li vond 'nieuwe ouders* „Ik zou het liefst 24 uur bij pa en ma Peree willen zijn", schrijft de zestienjarige Ali Kersbergen uit Tienhoven in een wanhopige brief aan een familielid. Pa en ma Peree zijn niet haar echte ouders. Ze koos ze zelf uit, nadat ze vorig jaar was wegge lopen bij haar echte ouders. Maar haar keuze is niet de keuze van de Dordtse kinder rechter, mevrouw mr. J. M. C. Reinders-Cariot. Niet omdat er grote bezwaren zijn tegen het echtpaar, maar, zegt ze, omdat toegeven de weg van de minste weerstand zou zijn. Daarom zit Ali nu in een Am sterdams tehuis. Ze mag geen bezoek ontvangen of enig tele fonisch contact met de buiten wereld hebben. In een andere brief schrijft ze: „Ik wens mezelf veel sterkte want jullie weten waarschijnlijk niet hoeveel jullie voor mij betekenen. Ik zie jullie als mijn echte ouders en wat is er erger dan die te verliezen". Huize Keizersgracht. „De meisjes hebben het hier erg gezellig", zegt de directrice. it uit een brief van een zestienjarig meisje. Haar naam: kersbergen, geboren en getogen in het Alblasserwaardse hoven. Ali is, wat men noemt, een „voogdij-geval". Ze n met de (Dordtse) voogdij in aanraking nadat ze vorig juni was weggelopen bij haar ouders. Haar vlucht uit het rlijk huis is eigenlijk een kopie van al die honderden ge il, waarmee de voogdij in Nederland jaarlijks te maken t. Het feit op zich is dus geen „opzienbarende" gebeurte- Eo doen jongens en meisjes van die leeftijd, als het thuis meer botert, zegt men in voogdij kringen. Ali ging er van- omdat ze, volgens eigen zeggen, door vader regelmatig geslagen. En moeder? Die begreep haar niet. Ui „nieuwe ouders" vond. poort, een klein dorp in de Het echtpaar Peree uit de laan nam haar op. Een meis- tp in moeilijkheden, laat je maar ophoepelen naar de familie de stoep staan. Daar riskeer iorpsroddel voor. ef Je een kamer, wat nieuwe vooral: een beetje liefde, gebeurde het dat Ali na een maanden pa tegen meneer gedaan". bemoeide de voogdijraad er laatste tijd wat "onbekookt" ge- neeDe dorpsroddel bereikte eze heren van de kinderbe en hoewel men heus niet Mevrouw Reinders wil na lang aar zelen wel zeggen waarom zij tot die beslissing is gekomen. „Je kunt na tuurlijk makkelijk Peree. Maar dat lijk me de weg van de minste weerstand. Die Peree heeft zich de laatste tijd nogal on verstandig gedragen. Onbekookt zou ik bijna zeggen. Daarom heb ik dat tegen mevrouw Peree Ze heeft gelijk. De heer Peree is de weest. Maar hij kent dan ook de voorgeschiedenis van a tot z, zegt hij. „En wie zou er dan niet kwaad worden?" Even terug naar juni 1972. Ali's moeilijkheden beginnen als vader haar rond het middernachtelijke uur een pak slaag geeft. Ali schreeuwt haar vader toe dat ze nooit meer terugkomt en stapt huilend de veria- was onmiddellijk voetstoots ten polderdijk op. Een eindje verder- van der Hoest nemen dat Ali „een ver- l" (want zo luidde de visite dorpelingen) had met vader toch leek het hen verstandi- daar weg te halen. Later Ie Dordtse kinderrechter me- mr. J. M. C. Reinders-Caroit h mee bemoeide kwam aan ht dat ook de voogdij de rod- oor waar had aangenomen. op vermoedens weliswaar, toch voldoende om „nee" te- I's keuze te zeggen, it sultaat van dit alles: Ali zit H jesloten in een streng tehuis sterdam. Een poging om haar A i Haags pleeggezin onder te efn. mislukte. Ali bleef vragen r "echte" ouders, en dat lt. wfengcentrum te bovendien op een avond de wilde nemen, besliste de kin der dat zij voorlopig maar [j|i)dje naar Amsterdam moest. -Huize Keizersgracht". Een zwaar getralied opvangcen- '"oor meisjes van diverse plui- En dat betekende ook: geen geen telefonisch contact, lefwisseling en geen uitstap pen af en toe een luchtje Q op het kleine binnen- 6 van het tehuis. op woont haar zuster. Ze mag er een tijdje logeren. Maar ook