)E GENTLEMAN IS BIJGELOVIG Brugge ontslaat Canjels PIE PPIE SCHEID IN ÏMPISCH ^DION MET iNEFIET" Sjaak Paco Swart liet iedere zondagmorgen voetbalschoenen poetsen door opa of vader. ZOEKEN 3)G NAAR BAL... NA KRITISCHE OPMERKINGEN IN EEN INTERVIEW Verlies Timman 191 RDAG 4 AUGUSTUS 1973 AMSTERDAM Het loopt Sjaak niet in bescherming nemen, ver- kruiste de voorbereiding op een waarvan vier uit de eredivisie. I AMSTERDAM Het loopt Sjaak niet in bescherming nemen, ver- kruiste de voorbereiding op een waarvan vier uit de eredivisie. Swart, de scheidende rechter spits zekeren zijn dikste vrienden, laatste topprestatie totnogtoe Het afwimpelen van tien vereni- van Ajax, de laatste tijd behoor- schopt hij straks geen bal goed. volledig. Een greep uit de af- gingen, die hem graag als trainer lijk over het hoofd. Woensdag Eerzuchtige Sjakie wil het zo scheidsbesognes van een voetbal- hadden ingepalmd. Veertien in speelt Sjakie in het Olympisch graag -nog één keer heel goed heldeen vriendelijk nee tegen terviews met krantenjournalisten. Stadion zijn benefietwedstrijd, doen, maar het vaarwel door- de aanbiedingen van acht clubs, Vier vraaggesprekken voor de te- maar als we hem deze paar dagen levisie. En tenslotte die eindeloze stroom klanten in de sigarenwin kel: of Sjaak nog een kaartje over heeft voor woensdagavond. Zo gaat dat als begenadigde voet ballers willen stoppen. kleine Sjaak had er, toen hij op 3 juli 1938 in Muidenberg geen echte Mokum- werd geboren, geen notie van dat zijn daden met een bal eens node zouden n gemist. Ier Louis, de oprechte voetbalamateur, had de kunsten van Sjakie echter al heel oor. Het joch immers sperde de oogjes nog niet open, aanschouwde voor het eerst leven een rQnd geval ,dat ze later bal zouden noemen, of hij kroop er al op slinkse Ijnaar toe. toen Sjakie, amper twee was verhuisd naar de imse Sumatrastraat. Weer t;er werd het baasje mee- de Pontanusstraat, de Dapperbuurt, waar schooiertjes de latere egt te herkennen. Waar zich beter ont- daar? de beste uit de buurt, schoot het hardst en won voor het put- met Sjakie in de ploeg rinnaar. Sjakie werd er, jezegd, helemaal geen Door Daain Overhoff Sjaak Swart, de vijf- Ridder in de Orde nje Nassau, kaai zich op de erelijst beroemen: 300 doelpunten gemaakt. 300doelpunten gemaakt, gespeeld, waarvan en één verloren, meegemaakt, drie gewonnen en één ver- tig interlands wiste wedstrijden: de 5—1 de mist tegen Liverpool en thuis tegen Carl Zeiss Jena, hij twee keer scoorde. Ilfest waardevolle doelpunt: treffer, met het hoofd, in wedstrijd vorig seizoen te- lica. Wiste doelpunt: een treffer nterland tegen Ierland. „Ik corner van Piet van der ffls op mijn slof. Ze zoeken aar die bal". naar ventje van. Hij draaide zijn vriendjes dan wel helemaal dol, maar als ze nog trek hadden moch ten ze 's avonds best bij het uit- blinkertje komen eten. Zes jaar Zes Jaar jong stond Sjakie al ach ter de goal bij Ajax, maar toen hij tien-en-een-half was vond die meesterlijke club hem toch nog te jong om lid te worden. Sjaak groei de groter in een jeugdelftal van pa pa's club OVVO en daar was het ook best leuk, want met Kootje Prins als spil en hij als rechtsbinnen wonnen ze toch alles. De Grote Dag kwam echter toen Sjakie net twaalf jaar was. Tussen zevenentachtig andere knulletjes opvallen in een proef wedstrijd voor Ajax, dat viel niet mee. Sjaak had daar echter zo zijn maniertjes voor. Steeds als een tegenstandertje hem de voet dwars dreigde te zetten waarschuwde hij hem dat hij van die bal af moest blijven, omdat die van zijn oma was en als dat joch