Com mune China Tekst en foto's Therese de Groot J ZATERDAG 11 AUGUSTUS Bij mijn terugkomst uit China werd mij vaak de vraag gesteld: „Is de Chinese mens gelukkig?" Ik weet dat zij net als wij alle schakeringen van geluks- tot ongeluksgevoelens kennen. Zij lachen, huilen, tieren, knuffelen, lijden, stralen van geluk. De vraag zou anders moeten lui den: „Is de Chinese mens ongeluk kig, omdat hij naar onze maatsta ven zo arm is?" Nee!. Ten eerste is de armoede in China gelijkmatig verdeeld: zijn buurman bezit niet meer dan hij. Ten tweede heeft hij geen mogelijkheid tot vergelijken hij kent onze wereld niet. Wel ver gelijkt hij met het China van vroe ger, toen de mensen als vliegen stierven door honger, epidemiën en natuurrampen. Nu heeft hij genoeg te eten, kleren, een dak boven zijn hoofd en is uitstekend medisch ver zorgd. Waar ik ook kwam in fabrie ken, scholen, communes, nergens ontmoette ik apathische mensen. De mensen zijn niet alleen buitenge woon vlijtig zij hebben een doel voor ogen: de opbouw van het Nieuwe China. Herhaaldelijk zeiden ze tegen mij: „Wij moeten nog veel leren, wij moeten de arbeidsmetho- des steeds verbeteren om betere re sultaten te bereiken" Rust In tegenstelling tot de fanatieKe verbetenheid in de fabrieken, waar vaak met verouderde machines en door veel handenarbeid verbluffende resultaten worden bereikt, meende ik in de communes op het platte land door de invloed van de natuur iets van rust en evenwichtigheid te bespeuren. Het tijdstip van ontstaan van de commune is niet met zekerheid vast te stellen. Omstreeks 1958 werden ze van betekenis in het kader van „De Grote Sprong Voorwaarts". Zij wa ren het antwoord op de druk van bovenaf om het doel, het opvoeren van zowel de industriële als de landbouwproduktie, snel te verwe zenlijken. In die tijd werd in de pers veel aandacht aan de commu nes besteed en voorzitter Mao be zocht er in 1958 verscheidene, waar bij hij blijk gaf van zijn goedkeu ring. Zij werden voorgesteld als een „logisch uitvloeisel van de loop der gebeurtenissen", waarmee bedoeld werd dat ze het beste middel waren om door het bundelen van de krachten het uiterste aan krachts inspanning uit de massa's te halen, n 1958 bestonden er 26.000 commu nes. Zij waren het resultaat van het samenvoegen van 75.000 collec tieve bedrijven en omvatten 123.000.000 families of 98 procent van de plattelandsbevolking. Aan vankelijk waren de communes sterk gecentraliseerde controle- en be stuursorganen. Na de misoogsten en de natuurrampen van de volgende jaren kwam een periode van decen tralisatie. Vanaf 1961 volgden de communes dezelfde produktie- en distributiemethode als de collectieve bedrijven vóór 1958. De structuur van de commune bleef gehand- haaf.d Heden ten dage vervult zij administratieve functies, brengt de belastingen op, geeft richtlijnen door aan de brigades. Zij beheert verder de verwerkingsindustrieën, de lrigatiewerken en de middelbare 6cholen. De commune is onderver deeld in de brigades en deze zijn weer gesplitst in produktieteams. De brigade beheert o.a. de lagere scho len. De produktieteams zijn verant woordelijk voor het gezamenlijk be zit, voor de bewerking van de vel den, de taxaties en de uitbetaling van de lonen. De basis van het produktieteam op het platteland is het boerengezin, waarvan vader, moeder en de volwassen kinderen op het veld werken. Zij hebben vaak een eigen huis, een klein stuk- Je eigen grond en wat kleinvee. Aan een gezond gezinsleven wordt grote zorg besteed. Groene heuvels Komend van Hantsjoe, de bloemen stad in Midden-China, stopt onze bus in een vallei omgeven door licht glooiende groene heuvels. We worden