rofiiel van zwemcoach m Sitters Ik kies voor de club trainers ejdt voor het zwemir ar met de vals gestarte illu- de Spelen van München de successen zich gezwind daar bleek het water uit ■ca nche koud. Hoewel Nederland naleplaatsen bundelde, zat er okele verblindende uitschieter zoal haperde, is uitgeplo- een rapport, dat nog niet $1 op papier staat. Een van |[ere conclusies: chauvinisme t e pretenties op. ^uvinisme ontstond door een de stroom aan wereldtijden, j de meesten toch door alle sheen brak. Die wereldtijden bedrieglijk. Te vroeg in het en geklokt in een voordelig r-bad. fraa wat nu? Die vraag is aan j, omdat het zwemmen geen 'ndjfnlt gegund de doornatte il lusie rustig te laten drogen. De al lereerste wereldkampioenschappen, begin september in Belgrado, dwin gen tot weer een grondige voorbe reiding, zonder een moment om uit te puffen. Nederland zal ook daar in het geweld ten onder gaan. Maar dat levert géén nat pak op, omdat de verwachtingen niet opnieuw „buiten hun oevers treden". Velen, die vóór München zichzelf herhaaldelijk overtroffen zijn ge stopt of bevoordelen hun studie. Bob Schoutsen bijvoorbeeld zette zijn sport wat op afstand. Noch tans finisht hij (op de 100 rug) nu opeens wel keer op keer binnen de minuut. Straks, in de zomer, wreekt zich echter het (moedwilli ge) verzuim op de training. Zp zijn er meer: Alie te Riet, Ton van Klooster, Arnold Rood, Bert Bergsma, etcetera. Zo zij naar de WK afzakken, tellen zij er niet mee. Belgrado lijkt slechts van be tekenis voor de grote drie: Hansje Bunschoten, Anke Rijnders en Enith Brigitha. Ook zij kunnen hoog in het firmament boven het toernooi twinkelen. Al zijn er ongewisse factoren. Is Hansje Bunschoten niet nog altijd iets te Jong? Hangt Anke Rijnders niet té afhankelijk aan haar trainer Wout Gerritse? Hoe vordert bij Enith Brigitha de exploitatie van het fabelachtige talent? Het zijn die vragen, die als een drietand in het seizoen prikken, lytaar 1973 is ook het Jaar van de ondergrond voor de Spelen in Mon treal '76. Van de eerste tekenen, dat de toppers voor dan ontluiken. Een ondankbaar jaar voor het de buut van Bert Sitters als chef- coach. Omdat van hem in wezen de ontdekking van de volgende troeven wordt verlangd. En dat gaat nooit gepaard met klaterend applaus voor een superbe prestatie. T:* MBpSHiisiS» flSTERDAM Een aantal Spanjaarden betreurt de hoge benoeming van Bert De ex-coach van Sabadell liet een rotsblok aan heimwei achter in het zonnige zijn verschillende clubs, die hem direct willen terugroepen. Maar de Nederlandse lbond contracteerde hem als chef-trainer, voorlopig voor de duur van 73 maar zal enl| vermoedelijk tot en met Montreal '76 prolongeren. voorgangers piekten allen met een taak ook tot op één van de Spelen. Carlile, in Dam-Schreurs droegen de tussenliggende jaren op aan de grote vangst van ipische roem. op de kanjer van Ada Kok na, spartelde er niets meer in de netten. Het lijkt pi voor psychologen waarom Nederland de vooruitgang niet tot op het hoogtepunt 'oortstuwen. nsterdammer Bert Sitters (31) blikte ervaring in op drie spelen: Rome, Tokio en :o. De laatste maal als begeleider van de Spaanse ploeg. Mexico 68 schonk veel geneugten dan de twee eerdere toernooien, waarop hij met de Nederlandse jammerlijk kapseisde. Zelfs twee jaar na Leipzig waar de Nederlanders in vloei- goud zwommen, mislukte Tokio '64 desastreus. eeds (toch ook weer in Münchën) bleek de equipe, nog voor de eerste start-zoemer, geii dijk van alle Spartaanse voorbereidingen, waaraan maar geen eind kwam. Op het p van de waarheid stond de spanning droog. 