her taalbederf, 'de' metro
n buitensporige kredieten
P
Caballero filter
Anders
dan andere
filters
BEROEPENVOORLICHTING MEISJES
Door C. J. Rotteveel
SCHRIJVEN
VRIEZENVEEN
613e
ERDAG 8 FEBRUARI 1973
de merkwaardigheden van
k is, dat bepaalde fouten
ieling over de gehele linie
n te dienen. Natuurlijk ligt
Iele aan het feit, dat het
n degenen, die zich in het
in woord of geschrift, van
■dienen, vrij sterk is toege-
frafl die „nieuwneuzen" zijn
wat, die onvoldoende op de
n van de vele voetangels en
deels door een gebrekkige
deels onder het motto dat
eeft". Vooral die „levende"
en mooie verontschuldiging
ig gebruik. Ik denk dan al-
ie zéér langdradige vertel
de tien woorden „om kort
zegt. Pas op voor zo'n
der" zoals men ook moet
voor gebruikers van „le
al, die vaak niet in de ga-
in dat ze bezig zijn de taal
rden.
paar voorbeelden, van
nde aard. Kennelijk onder
an de zuidelijke provincies
tste tijd het gebruik van
je „ooit" sterk toegenomen,
et het „ooit" in een zinnetje
Je ooit in Parijs komen",
en regeltje als „hij was ooit
md schilder", met. de bete-
„hij was eens, voorheen,
en beroemd schilder". Wie
te niet kan onderdrukken
uit het tweede zinnetje te
kan zich inderdaad op „le
beroepen. Maar nu duikt
ing overal de combinatie
op En dat is duidelijk
lelatie", zoals men die ook
mededeling, dat de fa
de brand „weer herbouwd"
ouwen" is „weer opbou-
ler herbouwen" betekent dus
opbouwen" en dat is wel
■1 van het goede. Hetzelfde
„hij was ooit eens een be-
tilder". Dus of: „hij was eens
md schilder" of: „hij was
beroemd schilder". En niet
>oit eens een beroemd schil-
een betekent „hil was vroe-
ien een groot schilder",
eede voorbeeld van slordig
k is het te onpas ten tonele
n de 'filosofie'. Terecht wees
Heusden te Wolfheze ér
en in een ingezonden stuk
in NRC Handelsblad op, dat dit
woord tot voor kort alleen wijsbegeer
te betekende, letterlijkliefde tot de
wijsheid. Maar nu wordt- het ineens
voor allerlei andere begrippen mis
bruikt, die niets meer betekenen
dan: mening, uitgangspunt, stand
punt, basis, e.d.
In korte tijd las ik, aldus Van
Heusden, over de filosofie van de
Pompekliniek, de filosofie van een
nieuwe medische opleiding, de filo
sofie van de toekomstige medische
faculteit, de filosofie van een politie
ke partij, de militaire filosofie, de fi
losofie van de PTT en van actuali
teitenrubrieken. Zelfs las ik over de
filosofie, die schuil ging achter het
fabriceren van een sigarettenaanste
ker „Om in de taal van parle
mentariërs, premiers, informateurs
en formateurs te spreken: ik „dacht"
dat hier een „stuk" discriminatie van
het woord filosofie in stak.