begroet door de heer Loe Sjing Ho, hoofd van de produktie- brigade Mia Tsjai Woe. We beklim men een steile helling, links en rechts van het smalle pad groeien duizenden theestruiken glimmend van het vocht. Jonge Chinese meis jes plukken de blaadjes en verza melen ze in van hun schouders hangende gevlochten manden. Grote strohoeden bedekken hun hoofd. De heuvels zijn geterrasseerd. Hier en daar staan grote groepen bomen, waaronder perebomen. Op de tussen de velden gelegen plekjes groeien ananasplanten. Loe vertelt ons dat er 13 maal per jaar thee wordt ge plukt. De voorjaarsoogst is de beste. De manden met de bladeren wor den door vrouwen verzameld en aan een juk met soepele ritmische pas sen naar de theedrogerij gedragen. In een enorme zaal op de bovenver dieping van de fabriek staat een rij ingebouwde droogketels, elektrisch verwarmd. Bij elke ketel zit op een klein krukje een Chinees in een hemd met korte mouwen. Hij pakt een hoeveelheid groene blaadjes uit een gevlochten mand, strooit ze in de ketel, klopt ze met de hand, roert ze met beide handen (om de thee groen te houden), klopt en roert weer en diit herhaalt zich zo vaak tot de theeblaadjes droog zijn. Het is erg warm, zijn zweet drup pelt in de ketel. Tussendoor drinkt hij gloeiende thee uit een emaille mok. Theedrinken is in China traditie, gewoonte en levensbehoefte. Thee lest de dorst en vervangt het door de hitte verloren vocht in het li chaam. In een porceleinen kopje, altijd met een deksel, liggen groene theeblaadjes waarop uit een ther mosfles kokend water wordt gego ten. Het deksel wordt direct weer op het kopje gedaan om de thee goed warm te houden. De thee WordJt gloeiend, ongeeefd en onge zoet gedronken; hij smaakt bitter. We verlaten de drogerij en komen via een bruggetje versierd met ste nen leeuwen in een landelijk dorp, door. een diepe kloof in twee ge deelten gespleten. In de kloof stroomt een schoon bergriviertje omzoomd door grote dichtbebladerde bomen. Meisjes dalen gracieus met een wastobbe onder de arm een trap af om in het riviertje de was te doen. We lopen langs de gepla veide oever naar een boerenhuis. De zijwanden van het huis zijn van gestampte leem en met kalk gewit. De rest van het huis is van hout. Drie heel hoge deuren geven toe gang tot het binnenste van het huis. Ik vermoed dat vroeger via deze deuren de oogst naar binnen werd gebracht. In de woonruimte ligt enig landbouwgereedschap. Achter de woonruimte een kleine keuken met een vloer uit gestampte leem, waar aan de muur voor ons vreemdsoortige voorwerpen hangen Houten deksels Er staan veel gevlochten mandjes en grote, ronde aardewerken potten met houten deksels. Ter zijde een uit leem opgebouwde witgekalte kubus met een door een deksel be dekte opening in het midden: het fornuis. Een smalle trap leidt naar de klei ne slaapkamers op de bovenverdie ping. Een jonge vrouw met een baby laat ons haar slaapkamer zien. In een soort nis staat een houten bed op poten, omsloten door drie opstanden mooi versierd met hout snijwerk. Aa.n de open kant zijn twee witte gordijnen gedrapeerd, ter zijde gehouden door blauwe linten. Aan de muur een groot plakaat met een ballerina, een legendarische re volutionaire figuur voorstellend „Het meisje met de witte haren"). Eromheen rode papieren bloemen. Onder het plakkaat een oude trap- naaimachine. Aan een spijker aan de muur twee plastic damestassen. Een tafel, een antieke gebeeldhouw de houten stoel. Wij nemen afscheid, de baby huilt en wij lopen naar het dorpshuis van de commune. Het is een mooi huis dat vroeger toebehoorde aan een landeigenaar. We gaan zitten, krijgen thee en daarna vertelt Loe