Suriname:
land van
I
^ongekende
mogelijk
heden
enorme grijpers continu in bedrijf
om de bauxiet af te graven. Als de
grijpers hun werk hebben gedaan,
blijft een maanlandschap achter.
Vier ton bauxiet wordt langs che-
misohe weg getransformeerd in twee
ton aluinaarde, die uiteindelijk een
ton aluminium opleveren. De Suri
naamse bauxiet wordt gedeeltelijk
als ruwe grondstof geëxporteerd en
gedeeltelijk in Paranam tot aluin
aarde verwerkt en dan uitgevoerd.
Het ontbreken van een aluminium-
fabriek brengt met zich mee, dat
een groot gedeelte van de inkom
sten uit de bauxietindustrie niet in,
maar naast de Surinaamse schatkist
valt. Vier ton bauxiet heeft een ex
portwaarde van ƒ160: een ton alu
minium 2.000. Aan exportheffingen
scheelt dit de schatkist 500 per
ton. Indien alle bauxiet in Surina
me tot aluminium zou worden ver
werkt, zou dit alleen aan exporthef
fingen per jaar 40 miljoen gulden
extra opleveren.
Verontwaardiging
Bijzonder verontwaardigd is de vak
bond van bauxietarbeMers over het
feit, dat in het Zeeuwse Sloegebied
met financiële steun van de Neder
landse regering een aluminiumsmel
ter (Pechiney) is neergezet, die o.a.
werkt met uit Suriname afkomstig
bauxiet: „Die smelter had hier
moeten sbaan. Met het wegnemen
van die fabriek heeft men 1200
hoogwaardige arbeidsplaatsen van
ons afgenomen plus nog de afgelei
de werkgelegenheid, die zo'n fabriek
met zich meebrengt".
De bauxiet/maatschappij en storten
jaartijks zo'n 20 miljoen gulden aan
winstbelasting in de overheidskas.
Hier staat eohter tegenover, dat Su-
ralco per jaar ruim 45 miljoen gul
den en Billiiton 10 miljoen gulden
naar de hoofdkantoren in de VS en
Nederland overmaken. De joint-
venture overeenkomst, die de Suri
naamse regering enkele Jaren gele
den heeft gesloten met het Rey
nolds-concern blijkt minder roos
kleurig dam aanvankelijk werd ge
zegd.
De Joint-venture heeft betrekking
op een bauxietconoesaie in het
moeilijk toegankelijke Bakhuisge
bergte. Als medevennoot moet de
Surinaamse overheid zorgen voor
een spoorweg (toosten 40 miljoen
gulden), wegen en havens. Het zal
nog wel tien tot vijftien Jaar duren,
voordat er in dit gebied bauxiet
geëxploiteerd kan warden.
Reynolds was slechte bereid deze
joint-venture aan te gaan indien
men ook een eigen concessie kreeg
in de kustvlakte aan de Copaname-
rivier, waar de exploitatie binnen
enkele Jaren op gang kan komen.
Het zal ook geen toeval zijn, dat
Reynolds in de kustvlakteconcessie
aanmerkelijk actiever is dan in het
Bakhuisgebergte.
De politiek van de bauxietmaat-
schappijen maakt hen in Suriname
verre van populair. Dit beleid roept
verzet op, maar men is niet in
staat tegenspel te bieden. Dat geldt
niet allen voor de bauxietmaat-
schappijen, maar ook voor Bruyn-
zeel in de houtsector, voor de Ne
derlandse banken, de Overzeese
GAS en Elektriciteitsmaatschappij
(OGEM>, de KNSM en al die veelal
Nederlandse bedrijven, die zich erop
beroepen de Surinaamse economie
te steunen en de werkgelegenheid te
vergroten, maar die door een Suri
namer worden gebrandmerkt als
„economisch paternalisme" en .ko
loniale uitbuiting".
Basisprobleem
Het basdpsrobleem van Suriname is
hetzelfde ais in vrijwel alle Zuid-
amerikaanse landenEen Surina
mer verdient te weinig om tot kapi
taalvorming te komen. Zonder kapi
taal geen industrie: zonder eigen
industrie geen kapitaal
Het is een teken aan de wand dat
met het toenemen van de ontwikke
lingshulp de relatieve welvaart van
de Surinaamse bevolking zeker niet
vooruit is gegaan. De winsten, die
PAGINA 17
Een ander veel gehoorde klacht: de
projecten worden uitgevoerd door
de Nederlandse aannemers: Suri
naamse kleinere bedrijven
krijgen geen kans. Een gevolg hier
van is dat de Surinaamse bedrijven
verstoken blijven van de ervaring,
die zij in de toekomst hard nodig
zullen hebben, terwijl een groot deel
van de ontwikkelingsgelden niet in
Suriname circuleert, maar naar Ne
derland terugvloeit.
