"Hij sloeg
me bijna
elke dag
CHISWICK VLUCHTOORD VOOR GESLAGEN VROUWE!
H
■1
Britse deserteurs naar Zweden
'/e zult maar
zo 'n dokter a
huisarts
hebben
Wanhopige June zocht vergeefs naar genegenheid
Militairen tegen oorlog in Noord-Ierland
j
ZATERDAG 14 JUI
In de Londense wijk Chiswick staat
het Huis der Geslagen Vrouwen.
Een stokoud pandje met twee
slaapkamers, geen badkamer, geen
douchegelegenheid en wie naar het
toilet wil moet eerst de tuin in. In
het huis wonen doorgaans dertig
vrouwen en kinderen, onder wie
veel baby's. De vrouwen hebben één
ding gemeen: ze wachten de schei
ding af van de man, voor wie ze
doodsbang zijn.
Ze komen uit alle lagen van de En
gelse bevolking. Er zijn vrouwen bij
van beroepswerklozen en alcoholis
ten maar ook van academici. Een
van de vrouwen is de echtgenote
van een rechter. Door een manco in
de Engelse sociale wetgeving zijn zij
genoodzaakt onderdak te zoeken in
het huis in Chiswick een parti
culiere instelling omdat zij geen
financiële ondersteuning of onder
dak krijgen, omdat ze getrouwd zijn
en wettelijk gesproken over een wo
ning beschikken.
Dat er thuis een echtgenoot wacht,
van wie vast staat dat het een
bruut is, wordt in dit verband niet
relevant geacht.
De meesten van deze vrouwen zijn
jarenlang door hun man geslagen
en geschopt. Sommigen zijn voor
het leven verminkt.
Hetzelfde geldt voor de kinderen.
Andere vrouwen zijn systematisch
geestelijk mishandeld. In het geval
van een verlamde vrouw nam het
sadistische vormen aan. Haar man,
een beroepsgokker, had de gewoonte
als hij verloor zijn vrouw uit de rol
stoel te halen en haar hulpeloos op
de grond te leggen. Of hü blok
keerde de rem van de rolstoel,sloot
vervolgens al het eten weg en ging
een paar dagen achtereen op stap.
Volgens Erin Pizzey, oprichtster en
leidster van het huis in Chiswick, is
het aantal vrouwen dat uiteindelijk
uit pure wanhoop wegloops slechts
een fractie van het werkelijke aan
tal vrouwen dat dit wel doet, om
dat ze dagelijks mishandeld worden.
Ze doen het niet vaak voor de
kinderen omdat ze niet weten
waar ze naar toe moeten, of omdat
ze de schande voor de familie of
voor de buurt niet willen. Hoewel ze
niet over concrete gegevens be
schikt, gelooft Erin Pizzey dat hun
aantal in de duizenden loopt.
Erin kent het huwelijk van twee
kanten. Als kind werd zij vele ma
len door haar vader, een notoire al
coholist afgerammeld. Evenals haar
moeder. Zelf is zij nu al twaalf Jaar
gelukkig getrouwd en heeft twee
kinderen. Twee Jaar geleden richtte
zij Womens Aid Centre (Vrouwen
Hulp Centrum) op.
Aanvankelijk was het de bedoeling
vrouwen te helpen die door andere
problemen in nood waren gekomen.
Maar vrijwel van het begin af aan
werd zij overstroomd met aanvra
gen van vrouwen, die het thuis niet
meer uit konden houden. Sindsdien
heeft de telefoon niet meer stilge
staan. Per dag komen er gemiddeld
twintig telefoontjes binnen uit alle
delen van Engeland. Sommigen vra
gen of zij in het huis kunnen wor
den "opgenomen". Anderen willen
alleen advies of een woord van me
deleven.
Het verblijf van de vrouwen in het
opvangstcentrum, dat behalve over
het huis in Chiswick nog over drie
caravan beschikt, varieert van een
paar dagen tot drie maanden. In
die tijd probeert Erin Pizzey iets
voor de vrouwen te doen. Door
gaans zijn zij daar zelf de eerste
dagen niet toe in staat.