ons de geschie denis van zijn commune. De commune bestaat uit 15 produk- tiebrigades, in totaal 11.000 perso nen. Dertien van deze brigades ver bouwen thee; twee verbouwen rijst en groenten en houden vee. Loe zegt dat de brigade Mia Chai-Woe bestaat uit 251' boerenfamilies, 1355 personen waarvan 850 werkenden. De brigade bezit nu 70 ha. thee plantages. De opbrengst was in 1972 2100 kg per ha. (in 1949 485 kg). Het totale inkomen van de commu ne wordt als volgt verdeeld: belas ting 7 procent produktiekosten 18 procent, investeringen 10 procent, sociale voorzieningen 2 procent en 63 procent wordt verdeeld onder de leden van de commune. Het gemid delde inkomen per familie bedroeg in 1972 950 yuan <in 1949 100 yuan). Het maximum bedraagt 2000 yuan, het minimum 600. al naar ge lang het aantal werkende leden van de familie. Monotoon Tijdens het monotone betoog door de tolk in het Engels vertaald, dwaalt mijn blik door de grote zaal. De steunpilaren zijn rood geverfd; door de hoge ramen zie ik dat de uiteinden van de dakspanten ver sierd zijn met gebeeldhouwde hou ten figuren. De inrichting is nog oorspronkelijk. De zware vierhoekige houtep stoelen hebben gebeeldhouw de rugleuningen met ingelegde pa nelen uit marmer. Met de hulp van een Chinees sleep in stilletjes een stoel door een deur naar buiten om hem te fotograferen en kom op een patio omgeven door een galerij op de eerste etage. Al het houtwerk rijk versierd. De monotone voor dracht, begeleid door het gezoem van de ventilator, gaat verder: over de scholen. Zij hebben crèches, kleuterscholen en lagere scholen. Wij bezoeken een kleuterschool on dergebracht in de houten voorruim te van een huis. Aan de wand een grote foto van voorzitter Mao. Kin dertjes in propere blauwe schortjes zingen uit volle borst liedjes. Som migen lopen naar ons toe, pakken onze handen en gedragen zich zó hartelijk alsof we elkaar a! jaren kennen. Was dit kinderlijke onbe vangenheid of waren vóór ons mis schien al zovele buitenlandse bezoe kers hier geweest? De middelbare school komt niet voor op brigadeniveau; er is er één voor de gehele commune. 25 leden van de brigade Mia-Tsjai-Woe stu deren aan de universiteit in een stad. Het analfabetisme bestaat sinds 1958 niet meer. Het gebied van de commune was vroeger eigendom van drie landeige naren. Loe vertelt dat één van hen in 1949 werd doodgeschoten, omdat hij zijn mensen op gruwelijke wijze had mishandeld. De twee anderen leven in de commune; één zonder burgerrechten, wat inhoudt dat hij het minimumloon verdient, de an der is op basis van zijn goede ge drag aspirant-lid van de commune („Candidaat-burger") geworden. Iemand van ons gezelschap vraagt of we deze man kunnen spreken. Loe antwoordt: „Hij werkt ergens op de theeplantage, als we hem te genkomen kimt u hem spreken". We hebben hem niet ontmoet. Bui ten trekt een regenbui voorbij. Even is het stof weggespoeld. Het klaart op. Loe 41 jaar oud, vertelt ons zyn levensverhaal. Hij was negen jaar toen zijn vader stierf .Hij leefde in armoede en leed honger. Zij moeder stierf vijf jaar later. Hij bleef al leen met een zusje van 12 en een broertje van 9 Om niet van honger om te komen, gingen ze op straat bedelen. Na de revolutie in 1949 is hij door zelfstudie opgeklommen. Zijn broer bezocht de middelbare school en is nu leraar. In de stra lende zon nemen we afscheid. Het ruikt budten heerlijk. Ontwaakt onder de zachte witte klamboe door het ruisen van de tropische regen en het gerommel van de donder, keek ik op mijn horloge: vijf uur in de morgen. Ik maakte de zware fluwelen gordijnen open en de geur van natte aarde drong naar binnen. We hadden gisteren