daar botert het niet. Als haar zwager haar na een paar weken begint lastig te vallen, pakt ze haar koffers en loopt ze weg. Ze probeert het bij kennissen van haar zwager. De heer en mevrouw Peree weigeren niet als zij vraagt een poosje te mogen blij ven. Peree hoort haar aan en ver breekt na een poosje de zakelijke re latie met Ali's zwager. Om allerlei moeilijkheden te voor komen neemt Peree een maand la ter zelf contact op met de Dordtse kinderbescherming. Ali blijft intus sen, op aandringen van het echt paar, contact zoeken met haar ou ders maar deze lopen niet over van enthousiasme. Als ze het bij ande ren beter heeft dan moet ze daarna aar blijven, vinden haar ouders. Roddel Toch zijn zij het die op een gege ven moment de voorgdij in Dor drecht vragen Ali bij hen terug te bezorgen. Ze doen geen moeite om in het dorp de roddel tegen te spre ken als zou Ali „iets hebben" met „die" Peree. Integendeel ,ze doen er als 't even kan nog een schepje bo venop. De voogdij stelt een onder zoek in naar Ali's ouders en conclu- Mevrouw Peree gelooft er niet meer in. Ali zal nooit meer terugkeren in 'haar' kamer. deert dat Ali niet terug kan. Maar blijven bij het echtpaar Peree is er ook niet bij. Er wordt een lijvig rapport opgesteld waarvan de in houd tot na de zitting van de kin derrechter (op 21 november) alleen bekend is bij de voogdij en de rechter. Op basis van dat rapport besluit mevrouw Reinders Ali onder te brengen in een katholiek tehuis in Velp. Waarom, vragen de heer en mevrouw' Peree herhaaldelijk, maar daar krijgen zij geen ant woord op. Pas veel later geeft Ali's toeziende voogd de heer De Wit uit Dor drecht, de werkelijke reden prijs. Het rapport maakte melding van „een mogelijke verhouding tussen Ali en de heer Peree". Een gedach te, waar men pas lang na de zitting van terug is gekomen. De heer Peree geeft het na die we tenschap moedeloos op. Als Ali de dupe wordt van deze onzin, zo schrijft hij in een nauwkeurig bij gehouden dagboek, trekken wij ons terug. En hij onderneemt vanaf dat moment weer pogingen om het vontact tussen Ali en haar ouders te verbeteren. Zijn pogingen stran den op de onwil van haar ouders. Bovendien blijft Ali vanuit Velp schrijven: „Jullie zijn m'n echte ouders. Laat me niet in de steek". Na de periode Velp breekt er een andere tijd aan voor het meisje. De kinderrechter besluit haar onder te brengen bij een Haags pleeggezin. Via de Sjosjale Joenit in Den Haag valt de keuze op een kunstenaars gezin. Ali heeft het er niet slecht maar ze kan er ook niet wennen. Na twee maanden belt ze vanuit een Haags café wanhopig naar de familie Peree dat ze van plan is weg te lopen. Peree vraagt haar op hem te wachten en als een razende rijdt hij, nog in zijn werkkleding, naar Den Haag. Op het moment dat Ali bij hem in de auto stapt, arriveert er een politieauto. De agenten vertrouwen de situatie niet en nemen hen mee naar het bu reau. Daar verneemt de kinderpoli tie dat Peree niet de echte pleeg vader is. Onverrichter zake keert Perre naar huis. in de vaste over tuiging dat Ali terug zal worden gebracht naar haar pleeggezin. Uit de buurt Maar Ali gaat daar niet naar toe. Op last van de kinderrechter brengt men haar naar Huize Keizersgracht in Amsterdam. De opdracht luidt: niemand mag weten waar ze zit. Ali moet maar een poosje uit de buurt van het echtpaar Peree. Die beslissing nam mevrouw Rein ders zes weken geleden. En ze ge looft in de juistheid er van. „Ali heeft teveel onder de invloedssfeer van meneer Peree geleefd. En dan is het moeilijk om haar uit zijn buurt te houden. De heer Peree heeft zich ook onverstandig gedra gen. Als hij zich wat rustiger ge houden had had Ali misschien in oktober bij hem kunnen zijn. Ik had haar namelijk als eis gesteld dat ze voor oktober een paar diplo ma's moest halen. Dan zou ze