luriname over 10 jaar bejaardentehuis
Met Hindoestaans
ritueel is jaar
1973 in Suriname
uitgeroepen tot
"immigratie j aar'
pAG 17 FEBRUARI 1973
PARAMARIBO Ruim 50.000 Surinamers hebben zich thans in Nederland gevestigd. Voorlopig moet men
er rekening mee houden, dat dit aantal jaarlijks met 10.000 zaJl toenemen. Een alarmerend verschijnsel, zeker nu
gebleken is dat het verzadigingspunt in Nederland is overschreden. „Een Nederlands probleem", volgens de
Surinaamse premier dr. J. Sedney. Maar als de huidige tendens zich voortzet het zijn hoofdzakelijk de Jonge
ren die het land verlaten is Suriname over tien Jaar een onafhankelijk? bejaardentehuis.
„We moeten de oorzaken van de emigratie wegnemen", lees Je dan in een rapport dat door enkele Surinaamse
en Nederlandse deskundigen is samengesteld. Indien je er in Suriname achter probeert te komen wat die oor
zaken zijn, stuit je op een complex van realiteiten en waandenkbeelden, waaruit de werkelijke oorzaak moei
lijk te destilleren valt.
Het is in ieder geval niet zo, dat het merendeel der emigranten naar Nederland wordt gezogen door het
pakket sociale voorzieningen. Er is eerder sprake van een uitstotingsproces: of zoals een socioloog in Parama
ribo het uitdrukte: „Wij worden in Suriname geboren en opgevoed met het trauma: in Nederland lukt alles;
in Suriname niets".
Bij het vliegveld Zande
rij wijst de ANWB de weg.
18,
e afschaffing van de slaver-
lieten de negerslaven en gros
itages met het heilige voorne-
nooit meer een spade in de
te steken. Ondanks het hoge districten (platteland). In deze sa-
lindoestaans ritueel is het jaar 1973 in Suriname tot immigratiejaar" uitgeroepen,
werkt op het eerste gezicht verwarrend in een land, waar uitsluitend over emigra-
iproken wordt. De feestelijkheden in het immigratiejaar hebben echter geen be
ng op de duizenden Surinamers die dit jaar hun land verlaten, maar op de honder-
lindoestanen, die een eeuw geleden Suriname binnenkwamen. De immigratie van
niet los te denken van de emigratie van 1973. In feite werd honderd jaar geleden
gelegd voor de emigratieproblemen van nu.
menleving voelden de Creolen zich
kwantitatief en kwalitatief superieur
met het „slavenwerk" in de aan de Hindoestaande „Koelies",
iw wil bezighouden. Om de
«heidscijfer is er tot op de dag
ndaag geen Creool te vinden,
jjs. es voor een dreigende onder-
8 behoeden werden door het
Ie bestuur in India en Pa-
landarbeiders geworven, die
rk van de slaven moesten over
Deze Hindoestanen kwamen
tractarbeiders naar Suriname:
ok nog kleinere groepen Ja-
Na afloop van hun contract
kiezen: of terug naar hun
fteland of een bestaan van klei-
fstandige in de Surinaamse
uw. De keuze voor de laatste
duidelijk gescheiden bevolkingsgroe- die honderd Jaar geleden voet aan wal
pen, die weinig contact met elkaar zette in Suriname is er inmiddels in
geslaagd de Creolen nummeriek ach
ter zich te laten. De Creolen voelen
zich door de Hindoestaanse expansie
bedreigd, temeer daar de Hindoe
stanen de laatste Jaren in een ver
sneld tempo infiltreren in de per
traditie Creoolse beroepen in de stad.