Van de taal naar de metro, en dat
is natuurlijk de Amsterdamse. „Een
begroting van 405 miljoen gulden
stijgt met ruim 100 pot. naar 815
miljoen. Als er bij een groot bedrijf
dergelijke fouten gemaakt zouden
zijn," aldus A. Ooms in „Het Pa
rool," „en dit bedrijf zou te gronde
zijn gegaan, dan zouden de diverse
vakbonden moord en brand ge
schreeuwd hebben en medezeggen
schap willen hebben. Er was eens
een scheepsbouwer, die deed het niet
goed, het' bedrijf kreeg echter staats
hulp en bleef bestaan, maar de
scheepsbouwer moest wel weg .Nu
hebben alle partijen (de raad) in
spraak gehad en het gaat nog fout
en hoe! Toch blijven B. en W. met
de verantwoordelijke ambtenaar
rustig zitten. Als ik mij goed herin
ner moest minister Staf zijn porte
feuille van Defensie ter beschikking
Ik weet dat er altijd verschuivin
gen in de taal optreden, maar er
zijn enkele woorden waar we vanaf
moeten blijven. Wij moeten derge
lijke woorden niet lichtvaardig (om
dat dat ook in Amerika gebeurt) ont
krachten, waardoor de indruk ont
staat dat het Nederlandse volk al
leen nog maar uit filosofen, dus
wijsgeren, besbaat en uit wijsgerige
instanties".
Zal dit stukje iets veranderen aan
dit taalbederf, vraagt Van Heusden
tenslotte. En hij antwoordt ironisch:
„Mijn filosofie is: geen steek, waht
elkaar n-akletsen is een wijd verbreid
kwaad en velen van de huidige pen-
of woordvoerders hebben geen enke
le liefde voor de taal".
Tot zover E. G. van Heusden. Ik
zou er aan willen toevoegen: mocht
ir» zichzelf „ooit eens" erop betrap
pen, dat u het woord „filosofie" in
de verkeerde betekenis gebruikt heb,
zoudt u dan zo vriendelijk willen
zijn zijn uw stuk „weer te her
schrijven"
stellen omdat de helmen van de sol
daten niet deugden. Hij zal vóór die
tijd wel nooit een dergelijke helm in
handen hebben gehad, maar B. en
W. van Amsterdam en de raad wèl
de begroting van de metro".
Er druppelen hier en daar nog
stukken na over het onderwerp
„Vietnam". Het weekblad „Accent"
ergerde zich aan een uitlating van
het opinieweekblad „De Nieuwe Li
nie", waarin hoofdredacteur Van
den Boomen schreef: „Sommigen
stellen de communisten, die terreur
in him systeem hebben opgenomen,
tegenover de Amerikanen en Zuid-
vietnamezen, die terreur afwijzen.
De conclusie dringt zich op: liever
een geplande, in de hand gehouden
en openlijk geproclameerde executie
van met name genoemde vijanden,
ook al is er volgens juridische op
vattingen van westerse snit van al
les op aan te merken, dan een niets
ontziende bommenoorlogdie ge
paard gaat met een anonieme, zelfs
ontkende maar grootscheepse mar
telactie tegen gevangenen, vrouwen
en kinderen".
"Accent" reageert hierop als volgt
"Dergelijke meningen komt men in
Nederland tegen, in het jaar 1973,
dertig jaar nadat in de dagbladen
van Nederland, België, Frankrijk,
Denemarken en Noorwegen, en op
aanplakbiljetten langs de straten on
der het tweetalige hoofd Bekendma
king Bekanntmachung regelmatig
lijstjes met namen werden gepubli
ceerd: geplande, in de hand gehou
den en openlijk geproclameerde exe
cuties van met name genoemde vijan
den, ook al was er volgens de Juridi
sche opvattingen van niet-nazistische
snit van alles op aan te merken.
Mede dank zij een niets ontziende
bommenoorlog is toen aan dat rijk
van de geplande rechteloosheid een
eind gemaakt. Wie voor die beheer
ste terreur en die keurig geadmini
streerde moord ook maar enig be
grip of enige voorkeur kan opbren
gen, blaast zelf het vuur aan waar
mee een dergelijk systeem eens op
nieuw zal moeten worden wegge
brand".
