Anders oud worden
Nederland wordt grijzer
kh
RpAG 14 JULI 1973
/.V :i „meer integratie van de
jen in onze samenleving"
goed. Maar is er tot nog toe
Dde gedaan aan het open be-
/~ï/towerk? Aan de thuiszorg voor
U( i( die een beetje hulp nodig
i? En hoe staat het met de
bbenkten van de bejaarden: heb-
genoeg om met ons mee te
stemfci doen?
voorzieningenpakket bestaat
houleels uit bejaardenwoningen,
jingstehuizen en verpleegte-
BiJ een onderzoek in een
verzorgingstehuis is gebleken
overgrote deel van de bewo-
roe4eholpen zou zijn geweest met
udelijke hulp en een betere
veel mensen bang zijn voor
-acb' e dag, laten ze zich uit voor-
ijven bij meerdere tehui-
werkt in de hand dat
die maar een beetje hulp
d vriPebben *n verzorSin&sbe-
idrS orden °p&enomen. Terwijl de
6 gevallen, de zogenaamde
^rgingsbehoeftigen" in de kou
staan.
beleid
situatie te verbeteren Is het
uil dat er een beter opnamebe-
>mt in de tehuizen. Dat alle
voor een tehuis nog
iaar urgentie worden onder-
dziglng van de Wet op de Be-
ïoorden, die dat opnamebe-
gelt, is ruim een Jaar na be-
tog iu de Tweede Kamer nog
niet in werking. Zelfs de
e commissie die over de uit-
van de wet moet adviseren,
niet ingesteld. Niettemin lo-
Haag en Rotterdam zoals
istenjkele andere steden vooruit op
196&jT Men probeert hier zo selec-
ïgelijk te werk te gaan bij
ng in bejaardentehuizen,
oudere mensen, vooral als ze
uit angst naar het te-
Juchten, is er geen sprake van
in de maatschappij".
uwen van mooie tehuizen en
!n en geeft mensen de idee dat
ff i b veel voor onze bejaarden
laan". „En stel je voor dat
jaarden thuis zouden blijven
Wat 'n gevaar. Want hoe
ebeurt het niet dat iemand
dood op bed ligt, voordat het
atsf»
:ijn
e pi
iine Roumen
l/*1 wordt?", zo redeneren we.
'fl in maar hard hollen voor
>atsje in het tehuis. Het he
ihuis, met de schone lakens,
JI en het eten dat altijd op
aar staat. Een huis met
Iwongen regels, maar waar
w goed als thuis kunt crepe-
i de eenzaamheid. Ook kan
'leuren dat Je daar twee da-
•n bod ligt voordat iemand het
onlangs deden zich nog
an' agische gevallen voor in een
P°Sin Hilversum en Badhoeve-
ns h
a ge thoedegevechten
™f$eren nu een aohterhoedege-
zegt dr. P. J. G.
van het verpleegtehuis en
j—ïgscentrum Antonius in
fc|ag am. Hij zit vijftien Jaar in
0l0D jaardenwerk en schreef in
het i boek over de „verzorgings-
ei?° m van bejaarden".
ebaBtvogel vecht al Jaren voor
Gr ere opzet van de voorzienin-
rd' i zijn systeem begint de
^aJening bij het dienstencen-
t o.a. de huisarts, wijkver-
en maatschappelijk werk-
i andere voorzieningen,
r de tehuizen, sluiten
elkaar eti het dienstencen-
rem Mf
b0SI left
gesprek met hem blijkt dat
eften van veel oudere men-
in de eerste plaats in de
iig liggen, waar altijd het
an wordt gedacht. Ongeveer
procent van de bejaarden
gewoon thuis. Vaak Uleen,
dood van man of vrouw,
vaak nog met z'n
geval, zeker als je samen 162
zoals de Bettinks
lizen, willen anderen er iets
weten.
Ie van Andries en Grietje
staat in de schaduw van
Itjtoen. De luiken voor de ra-
he gesloten omdat 't anders
te warm wordt
Aan de smalle Bijschoterweg
"de huizen liggen in het Velu
meer van zulke huisjes,
e cc tone stenen, puntdak. Binnen
uken-kamer en een „nette"
het huisje een weel-
orrcfloembed met een pad. Daar-
het erf en de moestuin
soeijroeit alles wat eoed is om de
mee door te komen. Maar
imsl epkleine. donkerrode aard-
iet fluwelen balletjes,
omi steekt z'n hand op als we
oort het achterhuis lopen. Hij
beetje zitten soezen in de
de bank. tussen hem en
een bord met
kal en. Het is nog maar net tien
om iweest en Andries Bettink
1 al vijf uur in de weer. HIJ
met die warmte niet zo
"P8 in bed. En buiten dat Js 't
uur in de morgen op z'n
Grietje (84) is wat later
b 1*1. maar toch zeker altijd
Uur of zeven Ze snuift in de
Pier waarin de bos bloemen
t ons heel lief toe en spoort
om wat van 't bord te eten
ja fers moeten we maar
ideiaar buus nemen" Andries
knikt instemmend en stelt
om naar binnen te gaan
frouw oet Den Haag is zeker
^ee n om wat te praten?"