De grote stoot hiertoe werd gege
ven toen na de tweede wereldoorlog
het onderwijs in de districten snel
tot ontwikkeling kwam. De jonge Hin-
De Creolen soraken Nederlands en doestanen leerden Nederlands, gingen
De Creolen spraken N^erianos wi distrlctsschooltjea en later
woonden m de stad, waardoor zij veel
eerder dan hun Hindoestaanse land- TOrwortgart ondOTljs naar Para-
genoten in staat waren het Neder
landstalige onderwijs te volgen en zo
Door
Gerard Habraken
tieve sector of bij de bos- en mijn-
bouwbedrijven. Jarenlang gold in
leid lag voor de hand en zo Suriname de ongeschreven wet: de
Creolen in de „witte boorden-baan-
tjes," en in de industrie: de Hin
doestanen in de landbouw.
marlbo en Nederland.
De Hindoestanen zijn de Creolen
5 te vinden in de adnünistra kwalitatief en kwantitatief boven het
in Suriname dat onafzien-
.ker keuterboertjes, die door
m hele gezin keihard te wer-
het bestaansminimum kun-
len.
levolg van deze koloniale po-
ontstonden in Suriname twee
Nijver
De Hindoestanen zijn echter een
nijver volk. De groep immigranten,
deze deur lokt de a.o.w.
hoofd gegroeid. De Jonge Hindoesta
nen die de stad geroken hadden ble
ven er hangen en penetreerden in de
administratieve beroepen. Aanvanke
lijk alleen in de particuliere sector
maar langzaam maar zeker ook in
het uitgebreide Surinaamse ambte
narenapparaat
Deze ontwikkeling kreeg een enor
me impuls toen na de val van pre
mier Peng el in 1969 de Verenigde
Hindoestaanse Pairtij (VHP) als gro
te overwinnaar uit de verkiezingen te
voorschijn kwam. De VHP werd re
geringspartij met als „logisch" ge
volg, dat in enkele Jaren tijd het amb
tenarencorps voorheen een Creools
bastion was overspoeld door Hin
doestanen.
De Creool voelt zich door de Hin
doestanen van z'n plaats gerukt. Hij
heeft geen verweer, ziet geen uitweg
en vertrekt naar Nederland. Het emi
gratieprobleem is geen op zichzelf
staand verschijnsel, maar een bijna
logisch gevolg van de versnelde ur
banisatie die de laatste Jaren in Su
riname plaats vindt.
Middenkader
In 1971 zijn ruim 10.000 Surina
mers naar Nederland geëmigreerd.
Het rapport van het Surinaamse de
partement van sociale zaken, waar
aan dit aantal is ontleend, noemt het
een voorzichtige indioatie, maar
zeker geen exact cijfer. De globale
cijfers over 1972 zijn nog niet bekend,
maar liggen aanmerkelijk hoger en
voor 1973 verwacht men weer een
nieuw record. Het feit dat in Ne
derland maatregelen worden beraamd
om de emigratiestroom in te dammen
brengt ook de grote groep weifelaars
in beweging. Dat zijn zij, die zich
niet bedreigd voelen zolang zij met
hun Nederlandse paspoort vrijelijk
Nederland binnen kunnen komen. Nu
deze mogelijkheid in gevaar dreigt
te komen, maken ook zij zich op om
Suriname en masse te verlaten.
Deze groep bestaat behalve uit
Creolen ook uit een belangrijk aan-
tai Hindoestanen. Een Surinaamse
socioloog heeft op eigen initiatief een
enquete gehouden in Paramaribo en
omgeving. Aan de hand van de ver
kregen gegevens komt hij tot de con
clusie, dat nog voordat Nederland
ertoe overgaat de deur te sluiten of
op een kier te zetten, het hele Suri
naamse middenkader is vertrokken.
Van enige controle op de volksver
huizing is geen sprake. In Neder
land weet men niet hoeveel Surina
mers er jaarlijks binnenkomen met
't doel zich blijvend te vestigen: In
Suriname weet men evenmin hoeveel
er jaarlijks voorgoed vertrekken. De
Surinaamse burgerlijke stand kan
Met zijn allen in een flat is altijd nog beter dan met zijn allen in een krot
geen exacte cijfers produceren om
dat meer dan 50 procent van de emi
granten zich niet laat uitschrijven.