In de meeste gevallen komen ze to
taal ontredderd, soms met gebroken
ledematen aan. Sommigen in ver
wachting. Zoals Pat, een Jonge
vrouw van 23 jaar, die nu als tijde
lijk secretaresse van het opvangst
centrum fungeert. Zij arriveerde
twee maanden geleden. Als ge
volg van mishandelingen door haar
echtgenoot is ze aan één oog blind.
Haar baby had brandwonden, door
dat een man een sigaret op het li
chaampje had uitgedrukt. Elke dag
kan haar nieuwe baby geboren wor
den. De angst van Pat is dat het
kind beschadigd is door de mishan
delingen tijdens de zwangerschap.
Het problee mvan de „Battered Wi
ves" (Geslagen Vrouwen) is niet
nieuw in Engeland. Toch is er vori
ge week pas voor het eerst officieel
in het Lagerhuis over gesproken.
Dit naar aanleiding van de vraag
van het Labour-Lagerhuislid Jack
Ashley aan Sir Keith Joseph, de
minister van Sociale Zaken, of het
waar is dat vrouwen die regelmatig
door hun mannen worden mishan
deld geen hulp wordt geboden door
lokale autoriteiten.
Minister Joseph heeft toegezegd ac
tie te ondernemen om er achter te
komen hoe groot het probleem is.
Hoewel hij spoed heeft toegezegd
kan het nog wel enige tijd duren,
omdat andere departementen
zoals het Engelse ministerie van
Binnenlandse Zaken, waaronder de
politie ressorteert bij het onder
zoek betrokken moeten worden.
De bewijsbaarheid van mishandelin
gen binnen het huwelijk is voor po
litie en Justitie vaak een moeilijke
zaak. Doordat de vrouwen dikwijls
zelf ontkennen mishandeld te zijn
uit angst voor hen zelf en de
kinderen is het meestal onmoge
lijk voor deze instanties om in te
grijpen. Het is voorgekomen dat éen
man, die zijn vrouw tot bloedens
toe geslagen had, een aanklacht te
gen de toegesnelde politieagent in
diende wegens valse beschuldiging
en de zaak voor de rechtbank won.
De vrouw verklaarde van de trap te
zijn gevallen....
Besluit de vrouw zelf naar
tie te gaan om aangifte
van mishandeling en wordt
aangehouden, dan wordt h!
op borgtocht weer vrij gelat
gevolg is veelal dat de
een paar dagen wordt inget
De vrouw loopt dan boveiid
risico vervolgd te worden
het doen van valse aangifte,
Wordt de man veroordeeld
gint alles weer van voren
Op het moment dat hij uit
vangenis komt. Dikwijls is
nog erger, omdat hij het ziji
verwijt dat hü in de gev
heeft gezeten.
ikl
zet
Erin Pizzey: „Het is vaak
hopeloze zaak. Omdat
heidswege vrijwel niets voi
vrouwen wordt gedaan, hel
de keus tussen de straat of
telijke woning, w aar t
achter de voordeur zit".
sijr-*
w m
De ervaringen van één van de vrouwen, die in het Vrou
wen Hulp Centrum in Chiswick onderdak heeft gevonden.
Hoewel haar ervaringen niet volledig representatief kun
nen worden genoemd voor de meeste vrouwen, geven ze
toch een indicatie van wat een dergelijke vrouw mee kan
maken, voordat ze zich in alle wanhoop tot het centrum
wendt.
Door
Ton Schuurmans
Het verhaal van June, die in okto
ber 1970 met een zekere Andrews
trouwde begint bij het voortijdig
afbreken van de huwelijksreis, om
dat June een blaasontsteking kreeg.
„Omdat we nog geen huis hadden
logeerden we vier weken bij mijn
moeder. Andrews had geen werk.
We konden een caravan kopen ln
Chesham (ten noordwesten van
Londen)
We hadden al ruzie voordat we
goed en wel in de caravan zaten.
Hij duwde me op een bank en wil
de me slaan, maar raakte het hout
van de bank in plaats van mij. Hij
werd zo kwaad, dat hij een schop
pakte en me daarmee sloeg. Vervol
gens rende hij de caravan uit, stap
te in zijn auto en reed weg. Hon
derd meter verder botste hij tegen
een boom waarbij hij al zijn ribben
kneusde.
