Wffllifli Het woord voor vrede is: geen oorlog... De baby wü salet. dóód Long Thanh De commandant van het kamp zegt tevreden dat het er nog maar 12.423 zijn. In augustus nog hadden we hier 14.565 vluchtelingen. Een aantal in naar huis. We maken vorde ringen, zegt hij. En met zijn aanwijsstok trekt hij kringetjes door het zand. liten lopen de Montalgnard- vrouwtjes met lange korven op hun gekromde rug. Ze zwoegen met het takkenhout, dat zij in het bos drie kilometer verderop hebben gesprokkeld, tegen de heuvel op. Ze moesten vlug zijn. Het hout bij hun tent leggen, him bonboekje pakken en dan weer naar beneden, naar het be gin van de weg, om de laatste zakjes gedroogde vis bij de ro de-kruis vrachtwagen in ont vangst te nemen. Zij kunnen de laatste meters bijna niet meer. Sommigen zijn vijf keer uit him bergdorp verdreven geweest in de laatste vier Jaar, overal is het hetzelfde. Voor de laatste gun sten moeten ze nog vechten. Ze hebben ook hier In Long rhanh iets over een bestand ge hoord. Op een hoge paal midden in het kamp zitten zes luidspre kers die brallen naar alle kan ten. De regeringsradio houdt hen op de hoogte. Maar ze luisteren al maanden niet meer. Een be stand? Ze hopen het, ze zouden het graag willen maar ze gelo ven er niet meer in. Op het schooltje in de openlucht wordt gerekend. Eerst moeten de kin deren laten zien wat oorlog be tekent. Ze schetsen bijna alle maal met hun gammele krijtjes grote vliegtuigen die bommen la ten vallen. Dan vraagt de mees ter wat vrede is. Dat is moeilij ker. Want na eeuwen oorlog heeft de Vietnamees nog steeds geen woord voor vrede. Als het over die ongewone toestand gaat dan spreken ze over geen oorlog. Dat is het woord voor vrede geen oorlog. Geen oorlog bij de kinderen in Long Thanh, zijn huizen op pa len met een palmboom of een bananenstruik, met wat kippen of een vijver met een eend. Ze hebben moeite met die tekening. Iedere keer als ze het zelf be leefden werden ze weer verdre ven. Door bombardementen of gevechten en soms gewoon op bevel van Saigon. En nu, nu er gepraat wordt over een bestand zijn de vluchtelingen nog niet zeker dat ze terug kunnen gaan naar hun dorpen. Sinds 1965 zijn vijf miljoen Zuidvietnamezen verdreven op een bevolking van 17,5 miljoen. In Saigon alleen wonen een miljoen vluchtelingen, een derde van de bevolking. De Vietcong en de Noordvietna- mezen bezitten op dit moment grote stukken terrein. Maar er wonen maar weinig mensen. Sommige vluchtelingen in dit kamp en in de tientallen andere kampen willen best terugkeren naar hun dorp ook al is het niet in handen van de Zuid Vietname se regering. Een huis en een BARCELONA De dorpswinkelier vond het nogal een rare boodschap, wat men hem daar over de telefoon had gezegd: „Wilt u senor Emilio Or tega, die geen telefoon heeft waarschuwen da; het nu toch echt wel tijd wordt dat hij zijn zoon tje van twee maanden komt afhalen bij het staats ziekenhuis van Bilbao"? Nog gekker werd he' toen de winkelier de boodschap aan de familie Or tega overbracht: mevrouw Ortega viel flauw, nog voordat hij uitgesproken was, en Don Emilio kwam van ontsteltenis en woede niet uit zijn woorden. Het bleek dat de ouders er vast van overtuigd wa ren dat hun derde kind na een -">rtijdige bevalling waarbij de vrouw over een afstand van 100 TiV>Tioteir per ambulance was vervoerd, onmiddellijk na de ge- v>orte was gestorven. Don Emi lio had het van een ziekenzuster vernomen: het kind woog bij de bevalling slechts 1530 gram. Drie dagen later bracht hij zijn ••rouw weer terug naar het dorp. zonder dat iemand hen over het kind had aangesproken. „Wij hadden ons al neergelegd bij de gedachte dat ons zoontje, even als ons eerste