Het aantal verstrekte paspoorten
in 1972 14.000 is ook niet meer dan
een indicatie, omdat degenen die reed
een paspoort bezitten hier buiten val
len. Zelfs het aantal verkochte en
kele reizen Amsterdam is zeer onbe
trouwbaar: De meeste emigranten ko
pen een 40-daagse retour volgens
groepstarief, wat aanmerkelijk goed
koper is dan een normale enkele reis.
De procedure die een emigrant
moet volgen om zich in Nederland te
vestigen is uiterst eenvoudig: ticket
kopen en wegwezen. De ambtenaren
worden hierbij nog gesteund door de
Surinaamse overheid. Na zes jaar
dienst krijgen zij zes maanden be
taald verlof in Nederland. Voor de
meeste van hen is dit net het op
stapje dat zij nodig hebben om niet
meer terug te keren.
Opmerkelijk is trouwens, dat maar
weinig emigranten in Suriname al
verkondigen, dat zij voorgoed naar
Nederland gaan. Bij de een heet het:
„Ik ga even in Nederland rondkij
ken".
Een uitzondering hierop was een
Jongen van naar schatting 18 Jaar,
die midden op straat 'n sigaret vroeg
en vol trots z'n paspoort uit 'n plas
tic zakje haalde: „Ik ga volgende
maand naar Nederland en ik kom
nooit meer terug". Op de vraag „waar
ga Je wonen", keek hij stomverbaasd.
„Bij mijn oom natuurlijk". Wat ga
Je in Nederland doen? „Ach, mijn
heer, een beetje wandelen en een
beetje werken".
Emigratie is in Suriname geen
plotseling gekomen verschijnsel. Se
dert het einde van de tweede wereld
oorlog vestigden zich jaarlijks 1500
tot 2000 Surinamers in Nederland. In
1969 Mep dit op tot ruim 3000 in '70
werden het er meer dan 4000 en dan
komt het in 1971 tot een explosie met
ruim 10.000 emigranten in een jaar
tijd en er is niemand in Suriname
die ook maar enige illusie koestert,
dat aan deze hausse in de naaste
komst een einde komt, ln tegendeel.
Volgens de gegevens uit een rap
port van het departement van socia
le zaken komen zo goed als alle emi-
granten uit Paramaribo en directe aan de hand van verkregen gegevens
omgeving Het aantal mannen en tot de conclusie komen, dat slechts 26
is min of meer gelijk, voor procent van de emigranten tot de "Q-
centage onder de Surinamers in
Nederland aanmerkelijk hoger ligt.
De lagere administratieve functies,
waaruit de meeste emigranten af
komstig zijn, bieden ook in Neder
land steeds minder gelegenheid om
aan de slag te komen. De concur
rentie is groot en de tijd dat een
Surinaamse sollicitant dezelfde kan
sen had als zijn Nederlandse collega
is voorbij.
Het zijn feiten, die ook in Suri
name niet onbekend zijn. Geen en
kele adspirant-emigrant laat zich
echter afschrikken door het feit,
dat hij in Nederland mogelijk geen
baan kan vinden. In Paramaribo is
die kans trouwens groter en daar
betekent geen werk ook geen inko
men. Een aspirant-emigrant is on
voorstelbaar optimistisch. Hij slaat
zijn eigen capaciteiten zo hoog aan,
dat hij onmogelijk onder de cate
gorie mislukkingen kan vallen.
Bovendien heeft hij altijd een
broer, neef of oom in Nederland, die
hem wel zal helpen. Het Surinaam
se gezinsleven mag naar Europese
maatstaven een weinig gedegen ka
rakter hebben, binnen de familie
geldt de regel: "Als ik verdien, kun
nen mijn broers en zusters, neveh
en nichten bij mij eten". Een Suri
namer, die in Nederland een goed
betaalde boterham verdient, laat
zijn familie komen en als hij dit
achterwege laat, dan nodigt de fa
milie zichzelf uit. Het is de
prijs die de al dan niet geslaagde
emigrant moet betalen voor de en
thousiaste brieven die hij over de
oceaan stuurt.