daar dan over na stond te denken was SjJtkie hem al lang en breed gepasseerd. Zo liep Sjaak Swart die dag alles en iedereen voorbij en hij schopte er ook nog twee in. Die kleine zwarte, hadden grote meneren langs de kant snel door, moest maar lid van Ajax worden. Ze hebben er geen spijt van gehad. Na een vrijwel onafgebroken reeks triomfen in de Ajax-Jeugd debu teerde Sjaak Swart op zijn zeven tiende in het eerste. Achttien Jaar later laat Ajax hem met pijn in het hart gaan. Sjakie kon er wat van. Op school ook, want in de uren dat hij niet op straat voetbalde toonde Sjaak Swart zich een rustige, gewillige leerling, die alle klassen van de Pontanusschool achter elkaar door liep. Ook op de Van Deventer-MU LO verliep alles aanvankelijk naar wens, maar zijn leergierigheid stok te na de derde klas. Sjaak vond het welletjes toen een leraar maar rot tegen hem bleef doen. maar hij be treurt zijn opgave nu nog. Louis Swart wist zijn zoon op de administratie van de Holland-Ame- rika-Lijn onder te brengen en Sjaak vond dat allang best, omdat hij er afwisselend werk had en genoeg vrijaf kreeg om te trainen. In mili taire dienst, bij de luchtdoelartille rie in Ossendrecht, verliep dat alle maal veel stroever en daar had Sjakie goed de pest in. Sjaak Swart had het trouwens toch niet zo begrepen op het leger. Ka nonnen poetsen, die al gepoetst wa ren, vond hij tijdverspilling en in schieten had hij helemaal geen trek. Op veldoefeningen vluchtte Sjaak dan ook onmiddellijk in hoge bo men, waar hij van andere knallen droomde dan die beneden hem. Rare goser De maten vonden Sjaak eigenlijk maar een rare goser. Niet dat hij boos werd als ze zijn bed in een weiland of onder water hadden gezet, maar Swart wilde een goeie voetballer worden en daarvoor had hij zijn nachtrust hard nodig. De vorm liep toch al zo achteruit. Sjakie was de dienst nog niet uit of hij deed een jaar niets anders dan voetballen. Ajax produceerde dat seizoen prompt liefst honderd tweeëndertig doelpunten en Sjakie had de vorm terug. Swart zou hem daarna niet meer kwijtraken, wat hij in niet geringe mate aan zijn oma te danken had. Oma Swart, een krachtig vrouwtje, betekende heel wat voor Sjakie. Hij was een Jaar of elf toen zijn moe der overleed. Oma aarzelde geen moment, verkocht haar goed lopen de winkel en wijdde zich met over gave aan Sjakie en de rest van het gezin. Oma stopte Sjaak ook zijn sigarenwinkel toe, waarna Sjaak als eigen baas net zoveel tijd aan voet bal kon geven als hij zelf wilde. De familie Swart liep weg met Sja kie en zijn voetbal. Zijn vrouw An drea, die aanvankelijk helemaal niet van sport hield, maar de nuk ken van een topsporter tenslotte met liefde trotseerde, deed wat dat betreft niets onder voor vader, oma en natuurlijk opa Swart. De band tussen Sjakie en zijn lan delijk verklaarde, inmiddels overle den grootvader werd gesmeed in de oorlog. De Duitsers kamden de Dapperbuurt uit en opa Swart kon niet meer wegkomen. Hij verstopte zich onder het bedje van de vijfja rige Sjaak, die net moest doen of hij sliep Toen oma de inmiddels binnengestormde Duitsers vroeg de kleine te laten slapen en Sjaak in derdaad heel overtuigend op zijn duim lag te zuigen, was opa gered. Geen wonder dat opa Swart gek was op zijn Sjakie, die toevallig ook nog eens heel goed kon voetballen. En daar wist opa oo kalles van. An ders zed Je niet tegen iedereen „Abe" in plaats van „goeiedag", alleen omdat Je wist dat Lenstra zo'n virtuoze voetballer was. Opa Swart, de rood-witte pet aan het hoofd geklonken, steunde Sjakie door dik en dun. Zo werd hij de