Naar aanleiding van zekere facet
ten van de betoging in Utrecht her
innerde J. Visser in "Tubantia"
(Enschede) aan een uitspraak uit
1931 van de Sowjetrussische ideo
loog Manoeilski, chef van de ge
vreesde Komintern (d.i. de in 1919
door Lenin opgerichte communisti
sche internationale, een straf geor
ganiseerde strijdorganisatie, die in '43
terwille van de militaire samenwer
king met het Westen werd opgehe
ven, C.J.R.). De Rus verkondigde
toen:
"Zeker is dat we thans (1931) nog
niet sterk genoeg zijn om aan te val
len. Onze tijd zal over dertig, veer
tig Jaar komen. Om te overwinnen,
hebben we het element der ver
rassing nodig; we moeten daar ge
duldig naar toe werken. De bour
geoisie moet langzaam maar zeker in
een toestand van verdoving ge
bracht worden, want eerst dan zul
len ze komen met extreme voorstel
len en buitengewone toezeggingen.
Derhalve zullen we beginnen met
groot opgezette theatrale vredesbe
wegingen te ontplooien. De kapitalis
tische landen, stupide en decadent,
zullen met genoegen aan hun eigen
vernietiging meewerken. Zodra uit
de daaruit ontstane verzwakking voor
ons mogelijkheden ontstaan, zullen
we ze met gebalde vuist vernieti
gen".
In "Burgerrecht" vestigt mr. K. W.
P. Klaassen de aandacht op de
"overkreditering ten laste van ge
meenschapsgelden". "Maatschappe
lijke werkers in Rotterdam en Den
Haag hebben alarm geslagen. Ein
delijk, al hebben ze er een open
deur mee ingetrapt. Zij hebben aan
de kaak gesteld, dat banken, afbeta-
lingsbedrijven, geldschieters en zo
meer in toenemende mate kredieten
zijn gaan verstrekken zonder zich
tevoren voldoende vergewist te heb
ben van de kredietwaardigheid van
hun debiteuren.
Zo hebben zij duizenden en dui
zenden Nederlanders volgestampt
met goederen op afbetaling, welke
afbetaling deze mensen nooit zul
len volbrengen. Dan moeten de
sociale diensten bijspringen en die
hebben niet eens personeel genoeg
om al die afbetalingskwesties be
hoorlijk bij te spijkeren
Zo ongeveer luidt de alarmkreet,
die gepaard ging met allerlei kwa
lijke voorbeelden van lieden, die
vrijelijk bedragen konden "lenen",
welke een 20- of 30-voud zijn van
hun maandsalaris. Voor wie da
gelijks om zich heen kijkt is dit
trouwens geen nieuws meer. "Waar
doen ze het van" is langzamerhand
een gebruikelijk gezegde geworden.
Het antwoord moet dan zijn: van
de financiering en van de bijstand.
Jn wat ambtelijker taal: van de
over-kreditering. Nu begin
nen de sociale fondsen te kreunen,
zeggen de maatschappelijke wer
kers, want het geld in die fondsen
is daar eigenlijk niet voor bedoeld.
Men zou kunnen zeggen, dat 'n zeker
percentage van onze burgers roof
bouw pleegt op de gemeenschaps-
kas.
Men mag dit vraagstuk niet zien
als uitsluitend van sociale aard, al
dus vervolgt mr. Klaassen. Uit strikt
maatschappelijk oogpunt is het een
ongewenste situatie, waarin gehol
De wet op het afbetalingsstelsel werd aanvankelijk beschouwd
als een stevige drempel tussen afnemers en verkopers. Maar de
werkelijkheid van thans leert wel anders. Voor sommigen is
de overheid een gulle sinterklaas
pen moet worden. Maar helpen is
niet alleen maar het delgen van
schulden. De werkelijke hulp moet
liggen op het morele vlak. want hier
ia naast de eigen verantwoordelijk
heid van de consument ook de mo
raal zoek en de wortel van het
kwaad ligt zelfs in het tanen van
het rechtsbesef. Bewust aangaan
van leningen met de wetenschap
dat zij niet kunnen worden afge
lost, heeft naast iets a-sociaals iets
zuiver misdadigs. Het misdrijf van
flessentrekkerij valt onder de be
grippen bedrog en oplichting in ons
Wetboek van Strafrecht.