De sociale sector van de ontwikke
lingshulp is al Jaren het stiefkind:
Er zijn een paar honderd „volkswo
ningen" gebouwd .De gewone arbei
der kan van zijn weekloon van f50
de huur van f45 onmogelijk op
brengen. Wat bedoeld is als volks
woning, is uiteindelijk een woning
voor de kleine middenstand gewor
den. Als gevolg van de ontwikke
lingshulp zit Suriname niet alleen
opgescheept met een schuld aan
Nederland van ruim 150 miljoen
gulden, maar bovendien met hon
derden kilometers weg, zonder dat
er geld is om deze wegen te onder
houden.
De problemen van Suriname wor
den niet opgelost door de ontwikke
lingshulp te verhogen. Het gaat niet
om de miljoenen, maar om de in
tentie die erachter schuil gaat. „Als
Nederland het oprecht meent met
de ontwikkelingshulp", hoor Je van
een Jonge econoom, „dan moet men
ons machines en fabrieken ge
ven, zodat wij in de eerste plaats een
import vervangende industrie op
poten kunnen zetten. Het is gewoon
belachelijk dat wij jaarlijks voor
meer dan 20 miljoen gulden aan le
vensmiddelen importeren. De gra
pefruits drijven hier in de rivier,
omdat er geen markt voor is, maar
wij importeren grapefruits in blik".
„Laat Nederland ons helpen bdj de
aanschaf van zeeschepen, zodat wij
zelf onze bauxiet of aluinaarde over
de oceaan kunnen brengen. Laat
ons zelf de projecten uitvoeren en
geef ons de kans om fouten te -na-
'en De buitenlandse bedrijven, die
nu de projecten uitvoeren, maken
ze ook. OW ons echte ontwikke
lingshulp, dan kunnen wij zelf onze
wegen aanleggen".
inges V—y
d Ho
de buitenlandse bedrijven in de af
gelopen jaren naar hun moeder
maatschappijen hebben overge
maakt, zijn wel enorm gestegen.
Volgens gegevens uit ©en rapport
van het Surinaams ministerie van
opbouw werd in 1953 door de bui
tenlandse bedrijven 3,5 miljoen gul
den, ofwel 3 procent van het natio
nale inkomen, naar het buitenland
overgemaakt. In 1968 was dit opge-
lcpen tot 69,1 miljoen gulden,
15 procent van het nationaal inko
men.
Laat die Nederlandse belastingbeta
ler, die via zijn fiscale bijdrage de
ontwikkelingshulp mogelijk maakt,
niet de illusie koesteren dat zijn Su
rinaamse rijksgenoot met tranen in
de ogen en ontroerd „Dank U" zal
stamelen. Die ontwikkelingshulp
gaat over en langs hem heen, en
komt ver buiten zijn gezichtsveld
terecht. Men zal in Suriname ner
gens enthousiaste geluiden horen
omtrent de ontwikkelingshulp: zelfs
niet in regeringskringen.
De algemene klacht is dat de ont
wikkelingshulp tot nu toe bijna uit
sluitend is gebruikt voor infrastruc
turele werken voor de verre toe
komst, maar dat er weinig of niets
gedaan wordt voor de behoeften
van vandaag en morgen. Bosont-
slurting, luchtkartering, landings-
strips in het oerwoud, een weg van
400 km naar West-Suriname zijn
mooie projecten om elkaar op mi
nisterieel niveau goedkeurend op de
schouders te kloppen, maar de ver
pauperde bevolking van vandaag
?'hiet er niets mee op. Een onder
ontwikkeld land heeft natuurlijk
een infrastructuur nodig maar als
je uiteindelijk bereikt dat buiten
landse bedrijven ermee bevoordeeld
worden, dan komt de vraag naar
boven: „Wie helpt eigenlijk wie?".
Aannemers
De aluinaardefabriek van
het Amerikaanse Suralco-
bedrijf dat met de Neder
landse Billiton-maatschap-
pij heer en meester is aan
het bauxietfront.