ijns ^Uen weten hoe ze met z'n
t hf 20 oud zijn geworden. Ie-
:ts,|heeft eerder gezegd dat de
iet
Hard werken
Dat nooit
aan een glas 'n poezenhaar. dan
veegt ze het zorgvuldig schoon. De
poezen verharen nogal en ze heeft
?r maar liefst zeven! Ze vertoeven
x>ven, want anders „lopen ze weg".
.En dat mag niet. want 't zijn m'n
ïulsvriendjes".
3rtetje Bettink zorgt de hele dag.
'oor Andries, dat ie op tijd z'n
•ten krijgt en ook een borreltje,
/oor de twee geiten, die twee keer
oer dag gemolken moeten worden.
Want geitenmelk is goed, voor de
havermoutpap en ook voor de poe
zen. Ze liefkoost de hond. Ze houdt
het huls netjes en dan, als ze om
zeven uur 's avonds moe is, gaat ze
naast Andries liggen en slaapt tot
de volgende morgen zeven.
Ze hebben geen kinderen. Grietje
leert haar Andries kennen als ze
vijftig Jaar is. Ze woont dan al ln
het huisje, dat ze na moeizaam
sparen door hard te werken heeft
gekocht. Andries: ,Ik hoorde dat
hier een vogeltje allenig zat. Ik er
naar toe. Voor mij was er een an
der geweest, Willem. Maar die heeft
^en blauwtje gelopen".
Ze zijn toen meteen maar ge
trouwd. Zonder grote bruiloft, zo
maar „onder ons". Van trouwen
hebben ze nooit een haar spijt ge
had.
\ndries en z'n vrouw hebben armoe
gekend. Zij zijn getrouwd op een
leeftijd waarop nu veel andere
mensen al praten over de oude dag.
Als de kinderen het huls uit zijn
moet Je alvast gaan zorgen dat er
starks een plaatsje in het bejaar
denhuis vrij zal zijn. Anders kun
nen de anderen het Je kwallik ne
men dat Je hen tot last bent. An
dries en Grietje hebben daar ook
wel eens aan gedacht. Als ze pas
zijn getrouwd, werkt Andries bi.1 de
boeren en verdient z'n centen als
werkman. Grietje ls na de lagere
school tn de huishouding gegaan.
Vele Jaren zwoegt ze in gezinnen
met veel kinderen voor nog geen
vijfhonderd gulden per Jaar. Ze
praat er graag over: „de mevrouw
die 's nachts altijd de trap schoon
maakte en de kinderen van wie ze
zoveel heeft gehouden". En dat t
allemaal „zulke lieve mensen" wa
ren. Ja, ze heeft 't altijd „goed" ge
had. Ze moest wel altijd tot 'sa-
vonds laat hard werken, maar ze
was gelukkig gezond.
.Als de here Je maar redt", zegt
Grietje als we over hun gezondheid
praten. „Ik ben maar ene keer echt
ziek geweest. Zieleziek. Dan ben Jp
heel ongelukkig. Verder nooit Iets".
Ze zegt dat ze een beetje doof ls en
dat ze soms last heeft van verkoud
heid. Dan neemt ze een „brande-
wientje met suker" en alles komt
weer ln orde.
Grietje en Andries Bettink passen
goed op elkaar. Ze zijn eerlijk, lief.
Innemend. Ze willen net als alle
andere mensen er maar liever niet
aan denken dat een van hen ooit
alleen moet achterblijven. Maar wat
er ook gebeurt, bij gezondheid zal
geen van belden de Bijschoterweg
verlaten.
En als ze ziek worden en hulp no
dig hebben? Grietje: „Daar betalen
we veur. Maar we bileven gezond.
Het is wel wat veul werk zo ih m'n
eentje, 't Hele huus en de dieren".
Hulp van de buren? 't Zijn „beste"
mensen en ze heeft er „geheel
geen last van". Maar zo af en toe
een bezoekje vindt ze leuk. Zij en
Andries komen al een tijd niet
meer in de grote stad. Andries gaat
op de flets naar het dorp om bood
schappen te doen. Grietje blijft lie
ver thuis. Als ze niets meer te doen
heeft, leest ze graag de huispredi-
kingen van de Schotse predikant
Philpot.
