de Visma 't eerste lustrum. Voor
de bezoekers werd 't geen onverdeeld
succes. De oppervlakte van de expo
sitie was kleiner en daar kwam bij
cat er "n aantal exposanten aanwe
zig was dat artikelen aan de man
bracht die niets met de vissport te
maken hebben. Ik heb tenminste
nog nooit iemand met ballonnetjes of
een tekenleitje aan de waterkant
zien eitten. Bovendien hoorde ik nog
al eens de klacht, dat er inzendingen
bij waren, die nu al een aantal Ja
ren volkomen identiek zijn. Ergo: de
trouwe bezoekers kregen niet zo veel
nieuws voorgeschoteld en velen raak
ten er een beetje op uit gekeken. Bo
vendien ontbraken er een enkele gro
te importeurs.
Die waren dat Jaar wel aanwezig
op de watersporttentoonstelling His-
wa in de Amsterdamse RAI. De or
ganisatoren van de Hiswa hadden
kennelijk ook ingezien, dat vele hen
gelaars in hun sport geïnteresseerd
zijn en exposities bezoeken, waarop
ze iets van hun gading kunnen vin
den. Vandaar dat er vorig Jaar voor
de eerste maal extra veel ophef werd
gemaakt van de hengelsportafdeling.
Nu kleeft er volgens mij een be
zwaar aan een tentoonstelling die de
watersport in z'n totaliteit omvat. Dat
komt omdat de verschillende facet
ten niets met elkaar uitstaande heb
ben, J 4 sterker nog, eikaars erfvijan
den zijn. Er zijn in ons landje niet
zo bar veel sportvissers, die veel op
hebben met speedboten, omdat deze-
categorie de op rust ingestelde hen
gelaars veel nodeloze overlast be
zorgt.
Ook de zeilsport en de hengelsport
hebben weinig raakvlakken. En in
plaats van de geldsverslindende mo
torjachten zien de meeste sportvis
sers liever een collectie uitstekende
visboten. Dat het tussen de organi
satoren van Hiswa en Visma niet zo
best boterde is de afgelopen Jaren
wel duidelijk gebleken. Importeurs en
fabrikanten, die een stand hadden
op de Hiswa werd verboden ook te
verschijnen op de Visma. Daarom
kon de Visma de laatste Jaren met
name in de visbotensector maar een
bescheiden keuzemogelijkheid bieden.
En of de concurrentiestrijd nog
niet voldoende was is nu een der
de partij verschenen om een graan
tje mee te pikken van de beste
dingen van de hengelaars. Het is de
Rotterdamse Comex bv., die heeft
aangekondigd, dat volgend jaar van
3 tot 6 mei in het Amsterdamse
RAI-complex de Intervissport '74 zal
worden gehouden. Het wordt volgens
de organisatoren „een internationale
expositie van de hengelsportv.
Behalve fabrieken en importeurs
van hengelsportartikelen zullen vol
gens Comex reisbureaus, overheidsor
ganisaties, hengelaarsbonden en tal
van internationaal erkende deskundi
gen op het gebied van de hengel
sport vertegenwoordigd zijn. Verder
zal er een congres worden gehou
den met als thema „De hengelsport ln
al ziln facetten". Het congres, vooi
zover bekend de eerste die ooit ge
heel aan de hengelsport is gewijd,
zal bestaan uit een reeds conferen
ties en bijeenkomsten waarop on
derwerpen als technische verhande
lingen over hengelsportmateriaal vis-
waterbeheer en milieuverontreiniging
in relatie tot de visstand aan de orde
zullen komen.
Volgens Comex wordt de bezoeker
van Intervissport in de gelegenheid
i esteld een totaal-overzicht te krij
gen van wat er in binnen- en bui
tenland op het gebied van zijn hob
by te koop is.
Inmiddels heeft ook het Publiciteits
bureau Nederland de plannen voor
1974 al ontvouwen. De zesde Visma-
tc-ntoonstelling zal volgend jaar van
19 tot en met 24 april worden gehou
den in het Ahoy-complex. Voor de
eerste maal zal de Visma niet gedu
rende de paasdagen plaats vinden.
De Visma zal minimaal 2 grote hal
len van het Ahoy-complex beslaan
en evenals vorig jaar zal de bezoe
ker weer in de gelegenheid worden
gesteld hengelsportmateriaal te kopen
Bovendien zal er veel aandacht wor
den besteed aan de georganiseerde
hengelaar, terwijl dagelijks lezingen
gehouden zullen worden over de vis
serij in verschillende landen.
Wie alles goed tot zich laat door
dringen moet evenals ik tot de con
clusie komen, dat de tentoonstellin
gen elkaar op vele gebieden overlap
pen en dat we bezig zijn met een
grandioze versnippering. Het zal on
getwijfeld een getouwtrek worden om
ce importeurs voor de een of de an-
ADVERTENTIE
Ook REGENKLEDING.
dtre expositie te winnen. Daarenbo
ven is 't geenszins denkbeeldig dat
geen van de organisatoren meer een
^uitende expositie kan bereiken en 't
bestaan van een toch zo belangrijke
vissportbeurs al was het alleen
maar om de contacten die er wor
den gelegd verloren zal gaan.
Het is daarom te hopen dat er in
hengelsportkringen een aantal ver
standige mensen om de tafel gaat
zitten om samen met de organisato
ren tot een bevredigende oplossing te
komen. De hengelsportevenementen
zullen gecoördineerd moeten worden.
De Visma is als eerste begonnen met
de expositie en zou uit dat oogpunt
bekeken een voorkeurspositie moeten
innemen. Temeer daar men steeds
heeft getracht de Visma zo interes
sant mogelijk maken.
Anderzijds leven we in 'n vrij land
en mag iedereen een vissportexposi
tie organiseren als hij dat wil en is
't vaak ook zo dat wat .nieuwbloed'
geen kwaad kan. Mogelijk kun
nen de organisatoren elkaar vin
den op het punt: om de beurt. Het
ene Jaar een Visma, het andere Jaar
een Intervissport. In elk geval is het
duidelijk dat twee speciale hengel
sporttentoonstellingen en daarnaast
nog eens een afdeling sportvisseriJ
op de Hiswa wat te veel van het
goede is.