<tie iMARIBO Als tienduizend mensen jaarlijks hun
a en rug toekeren, dan is er iets mis. Dan zijn er wantoe-
die je niet wegneemt door, zoals de Surinaamse pre-
*dney, te verklaren dat ,»de emigratie een Nederlands
m is". De oplossing waarover in Nederland gesproken
- de grens sluiten voor Surinamers lost evenmin iets
chien datfde stakingen en de relletjes, die Suriname nu
(kt, de machthebbers aan het denken zetten. De macht-
V| dat zijn niet alleen de Surinaamse ministers, maar
leiders van de in Suriname gevestigde bedrijven die in
economisch beleid bepalen. Misschien dat men zich
ook zal afvragen of er iets is misgegaan met de
pdse ontwikkelingshulp aan Suriname.
ekken met Surinamers
begrip „koloniale uitbui-
3s naar voren, zij het in
TEL. f£je bewoordingen. De ge-
onze 5urinamer weet heel ^oed
een potentieel rijk land
ir hij ziet ook dat het me-
tt Ti zijn landgenoten in ar-
££jjt en hij weet inmiddels
dtenlandse maatschappijen
Door
Gerard Habraken
Hl profijt trekken van de
van zijn land.
it machteloos tegen-
'koloniale uitbuiting", en
heil of in een vlucht
W-land, of, zoals dait nu
rebellie tegen zijn rege-
te weiinig onderneemt om
lische toekomst van Suri-
te bepalen. Over de rug
rinaamse regering heen is
van de vakbonden wel
tik gericht tegen de bui-
te blijven. De bezetting
iantoor van de Algemene
erland in Paramaribo was
h vergissing.
ds een gebied met onge-
v Degelijkheden", lees je in
*aams aardri jkskundeboek-
fcan de schrijver, wat de
•rjuomst betreft, wel eens ge-
(jgen, maar wat het heden
(eft de economische toe
zijn land meer weg van
pet.
de ontwikkelingshulp in
k niets anders blijkt dan
Maassurprise, staat Suri-
Nederland in het krijt
150 miljoen gulden. In
Nederland de rente en
'an deze schuld voor vijf
ïhort. Maar ook zonder
itingen vertoont de Suri-
een tek°rt van 38
VJ|ilden. Een tekort van 38
naar Nederlandse begro-
niet zo indrukwek-
ir op een Surinaamse be-
kn in totaal 160 miljoen
ëft deze jaarlijks terugke-
5ordf knock-out-effect.
ren
,n de begroting, ruim 80
Iden, dient om het amb-
land op de been te hou-
ivolg van de politieke fol-
het ambtelijk apparaat
der jaren meer het ka-
regen van een uit de
tel- (pen werkverschaffing, dan
•edelijk functionerend be-
•raat. Het is in Suriname
at de heersende macht-
eenhun politieke volgelingen
E(e vermoeiend baantje ver
in het overheidsapparaat.
telt momenteel ruim
ptenaren, dat is een vierde
het arbeidspotentieel. Op
van Nederland is enkele
feden een „benoemingsstop"
kd. Hiervan is in de prak-
is ek terechtgekomen, want
r of enoemingen zijn domweg
pke noodzaak,
land van ongekende mo-
of van gemiste kansen?
regentigduizend Surina-
de beschikking over
uwareaal van 50.000 ha.
Jkheden in de bosbouw
1 onbeperkt. Koper ,nik-
"oorraden liggen onaan-
vooriopig nog onbereóJk-
et oerwoud. Alleen al in
kte wordt jaarlijks 4 mil-
uxiet ontgonnen. De to-
van dit erts wordt ge-
00 miljoen ton. Een elek
trische centrale in de Afobakka-
stuwdam kan jaarlijks een miljard
kilowatt produceren.
Buitenland
De baten die voortvloeien uit de
natuurlijke hulpbronnen van Suri
name komen maar voor een zeer
klem gedeelte ten goede aan de Su
rinaamse bevolking: Het zijn hoofd
zakelijk buitenlandse bedrijven die
ervan profiteren. Dit brengt niet al
leen met zich mee dat jaarlijks
miljoenen guldens het land als be
drijfswinst verlaten, maar ook dat
de Surinaamse regering weinig te
vertellen heeft over de economische
politiek in eigen land. De macht
van de buitenlandse ondernemingen
in Suriname is ontstellend groot.
Het bodemgebruik wordt volledig
gecontroleerd door Nederlandse en
Amerikaanse ondernemingen. Bank
en verzekeringswezen is voor 100
procent! een Nederlandse zaak.
Gedurende het Nederlandse kolonia
le bewind is er nogal slordig omge
sprongen met de mogelijkheden die
Suriname biedt. Maar ook de auto
nome regeringen van Suriname
hebben weinig moeite gedaan om
een vinger in de economische pap
te krijgen. Bij gebrek aan kapitaal
waren zij dikwijls wel verplicht ui
termate vriendelijk te zijn ten op-
ziohte van buitenlands kapitaal,
maar ook persoonlijke belangen
spelen dikwijls een voorname rol.
Indien een buitenlandse onderne
ming zich weet te verzekeren van
de steun van een van de leidende
politici, kan zij vrijwel doen en la
ten wat zij wil.