Wat is de oplossing? De wet op het
afbetalingsstelsel is niet de stevige
drempel tussen afnemers en ver
kopers gebleken, die men daarvan
verwachtte "De overheid heeft
zelf de verzwakking van het verant
woordelijkheidsbesef in de hand ge
werkt en de hoge rentepercentages
rustig aangezien. Met terugwerken
de kracht zal aan de overkreditering
niet veel te doen zijn, maar voor de
toekomst is nog wel te zorgen door
de zoveel gelaakte wet op het afbe
talingsstelsel te wijzigen en hierbij
veel grotere beperkingen op te leg
gen dan tot nu toe het geval was.
Wij zijn doorgaans bepaald geen
voorstander van al te grote inmen
ging van de kant van de overheid
en al te ingrijpende wettelijke be
moeienissen, maar hier is toch nau
welijks een andere weg mogelijk".
rel!
Naar aanleiding van het veerslag van
de beroepenvoorlichting voor meisjes
van de hoogste klassen van het VWO
en HAVO op de Louise de Coligny-
school in dit blad van 20 januari J.l.
menen wij het een en ander te moe
ten rechtzetten. Daar wordt gesteld
dat de jongens een uitstekende voor
lichting, nog wel gedurende een week
in Den Haag mogen volgen, terwijl
de meisjes een minder goede voor
lichting krijgen, omdat een paar
vrouwenverenigingen het zo nodig
vinden zich ermee te bemoeien. In
werkelijkheid liggen de zaken heel
anders. De beroepenvoorlichting voor
meisjes in Leiden wordt algemeen
beschouwd als een zeer goede. Nog
steeds wordt er van de zijde van de
decanen op aangedrongen dat deze
ook wordt uitgebreid voor de jongens.
De Jongens moeten nu nog naar Den
Haag waar het zo'n massale orga
nisatie is, dat zij er een hele week
mee kwijt zijn. Helaas ontbreken hier
nog de mogelijkheden (o.a. gebrek
aan beschikbare vrouwen) om de
jongens erbij te betrekken. Het ligt
nog steeds in de bedoeling dit te ver
anderen.
Waarom al wel voor meisjes en nog
niet voor jongens? De commissie van
beroepenvoorlichting van de WAO
(Vereniging van Vrouwen met Aca
demische Opleiding) menen dat
meisjes extra aandacht nodig hebben
bij de voorlichting omdat zij een heel
andere toekomst hebben dan de jon
gens. De Jongen kiest een beroep met
de wetenschap dat hij dit zijn hele
leven zal uitoefenen, dat hij er een
behoorlijk salaris mee verdienen moet
voor zijn gezin en dat hij er de mo
gelijkheid in heeft om op te klimmen.
Dit zijn naast interesse en talent de
motieven voor de Jongen om zijn
keus te maken. Een meisje echter
moet óók rekening houden met trou
wen, een gezin, kinderen, en met mo
gelijkheid daarby een vak uit te oe
fenen of dat later weer op te nemen
als de kinderen groter zijn. Door
gaans houdt men te weinig rekening
met deze kanten van de beroepskeu
ze waarmee het meisje te maken
krijgt.
De WAO begon ruim 40 Jaax gele
den met beroepenvoorlichting. In die
tijd was er een vrouwenoverschot.
Veel meisjes bleven ongetrouwd. Ze
dachten er dikwijls niet aan om zich
een beroep te kiezen, maar bleven bij
ouders „zitten wachten op een man".
