Als een lijk ga k heen9 gezond om ik tern 'Preekstoel' verzamelt beelden Een oude pel grim zeult voort Ill in de kerst nacht KERSTMIS 1972 PAGINA 23 Ijaren was Florent Eijssen elke Kerstmis een eenzame op de oude weg tussen Zuid-Limburg en het in uit- donkere bossen gelegen Belgische bedevaartsoord Sedert de oorlog loopt de 72-jarige Florent zijn boete- j vice versa 120 km van de Valkenburgse woning it heilige oord in de Ardennen: soms hangen de ijspegels i de neus, in andere jaren moet de oude pelgrim na r bij de kachel van de buren worden ontdooid. •xpeditles van Florent •nieten de laatste Jaren oder de gelovige Limburgse •en snel aan populariteit bekoring. Komende zon- t een vrome kudde van 80 op naar het Maria-plaats- aanvoering van Nederlands frst-pelgrim: een kleine, ge- elastingconsulent die hoog zwak ter been maar an geloof is op zijn komt er in Nederlands tige kerkprovincie eindelijk heiligenprentje tot Eijssen ontving ons voor pelgrimage in zijn huis Daj nburg: een moeilijk lopende met rode wangen, scherpe gen en borstelige wenk- Het huis was groot, leeg plekkjjk leef als een kluizenaar, mijn vrouw zaliger ge- is nog het ergste", zei 1 lei \r an ie Jassies huize d et n the> w net terug uit het zieken- ir hij de laatste twee Jaar iraties had ondergaan, de ingrijpender dan de ander in zijn linkerbeen injecties. Maar de oude 5 er van overtuigd dat Jongeling zou voort- en dat Gods genade i lam over de cols van zoet*1™ zou lelden' Een dag lang glijdt deze kleine, donkere stoet door het winterland schap in zuidelijke richting: dan is er de nachtmis van Banneux en Maria's genade. Gepraat of gezang zijn er ook op de terugweg uit den boze: onophoudelijk prevelen Flo rent en zijn kudde de gebeden.„We lopen op het ritme van het Weesge groet", sprak de man die de barre tocht langer dan 20 Jaar alleen vol bracht terwijl de wereld zich rond de t.v.-toestellen en de kerstkalkoe nen schaarde Bezemwagen „Het is vorig Jaar helaas gebeurd", zo meldde hij echter op licht wre velige toon, „dat we er een in de beaemwagen hebben moeten stop pen. Dat was een 42-jarige land bouwer. Hij had nieuwe schoenen gekocht. Dat is wraak opvragen, is het niet? Maar verder is het steeds goed ge gaan, hoewel sommigen er wel eens bij neervallen. Ik zet ze dan weer op de been en vertel ze dat ze nog harder moeten bidden. Dat het een zware tocht is hindert niet. Het is een boetetocht". Zo trekt nu omgeven door bondge noten in het geloof, Florent Eijssen elke Kerstmis naar een dorp in de Ardennen. Ooit heeft hij die belofte gedaan: niemand die de oorzaak kent. Hij zegt dat God hem elke kerstnacht in Banneux bekers boor devol troost schenkt. De tegenpartij heeft na de eerste voetreis van zich laten horen toen daags na Florents gelouterde terugkeer zijn vrouw een been brak. „Dan moet je moed blij ven houden", zei de heer Eijssen, „maar ik ben niet opstandig gewor den. Het volgende Jaar ging ik weer op weg". Omdat het om een boetetocht gaat vernam men van de vrome belas tingconsulent zelf maar weinig over het lijden dat zich tijdens de mars naar de genade kan openbaren. Maar hij was zo vriendelijk om zijn buurvrouw te verzoeken enkele bij zonderheden te verstrekken. Men hoorde nu over de Kerstmis van een bejaarde gelovige die op deze dagen huis en haard achter zich laat: een avonturenroman waarin de hoofdüersoon onder rot- sneeuwstormen schuilt, da- hij dit zei brandde er een t va to zijn donkere ogen. Immers Kerstmis", zei hij, et ik lopen. Zo lang ik leef. ,laat ik voor u de fles wijn den". z\jn discipelen van alle („de jongste is 13, ook bekeerlinge van 68 lerzamelen zich ook op de voor deze kerstnacht bij de k f grens. De