eerste Nederlander, die het scheids rechterfluitje op de tribune han teerde, want Je liet Sjakie niet al leen als hij zich op het veld in de nesten had gewerkt. Dreigde Sjaak een duel te verliezen, dan floot opa. De tegenstander keek vragend naar de scheidsrechter en Sjakie had de ruimte. Zelfs moet opa Swart eens, toen Ajax in de laatste minuut onder zware druk een 2-1 voorsprong dreigde te ver spelen, nadrukkelijk hebben afgeflo ten, waarop de spelers de kleedka mer pozichten en de scheidsrechter het er maar bij liet. Opa Swart was net zo gek van voetbal als Sjakie nu nog altijd is. Alles had hij voor zijn sport over. Hij rookte niet, dronk niet, en al stond bij wijze van spreken de ko ningin op de stoep, als Sjakie ge zegd had dat hij om tien uur naar bed ging dan kroop hij ook om tien uur onder de wol. Op de training was Sjaak Swart al tijd haantje de voorste, deed hij steeds net iets meer zijn best dan de rest. Fanatiek als de pest. In de Jeugd, toen de taken op het veüd nog niet zo streng waren verdeeld, moest Sjakie alle vrije schoppen ne men. En zelfs de laatste trainings- partijtjes was Sjaak niet te prui men als een goal werd geteld ter wijl de bal achter was geweest. Voor belangrijke wedstrijden trilde Sjakie van de zenuwen. Aan Andrea vroeg hij dan wel honderd keer of zij dacht dat Ajax zou gaan winnen en honderd keer antwoordde zijn vrouw dan dat Ajax gegarandeerd zou gaan winnen. Bruut geweld heeft Sjakie voor die zege nooit ge bruikt. Hij had het moeilijk als zijn tegenstanders „vuile rot Jood" tegen hem riepen, maar Sjakie schopte niet terug. Dat kon hij niet, daar was hij teveel gentleman voor. Sjaak Swart is dan ook maar één keer gestraft: acht weken voor waardelijk met een proeftijd van èèn Jaar. Ten onrechte overigens. Sjaak keer naar een wedstrijd tus sen de adspiiranten van Ajax met ene Johan Cruyff en Blauw Wit. Door een ten onrechte toegekende strafschop werd Blauw Wit kam pioen. De scheidsrechter werd bij het verlaten van het veld voor een „klootzak" uitgemaakt, die 'n knal voor zijn „harses" verdiende. De ar biter zag Sjaak ervoor aan en hij was nimmer van het tegendeel te overtuigen. Zoiets kon Sjaak nooit zeggen, we ten zijn vrienden, die hem stuk voor stuk ails het schoolvoorbeeld van een trouwe kameraad beschrijven, goudeerlijk, een Jongen waar Je op kan bouwen. Sjakie had nooit kap sones, alle verering ten spijt. Sjakie was en is niets meer dan Willy Al berta, Henk Molenberg. Tan van Duinhoven, tante Leen en Kees Verkerk, vrienden waar hij veel te vinden is. Karakter, vinden zij, maakte Sjakie tot een grote en het enige, waarin hij misschien niet oprecht was, was zijn ogenschijnlijke kalmte en nuchterheid. Achter die facade was Sjaak Swart gevoelig, overgevoelig bijna. Vooral in zijn ogen ongefundeerde kritiek in de pers kon Sjakie woe dend maken. Zo knikkerde hij zelfs een journalist uit het restaurant van de Jaap Eden-baan, dat hij mede exploiteerde, maar verder zag je Sjaak geen ruzie maken. Dat haatte hij. Sjaak Swart kijkt liever naar de vrolijke kant van het leven. Zijn hu- kopbal is vermaard. Zijn „gouden" kopbal in de Europacup-wedstrijd tegen Benfica deed hij af met de opmerking, dat hij toch die kant opmoest. En ingesloten tussen drie tegenstanders moet hij de heren eens ten dans hebben gevraagd, waarop Sjakie er met de bal tussen uit trok, het drietal in opperste verwarring achterlatend. Verbijstering ook vaak in de kleed kamer, waar Sjaak niet zelden voor de wedstrijd de uitslag juist voor spelde, omdat hij in zijn dromen de nacht ervoor de negentig minuten al