Zij wilde de meisjes op de hoogte
stellen van die mogelijkheden die er
voor hen open stonden. Men plaatste
daarom ieder jaar een advertentie en
een artikeltje in de grote dagbladen
waarin de meisjes werden aange
spoord, inlichtingen in te winnen
over diverse studiemogelijkheden. In
1931 vond de eerste bijeenkomst
plaats voor eindexamenkandidaten
met een algemene inleiding en des
kundige spreeksters voor verschillen
de studierichtingen. Het voorllch-
tingsbedrijf van de vereniging nam
zo'n omvang aan dat zij in 1935 be
sloot hiervoor een commissie in te
stellen, die de taak kreeg samen met
andere vrouwenverenigingen in ver
schillende plaatsen bijeenkomsten te
houden voor meisjes van het vhmo.
Deze konden daar zowel over univer
sitaire als niet-universitaire beroe
penvoorlichting krijgen van deskun
dige vrouwen.
Toen het schooldecanaat (schoolde
canen zijn docenten met de taak be
roepenvoorlichting te geven op hun
school) werd ingesteld, hoopte de
commissie dat haar taak zou worden
overgenomen door de schooldecanen.
Dit bleek lang niet overal het geval
te zijn. In vele gevallen zijn de de
canen overbelast. Daar waar beroe-
penvoorlichtong wel gegeven werd
bleek onvoldoende aandacht gegeven
te worden aan de problematiek van
het meisje. De situatie is nu zo dat
in sommige plaatsen de oorspronke
lijke WAO-voorlichting plaats vindt
in samenwerking met de decanen en
is uitgebreid voor de Jongens. In vele
gevallen namen de decanen de voor
lichting over, maar bleef de WAO
een belangrijk aandeel van de werk
kracht leveren. Hier en daar, zoals
ook in Leiden, bleef de WAO voor
lichting ongewijzigd voortbestaan,
omdat men tot nog toe geen moge
lijkheden zag om tot uitbreiding over
te gaan.
Daarnaast heeft de Commissie voor
Beroepenvoorlichting tot nu toe een
brochure uitgegeven die onder de ti
tel „Waarom, hoe, wat moet ik kie
zen?" op aanvraag van de scholen
aan de meisjes van de hoogste klas
sen wordt uitgereikt. De commissie
ontvangt hiervoor subsidie van en
kele vrouwenverenigingen en voor
het grootste deel van het ministerie
van Sociale Zaken, dat nog steeds
meent dat de WAO hiermee een
leemte opvult.
Namens de Commissie voor Be
roepenvoorlichting WAO:
MEJ. N. H. MAK (conrectrtx),
schooldecaan van de Louise de
Colignyschool)
MEVROUW DRS. K. LEYTE
VELDSTRA.
MEVROUW DRS. S.
SPECKMANN-STHEEMAN
delijk geen Vriezenvener, doch een
Noor (die echter veel contacten had
met Nederland, zoals mij onlangs nog
is gebleken bij het ontcijferen en ver
talen van een aantal brieven van ge
noemde admiraal). Volkomen zeker
heid omtrent zijn herkomst bestaat
er tot nu toe niet, maar het is be
paald niet waarschijnlijk, dat iemand
uit Vriezenveen waar zo goed als
geen Luthersen voorkomen een
Lutherse Gemeente zou hebben ge
sticht (de Noren zijn wèl overwegend
Luthers)
2. Gerhardus Kruys (18381902)
werd in 1891 Nederlands (en niet
Russisch) minister van Marine.
Vier maanden voor verduistering
LEIDEN De Haagse rechtbank
veroordeelde een 38-jarige vertegen
woordiger uit Haarlem tot vier maan
den gevangenisstraf met aftrek van
het voorarrest, terzake door hem ge
pleegde verduisteringen. Verdachte
was bij een te Leiden gevestigde
internationale handelsmaatschappij
werkzaam en zou in ruim een Jaar
een bedrag van f 55.000 zich hebben
toegeëigend. De ondierneming zou
een aanzienlijk groter bedrag kwijt
zijn geraakt, doch verdachte ont
kende daaraan schuldig te zijn.