reizigers zetten i als ganzen in beweging: in een rechte lange rij velden voort, elke genlang ijskoude regens trotseert, door rukwinden belaagd bijna van bruggen in kolkende rivieren slaat, in onherbergzame bossen door zing van ziekten af te smeken. Deze zomer moest ik twee keer gaan om dat een van onze vrouwelijke pel grims kanker had gekregen. Met zijn drieën zijn we barrevoets naar Banneux geweest. In oktober gingen we weer: de dokter had gezegd dat de vrouw nog maar twee maanden te leven had. Het ging weer op blo te voeten. De hele weg stromende regen, het viel met al die kleine stenekens op de grond niet mee. Bij het Rode Bos voelde ik ineens een grote behoefte. Ik ging het bos in om er een te maken. Toen scheurde ik mijn enkel open in het prikkeldraad. Ik heb 10 km verder mijn schoenen moeten aantrekken Wat een triestigheid. Dat was niet zoals het hoorde. Dan voel Je Je heel ver weg van Je opdracht. Toch leeft de vrouw nog steeds, met kerstmis is ze er ook weer bij". Zo bezit het leven van Florent Eijs sen zijn kinderlijke geloof en zijn reusachtige wilskracht. „De dokter heeft het me helemaal afgeraden", zei hij, „maar niemand houdt me tegen. Lopend zal ik ook dit Jaar Banneux bereiken. Ze hebben me toch ook bij de col nodig, daar wacht hen de grote inzinking". Deze ooi, de „Ooi de Tancremont," geheten, verheft zich als een bijna loodrechte wand vlak voor het Ma- ria-oord, 400 meter hoog en de laatste barrière van de wereld voor dat de hemel zich laat zien. In het zicht van de zalige haven wordt het hier vele reisgenoten te machtig: ettelijke pelgrims storten kermend in de berm of sloot neer, anderen bewegen zich nog slechts op handen en voeten in de richting van de bergtop voort. Florent is dan de bezige herder die de uitgeputte schaapjes omhoog sjort en hen voortduwt op de steile weg naar het licht van de he- mel.,Hidden, bidden, bidden, roep ik", zei hij. „Elke keer lukt het me Strompelend komen ze aan, dan zie ik de blijde glimla chen al verschijnen. Dan feliciteer ik ze. we poetsen onze tanden en we stappen de kerk binnen". Boete-processie slaap overmand sneeuwbergen zei de buurvrouw, „zijn voeten wa- hij. ..als een herder ga ik naar de voortgaan op de oude weg voor spoken aanziet en terwijl het ren bevroren. Het leek zelfs wel of stal van Jezus Christus. Dat is alles". Maria's Ardennendorpje. Hoe hard buiten 20 graden vriest als een hij kleiner geworden was. Het is ynrrtfttr het leven van een pelgrim in de wandelende sneeuwman bij buur- een wonder dat hij het volhoudt". ^omer Benelux ook dan kan zijn, vertelde vrouws haard terugkeert. „Een keer De pelgrim had glimlachend geluis- Maar ook de zomerdag ziet hem al, Florent Eijssen nu zelf:,.De meesten was hij helemaal wit en bevroren", terd. „Ik ben geen kwezel", sprak opnieuw zacht en eindeloos biddend, maken met Kerst de tocht om gene- Dit kerst-weekend trekt Flo- rent's boete-processie weer door berg en dal. „Anderen vreten en dansen. Wij vieren Christus' ge boorte in de vrije natuur", zei hij terwijl ons naar de deur bracht: een kleine grijze man die zelfs op de wandeling over de gangmat zijn pijn moest verbijten. „Ik ga in elk geval", zei hjj, terwijl zijn ogen oplichtten, „als ik niet in Banneux was geweest, had ik die zeven ope raties nooit gehaald. Ik moet gaan om daarvoor te danken. Als een lijk ga ik heen, gezond kom ik terug". Het gezicht van de pelgrim straalde van geluk. Het vaderlandse museumwe zen is een vrome en curieu ze verzameling rijker nu de Haarlemse Preekstoel-bewe ging zich heeft geïnstalleerd in een viertal ruimten in Door Ary Jassies decorstukken van een reli gieus verleden. Het vele hon- derdkoppige gezelschap