iecht ais istrument Wat je van je minnaar „eisen" kunt „Goud der Goden": weer nieuwe speurtocht van Erich von Daniken LOUIS PAUL BOON VERTELLINGEN VAN Boeken over planten en hun verzorging iindel opstellen Kernachtige poezie Ijsdag 28 maart 1973 ht als instrument van behoud en verandering" is de rerende titel van een bundel opstellen aangeboden aan mr. J. J. M. van der Ven. Prof. Van der Ven doceerde Irecht arbeidsrecht, wijsbegeerte van 't recht en rechts- logie. bundel bevat 30-17.3 X)-17.OT 30-17. maar liefst 45 bijna een derde band van buitenlandse au- Het gevolg is een grote ver- tnheid van onderwerpen over terrein van het recht: vol- sociaal-economisch recht, en privaatrecht en milieu - een dikke bundel is het ver- aan het eind te beginnen, een bijdrage van prof. mr. B. Koeling over de rechtpositie opstandige burger in de bur- :og. Roeling komt tot de droe- dat het volkenrecht de m fighter" minimale garan- T i king komt in rechtbeglnseden als goede trouw, redelijkheid en weder rechtelijkheid. MEVR. MR J. SOETENHORST- DE SAVORNIN LOKMAN „recht als instrument van behoud verandering", bundel opstellen, aai geboden aan prof. mr. J. J. M. va de Ven, Kluwer, Deventer, f 55,-, Goud der goden, sporen uit het heelal, door Erich von Daniken. Uitgeverij Ank- Hermes b. v. Deventer. Vertaling Dolf Ver- De lezers van de boeken van Erich von Daniken zijn te split sen in twee categorieën. De ene in wat de Zwitser ons te vertellen heeft over bezoeken van wezens afkomstig van andere planeten en de tweede groepje zal bij het le zen af en toe glimlachen. Eén ding hebben beide groepen gemeen; ze zullen allebei geboeid worden door de verteltrant van Von Daniken. En omdat de schrijver aan de le zer alle ruimte laat voor een ei gen interpretatie van de feiten doet het er niet zo verschrikke lijk veel toe waar de scheidslijn tussen wetenschappelijke verant woord en fantasie ligt. Na „Waren de goden kosmo nauten" en „terug naar de ster ren" draagt Erich von Daniken in zijn derde in Nederland versche nen boek opnieuw veel materiaal aan om zijn theorie, dat de aarde in lang vervlogen tijden bezoek moet hebben gehad van andere planeten. Hij maakte daarvoor 'n nieuwe wereldreis en bracht on der meer bezoeken aan Ceylon. Singapore, Maleisië, Guam, Nieuw Zeeland, Taiwan-Chili, Brazilië. Ecuador en Colombia. Persoonlijk vond ik zijn relaas over zijn dwaaltocht door de onderaardse gangen in Zuid-Amerika het meest interessante deel samen met de enorme goudschatten in Cuenaca waarvan in het boek een serie kleurenfoto's is opgenomen. Naast de grote hoeveelheid nieu we feiten die hij te berde brengt grijpt Von Daniken in zijn boek ook af en toe terug op vorige pu blicaties die aanvult met nieuwe gegevens of versterkt met nieuwe argumenten. Maar ook voor diege ne die de eerste twee boeken van Von Daniken niet heeft gelezen zal al snel duidelijk zijn wat de schrijver tracht aan te tonen. En dan maar afwachten tot welke categorie u straks behoort. Op de foto: Erich von Daniken. BRAM VAN LEEUWEN Politiek met „harde hand' De Versplinterde Sleutel Das- hiell Hammett, Uitgeverij De Ar beiderspers Als er een Amerikaanse beroepen gids zou bestaan zou er achter de naam van de hoofdfiguur uit dit boek, Ned Neamont, „ward heeler" staan. Dat wil zoveel zeggen als „klusjesman" voor de grote politieke baas. En in het Amerika van de ja ren twintig was dat geen job waar Je rustig naar je pensioen kon free wheelen. Behalve een goed stel her sens moest je beschikken over een paar mokers