In het overigens zeer lezenswaar
dige artikel van Th. O link „De
Rusluie uit Vriezenveen" in het
"Leidsch Dagblad" van zaterdag 3 fe
bruari, komen enkele onjuistheden
voor, waarvan ik (zelf min of meer
tot bedoelde "Rusluie" behorende)
hier de belangrijkste zou willen sig
naleren:
L Admiraal C. CRUYS was vermoe
j
Staatsloterij
7 FEBRUARI 1973
TWEEDE KLASSE
Prijzen van
f 15 zijn gevallen op nummers eindigende op
6
f 50 zijn gevallen op nummers eindigende op
57
f 50 zijn gevallen op nummers eindigende op
80
f 100 zijn gevallen op nummers eindigende op
045
f 100 zijn gevallen op nummers eindigende op
781
f 200 zijn gevallen op nummers eindigende op
316*
f 400 zijn gevallen op nummers eindigende op
709
f 1.000 zijn gevallen op nummers eindigende op
5008
een prijs van
f 2.000 is gevallen op het nummer:
087457*
f 2.000 is gevallen op het nummer:
007822
f 2.000 is gevallen op het nummer:
088345
f 2.000 is gevallen op het nummer:
053982
f 2.000 is gevallen op het nummer:
068648
de prijs van
f 5.000 is gevallen op het nummer:
045136*
f 50.000 is gevallen op het nummer:
010676*
een extra prijs van f 100.000 is gevallen
in de serie T op het nummer:
036199
en een troostprijs van f 2.000 op nummer:
036199
van elk van de andere series
een extra prijs van f 100.000 is gevallen
in de serie K op het nummer:
084374
en een troostprijs van f 2.000 op nummer:
084374
van elk van de andere series.
let wel op een met een gemerkt nummer is ook een van
de lagere prijzen gevallen.
"Het werd me allemaal op een
presenteerblaadje aangeboden", zo
deelde hij aan de Haagse rechtbank
mee. De controle zou nl. veel te
wensen hebben overgelaten. Verdach
te schreef zelf facturen uit, in de kwi
tanties enz., zonder dat van contro
le sprake was. Hij wilde geld, ten
einde zelf een bedrijf te kunnen be
ginnen. In een geldkistje thuis be
waarde hij een bedrag van plm.
f 80.000 dat hij gedeeltelijk gebruik
te voor aankoop van een huis.
De officier van Justitie had tegen
verdachte vijf maanden gevangenis
straf waarvan een maand voorwaar
delijk en aftrek van voorarrest ge
ëist.
Commissarissen
Leidsche Wol
LEIDEN Aan de raad van com
missarissen van de Leidsche Wol
spinnerij NV zijn toegevoegd N. H.
Andrlessen en mr. S. C. H. Coe-
bergh. Dat is besloten in een alge
mene vergadering van aandeelhou
ders.
De heer Andriessen woont in
O ver veen en is werkzaam als direc
teur van De Rotterdamse Mij tot
exploitatie van onroerende goederen
'Wereldhaven N.V.". De heer Coe-
bergh woont in Wassenaar. HIJ
maakt deel uit van de raad van be
stuur van de Verenigde Nederlandse
Uitgeversbedrijven in Amsterdam.
Beroepingswerk
NED. HERV. KERK
Beroepen te Wijk bij Heusden, G.
H. van Kooten te Delft. Te Lopik, J.
C. Stelwagen te Delft. Te Eerbeek,
A. J. A. Ruys te Sint Laurens.
Aangenomen naar Delfzijl, G.
Blok te Delfstrahuizen.
GEREF. KERKEN
Beroepen te Capelle aan de IJs-
sel, S.J. C. van Ketel te Koudum.
GEREF. KERKEN (VRIJGEM.)
Beroepen te Damwoude A. R. Bos
man te Den Ham.
GEREF. GEM. IN NED.
Beroepen te Chilliwack, a. Wink
te Veenendaal. Te Groningen ran T.
Stuyvenberg te Rotterdam.