Tijdens de drie maanden die volg
den zat ik bij mijn moeder of ik
moest er komen, zo dikwijls sloeg
hij me of probeerde dat te doen.
We verkochten de caravan uit geld
gebrek en huurden een kamer. Aan
gezien hij nog steeds niet werkte
moest ik er op uit om iets te ver
dienen. Van de vijftig gulden die ik
per week verdiende hield ik vijf
gulden over. De rest was voor de
huur.
Feestje
Op en avond ging hij naar een
feestje, waar hij betrokken raakte
in een vechtpartij. Toen we naar
huis gingen werden we gevolgd door
vijf mannen in een auto. Mijn man
gooide een hamer uit het raampje
van zijn auto op de motorkap van
de wagen die ons achtervolgde.
Daarop sneed de andere auto ons.
Mijn man verloor de macht over
het stuur en we botsten tegen een
lantaarnpaal. In het ziekenhuis
bleek dat mijn sleutelbeen gebroken
was. Voorts kreeg ik vijf hechtingen
onder mijn rechteroog. Vijf weken
later hadden we opnieuw ruzie. Hij
stompte me zo, dat ik opnieuw mijn
sleutelbeen brak.
Hij vond het leuk tegen andere
mensen te vertellen dat hij het had
gebroken. Op weg naar het zieken
huis kreeg hij ruzie met twee jon
gens. Terwijl ik op de achterbank
van de auto zat te huilen van de
pijn, vocht hij met de twee Jongens.
In Juli 1971 gingen we weer bij
mijn moeder wonen. Hij werkte nog
steeds niet. Mijn moeder had er ge
noeg van en zei dat hij maar moest
vertrekken. Ik ging met hem mee.
Ik was toen vijf maanden zwanger.
We konden nergens heen, zodat we
gedwongen waren in afbraakpanden
en oude auto's te slapen. Overdag
ging hij meestal weg. Ik kreeg van
vrienden vaak een gulden om wat
patat te kopen, 's Avonds ging hij
meestal weg om 's nachts dronken
thuis te komen. Dit duurde alles bij
elkaar drie weken. Toen vonden we
weer een kamer.
Overdag bleef hij weg. Om te wer
ken, zei hij. Ik moest hem in een
café ontmoeten. Ik zat daar dan,
terwijl hij een maal at. Vervolgens
gingen we naar een café, om niet
voor een twee uur 's nachts thuis
te komen. We hadden veel ruzie.
Hij sloeg me bijna elke avond. Op
een dag nam ik een buisje asperine
in om er voor altijd van af te zijn.
Het lukte niet.
De hospita smeet ons er uit, de dag
voor Kerstmis. We gingen op Kelist-
avond naar zijn grootouders. Op
die avond kreeg ik een nieraanval.
Ik kwam op 3 Januari het zieken
huis uit, de dag waarop hij de ge
vangenis inging, veroordeeld wegens
het toebrengen van zwaar lichame
lijk letsel.
Een van de vrouwen en drie jongetjes die in het "huis der geslagen vrouwen" worden
Erin Pizzey zoekt naar nieuwe mogelijkheden voor deze in moeilijkheden geraakte Engelse vrou
wen en hun kinderen.
Op 24 mei werd hij ontslagen. Ik
woonde bij mijn moeder.
Twee weken lang was hij voorbeel
dig. Hij was voorkomend en aardig
en werkte zelfs elke dag, hoewel
hij het meeste van het salaris zelf
hield. Op 1 augustus liep hij weg.
Weer terug
Ik zag hem twee weken niet. Toen
kwam hij terug. Ik besloot opnieuw
met hem mee te gaan. Hij had een
kamer in Windsor gehuurd. Maar
het was weer hetzelfde liedje, met
dit verschil dat hij nu regelmatig
zelfs 's nachts niet thuis kwam.
De donderdag voor Kerstmis van
het volgende Jaar kwam ik tot de
conclusie dat het zo niet langer
meer kon. Ik ging terug naar mijn
moeder. Op Kerstavond kwam hij
langs, maar mijn moeder zei dat ik
er niet was. Hij ging weg, maar
kwam 's nachts om één uur terug.
Hij forceerde de deur en sloeg mijn
moeder waar hij haar maar raken
kon.