kind, bij de ge boorte gestorven was. Hoe is het toch mogelijk dat men ons zoiets deed geloven?" Toen de kerngezonde „wederge boren" zoon van twee maanden in het dorp was, ging het ge beurde van mond tot mond. Er verscheen een hard commentaar in de plaatselijke pers, hetgeen tot een officieel onderzoek leid de. Ten slotte bleek dat de ver gissing grotendeels aan de vader zelf te wijten was: men had hem gewaarschuwd dat de ge zondheidstoestand van de baby bijzonder slecht was en dat had hij verkeerd uitgelegd. Het is ook wel vreemd dat de ouders het ziekenhuis verlieten zonder ten minste om een o verlij dings- akte van het kind te hebben ge vraagd. Dat is echter in zekere zin wel begrijpelijk voor- een eenvoudige Spaanse arbeider, die zich red deloos „verloren" voelt in de bu reaucratische wirwar en de kille drukte in de enorme staatszie kenhuizen. die onder zoveel pro blemen gebukt gaan dat nie mand tijd heeft voor menselijke „kleinigheden". De Spaanse werknemers, die met hun ver plichte contributies aan de so ciale verzekering jaarlijks enor me bedragen bijeenbrengen, zien geen enkel middel om hun rech ten te laten gelden om als men sen, en niet als nummers, be handeld te worden. Het grote probleem van de Spaanse geneeskunde is dat men een moderne en onafzienbare bureaucratie over een oud en dus ontoereikend ziekenhuis systeem heeft gestolpt. De medi ci protesteren de laatste maan den steeds scherper tegen de mis standen in hun beroep. Het kwam zelfs tot, voor Spanje on gehoorde, stakingen waarbij het pas op de alleerlaatste plaats ging om salariskwesties, maar vooral om de verouderde instal laties en de onmenselijke bu reaucratie in vele ziekenhuizen. De cijfers liegen er niet om. Een kwart van alle Spanes zieken huisbedden staat in gebouwen die voor het jaar 1800 in gebruik genomen werden: 38 procent da teert van voor 1800: en als men voor bejaarden meerekent, stijgt dat percentage tot 45 procent. Het gemiddelde aantal bedden per ziekenhuis is in Spanje 95, hetgeen onpraktisch laag is. Vol gens vele studies is een getal van 400 tot 500 bedden ideaal. De gezondheidszorg is hier een luxe artikel. Voor de vijf miljoen personen met middelbare of hoge inkomsten (vanaf 15.000 pesata's ofwel 750 gulden per maand) staan 40.000 bedden be schikbaar. De rest, meer dan 25 miljoen personen, moet het doen met iets meer dan 100.000 bed den, waarvan 80 000 behoren aan liefdadigheidsinstellingen en slechts 25.000 aan de ziekenhui zen van de sociale verzekering, waaraan alle werkende Span jaarden meebetalen. Het aantal dokters is vrij groot. Het nationale gemiddelde be draagt een dokter per 992 inwo ners (een op 860 in Nederland, een op 670 in België, een op 850 in Frankrijk). Maar dat getal is misleidend. Ten eerste is de ver houding met het aantal zieken huisbedden slecht te weinig bedden betekent te veel dokters, dus worden deze onderbetaald hetgeen hun beroepsuitoefening niet ten goede komt), en ten tweede verschilt de toestand da nig van streek tot streek. In de grote industriesteden zijn er dokters te over, maar in de mijnstreek Asturias vindt men er een op 1444 inwoners, op de Canarische Eilanden een op 1429, en in Andalusie een op 1349 per sonen. Natuurlijk zou de staat, via de verplichte sociale verzekering, de oplossing kunnen en moeten brengen. Maar de ziekenhuis- bouw houdt niet eens gelijke pas met de bevolkingstoeneming, zo dat h et tekort alleen maar groeit, en nu op ongeveer 180.000 bedden wordt geschat. Bovendien klagen de medici dat zij in de sociale verzekering tot „gezond- heidsambtenaren" verworden en geen menselijk contact met hun patiënten kunnen krijgen. Het gevolg is dat een dokter, die in een spreekuur 40 