Nederlands
De grote landbouwbedrijven in Su
riname zijn een Nederlandse aange
legenheid. De Stichting Machinale
Landbouw (SML), een semi-offioiële
Nederlandse instelling, exploiteert in
de kustvlakte bij Wageningen een
ri stareaal van ruim 7000 ha. De
rijstpolitiek van Suriname wordt
niet in Paramaribo, maar op het
hoofdkantoor van de SML in Den
Haag bepaald. Een dochteronderne
ming van de SML heeft zich ont
fermd over de citruscultuur.
De situatie in de bacoven-cultuur
(bananen) lijkt op het eerste ge-
zioht gunstiger. De plantages zijn
eigendom van de overhei/d, maar
verpakking, transpart en distributie
zijn in handen van de Unilted Fruit
Company, die met het grootste deel
van de buit gaat strijken.
Voor wat hoort wat: een van de
bedrijven, die minister Radakishun
naast zijn ministerschap beheert,
mag aan de United Fruit de dozen
leveren waarin de bacoven verpakt
warden.
Een klassiek voorbeeld van een
oud-koloniale onderneming is de
pfantage Mariënburg, de suikerpro
ducent van Suriname. Eigendom
van de Rubber Cultuur Maatschap
pij Amsterdam. Aan de ene zijde
van een zandweg staan de bunga
lows voor de stafempüoyé's, aan de
andere zijde ligt de kampong, waar
de merendeels Javaanse arbeiders
wonen gemiddeld dagloon 4. Ie
der woonblok bestaat uit tien ka
mertjes: in ieder kamertje woont
De schamele woning van
een kleine Hindoestaanse
boer.
een gezin. Achter het kamertje een
afdakjede keuken. Tussen de
woonblokken dn nog wat andere
krotten, die ook bewoond blijken.
Plantage
In 1964 heeft de Rubber Cultuur
Maatschappij de plantage gekocht
van de Nederlandse Handel Maat
schappij voor minder dan een mil
joen. Omdat de zaken minder flo
rissant verlopen dan men had ver
wacht, mag de Surinaamse regering
de hele handel overnemen voor 3,5
miljoen. Premier Sedmey heeft voor
de eer bedankt, zoals hij ook heeft
geweigerd toestemming te verlenen
om de suikerprijs op de lokale
markt te verhogen. Mariënburg
heeft steeds als stok achter de
deur: „Dan moeten we sluiten".
Hetgeen zou betekenen dat Surina
me er in een dag 1500 werklozen bij
krijgt Voorlopig ds de siükerarisis
bezworen, nu Mariënburg Jaarlijks
steun krijgt uit de ontwikkelings
hulp.
Vakbondsleider mr. Bruma betwij
felt of het suikerbedrijf werkelijk
met verlies draait: „Ik heb het idee
dat de winst via zusterbedrijven
wordt weggemoffeld. Per jaar be
taalt Mariënburg 200.000 Surinaam
se guldens aan het moederbedrijf
voor wat men noemt technische bij
sband. Bovendien ontvangt een Ne
derlandse zusteronderneming 5 pro
cent commissie op de rum en de
eiker die Mariënburg exporteert".
Het enige middel van bestaan dat
voor 100 procent in Surinaamse
handen is, is de kleine landbouw.
Zeventienduizend Hindoestaanse
boeren bezitten ieder een stukje
land dat meestal niet groter is dan
2 ha. Het gemidelde Jaarinkomen
van zo'n kleine landbouwer is ƒ500.
Van dat bedrag moet de boer met
zijn zeer talrijke gezin in leven zien
te blijven. Dot gaat natuurlijk niet
en daarom trekken de gezinsleden,
die in een bepaald seizoen niet di
rect nodig zijn op het land, naar de
stad om een tijdelijk baantje te
zoeken. Ze werken beneden het toch
al niet hoge loon van de normale
arbeider en kunnen dit ook doen,
omdat het baantje een soort bijver
dienste is.
Geldschieters
De enigen die aan de kleine land
bouw verdienen, zijn de opkopers-
annex-geldsohieters. Zij kopen de
schamele oogst tegen spotprijzen op
en lenen tegen woekerrente het geld
('at nodig is om het bedrijfje
draaiend te houden.
Criehonderdennegentigduizend Suri
namers kunnen beschikkA» over
50.000 hectare landbouwgrond en
toch moet Jaarlijks voor 20 miljoen
gulden aan levensmiddelen worden
ingevoerd. Geen voedingsmiddelen
uit de luxe sector, maar dagelijkse
behoeften zoals aardappelen, uien
en bonen.
De Amerikaanse Suralco en de Ne
derlandse BillitonmaatschappiJ zijn
heer en meester aan het bauxiet
front. Bij Paranam en Moengo zijn