Hij trachtte tevergeefs de baby mee
te nemen. Op Eerste Kerstdag
kwam hij opnieuw. Ik besloot hem
niet binnen te laten. Hij gooide een
ruit in en trapte een gat in de
deur, maar het lukte mijn moeder
hem buiten te houden. Ik was
huilde in een hoek
de kamer, evenals mijn baby
Nathan. Mijn man schreeuwde dat
hij me zou vermoorden.
Betrekkelijke rust
Na maanden betrekkelijke rust
ik had inmiddels van de rechtbank
de voorlopige voogdij over mijn
kind gekregen kwam hij weer.
Op een nacht schoot hij alle ban
den lek van de vrachtwagen van
mijn zwager. Toch besloot ik naar
hem terug te gaan. Opnieuw had
den we ruzie. Verschillende malen
stompte hij me tegen het hoofd.
Hij heeft me toen ook een keer te
gen mijn keel geschopt. We ver
huisden naar zijn zus. Dit keer kre
gen we ruzie, omdat hij elke avond
laat thuis kwam. Hij stompte me zo
hard op een keer dat ik een bloed
neus kreeg, die alleen in het zie
kenhuis bleek te stelpen. Na deze
gebeurtenis heb ik hem verlaten.
Nog één keer ben ik teruggegaan,
toen hij zei een nieuwe caravan te
hebben gekocht, waar we het mis
schien nog eens in zouden kunnen
proberen. Maar hij bleek gelogen te
hebben. Het was een list van hem
om de baby terug te krijgen. Ik
was van 's morgens half tien tot 's
avonds elf uur bezig geweest hem
over te halen de baby aan mij te
geven. Hij weigerde. Dat was op
een donderdag.
Ik ging naar een advocaat, maar
deze zei dat ik tot maandag moest
wachten voordat hij gerechtelijke
stappen kon ondernemen. De rech
ter beval dat mijn man de baby te
rug moest even. Het zou echter
nog vijf dagen duren, voordat de
politie mijn man en de baby vond.
Ik mocht Nathan op het politiebu
reau terug gaan halen. Hij was in
zes dagen niet verschoond. Boven
dien was hij ziek".
In Noord-Ierland zal de komende
week een campagne gevoerd worden
om de Britse militairen er op te
wijzen welk welkom ze in Zweden
als deserteurs te wachten staat. Het
pamflet dat daartoe zal worden
verspreid is voornamelijk het werk
van Britse bannelingen in Zweden.
Vijf deserteurs van het Britse vrij
willigersleger hebben asiel gekregen
in Zweden zeker nog vijf anderen
zouden in juni asiel hebben aange
vraagd. Engeland heeft op het
ogenblik 17.500 militairen in
Noord-Ierland en volgens het mi
nisterie van defensie neemt het
aantal deserteurs de laatste tijd toe.
De jongste cijfers over de recrute-
ring geven een enorme terugval te
zien. In april van dit Jaar meldden
zich slechts 652 mannen en vrou
wen voor het leger tegen 1.348 in
april vorig Jaar en het recordaantal
van ruim 1.900 in april 1971.
De eerste Britse troepen gingen in
augustus 1969 naar Noord-Ierland
en de eerste militair werd er dood
geschoten in februari 1971. Sinds
dien zijn er 218 man gesneuveld.
Barry Fockler, een Amerikaanse
dienstweigeraar die drie Jaar in
Zweden heeft gewoond en die een
van de belangrijkste organisatoren
van de campagne is, gaat nog deze
week naar Noord-Ierland. Volgens
hem hebben de autoriteiten daar
niet het recht iemand te arresteren
wegens het verspreiden van pam
fletten.
„Dit pamflet spoort de troepen niet
tot desertie aan; het geeft slechts
wettige informatie over hoe men
Zweden kan binnenkomen en hoe
men daar op humanitaire gronden
asiel kan aanvragen", zegt hij.
„Niemand kan een soldaat opdragen
te deserteren. Dat Is een persoonlij
ke beslissing. Als militairen hebben
besloten dat ze niet betrokken wil
len zijn bij het Noordierse conflict,
dan staat onze informatie hun ter
beschikking".