heeft in kerken, kloosters, kapellen en roomse huiska mers zijn tijd voorgoed ge had: een stukje eeuwenoude cultuur dat in Nederland ineens teveel was en dat hard bezig was van de aardbodem te verdwijnen. „Het was net of we weer onder een beeldenstorm leefden," aldus de Haarlem se lij mf abrikant Chris Gart, de Preekstoel-voor- vereniging werd gedoopt als de Preekstoel naar de eerste trcfee die op de sloper werd veroverd. Al gauw was Garts pakhuis tot aan de nok toe vol met de heilige schare die nog steeds uit het hele land naar Haarlem toestroomt. „We hebben vooral veel supporters onder de zusters van grote kloosters", zegt Gart over het leegraken van de roomse instituten „als ze weer eens wat tegenkomen bellen ze ons, vreselijk blij, in de vrome wereld van het eigen museum: een red- dingskarwei zonder weerga van een beeldenpark dat in eens van zijn voetstuk viel. De heer Gart, evenals ette lijke van zijn medestanders niet eens van katholieke huize, spreekt over zijn ideë le motieven op bewogen svijze naar zijn overtui ging zal het nageslacht hem eens dankbaar zijn". Alles werd bij bosjes stukgesla gen. Als wij er niet bovenop waren gesprongen was dit den uiterst kitscherig, ach ter zijn rug oprijzen zijn er om die stelling ook letterlijk waar te maken. In de zie kenhuis-vertrekken zijn als een stenen en gipsen nala tenschap van het Roomse leven de beelden opgebaard die vorige generaties een le ven vol zekerheid schonken „Het is een terugblik vol overdenking waard" zegt de heer Gart. „vroeger wees een arme moeder in de kerk haar kind naar een beeld of een kruis en dan zei ze: hij het voormalige St. Elisabeth- gasthuis in Haarlem. Adhter de oude ziekenhuis- muren ligt de weemoedige schatkamer van het rijke roomse leven: een bonte schare van apostelen marte laren heiligen en Maria's staat in eindeloze pelotons aangetreden om ons te doen blijven beseffen hoe kleurig en devoot het leven onder Romes vleugels ooit is ge- zitter die zegt „smoorver liefd" te zijn op alle beel den, preekstoelen, priester gewaden, rozenkransen, en schilderijen die onder de vernieuwwingsdrang binnen de Nederlandse kerkprovin cie werden afgedankt. De lijmfabrikant, Neder lands onbetwiste aanvoerder van het katholieke jeugd sentiment, verzamelde enke le Jaren geleden een groep van tien apostelen om zich heen die zijn zaak al even zeer waren aangedaan De meteen op". We hebben au to's en een busje om de zaak dan te transporteren". De uitstalling het mu seum kan aan beelden al leen al 500 exemplaren to nen vond vanaf klooster zolders, stookkelders, sloot kanten en cafè-inboedels zijn weg naar de tien vuri ge verzamelaars in Haarlem Via Garts pakhuis, een kraak-pand, de ontsmet- cingsloods van de gemeente reiniging en een landhuis is de collectie nu gearriveerd alles voorgoed weggeweest. En ik denk dat iedereen daar spijt van zou hebben. Uiteindelijk leven we in een tijd dat men zich de benen uit het lijf holt om een koffiepotje van grootmoeder te bemachtigen. Je merkt dat ook aan jezelf: hoe ou der Je wordt hoe minder toekomstbeelden Je hebt. hoe meer Je gaat leunen op de beelden uit het verle den". De roomse beelden-galeri.1- en die, ingetogen en niet zel heelt het ook niet best ge had. De mensen konden af schuiven. Dat hielp. Er is ons wel iets ontnomen" De Preekstoel-leider Is er niet de man naar om aan het succes van de nostalgi sche en curieuze onderne ming te twijfelen. „Ik denk er aan om de grootste ver zameling beelden op reli gieus gebied ter wereld te krijgen. Er is nog genoeg over. Van veel mensen hoor Je dat het bij hen toch maar staat te niksen".

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1972 | | pagina 23