van vuisten om tegen allerlei gespuis overeind te blijven. Ned Beamont krijgt ze in het boek af en toe dan ook uitgemeten. Kei hard dus, maar de schrijver blijft in zijn taalgebruik uiterst terughou dend. Geen obseniteiten. Daar was Hammett, ondanks het feit dat hij door Raymond Chandler beschouwd wordt als de man die het harde misdaadverhaal Introduceerde geen type voor. De auteur schreef het boek in 1931, onder de titel „The Glass Key". Omdat er in de afge lopen jaren zoveel „glas" in film- en boektitels werd gedaan wijzigde de uitgever de naam van het boek. De activiteit van het boek bleef echter bewaard. BRAM VAN LEEUWEN tegen een koloniale ovearheer- rechtvaarigd zijn: dit bete- niett als re- raft mogen worden en als e vang enen behandeld moeten Maar er zit een addertje on- giras: als zij oorlogsmisdaden begaan, mogen zij wel ge- rorden en guerrillastrijd wordt togsmisdaad beschouwd. G. Peters, hoogleraar straf- i Utrecht, ziet het straf pro- belangrdjik moment voor ver- ag. Daar kan de rechter het idshandelen werkelijk kritisch Voorwaarde is wel een be te rechtshulp en... een echte mtoeiljke rechter. Op die ma- strafproces meewerken emancipatie van de burger, schetst een ontwikkeling van ihit, waarbij wij ons nu in een ngsfase zouden bevinden van recht, waarbij de eerbied voor ag centraal staat naar demo- te participatie. bijdrage van T. Koopmans, in Leiden, anknopdngspunten voor de ju- wel eens wat veranderen wil. nans schrijft over conserve- a activerende rechtsbegrip- het terrein van de verande rt de bundel weinig vuur- et accent komt daardoor wel op het „behoud" te liggen, het verhaal van prof. dr. J. tetiteld „vergelding als ga- wat anachronistisch aan. wdit anno 1972 de vroeg-19de wijsgeer Emanuel Kant be- Kant construeerde de pure imgsstraf vanuit een soort rde die daarom zou vragen. „Zij, die reohtsarde. ver ontstane wanverhouding door vering, d.w.z. door een onze- subjectief- egoïstische genieten wijken voor de objectieve eis rechtigheid". Dit wil zoiets wij straffen niet omdat fijn vinden, maar omdat zij In vinden. Dit doet nui'j even aan de uitspraak van James a, een rechter uit het Victorl- Engeland, voor wie straf de- funotie had voor de dorst na/ar als het huwelijk voor de sek- tmger. Mende bijdragen gaan dn op thodenstrijd, die op dit mo feer opbloeit in de Juridische functionalisten - die denken in doel-raidddel- i's en stuursystemen - tegen- ndamentalisten. Deze laat- madrukken de eigen inbreng recht, dat vooral tot uitdruk- Eten op zijn Vlaams Dorp in Vlaanderen Louis Paul Boon, Eten op zijn Vlaams. Uitgeverij de Arbeiderspers. In veel mopjes over Belgen, die in deze tijd zo'n opgang maken, wor den de Belgen afgeschilderd als een volk van patatvreters. Louis Paul Boon heeft dat met dit boek zeker niet tegengewerkt. Aan de aardappel worden vele bladzijde gewijd in dit bundeltje verhalen over allerlei eet- toestanden. Zelf vermeldt hij: "Ja, er is zelfs in de UNO het voorstel K land Groot-Frdfttanje te 200 heesters in kleur door Jaap Hage. Uitgeverij Zomer en Keuning. YVageningen. Toepassing en verzor ging van vaste planten door Mien Ruys, Uitgeverij Kosmos, Amster dam, Antwerpen. De Nederlandse tuinliefhebber kan als hij dat wil langzamerhand wel een paar planken bij zijn boe kenkast leegruimen als hij de boe ken wil plaatsen, die de laatste Ja ren over tuinieren zijn verschenen. Dat er toch steeds weer nieuwe op de markt verschijnen wijst op een duidelijke behoefte aan dit soort lec tuur. Zoals de schrijver