had volgemaakt. Sjaak Swart ge loofde in zijn dromen en bediende zich aldus, zoals zoveel voetballers, van een flinke dosis bjgeloof. De voetbalschoenen, die elke zondag morgen door opa Swart en later door vader Swart moesten worden gepoetst, anders zou het mis gaan die middag. Dochtertje Rebecca, zusje van Jaqueline, die papa's rechter schoen een kusje moestge ven als er die middag een doelpunt moest worden gemaakt. Het gebakje, dat Ruud Krol vroeger, toen hij nog niet was getrouwd, op zondagmorgen mee moest nemen als hij Sjaak kwam halen. Eén keer toen hij nog niet was getrouwd, op zondagmorgen mee moest nemen als hij Sjaak kwam halen. Eén keer vergat hij het en Ajax verloor. Sjakie gelooft daarin, zoals Cruyff in het tikje, dat hij Stuy voor elke wedstrijd geeft, zoals Gerrie Müh- ren in het van Sjaak geleende on derbroekje, waarin hij, sinds hij die van hemzelf een keer was vergeten, nou eenmaal veel beter speelt. Voortekenen, gunstig of ongunstig, bedreigen Sjaak Swart niet. Van daar ook zijn panische vliegangst sinds 16 juni 1960, toen hij in Mexico City met het Nederlands elftal debuteerde tegen de Mexica nen. De overtocht was erbarmelijk. Een motor van het vliegtuig stond in brand en bondscoach Elek Schwartz verkondigde hardop dat het voor iedereen de laatste reis zou zijn. Alles liep goed af, maar sindsdien moet Sjakie niets van vliegen meer hebben. Ook de verzekering van een kennis, dat iedereen pas gaat als het zijn tijd is, kon Swart niet ge ruststellen, omdat hij niet kon be palen wanneer het de tyd voor de piloot is. Angstig Sjaak Swart is in de spaarzame momenten, dat hij niet aan voetbal denkt, bang voor de dood. Hij vindt dat de wereld er dreigend uitziet en hij kan zich maar moeilijk voorstel len dat het vroeg of laat gaat ge beuren, dat hij dan niet meer be staat. Daarvoor houdt Sjakie teveel van vrouw en kinderen, waartegenover hij zich toch al een beetje schuldig voelt, omdat hij altijd zo met voet bal bezig was. De sigarenzaak, het restaurant op de Jaap Eden-baan destijds en de trainerscursus in Zeist completeren de levenswandel van Sjaak Swart, waarin geen ruimte voor andere interesse is. Of het zou de televisie moeten zijn, waarvoor Sjakie elke avond de ver moeienissen van de dag vergeet. De sport op de buis is, net als in de krant, favoriet,, maar hij kijkt zelfs wel eens naar een politiek debat om het wedstrijdelement dat erin zit. Politiek zegt Sjaak Swart verder niets. Hij heeft ooit eens op een of andere sportbeweging gestemd en verder vult hij maar wat in, omdat hij geen enkele voorkeur heeft. Geen wonder dat hij nog niet zo lang geleden, in het televisiepro gramma Zevensprong gevraagd naar de nieuwe minister van CRM, de Amsterdamse sportverslaggever Rien Bal tot bewindsman promoveerde. Sjakie werd en wordt beheerst door voetbal. Vandaar dat algemeen wordt verwacht dat hij na zijn af scheid speler-trainer van het eerste zaterdagelftal van Blauw-Wit gaat worden. Het zou voor hem niet alleen een welkome praktijkervaring bij zijn trainerscursus zijn, maar hij zou dan eindelijk geconfronteerd worden met de verhouding tussen een trai ner en zijn spelers. Een relatie, die hem in een glanzende carrière zijn Sjaak Sioart ten voeten uit voor de zoveelste maal in zijn glanzende carrière scoort hij met het hoofd. Op deze foto (waarop links Theo van Duivenbode en rechts Wim van Hanegem) in een wedstrijd tegen Feyenoord. grootste teleurstellingen bracht. Sjakie heeft het wat dat betreft raar meegemaakt. Stond hij als broekje urenlang te wachten op een handtekening van Faas Wilkes, waarmee hij later in het Neder lands elftal zou spelen, zo voetbalde hij samen met Rinus Michels, die later zijn trainer zou worden. Het was die Rinus Michels, ziin ploegmakker, die Sjaak Swart zijn dierbaarste fens, het veroveren van zijn eerste Europacup, ontnam. Het ging goed daar op Wembly tegen het Griekse Panathinaikos. 