8) liever niet een trainings- •>'v is 'n overblijfsel van de eigen oarrdè- totdat anderen hem inhaalden en voor Belgrado", leerde Bert re als Nederlands kampioen. Sitters overbodig maakten voor de nationa- van het verleden. „Dan zijn heeft de pré dat hij uit het „we- le equipe. Hij schakelde over op de van huis. Als ze al zo reldje" voorkomt. Tussen de vorige vrije slag, en was weer bruikbaar, KNZB-coaches was Jan Jiskoot de Av n "oc~ enige met zo'n voorgeschiedenis. Maar hij stortte zich opeens op technische beschouwingen, terwijl van Dam en Schreurs mede de po litiek voor München bedisselden. zelfstandig zijn, is een trai- 'mp niet bevorderlijk. Ze zijn niet aan toe en het is de of ze ooit zo ver komen. Om maken, een eenheid te 0. heeft een trainingskamp in. Een zwemploeg hoeft niet, 'ar te spelen". Het standpunt Bert Sitters was geen grote. Specia- J liseerde zich eerst in de vlinderslag, gen te wringen De „begrensde ere- lijst: zevenmaal kampioen een maal 100 vrij als aspirant, vijfmaal 200 vlinderen, éénmaal 100 vrij se nioren (nadat Ronnie Kroon walgde van de zwemsport). De Europese van '66 in Utrecht scheidde voor Sitters twee periodes. onder meer voor de 4x 200 vrij-es- tafette, toen al de vergaarbak voor twijfelgevallen. Maar noch in Rome Leipzig of To kio vertoonde hij zich in een finale Alleen in eigen land was hij in staat erkenning uit zijn inspannin- Door Lex Muller Mh Brigitha Hoe vordert exploitatie van fabelachtia talent? Na de actieve Jaren gloorde voor hem een toekomst als trainer in....Spanje, destijds het beloofde land. Hij zou van 11 Januari '67 tot 17 december '71 heerlijk pionieren in Sabadell, waar hij zich opwerkte tot een lokale beroemdheid. Hij hoorde toendertijd tot een bondgenootschap van een tiental Nederlanders, dat Spanje verblijdde met het perspectief van een voor vol aangeziene zwemploeg. „De op komst daar", stelt Sitters trots, „is te danken aan ons.Zoals volgens mij ook de huidige terugval te wij ten is aan het vertrek van velen onder ons". Bert Sitters had het geluk, dat Spanje's idool Esteva bij hem in het bad' rondzwom. „Dan maak Je het helemaal". Het landelijke rag- slag-fenomeen ontketende tijdens de EK'70 in het nabije Barcelona heftige beroering op de tribunes. Zowel op de 100 als 200 meter legde hij achter de onhoudbare Roland Matthes aan. Sitters: „Als zo'n Jongen zo goed is, wordt hij meteen nationaal bezit. Van hogerhand moest hij ook mee doen aan de 400 en 1500 vrij. Het bracht hem nog eens twee bronzen medailles. De Spanjaarden hechten meer waarde aan tweemaal zilver en brons dan aan één gouden. Ik was het er niet mee eens, dat hij zijn krachten versnipperde. Hij had op de 200 rug misschien wel een kans gehad tegen Matthes". Esteva werd niettemin vereerd met een studiebeurs in Amerika, die vol doende vrije tijd afstond om bij Councüman het zwemmen en de conditie te perfectioneren. Toch was hij nergens te bekennen in Mün chen. Sitters: „Men poogt het te verzwij- gen.Maar al in '71 forceerde hij in Amerika zijn rug bij oefeningen met gewichten. Hij is verloren als topsporter. Esteva slaagt echter maatschappelijk, want hij studeert binnenkort aan de Indiana univer siteit af in de scheikunde". Eigenlijk was de hele Spaanse hoop spoorloos op de laatste Spelen. Een anticlimax na. de warme verwach tingen sinds Barcelona. Bert Sitters strèek al eerder over een kapitale oorzaak van het verval: de uittocht van de Nederlandse trainers. „Er zijn er nog drie vier overgebleven. Nederlanders