in het voor woord van het boekje "200 heesters in kleur" al zegt dekt de titel de "la ding" niet volledig. Behalve heesters bevat het boekje ook vele kleurenfo to's van coniferen, klimplanten, ro zen en andere gewassen voor de tuin. Ze zijn alfabetisch gerangschikt en in de toelichting wordt een schat aan informatie verstrekt over de wijze van aanplanten, snoeien en kweken. Verder wijst de schrijver aan welke planten het best te combineren zijn, welke het het best doen op een bepaalde plaats en waar ze oor spronkelijk vandaan gekomen zijn. Omdat er vele duizenden planten soorten bestaan moest de keuze be perkt blijven. Wel heeft de schrijver gepoogd Juist die planten te vermel den. die bij een goed gesorteerde kwekerij of een goed tuincentrum te bemachtigen zijn. En om te zorgen dat u het hele Jaar wat kleurigs in uw tuin hebt staan is in het boekje dat f 14.50 kost ook een broei- kalender opgenomen. Tuin- en landschapsarchitect Mien Ruys schreef al in 1939 haar eerste boek over het aanleggen van een tuin en het onderhoud daarvan. On langs is de vijfde en herziene druk van het boekje verschenen. Omdat het inzicht over tuinaanleg in de loop der Jaren sterk gewijzigd is zijn ook in het boek ingrijpende veranderin gen aangebracht. De nadruk bleef echter liggen op de vaste planten. Daarnaast bevat het boekje een se rie plannen voor de beplanting van een tuin. Om daarvan eèn beeld te krijgen zijn in het boekje vele foto's opgenomen. BRAM VAN LEEUWEN Het werd een erg aardig boekje, met veel verwijzingen naar hetver- leden. Daarom staan er verhalen (en af en toe ook nog fragmentari sche recepten) ia over allerlei spe cifieke Vlaamse schotels. Zoals en aardappelen. Boon merkt hier bij terecht op, dat het erg geschikt Is voor grondwerkers, metselaars en alle anderen die zwaar buitenwerk te volbrengen hebben en een goed gevulde maag willen". Louis Paul Boon ("Boontje") had als hoop bij het samenstellen van dit boek opgebouwd uit eerder door hem gepubliceerde cursiefjes dat men naast allerlei exotische gerech ten ook eens dichterbij bleef. Dat het zo ver zou komen dat een Vlaamse stoofkarbonade met door- gestampte patatten en een schui mend glas bier voor die verre bui tenlandse schotels in de plaats zou komen. Of het inderdaad lukt weet ik niet, maar 't is 'n lezenswaar dig boekje geworden. Op het uit klapbare omslag van Piel van der Veen maakt men trouwens ook niet gauw uitgekeken. PIETER TAFFIJN. Louis Paul Boon. Dorp in Vlaan deren. Salamander-reeks. Als Louis Paul Boon over niets an ders schrijft dan zijn domicilie, de inhoudelijke kanten en de contouren zijn er maar enkele hoofdstukjes voor nodig om te concluderen dat zijn "Dorp in Vlaanderen" gelezen dient te worden in een lommerrijke, rus tieke omgeving en onder het genot van een vorstelijke wijn. Door het vrij simpele Vlaams, dat als bij Stijn Streuvels noopt tot vi sioenen met zinderende korenvelden, zijn de verhalen met een uiterst draaglijk karakter uitgerust. Bij voorbeeld als Boon schrijft over de nieuwe pentankbaan ("die ik me heb aangelegd"), als gold het een kleine Jongen die zich de hersentjes afpijnigt om z'n autoped te laten vlie gen. Door het hele boekje heen loopt een wat milde humor, die tegelijk aan geeft vanuit welk een relativisme de schrijver zijn beelden gestalte geeft. En indien het zijn bedoeling is ge weest om op die manier 29 belang rijkheden op losse schroeven te zet ten, dan is hij daar wel in geslaagd. WIM WIRTZ Hendrik van Teylingen. Van al door groter hoogte