In het kader van deze ongeschre
ven familiewetgeving trekken de
laatste Jaren veel bejaarden naar
Nederland. Begrijpelijk overigens:
het, is in Suriname ploeteren en be
delen tot Je er bij neervalt of in Ne-
het overgrote deel jongeren in de tegorie werklozen behoort: „Men zou derland op het flatje van zoon of
leeftijd van 15 tot 30 Jaar. Een pro'
bleem op zich vormen de minderja
rigen, die naar Nederland vertrekken,
zonder dat zij daar worden opgevan
gen of in een andere vorm van voog
dij is voorzien. Het gaat hier om
jaarlijks zo'n 300-400 Jongeren.
Meestal kinderen uit vaderloze ge
zinnen, die in Paramaribo dn de cri
minele sector terecht dreigen te ko
men. Ten einde raad gaat de moeder
uit werken om de overtocht te ver
dienen. Op Schiphol arriveert dan
een Jonge man met meestal niet meer
dan 50 gulden op zak en het adres
van een ver familielid, dat inmiddels
is verhuisd of van het bestaan van
de Jongen niets afweet. Verschillende
ambtelijke commissies hebben zich
met het minder Jarigenprobleem be
zig gehouden. Verder dan een aan-
rapporten en aanbevelingen is men
nog niet gekomen.
Angst
In 1970 bestond 60 procent van de
Surinaamse emigranten uit Creolen
en 30 procent uit Hindoestanen. De
ze verhouding is inmiddels achter
haald, omdat ook steeds meer Hin
doestanen de wijk naar Nederland ne
men. Een gevolg van de snelle eman
cipatie van de Hindoestaanse bevol
kingsgroep. De Jonge Hindoestanen
die zich uit de landbouw hebben om
hoog gewerkt kunnen ook lang niet
allemaal meer aan een baan gehol
pen worden in Paramaribo. In Ne
derland ondervinden zij in het alge
meen minder moeilijkheden dan de
Creolen, omdat zij door hun oosters
uiterlijk niet direct geïndentificeerd
worden als Surinamers.
Een extra, al dan niet uitgespro
ken, motief dat veel Hindoestanen
hebben voor de reis naar Neder
land is de angst voor een geweldda
dige uitbarsting van de sluimerende
rassentegenstellingen in Suriname.
Gegoede Hindoestanen kopen dik
wijls een huis in Nederland onder het
mom, dat zij het nodig hebben voor
hun studerende kinderen. In feite is
het een evacuatieadres voor het ge
val dat hen het leven in Suriname
onmogelijk wordt.
De samenstellers van het rapport
tonen zich lichtelijk verbaasd als zij
verwachten, dat er onder de emi- dochter en aow. Het feit dat ruim
granten naar verhouding meer werk- 30 procent van de emigranten in
lozen zijn". Gedeeltelijk valt dit la- Nederland wordt opgevangen door
ge percentage te verklaren uit het familieleden duidt op een sneeuw -
feit, dat de werklozen moeilijk aan baleffect, dat in de naaste toekomst
geld kunnen komen voor de passage.
Een andere factor die dit werkloos
heidspercentage drukt is het feit, dat
veel aspirant-emigranten tijdelijk ie
der baantje aangrijpen om de over
tocht te financiëren.
Het rapport merkt hierbij dan
ook op, dat het werkloosheidsper-
VOLGENDE WEEK:
Vertel de Surinamers niets over
Nederland: ze kennen het
ntKlSKKtC VAN 0FCNBAK£ fctfclUN
TAMH£N«APRQJ£KT
WTS&JWi* VAN Mi
til ft STU*S Vt£BM.A APaaMEfi W'&N&tCCN
amoiOtutf OMTWA-
kf&JMCSraKBV^eet sum» am
Er worden wel woningen gebouwd, gefinancierd door het
Nederlandse ontwikkelingsfonds voor Suriname, maar voor
de mensen voor wie ze bestemd zijn (weekloon J 50,-) is de
veel te hoge huur (f45,-) niet op te brengen.