zijn van harte wel kom". Andere funeste invloeden, waardoor Spanjes bruisende ontwikkeling droog viel: de toch te smalle basis, het gebrek aan doorzettingsvermo- gen. Een onschuldige ruzie, de treurnis om een ontgoocheling het kunnen aanleidingen zdjn het water dusdanig te mijden dat het niet eens meer smaakt om te drin ken. Kort voor de Jaarwisseling '71/'72 zegde Sitters op bij de club in Sa badell. „Toen ik er kwam, keek ik mijn ogen uit. De accommodatie was fantastisch. Maar op den duur wilde ik uitbreiden. Jaren zeurde ik om de overkapping van het tweede 25 meter-bad. De outillage pronkte aanvankelijk bij de beste vijf van Spanje. Maar gaandeweg hoorde ze niet eens meer bij de eerste vijfen twintig. Om velerlei redenen kreeg ik niet mijn zin. Daarom ben ik er weggegaan". In de herfstvakantie bezichtigde hij nog eens de vertrouwde plekjes in Sabadell. Het tweede bassin hield zich schuil onder een opblaas-tent, gesierd met de naam van globo- Bert (koepel-Bert).... Bert Sitters woont nu met zijn Spaanse vrouw, zoon en dochter in Diemen. Op tien meter van een gymnastiekzaal, waar hij wekelijks 29 klokuren slijt. Zijn werkgever wende al wat aan de ongemakken van een nevenklus als KNZB's jeugdaviseur. Die nog Jonge aanpak lijdt onder Sitters' overgang, al kan hij in zijn geregelde gesprekken met clubtrainers de zorg voor de jeugd warm houden. Welke prille resultaten maakte hij klaar in iets meer dan vijf maan den? Voor de categorie onder 14 jaar stichtte hij een maandelijkse meerkamp: in september, oktober, november en december. „Vijfender tig clubs waren er zo dol-enthou siast over, dat ze het idee willen herhalen". Op 15 en 16 april gaat het onder de noemer van winterkampioenschap pen, hard om hard om heuse fina les per Jaargang, tot 14. Als sponsor zette Speedo zijn merknaam voor die finales. Ook dat is een nou veauté. En wellicht de eerste bode van een trend, waarvoor de zwem- bond onmogelijk waterdicht kan ven. Eén objekt ratelde nog niet van stapel. Sitters: „Ik bepleit een club competitie voor de zwemmers, zoals bij de waterpoloërs. Verdeeld in een hoofd-, een eerste en tweede klasse, met kans op promotie en degrada tie. Daardoor komen de mindere zwemmers of zwemsters ook eens onder spanning te staan. Ze moeten eveneens tot het uiterste gaan voor de punten. Dat stimuleert de breed te. Clubs zijn wel verplicht meerde re goede krachten te vinden en op te leiden. Helemaal ideaal zouden dan nog eens clubkampioenschap pen zijn". Het projekt is/was bestemd voor de jongste jeugd, die vóór haar der tiende de nerveuze sfeer van een scherpe competitie evenmin nog hoort te proeven als het chloor - mengsel in het water Sitters wil er nu alle leeftijden bij betrekken. „Haast geen vereniging heeft een compleet zwemteam. Waarom ook? Er bestaan geen wedstrijden, die dat vragen. Zian wordt wel eens uitgelachen, omdat het verzot is op ongebruikelijke records als 10 xlOO vrij, of 10 x50 vrij. Ik juich die ra ces toe. Zo verbreed Je Je basis. PriJ dekker is na München gestopt. Daarmee viel de hele 4x200 vrij-es- tafette weg. Dat mag toch niet ge beuren. We hadden al lang acht jongens van onder de twee minuten moeten hebben. Er zijn in Neder land te weinig zwemmers en ook zwemsters". Waarbij hij het voorbeeld laat rus ten van de 4x100 vrij dames, wier aspiraties vóór de Spelen reddeloos doorweekten. Nergens was het aan bod van een tamelijk gelijkwaardig vierde lid. Meer breedte heet het motto, dat Bert Sitters dan ook voert. Daar mee verlengt hij in feite het beleid van de