plat op het zeiL De Arbeiderspers-Amsterdam. Zoals in die algeheel lovende kritie ken die Hendrik van Teylingen in 1966 ontving op zijn "De baron fietst rond", zozeer zouden de critici van toen zich moeten uitlaten over Van Teyliïigens nieuwste bundel „Van al door groter hoogte plat op het zeil". De dichter T. van Deel sprak na le zing van het manuscript over „ont zaglijk virtuoos" en "het tegendeel van ik-jes poëzie". Daarbij ware, zoals Van Deel inderdaad deed, te voegen dat enorme vermogen om sommige thema's vanuit een puur parodiërende instelling neer te zet ten, en op die manier de lezer met z'n neus op de feiten te drukken. Van Teylingen geeft er in zijn nieuwste bundel blijk van in staat te zijn zowel gedichten te laten stinken - wensvolle gedachte van de dichter Gerrit Kromrij - ais ze te laten zin gen. Beide bereikt hij door de bijzon der plastische formulering, de kern achtige uitdrukking. Door acht re gels vertolkt Van Teylingen wat mooi is en wat lelijk. En probeer daar na het lezen van "Van aldoor groter hoogte plat op het zeil" dan maar eens aan te tornen. WIM WIRTZ Van PVV (onder valse vlag) ge sproken deze roman van Theo Kars, schrijver van "De Verval sers", die geschiedenis van drie Jon gens die postwissels vervalsten, heet dus "De Geisha" en op de omslag staan twee, tot op hun gordeltjes na, naakte meisjes in innige omhel zing. Wie dat plaatje bekijkt denkt subiet met een roman over een les bische verhouding te doen te heb ben en niets ia minder waar. Het be grip geisha wordt ook onjuist ge bruikt omdat deze Japanse dames van gezelschap ten eerste niet bij voorkeur met him cliënten naar bed gaan en, mocht het zich voor doen, daar zeker niet voor betalen en ten tweede hoogst ontwikkelde vrouwen zijn. Terwijl de beide vrouwelijke hoofdpersonen plus him man niet te beschrijven onder ontwikkeld zijn. En dat is dan dat. Om de meisjes in kwestie gaat het alleen voor zover zij erotische proef dieren zijn van de mannelijke hoofdfiguur genaamd Allard Koch. Aan het begin van het ver haal zit deze Allard ietwat in de knoop. Zijn vriendin Hella heeft hem zojuist op straat gezet en dat na hem vier hele jaren onderhou den te hebben. Teineinde zich in het vervolg toch te kunnen ophouden in rokerige café's, waar kort-en langharigen zitten en waar meisjes met stevige gevulde dijen binnen komen die het rokerige verblijf in beroering brengen, zou Allard eigenlijk wel iets moeten gaan uit voeren. maar daar voelt hij totaal niets voor. Er zit dus niets anders op dan een opvolgster voor de goed geefse Hella te gaan zoeken en vin den. Dat blijkt, waarschijnlijk tot verbazing van de lezer, een koud kunstje te zijn. Tot verbazing van de le er, want wat je ook van Am sterdam zeggen mag, je krijgt er niet de indruk dat meisjes daar bij voorkeur de rol van slavin spelen of er naar lopen te hunkeren het be roerde baantje van ouvreuse in een bios op zich te nemen teneinde een student van eten te voorzien. Maar hoe dan ook, de Anna uit dit verhaal behoort tot die opoffe rende zielen en op een bepaalde manier zou je ook nog kunnen zeg gen dat ze waar voor haar geld krijgt. Tenminste, als die "waar" waar zij op prijs stelt, uit niet an ders bestaat dan uit goed bediend worden in bed. Anna heeft n.l. sex- uele moeilijkheden. Zij kan tot nog toe haar "hoogtepunt" niet berei ken. In een situatie als deze schijnt Allard het principe van "voor wat hoort wat" te huldigen. Na met enige moeite Anna in bed gekregen te hebben, bemerkt hij wat er aan de hand