afgesproken bij mooi weer 's morgens heel vroeg op te staan om in de stad te gaan fo tograferen: Kanton: brede boule vards, winkelgalerijen onder de hoge verwaarloosde oude huizen, met in de grote ramen van de bo venverdieping een kooi met een kip en hangende rode geraniums, ver keersborden „verboden voor vracht- tauto's, riksja's, tractors en paar den", door de regen glimmende as faltstraten, overal hoge groene bo men. Het blijft regenen, niemand komt mii halen. Vruchten Na het ontbijt rijden we naar een tropische vruchtencommune ten oosten van Kanton over een hobbe lige weg door de rijstvelden met in de verte heuvels. We passeren een brug over de Parelrivier. Onder onS ligt de gele uitgedroogde bedding met hier en daar nog een paar plassen van de laatste moessonbui. Daarna komen we bij een bord „Verboden voor buitenlanders" Onze tolk toont de controlepost een papier en we mogen doorrijden. Na ongeveer dertig kilometer rijden ko men we bij de commune genaamd Lao-Kang („mandje heuvel"). Wij stoppen op een plein uit ge stampte leem. omgeven door reus achtige, oeroude bomen met witte bloesems zo groot als mijn hand. Onder de bomen overal fietsen aan de sturen strohoeden geprepareerd met was. Een smalle, stenen trap naar boven; voor de deur een muurtje waarop een paar bontbe schilderde waskommen met water, vierkante handdoekjes, om handen en gezicht te wassen: achter de waskommen een leuk uitzicht op de verwaarloosde achterhof: de deur geeft toegang tot de ontvangstzaal. In het midden van de zaal een gro te lange tafel met theekopjes en borden vol heerlijke li-tsji's (een witte sappige zoete vrucht met pit, gehuld in een leerachtige rode hob belige schil) We eten ze. Met gebaren maak ik de naast mij zittende Chinees duidelijk hoe lek ker ik ze vind. Breed lachend ver zamelt hij alle dikke li-tsji's van zijn bord en geeft ze aan mij. In de zaal staat een ping-pong tafel. Aan de wand foto's van Marx, En gels, Lenin, Stalin en een geschil derde plattegrond van de commune gelegen tussen twee rivierarmen. De rivierdelta waarin de commune list wordt doorsneden door ontelbare paralellopende naar de zee stromen de riviertjes. Zacht gezoem van de ventilator. Wij drinken thee. Er wordt ons verteld: „De commune Lao-Kang telt meer dan 50.000 le- dein, verdeeld over 14 brigades die zijn onderverdeeld in produktieteaims Zij omvat 110.000 mou (1 mou is 650 m2). Op 60.000 mou worden vruchten verbouwd, op 34.000 rijst, op 8000 sui kerriet en od 5000 aardnoten. bo nen, enz. De gezinnen in de commune zijn hecht verbonden en leven in fami lieverband. In de afgelopen jaren werd een stuwmeertje gebouwd, werden 80 vijvers aangelegd, 100 putten gegraven, sluizen gebouwd en drai nages doorgevoerd. Men verbouwt 30 soorten vruchten. De totale pro duktie van vruchten bedroeg in 1972 het dubbele van vóór de revolutie: 21.000.000 tsjin Ctsjin is 1 pond). Intensief Diverse gewassen worden door el kaar verbouwd, zoveel mogelijk op één plek, een zeer intensieve inter cultuur dus. Toch kan het voorko men dat in jaren van grote droogte een deel van het land onbebouwd blijft" Tot zover het verhaal van het com munelid. De nadruk wordt vooral gelegd op het verschil tussen de situatie vóór en na 1949. Vóór 1949 konden de boeren soms een stukje land pach ten. Niemand behartigde echter de algemene belangen, zoals bevloeiïng en dijkzorg. Na de Culturele Revo lutie zijn boomgaarden aangelegd, terrassen gebouwd tegen de hellin gen, wetenschappelijke ploegmetho- des toegepast tegen de erosie, enzo voorts. Een korte rit met de bus naar een typisch oud Chinees dorpje, gelegen aan de voet van een heuvel, omge ven door vele