BREDASE OMBUDSMAN TEGEN DIEVEN lijksdienst beeft droef Prentenboek f*f bnumentenzorg kan geen subsidie meer geven WOENSDAG 6 JUNI 1973 BREDA Regelmatige bewan delaars van het doorgaans weel derige inbrekerspad, zouden in de toekomst wel eens kunnen gaan merken, dat er op de afslag Breda weinig meer valt te halen. Dat zou dan een knap succes voor de plaatselijke gemeentepolitie zijn, die een om raadselachtige rede nen nog uniek initiatief heeft ge nomen. Bescherming: van de burgerij, rede neren ze daar, houdt niet op bij bij voorbeeld de voorlichting in het verkeer, waardoor Pietje niet meer onder de auto komt. omdat hij blind achter zijn bal de straat op- holde. Waarom dan particulieren, maar ook scholen, bedrijven, kanto ren en winkels niet ingelicht over de beveiliging van hun panden, waardoor het geld, het zilver of de sieraden buiten de grijpgrage vin gers van de crimineel blijven. Wie dat graag wil, kan over een poosje terecht op het Bredase hoofdbureau van politie. Daar zit dan een mannetje, dat zoveel van beveiliging afweet, dat na zijn ad vies bij wijze van spreken zelfs de wc niet meer is te forceren. Wie een huis gaat bouwen of een win keltje wil beginnen, kan van hem precies te horen krijgen, wat er aan beveiliging is te doen, hoe Je het kan doen, hoeveel het kost en waar je het kan kopen. Dat is hard nodig, want hoewel de criminaliteit, en vooral de vermo gensdiefstal, met sprongen stijgt, lijkt iedereen een broertje dood aan beveiliging te hebben. Wel huilerig aangifte doen, maar niet de moeite nemen om voor het slapen gaan even het kelderraampje dicht te doen. Het lijkt wel of de mensen erom vragen. Raar eigenlijk, die onverschilligheid over het eigen bezit. „Toen ik nog een fiets had", herinnert commissa ris H. W. E. M. van Goethem (52), hoofd van de Bredase gemeentepoli tie, zich, ..zette ik hem altijd op slot. Nu worden bromfietsen van 1000 gulden zo maar in een hoek gesmeten. Voor een gestolen fiets koopt men gewoon een nieuwe. De mensen hebben minder waardebesef, een nevenverschijnsel van de wel vaart misschien". Het gevaar van inbraak wordt als tijdsverschijnsel geaccepteerd. Men is te lui om er iets aan te doen en dat terwijl de moderne architectuur er juist om schreeuwt. „Vroeger werden de huizen nog met blinden en rolluiken gebouwd", haalt commissaris Van Goethem op. „maar nu gaat men niet verder meer dan een lipsslot op de voor deur. Een inbreker is echter nog nooit door de voordeur binnengeko men, maar een achterdeur is met een schroevendraaier open te krij gen. Bezuiniging in de bouw heet dat." Architecten, aannemers en op drachtgevers bekommeren zich piet om de veiligheid van hun creaties. „Ze weten alles van een leuke bad kamer of een aardige open haard af", ervaart Van Goethem, „maar een advies over beveiliging kunnen ze niet geven. Het ziet er allemaal prachtig uit, maar helaas maar al te vaak ook voor de inbreker." Neem de fraai uitgevoerde lagere scholen van de laatste tijd, net zo leuk voor de kleintjes als voor de boef. „Toen er nog niet meer dan een paar krijtjes en een telraam waren, was het allemaal nog niet zo erg", weet de commissaris, „maar nu staan daar filmcamera's, band recorders Geen plek alleen maai breker kan lopen." Het aantal inbraken kon cr in Bre da jaarlijks met 25 procent door stijgen. "Dan kan je het recher en kleurentelevisie, i het spul op te bergen, open lokalen. Een in- moeiteloos in- en uit- che-apparaat gaan uitbreiden", vindt commissaris Van Goethem, „maar je kan ook proberen de bur gerij ervan te doordringen haar ei gendommen beter te beschermen. Je moet het volledig gebrek aan be langstelling daarvoor doorbreken. De apathie, het defaitisme van „er is toch niets aan te doen" moet verdwijnen." De commissaris riep daarvoor twee maanden geleden een werkgroep in het leven, waarin hij, het hoofd van de justitiële dienst, een archi tect. deskundigen op het gebied van elektronica en alarmeringen en een ambtenaar van de technische re cherche zich over de beveiligings mogelijkheden buigen. Praktijkmensen, die alles wat met veiliger wonen en werken heeft te maken, nog eens op een rijtje zet ten. Een soort ombudsman zal dan straks iedereen, die daar behoefte aan hééft, van advies kunnen die- „En dat is dan informatie, die veel verder gaat dan wat men moet doen als men op vakantie gaat", verzekert commissaris- Van Goe them. „Want in Nederland zijn we helaas daar ongeveer blijven ste ken." Het is zo zoetjes aan tijd om wakker te worden. De voordeur is voorzien van een lipsslot (foto links maar de achterdeur (foto rechts) is met een schroe vendraaier open te krijgen. Bezuiniging in de bouw heet dat Door Daan Overhoff m f-> gf ST Het is een dik album vol droefheid, dat men bij de Rijksdienst voor de Mo- lentenzorg kan openslaan. Het bevat foto's en gegevens van de duizenden grote en ne historische panden, die tot een bouwval staan te worden. Hun redding zal onmo- 'jk zijn of te laat komen. In plaaits van een subsidie voor restauratie moet de Rijksdienst de Monumentenzorg een sloopvergunning afgeven, zaak geldgebrek. iet nieuwe hoofdkwartier van Monumentenzorg in Zeist ziet men de toekomst zeer ber in. ,,De klok staat al op vijf voor twaalf", zegt men er, ,,hoe we na 1975 de moeten opvangen, weten we niet". foting Nationale Contactcom- Monumentenbescherming ®ge stichting, waarin particu- verenigingen voor monumen- të zich verenigd hebben deze maand de noodklok ge- De stichting wees er op, dat lienst momenteel maar subsidieverzoeken voor de 'tle van woonhuizen, boerde- orgels. kerken en kastelen behandeling kan nemen. 