Wonen ln een bejaardenhuis zou
voor Andries en Grietje Bettink het
absolute einde betekenen. Ze zijn al
twee keer op bezoek geweest ln zo'n
bejaardenhuis. „Maar dat nooit. Als
Je daarin komt, nemen ze Je alles
af". Laatst nog een vrouw die ze
heel goed kennen: die mocht bijna
niks meer zelf houden.
Grietje heeft een zuster van tachtig
Jaar. Die denkt er ook niet over om
naar het bejaardenhuis te gaan.
„Vreselijk, Je mag daar niks meer
hebben, zelfs geen dieren". Nee.
daar gaat ze niet naar toe.
Grietje kent heel goed het bejaar
denprobleem. Ze vindt het erg voor
de andere mensen die in „die hoge
hulzen met kleine raampies moeten
wonen". Ze hoopt alleen dat het
haar en Andries nooit zal overko
men. Dat zij nooit zo erg ziek zul
len worden, dat ze naar zo'n huls
worden gebracht.
Ook Drlek, een van de zeven broers
van Andries die even binnenloopt
voor een borreltje, wil niet naar het
bejaardenhuls. HIJ zit ergens ,4n de
kost" en als 't hem „teveel" wordt
loopt ie aan bij Andries en Grietje.
En zij schenkt de mannen in, twee
borrels en voor Driek met suiker
Drinken moet Je „tuus" doen ?n
niet „langs de weg". Dat is te ge
vaarlijk, zeker als Andries met de
fiets ls.
Nu 't bezoek toch nog even blijft
zitten en Driek eigenlijk ook geen
haast heeft, zal hij Andries maar
vast 'r geld geven dat ze de afgelopen
dagen samen hebben verdiend met
een karwei: tachtig guldens voor 'n
paar dagen werk. Een extraatje dat
Andries in de grote knip stopt.
Drlek wilde vanmorgen al vroeg t
geld halen, maar „de baas" sliep
nog. Grietje: „Is ie ziek dan?"
„Nee, dat niet".
Driek Bettink neemt ons nauwkeu
rig op. Dan gooit hij het tweede
glas ln z'n keel en lacht. Hij was
vanmorgen echt „een beetje onge
rust". „Vanwege dat er weer een
vreemde auto voor 't huls van z'n
broer stond. HIJ dacht: „Wat zou <?r
met ze aan de hand zijn".
..Niks," zegt Grietje. Ze neemt ons
nog even mee naar het achterhuis
waar de geiten zijn en loopt mee
naar buiten. Ze neemt m 'n hoofd
tussen haar handen en drukt er
een dikke zoen op. Ik moet haar
beloven op bezoek te komen als ik
in de buurt ben.
Bettinks wel bejaard zijn, maar
geen problemen hebben. En dat we.
als we een representatiever paar
willen hebben, beter even verder
kunnen zoeken.
Voor elkaar
Zijn die twee mensjes op de Veluwe
dan curiosa? Leven ze niet zoals
ook andere bejaarde echtparen stil
letjes voor elkaar, met alleen htm
aow, zonder iemand anders lastig te
vallen? En als ze daartoe nog in
staat zijn omdat ze zich nog best
gezond voelen, helpen ze hier en
daar wat om een extraatje op zak
te hebben.
Misschien hebben de Bettinks op
vele anderen voor dat ze samen
zijn, nog redelijk gezond en in een
huisje op het platteland wonen. Als
ze aan hun stoelen gekluisterd zou
den zijn, zou de moestuin snel een
wildernis worden. Als Andries niet
meer voor 'n paar centen de boeren
in de omgeving zou helpen, van wie
zou dan het extraatje komen? Hoe
zouden ze dan de geiten, de poezen
en de hond te eten moeten geven?
En wie zou het huisje moeten on
derhouden? Wie weet, zouden ze er
dan afstand van moeten doen.
Andries Bettink heeft in de woon
kamer z'n vaste plek naast de
schoorsteen. Er staan 'n paar hou
ten stoelen, een buffet, een tafel
met plastic kleed, een radio voor de
nieuwsberichten. Het kamertje er
naast heeft een lemen vloer. Naast
een lange aanrecht een tafeltje met
lnmaakpotten vol bloemen.
Grietje schenkt borrelglaasjes met
prik. Ze zal de fles op tafel laten
staan, want Je kunt er zoveel krij
gen als je maar wilt. Ontdekt ze
Andries en Grietje Bettink