„Onze campagne is in overeenstem
ming met de basisprincipes zoals
die zijn neergelegd na de veroorde
lingen in Neurenberg na de Tweede
Wereldoorlog. Engeland heeft toen
een overeenkomst geratificeerd
waarin staat dat een militair eerst
de stem van zijn geweten en pas
daarna die vat» een meerdere moet
volgen. Daarom is onze campagne
volgens de Britse en de internatio
nale wetten legaal".
De recrutering voor het Britse legei
is vooral gebaseerd op advertentie
campagnes waarin de nadruk wordt
gelegd op de scholings- en ipllltaire
mogelijkheden. Menige arbeiders
zoon uit een streek met een hoog
werkeloosheidscijfer meldt zich orn
zo een vak te leren. Tot voor kort
werd nauwelijks enige druk uitgeoe
fend om het terugtrekken van de
Britse troepen uit Noord-Ierland te
bewerkstelligen. Totdat de moeder
van een in Londonderry dienende
soldaat kans zag onder een petitie
tot terugtrekking 40.000 handteke
ningen te verzamelen. Ze bood de
petitie vervolgens bij het kantooi
van de minister-president in Dow
ning Street aan.
Het Zweedse ministerie van binnen
landse zaken omschreef de officiële
politiek in februari 1969 met de me
dedeling dat „deserteurs en anderen
die weigeren deel te nemen aan
oorlogshandelingen" verblijfsvergun
ningen in Zweden kunnen krijgen.
In Zweden wonen 450 Amerikaanse
deserteurs en dienstweigeraars met
hun gezinnen en ook heeft het land
verblijfsvergunningen verstrekt aan
militairen van andere nationalitei
ten, onder wie Britten en Portuge
zen.
Een van de Britse deserteurs, John
Beaumont uit Maidstone, die meer
dan een Jaar in Zweden heeft ge
woond werd vorige maand dood
aangetroffen bij zijn woning in
Stockholm. Hij was verdronken.
Toen hij deserteerde had hij negen
jaar gediend bij de Royal Engi
neers. Een maand na zijn zestiende
verjaardag had hij voor het leger
getekend. Net als de andere Britten
die in Zweden asiel kregen deser
teerde hij toen zijn onderdeel naar
Ulster moest.
Beaumont was in het leger gegaan,
zo zei hij vorige maand nog in een
interview, om timmerman te wor
den. Barry Fockler zegt nu: „John
was erg verbitterd omdat hij een
vak wilde leren, niet hoe hij moest
doden. Geruime tijd voor hij deser
teerde wilde hij zich vrijkopen uit
het leger. Zelf zei hij dat hij het
slachtoffer was geworden van een
reclamecampagne."
Dokter X is de meeste dagen van
het jaar met vakantie. In Januari
en februari gaat hij naar de win
tersport. Met de pasen beklimt dok
ter bergen. In augustus en septem
ber zoekt hij de zon op en in okto
ber wordt het weer tijd om evén
uit te puffen.
Door
Madeleine Roumen
De dokter wordt 'n dagje ouder. Hij
is al een keer overspannen geweest
en dat gebeurt hem geen tweede
keer.
's Avonds zet hij het antwoordap
paraat aan; z'n patiënten kunnen
hem niet bereiken. Hij houdt z'n
praktijk als een soort liefhebberij.
Hij doet niet aan nascholing:
„Waarom op mijn leeftijd nog?"
Hij mijdt contact met collega's die
nooit iets beters weten dan over
hun werk te praten.
Je zult maar zo'n dokter als huis
arts hebben. Je zult maar eens echt
ziek worden, wat dan? En de dokter
zal maar zulke argeloze patiënten
hebben die hem dat alles niet kwa
lijk nemen. Die trouw hun rekenin
gen betalen en denken dat alles wat
dokter doet goed moet zijn.
In Nederland voldoet 98 procent
van de dokters aan de minimum-ei
sen. Rest twee procent die dat niet
doet. Als we de kwaliteit van de ge
zondheidszorg willen verbeteren,
kunnen we geen minder dan mati
ge dokters gebruiken. Maar wie
houdt ze in de gaten en wie zorgt
ervoor dat patiënten daar niet on
der lijden?