afgelopen vier Jaar, al spit ste zich dat misschien iets te veel toe op de enge top. De zwembond zelf heeft van alles ondernomen om vooral Nico van Dam te behouden. Maar diens besluit liet zich niet te rugschieten. Daarom ook treuzelde de KNZB tot de eerste week van december, eer Sitters werd aangezocht. Een ander geschikt alternatief was trouwens niet direct in voorraad. De nieuwe coach bezocht sinds de inwijding enkele keren Hagenaar van Dam om diens visie te beluisteren. „Het is duidelijk, dat ik die lijn groten deels doorzet". Een aantal eigen aanvullingen gaf Sitters in het voorgaande al vrij voor verspreiding. „Maar dat hangt natuurlijk niet mee van Jou af of zij goed zwemmen. Het is van be lang, dat het Je lukt Je acceptabel te maken. Je moet technisch bij zijn, vakkennis hebben. Zowel de leden van de nationale ploeg als de clubtrainers moeten in Je geloven. Praten, kijken, met hen bezig zijn in hun omgeving. Pfrommer had Schenk en Verkerk ook niets meer te leren. Zo stel ik mij evenzeer op tegenover Hansje Bunschoten, Anke Rijnders of noem ze maar op". Die ideologie zal de (eigenwijze) clubtrainers plezieren. Als eenling is Bert Sitters toch al meer gebonden aan de groep Idealisten, die waakt over de stand in de kweekvijvers. Onder Van Dam/Schreurs verhoog de zich de kwaliteit van dit wat „wereldvreemde ras". Badmeesters die maar wat rommelen zijn uit stervende dissidenten. Bij wijze van waardering bedacht de zwembond, in het vierjarenplan voor Montreal'76, de clubtrainers met iets meer zeggenschap. Hetgeen ook risico's kan uitlokken. Sitters: „Hun invloed wordt wel groter. Niet als clubtrainer, maar als trainer. Zij werken met de top van Neder land en zullen in dat gezelschap hun vakmanschap moeten demon streren". Bij alle internationale evenementen flankeren een paar (vermoedelijk twee) clubtrainers Bert Sitters. Wout Gerritse, die Anke Rijnders stevig vasthoudt, wenst, dat elke uitverkorene zijn of haar oefen- meester mag meenemen. De KNZB geeft echter geen gehoor aan dat verzoek van een uitzondering. Er zal worden gerouleerd, waarbij de beteren zichzelf uitselec teren. Sitters, die zich zorgvuldig heeft in gedekt tegen vervelende verrassin gen: „Ik heb hierbij twee voorwaar den bedongen. Ik verdeel het werk. en ik maak uit wie er meegaan". Naar zijn zeggen weet hij nu al zo'n beetje welke twee hem op de grote toernooien (als de WK in Belgrado) terzijde staan. ,3ij alle landen zie Je dan dezelfde gezichten terug". In vergelijking met München zal er onder de deelnemers aan Belgrado wel het nodige onbekend talent te water gaan. Veel landen moesten scheidende coryfeeën bedanken voor de bewezen diensten. In Nederland braken er vrij weinig met het weds tri Jdz wemmen (Hemiie Pentermann, Tineke Hofland, Prij- dekker), maar een gedeelte van de Olympische afvaardiging duikt nu vaker in de studie dan in het nat. Sitters: „Bovendien hebben vrijwel alle A-mensen een kater van Mün chen overgehouden. We zitten toch wel in een terugval". Met medewerking van de clubtrai ners, hoopt Bert Sitters de chagrij nige stemming vópr de winterkam pioenschappen f8, 9 april in Den Kaag) op te vrolijken. Om daarna met volle kracht op de WK aan te sturen. En als het daar een fiasco wordt, verdwijnt hij dan na '73 schielijk naar Spanje? „Ik wil er te zijner tijd misschien wel naar terug. Maar niet weer om te trainen. Om er ieta zakelijks te beginnen, boeit Spanje mij nog altijd". Hans Bunschoten nog iets te jong?

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1973 | | pagina 17