velden. Een rij hui zen, als een witte streep in het groen, weerspiegelt zich in het meertje. Achter de zwarte daken een heuvel vol bloemen, terrassen, een eenzaam weggetje, zwart gekle de mensen in de verte. Een varken loopt speels onder de bomen. De zon breekt door. Een groep jonge meisjes komt van het veld terug. Ze dragen een juk met eraan twee ge vlochten manden. Ze zijn bloots voets. Van het dorp lopen we op een smal paadje naar de velden. Proefvelden Het zijn proefvelden, waar geëxpe rimenteerd wordt met nieuwe ee- wassen en waar nieuwe terrassen worden aangelegd. Een groep schoolkinderen komt naar ons toe en begroet ons. Als uiting van sym pathie klappen ze in hun handen. Wij zwijgen en lachen. Een blik in de bomen: twee parende reuzenvlin- ders. In het bouwland een heuvel- Op een ander veld nog een heuvelt- tje, graven, de Chinees laat zich midden in het veld begraven. We wandelen van het dorpshuis naar de h-tsji-droigerij, een grote open ruimte omgeven door lage fa brieksgebouwen. De ongep tsji's worden uitgespreid o platte manden (ongeveer doorsnee) die op tonvormia 1 stellen staan. Behalve li-tsj dan ook dadels en olijven gi s In een klein fabriekje meisjes gekleed in brandschi J! te schorten op tafels telke olijven samen in bonte papii verpakken, bestemd voor de Het blijkt een delicatesse te Vlakbij de li-tsji-drogerij fabriekje voor landbouwwei De gereedschappen worden maakt en gerepareerd in eeiy gezellige werkplaats. Na ei >i bezoek, waarbij we met worden begroet, gaan we door een prachtig landsch velden en plantages met sir; pels, bananen en ananas, n li dorpshuis terug. We worded nodigd aan tafel te gaan Vi waarna vrouwen ons een he i heerlijke gerechten voorzet! R eten is bereid met de pr van de commune. Er wordt monade bij gedonken. We ongelooflijk gastvrij onthaal Ziekenhuis Na het eten gaan we naar kenhuis van de commune, verscholen tussen de hoge omgeven door een oude m dokter, gekleed in een witte een paar van zijn medewerk vangen ons. Het is snik! vochtig. Op de binnenplaat tientallen Chinese families allemaal in het zwart gek wachten om behandeld te Er tussen vrouwen met u, kleertjes gestoken babies, I rode sjerpen op hun moed hangend in de meest onn houdingen slapen. We nic eenvoudige onderzoekruimte De schaarse inventaris geti een lang en intensief gebrui 1 In een andere ruimte is d" nele Chinese apotheek bracht, bestaande uit glazen potten, aardewerken en houten bakken vol kruiden. Plotseling besef ik dat ik d( een mengsel van al die overal heb geroken: in de rants, op straat, in de ook in het eten. Mijn was een verloskamer te zien lachend brengen ze mij erhi eenvoudig kamertje, een ha ten bed bedekt met een ban 5I waarover een gummimat, e p waskommen, wat verbandj st alles heel erg schoon. Een lijke arts met een wit petje hoofd brengt mij bij een ev In ran geboren babytjes. De haa oi het hoofdje nog plakkerig, d helemaal verdwenen, de hai is vuisjes gebald: in niets te scheiden van onze toch: onmiddelijk na de gestoken in de plaatselijke dracht, een donkerblauw j' met witte bloemetjes en ti beentjes een lap als luier. tl kort na de geboorte naast i ledig geklede moeder in hf bed gelegd. Vol genegenheid haar, in voor alle moeders reld te begrijpen gebaren, staan dat ze een wolk van t heeft. Zij beloont mij met grijpende lach en ik neem van haar kindje, waaraan komst van China toebehoort Links boven: De li-tsji-drogerij. Rechts boven: Huizen van het oude c K weerspiegelen zich meertje. Midden onder: Een groep jonge i blootsvoets, komt vruchtencommune wL veld terug. in-»n

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1973 | | pagina 14