is en hij neemt zich voor daar een stokje voor te steken (pardon). Met de zorgvuldige oplet tendheid en het geduld, eenmaal zozeer aanbevolen in "Het Volko men Huwelijk" van een zekere dok ter Van der Velde, weet hij zijn Anna tot de gewenste situatie te krijgen. Dit staat er nu zo in één volzin, maar als ik zeg dat een groot deel van het boek gevuld is met Allards waarnemingen van Anna's houdingen, reacties, gebaren, zijn eigen zelfbedwang niet te ver geten dan zal iedereen wel begrij pen dat er van de paringsstadia tus sen deze beide lieden niets verhuld blijft. Het zonderlinge is nu dat dit hele procédé ook als procédé be schreven wordt. Het wordt zoiets als een beschrijving van hoe Je met veel moeite Je motor aan de praat krijgt. Over verliefdheid, genegen heid of welk tot voor kort toch met geen woord gerept met dit paar dat zich buiten brood en spelen niets voor kan stellen blijkbaar. Ja toch. één gevoel komt eraan te pas en dat is dankbaarheid van de zij de van Anna. Maar ook die dank baarheid neemt een zonderlinge vorm aan. Overwegende dat haar Jongere zusje Tanja nog steeds bij pa en moe in Vlaardingen zit en in de omgeving waarin zij verkeert wel nooit een behoorlijke sexopvoeding zal krijgen, komt zij op de gedach te dat Tanja naar Amsterdam moet komen ten einde te kunnen profite ren van de lessen van meester Al lard. Na een bezoek van Anna met Allard aan het ouderlijk binnen huisje mag Tanja komen logeren bij haar zuster en de al van tevo ren gesmede plannen voor twee en voor drie worden bij dat samenzijn uitgevoerd. Helaas heeft Tanje geen toestem ming voor een werkelijk lang ver blijf. Zodoende kan zij niet ten vol le deelnemen aan Allards ditmaal gratis gegeven cursus. Na haar ver trek komen Allard en Anna echter in een lang gesprek tot de conclusie, dat Tanja ten eerste nog te onrijp is om te snappen waar het bij dat hoog tepunt eigenlijk om gaat en ten tweede dat zij een bedriegster is, die niet voor de pret gekomen is maar om Allard voor zichzelf in de wacht te slepen. Na deze overwegingen ver scheurt Anna Tanja's portretten, en het verhaal houdt op. Het klinkt werkelijk ongelooflijk maar er wordt in deze hele roman nagenoeg over niets anders gespro ken dan over diverse onderdelen van het menselijk lichaam en dan nog alleen in verband met de paring. Voor man noch vrouw bestaat er iets waar zij ook maar een spoor van belangstelling voor hebben bui ten de sex. Het gevolg is dan ook dat de hele historie een uitermate leven loze indruk maakt. En dat terwijl die zich bezig houdt met een onder werp waarvan iedereen zegt dat het het belangrijkste van het menselijk bestaan is. Maar Allard en Anna zijn ook nauwelijks mensen. Het lijken eerder een paar robots geconstrueerd voor sexhandelingen. Toch ontkom Je niet aan de in druk dat het allemaal doodernstig be doeld is, zodat de gedachte aan por no ook weer niet in Je opkomt. Ga je je dus afvragen waarom een boek als dit geschreven is dan kun Je al leen maar tot de conclusie komen dat het de bedoeling van de auteur is geweest nu eens een duidelijke, overduidelijke handleiding te schrij ven voor mannen die met vrouwen naar bed gaan als tegenprestatie voor levensonderhoud en tevens een handleiding voor vrouwen om hen te vertellen wat ze in bed van een man moeten eisen. Er staat verder geen woord kwaad in zomin als in alle an dere handleidingen voor welk doel dan ook. maar vervelend is het wel. CLARA EGG INK

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1973 | | pagina 13