Het lijkt irreeël om te denken dat
alle mensen die hetzelfde beroep
uitoefenen ook allemaal dag in dag
uit de hoogste prestaties leveren.
Maar het zou wel goed zijn om in
dit geval patiënten te beschermen
tegen eventuele vermindering van
kundigheid van sommige dokters.
Uit de klachten van patiënten die
regelmatig binnenkomen bij het
Medisch Tuchtcollege blijkt dat de
dokter vaak onmiddellijk in de gaten
loopt als hij een scheve schaats
rijdt. Maar misschien zouden daar
naast andere sanoties moeten be
staan voor die twee procent dokters
die onbekwaam of onwillig is.
In Engeland heeft de maatschappij
voor geneeskunst een commissie in-
gesteld, die een soort standaard
moet gaan bepalen waaraan dokters
moeten voldoen. Een aantal Engelse
dokters zal zich zeker verzetten te
gen deze beslissing die onlangs is
genomen op de Jaarvergadering van
de maatschappij geneeskunst. Ze
zullen er weinig voor voelen om re
gelmatig op hun medisch kunnen te
worden onderzocht.
De initiatiefnemer, dr. Frank Wells
uit East Suffolk, gesteund door de
wetenschappelijke afdeling van de
Engelse maatschappij geneeskunst,
zegt: „Het moet mogelijk zijn om
artsen, wier kundigheid in twijfel
wordt getrokken, te verzoeken of
zelfs te verbieden nog langer ver
antwoordelijkheid te dragen voor
patiënten. In sommige gevallen kan
het ook gebeuren dat iemand voor
taan minder werk moet doen".
In de Engelse ziekenhuizen is al
een systeem om de patiënten te be
schermen tegen dokters die over
spannen zijn of verslaafd aan zwa
re middelen. Een commissie van
dokters hoort in vertrouwen klach
ten van collega's aan over andere
collega's. Het gaat dan om zaken
waarbij de patiënt gevaar loopt.
Volgens een Engelse dokter hebben
patiënten meestal een scherpe neus.
Zij zullen naar dokter A gaan als
ze vriendelijkheid willen ontvangen
en naar dokter B als ze werkelijk
iets mankeren. In Nederland gaat
dat bijna niet op, omdat de mensen
een vaste huisdokter hebben. In
Engeland kan men bij wijze van
jiwen
r het
fachem
lieter
:entr
spreken voor elke kwaal een
dokter kiezen.
De competentie-test zoals de 1
die willen zou belangrjr
nen zijn voor de groep oude Op
ters, die min of meer in de n ;t ge
^opvatting van hun berojde
vastgeroest. Die niet goed i
de hoogte zijn van nieu
ontwikkelingen omdat
contact hebben met collegi
vakbladen niet of nauweL
zien. „We werken in N(che
hard aan de verbetering
kwaliteit van de gezondhei j
zegt dr. A. E. Leuftink,
van de Koninklijke Nederl
Maatschappij tot Bevorder!gee
Geneeskunst. In een kort
met hem blijkt dat in o
verschillende manieren
wordt gedaan om het peil
dokter hoog te houden. Maai^
initiatieven moeten nog vet veel
op gang komen voordat we
deel kunnen vellen
medische registratie bi< taan
gens dr. Leuftink al mogellfe
om vergelijkingsmateriaal
gen. Gegevens over bijvoorbejm
kenhuizen die men later
kan vergelijken. Een vergel
vaak nodig wil Je iets verbei om
Zo krijgen de opleidingszie
bezoek
die bekijken of de opleid!
aan de eisen voldoet. Wat
dokter betreft: hij weet
welke minimum eisen hij i
doen. Maar of hij dat i
tijk altijd waar maakt?
Buiten de kundigheid vai
zijn er andere dingen die v^den
aan een onderzoek onde r
mogen worden: spreekkamer
ten we vooral de wachtkam !r n(
vergeten. Niet dat het allem r gr<
moet zijn maar het mag er ïwd,
beurend uit zien. Vooruitsl eers
dokters zullen ook daar r
mee houden. ais
Dr. Leuftink vindt niet dat an^e
ties moet gaan opstellen om het
achter de broek te zitten.
zou alleen maar worden vfL^