1. dat CRM aan de Rijks voor de Monumentenzorg be- ®ar stelt was voor 1973 44 1 Bulden. Tot en met 1975 zal Iksdienst het met eenzelfde drag moeten doen. Pas in !al de minister het budget Monumentenzorg opnieuw be- ludertussen stijgen arbeids- teriaalkosten. (16% per Jaar). 1973 zou men eigenlijk al de Iking moeten hebben Het komt er op neer dat '°°r het toekennen van subsi- reeds nu moet putten uit de -en van de komende 'aren. voor de Monumen- 7.00 's erg blij met de grote 7.O0 de Particuliere stichting Door Aad Wagenaar 7.30 heeft opgezet. „Onze nood is een zaak, die de aandacht verdient," zegt voorlichter A.P. Smaal, „we kunnen momenteel niets anders doen dan korte briefjes aan de mensen schrijven, waarin we onze spijt uitdrukken, dat we hun subsi dieverzoek niet in behandeling kun nen nemen en dat ze het na '75 nog maar eens moeten proberen". „En dan komt er natuurlijk een enorme klap, als die subsidiestop zogenaamd voorbij is," voorspelt de heer C.J.Bardet somber. Hij is bij Monumentenzorg districtshoofd voor zuidwest Nederland. „Juist in deze tijd is er groot en thousiasme bij mensen en instellin gen, die historische panden bezitten en die willen restaureren. Wij heb ben er Jaren voor gewerkt om de mensen restauratie-minded te ma ken en nu moeten we dat enthou siasme weer remmen doordat we ze niet met geld kunnen helpen". Iemand, die een onder de Monu mentenwet vallend pand wil restau reren, kan voor 30% subsidie bij de gemeente terecht, voor 10% bij de provincie en voor 30% bij de Rijks dienst. Zelf moet hij dus ook 30% van de kósten opbrengen. „Met allerlei bijkomstigheden en in terieurzaken komt dat in de prak tijk echter meestal uit op 50%. Een hele hap, maar dat blijkt helemaal het probleem niet te zijn. De men sen hebben het geld er grif voor over; er zijn er zelfs die bij ons vergunning vragen en geen subsidie willen," zegt de heer Bardet. „Dat zijn dus de mensen, die niet tot na '75 willen wachten," aldus voorlichter Smaal, „de anderen zullen straks een hausse veroorzaken. Maar het is zeer de vraag of die nieuwe subsidieaanvragen nog vóór 1980 aan de beurt zullen komen. Nu aL werken we met terugwerken de kracht. Als na 1975 onze uitke ring van CRM omhoog gaat en niet langer op 44 miljoen gefixeerd blijft we moeten in dit opzicht het beste hopen van de nieuwe regering is de achterstand enorm gewor den". "De woonhuizen zijn ons grootste probleem", zegt de heer Bardet, „sommigen kunnen het niet langer zonder restauratie uithouden of ze storten onherstelbaar in elkaar. Maar het geld voor die restauratie is er nu eenmaal niet, dus moeten we maar een sloopvergunning afge ven. Met veel pijn in het hart na tuurlijk". Niet alleen woonhuizen echter. De heer Bardet laat foto's zien: een synagoge in Delft, prachtige land- bouwschuren op Goeree, een kazer ne in Woerden, een hofje in Leer dam. „We kumien hier niet langer wachten met sloopvergunningen", stelt hij vast. Wat hij ook zeer frusterend vindt, is dat men door het geldgebrek niet aan bepaalde projecten kan door werken. „In Middelburg konden we in '67 voor vijf pandjes in een histo risch straatje subsidie geven. Men zou er, nu men daar eenmaal bezig is, graag doorgaan met de aansluitende 20 andere pandjes. Maar daar kunnen we geen geld meer voor geven, dus dat straatje is maar voor een klein deel voltooid. In Den Haag konden we in het Hofje van Nieuwkoop zeven pandjes De achterkant van een pand aan de Hogeivoerd in Leiden. De voorkant is zeer gaaf. De Rijks dienst voor de Monumentenzorg hecht er veel waarde aan dat het gerestaureerd wordt. De eigenaar (Stichting Studentenhuisvesting wil er geld voor op tafel leggen, maar de Rijksdienst moet nee zeggen tegen de subsidie-aanvra ge. 'n Sloopvergunning dus? restaureren. Voor de rest hebben we nu geen geld meer. Ook een onaf gewerkte zaak dus. Zo zijn er hon derden Over wat er na 1975 moet gebeuren kan men bij de Rijksdienst nauwe lijks iets zinnigs zeggen. Wel heeft men voor de oplossing van de ac tuele nood door de bevriezing van de CRM-uitkering van 44 mil joen een suggestie: „Met een ex tra uitkering van 10 miljoen, zou den we al een heel eind uit de zor gen zijn. We zouden de lopende projecten behoorlijk kunnen uitvoe- Voorlichter Smaal zegt:„Zoals 1970 het Natuurjaar was. wordt 1975 het Monumentenjaar. We zien het. zoals de situatie nu is. niet erg best zit ten dat Nederland dan behoorlijk voor de dag kan komen".

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1973 | | pagina 21