tot 80 be zoekers moet afwerken, niet ver- Operatie in het Leids Academisch Ziekenhuis. In Spanje gaat het niet zo vlotdaar struikelt de patiënt over een on afzienbare bureaucratie. De medici protesteren dan ook steeds scherper tegen de misstanden in hun beroep. (Foto Jan Holvast) der komt dan het schrijven van een recept. Van de weeromstuit krijgen de patiënten geen ver trouwen in deze geneesheren, en „verzorgen" zij zichzelf: zo ko men zij alleen naar de staats- dokter om het recept te halen voor het geneesmiddel dat zij zichzelf hebben „voorgeschreven". Spanje verbruikt in verhouding vijfmaal meer antibiotica dan welk Europees of Amerikaans land dan ook. Door Robert Bosschart Officiële cijfers wijzen de sociale verzekering p- precies evenveel uitgeeft neesmiddelen (ongeveer jard peseta's) als het ond van zijn hospitalen en ns 3t staven. Medische resea» 'ef' Spanje is (met uitzonden de hartchirurgie onder van dr. Cristobal Martin diu, generaal Franco's zoon) een stiefkindje. l>^ geeft er per Jaar en iuw bet dollar aan uit (Nederli dollar. Engeland 34 dolk 76 doUar). De enigen die voordeel uit deze toestanden zijn macie-fabrieken die in lopen jaren een gemiddeld doormaakten van terwijl d hooguit 7 procent groeH produktie was in 1971 ni der dan 32 miljard waard, waarvan overig miljard onmiddellijk buitenland ging als royalty De enige manier om di teurs uit te schakelen, geneeskunde aan het he dienstbaar te maken, en doelmatige beroepsuitoefe garanderen, is de opricht! njj( een ministerie van volks heid. Niet om een nlew01 reaucratie te scheppen, n ute de wildernis van de velt, overlappende en beconcn instellingen uit te dunnen. Maar het ministerie van landse zaken, dat naast dere sectoren van de mai pij ook deze beheerst, meermalen laten weten er niet aan denkt dit uit te geven. Een minister op volksgezondheid in Sp: daarom nog verre toeko111 ziek. elfs. ■■■■■murw die i irer die rd v iat tnd Er is een grote stal waar hon derden families een onderkomen hebben gevonden. Geen riolering, rokerige houtskoolvuurtjes om ingedroogde vis knappend te maken. Met waswater wordt de rijst gekookt. Overal insekten. Soms komen er leerlingverpleeg sters een ochtendje uit Saigon om wat asperientjes uit te delen en hier en daar een pleister. In hun elegante kraakwitte Jurken lopen ze met de waaiertjes te zwaaien om de stank en de vlie gen en de muggen weg te Jagen. Voor de middag zijn ze al weer thuis in Saigon voor de lunch, dik tevreden over hun volledige inzet. Het is lief om te zien hoe ze langs de tenten lopen maar het paar kippen en bananen onder welke vlag dan ook. Maar de re gering in Saigon voelt daar r'et voor en daarom ook na een be stand zouden de kampen wel eens vol kunnen blijven hoewel de hulp voor de vluchtelingen met de dag moeilijker wordt. Nu Zuid-Vietnam 1.100.000 man in het leger moet onderhouden, schieten de vluchtelingen er bij in. Door het vertrek van de Amerikanen neemt de werkloos heid toe en de groepen die hier in grote tentenkampen bijeen gedreven zijn, waren altijd het sluitstuk. Het zijn vaak de min derheden. Kleine bevolkingsgroe pen, die altijd werden verwaar loosd, onder de Fransen al. En zo hokken ze samen. heeft zo ontzettend tekenen. De ten maar wat met huil monden. Als dat hulp denken ze, dan kan er goed niemand komen, ren we nog liever de menten. Maar ze zitten gevangen eigen land. Prooi van stand. Op hulpverlening ze niet te rekenen. HW kamp is er nauwelijks ginnen aan. Het Is prioriteit. Als het twaalf waaien de tekeningen kinderen weg in de vliegtuigen met de u*""9 het best getekend. De huizen zijn droom lijkt een slecht

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1972 | | pagina 14