10 met de rust. Sjakie had de warme thee echter nog niet aan de lippen gezet of Mi chels beet hem toe dat hij verder binnen mocht blijven. Blankenburg voor Rijnders. Haan voor Swart. Swart leek getroffen door een mo ker. verlamd, niet in staat nog een woord uit te brengen. De anderen zwegen, blij waarschijnlijk dat ze er nog instonden. Dat heeft Sjaak Swart veel pijn ge daan. Zoals de armoedige finale te gen Juventus. waarin hij terwijl er alle gelegenheid toe was. van Ko- vacs niet mocht opdraven, een mar teling voor hem is geweest. Stil is hij beide keren weggeslopen van het banket. Geen feest voor Sjaak Swart. Swart heeft er in het openbaar nooit over geklaagd, zijn verbitte ring nooit in boze woorden aan gre tig pennende Journalisten toever-- trouwd. Het is die karaktertrek, die hem tot zo'n groot voetballer heeft gemaakt. Dag Sjakie, gentleman. BRUGGE Leo Canjels is door het bestuur van de Belgische kam- pioensploeg FC Brugge ontslagen na dat hij in een interview, verschenen in bladen van de Standaardgroep, kritiek op het beleid van zijn bestuur had geuit. Canjels had in het oefen programma van Brugge graag sterke tegenstanders gezien, maar bij voor keur geen landskampioenen. „Want", zo stelt de trainer, „wat nu een kas_ stuk kan blijken, kan in het toernooi om de Europese beker tot een enorme teleurstelling leiden, omdat die clubs dan op de hoogte met ons spel zijn", punten kritiek. Desondanks werden wedstrijden tegen naar voren willen brengen voor de de Spaanse titelhouder Atletico Ma- drid en de Portugese kampioen Ben fica op het programma geplaatst. Canjels had bovendien, in het ge deelte waarin htf iets van de interne structuur van de vereniging onthulde, zijn bestuurders 'liefhebbers' ge noemd. bedoel je KOMENDE FUSIE TUSSEN) D'QLTep. AWr/£/£- 7Z///V- KA&OUTZG EN f Het bestuur van Brugge beschouwt de opmerkingen van Canjels in het interview als een inbreuk op het met hem gesloten contract, dat kort voor het einde van het vorige seizoen met twee jaar werd verlengd, omdat daar in staat dat de trainer zich heeft te onthouden van kritiek in het open baar op het beleid van het bestuur. Brugge is, gezien deze clausule uit het contract, niet van plan Canjels door te betalen over de twee jaar dat zijn contract nog loopt. Canjels is vrij lakoniek gebleven onder de ontwikkeling van de laatste dagen bij Brugge. „Het zal allemaal wel loslopen, al zal het zo kort voor het seizoen niet meevallen een an dere baan te krijgen. Desnoods zal ik een poosje ander werk gaan doen. Het beviel mij de laatste tijd toch niet zo best mee bij Brugge. Ik had op meer AMSTERDAM Voor de groot- meestergroep van het IBM-schaak- loernooi zijn gistermorgen de twee afgebroken partijen uit dc elfde ronde uitgespeeld. De uitslagen zijn: Kavalek (VS)—Timman (Ned) 1—0; Smejkal (Tsj-Sl)—Marortc (Z-Sl) 'i—*4. De stand is nu: 1/3. Petrosjan (Rusland). Kavalek (VS) en Planic (Z-Sl) allen 9 pnt; 4/5. Spasski (Rus) en Szabo (Hong) 8: 6/8. Timman en Donner (beiden Ned) en Marovic <Z-S1) 7,5; 9. Ribli (Hong) 7; 10/11. Andersson en Smejkal (TsJ-Sl) 6.5; 12. Radulov (Buig) 6; 13/14. Enklaar en Ree (beiden Ned) 5.5; 15. Quinteros (Arg) 5; 16. Langeweg 4,5.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1973 | | pagina 11