terug mogen naar Nieuwpoort. Maar door al die moeilijkheden is daar niets van terecht gekomen". Het lijkt wat op een prestigeslag Mevrouw Reinders: ,Ik kan natuur lijk zeggen, laat ze maar ophoepe len naar Peree, maar dat is de weg van de minste weerstand". Blijft de vraag of Ali thuishoort in een tehuis als waarin ze nu woont. Het is niet onbekend dat Huize Keizersgracht onder meer een op vangcentrum is voor jeugdige pros- tituées en dievegges. Mevrouw Reinders: „Ja, maar die vind Je in elk tehuis. Het vervelen de is dat er nergens plaats was en daarom moest ik dit tehuis wel kie zen". Mejuffrouw Muildijk, directrice van het door een particuliere stichting tot stand gebrachte tehuis, windt zich bijzonder op als haar gevraagd wordt of haar tehuis „streng" is. „Verhalen meneer. Allemaal leugens. De meisjes hebben het hier best naar hun zin". Marion Onnelink, leidster bij de Stichting Melkweg, heeft een ander verhaal. Haar clubhuis heeft tot voor kort naast het opvangcentrum gestaan. We kregen vaak briefjes van die meisjes. Die werden ons dan stie- kum toegestopt door de tralies. Het waren wanhopige briefjes die echt geen uitweg meer zagen". Het tehuis mag dan een soepel re giem hebben volgens mevrouw Muildijk bezoek ontvangen mogen de meisjes absoluut niet. Om de volgende reden: „Het is hier een doorgangshuis. Als we daaraan zou den beginnen wordt het hier een soort „stuif-in". Telefoneren mogen ze ook niet. Dat zijn de regels, daar moeten we ons aan houden" En de getraliede ramen? „Voorzorgsmaatregelen. Als Je uit het raam valt, val Je absoluut te pletter". Mej. Muildijk geeft toe de verhalen te kennen, die over het tehuis de ronde doen. „Maar" zegt ze, er is hier niks geheimzinnigs aan de hand. Ik zou dat naturlijk kunnen bewijzen door „open huis" te hou den maar daar heb ik slechte erva ringen mee". En terwijl over het hoofd van Ali Kersbergen een soort „nietes-wel- les"-spelletje is losgebarsten, werkt de heer Peree hardnekkig aan haar „bevrijding". Hij heeft daar zijn middelen voor. Onbekookte midde len. geeft hij zelf toe maar volgens zijn zeggen is dat nu nog de enige methode. Arresteren „Ik laat me op een gegeven mo ment desnoods arresteren. Niet om dat ik Ali per sé terug moet heb ben. Als ze ergens anders gelukkig" kan worden, dan zijn m'n vrouw en ik daar erg blij om. Het gaat er om dat dit niet mag gebeuren met kin deren die zich niet kunnen verde digen". Eén poging om gearresteerd te wor den heeft hij al achter de rug. Een tweede poging is hem door velen mensen, die zich nu met de zaak be zighouden, uit zijn hoofd gepraat. Eén ding heeft de heer Peree in ie der geval bereikt. Dankzij zijn vast- houdenheid zijn een aantal in in h et geweer gekomen. Zoals bijvoorbeeld de Haagse Sjosjale Joenit, de alternatieve instelling die zich bezighoudt met de problemen van weggelopen minderjarigen. De Joenit heeft een tijd lang de deur gesloten gehouden maar na bekend worden van Ali's overplaatsing naar Den Haag heeft men zich uitdruk kelijk gedistantieerd van het beleid van de Dordtse kinderrechter. In een brief aan mevrouw Reinders trekt de Joenit fel van leer tegen haar handelwijze. Ook Release-Utrecht heeft de affai re hi onderzoek. Cees Bakker van de sectie minderjarigen: .Het ver baast me allemaal niets. Zo ls de structuur van de kinderbescherming. Je bent als het ware aan de heide nen overgeleverd". Blijven tenslotte nog over de wan hopige brieven van Ali zelf. Ze schreef er in de afgelopen tijd tien tallen. Niet alleen aan de familie Peree, soms ook, gewoon, aan zich zelf. "Het liefst zou ik 24 uur per dag bij pa en ma Peree willen zijn", schrijft ze in één van die brieven. Maar het antwoord daarop is al ge geven. Het zou de weg van de minste weerstand zijn.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1973 | | pagina 15