Kamer verliest
haar voorzitter
mr. F. van Thiel
Staat steunt slachtoifers van geweld
$1
NIL
rWÊgtii
Ik kan echt niet elke vijf
minuten n feestneus opzetten
Niet langer alleen maar sympathie9
47/1
ZATERDAG 2 DECEMBER 1972
De meest onverwachte gebeurtenissen in de
carrière van mr. Frans Joseph Frits Marie
van Thiel als voorzitter van de Tweede Ka
mer zijn gekomen aan het einde van de bijna
tien jaren, die de grijze magistraat doorbracht
in de grote groene zetel.
Eerst was er in de afgelopen zomer de plot-
Dle plannen hielden in, dat hij aan
het einde van het parlementaire
Jaar 1972'73 vrijwillig zou terug
treden.
Welletjes
Hij zou dan 66 Jaar zijn en het
welletjes vinden. Bovendien zou hij
op die manier de gelegenheid krij
gen de dag te herdenken, waarop
hij vijf-en-twintig jaar geleden, op
27 juli 1948, als Kamerlid werd be
noemd en hij zou ook tien Jaar in
de voorzitterszetel kunnen volma
ken. Op 29 januari 1963 volgde hij
namelijk mr. Kortenhorst op.
selinge kabinetscrisis, die een streep haalde
door de plannen van deze Helmondse KVP-er
die mede door de televisie-uitzendingen van
kamerdebatten zo'n tot in iedere huiskamer
doordringende Nederlander werd, dat hij ver-
scheidenen van zijn fractievoorzitters in po
pulariteit voorbij streefde.
Door
Kees de Bruin
Zoals gezegd: het politieke balletje
rolde anders. De heren Drees en De
Brauw stapten uit het kabinet-Bies
heuvel, de kabinetscrisis ging ge
paard met een Kamer-ontbinding
en het plannetje van mr. Frans Jo
seph van Thiel viel in duigen.
Want ten eerste was hij er de man
niet naar alleen om die reden op
nieuw naar een verkiesbare plaats
op de kandidatenlijst te streven.
Een van zijn vaste stelregels is "Sat
er voor alles een tijd is: ook voor
het terugtreden, al is de stap ook
nog zo grOot. Bovendien was door
het ontbinden van de Kamer op
eens een heel andere situatie ont
staan dan vorig jaar, toen de PvdA
die als grootste fractie het onge
schreven recht bezat de voorzitter
te leveren, akkoord ging met het
aanblijven van voorzitter Van Thiel
tot het einde van het jaar 1972'73.
Het lijkt nu aan geen twijfel on
derhevig, dat de nieuwgekozen Ka
mer volgende week dr. ir. Anne
Vondeling als Van Thiels opvolger
zal kiezen.
Toen iedereen al zo'n beetje af.
scheid van „de president" had ge.
nomen het officiële afscheid
vindt aanstaande woensdag plaats
gebeurde er opnieuw iets onver
wachts. Oppositieleider Den Uyl liet
de in verband met de komende ver
kiezingen reeds uiteengegane Kamer
voor een prijzendebat bijeenroepen.
Daardoor kwam mr. Van Thiel, te
gen de verwachting in, nog een
keer in de hoge'groene zetel te zit
ten, die met speciale kussentjes
door een maat-meubelmaker tot een
stoel is gemaakt, waarin een mens
het inderdaad de lange uren kan
uithouden, die de parlementariërs
soms van hun voorzitter eisen. De
befaamde stoel, die op rails wordt
heen en weer geschoven, omdat aan
schuiven of tillen nu eenmaal niet
te denken valt.
Derde onverwachte gebeurtenis: het
plotselinge sluiten van hotel Witte -
brug, zijn Haagse huis. Bijna een
kwart eeuw heeft de Helmondenaar
in hart en nieren, die mr. Van
Thiel altijd is gebleven, in dit be
faamde Haagse hotel gewoond. Al
leen de weekeinden reisde hij naar
Helmond, naar zijn gezin, zijn tuin,
zijn aquarium, zijn Brabant waar
hij zich altijd mee vekrnocht is
blijven voelen. Maar in de week
bleef hij in hotel Wittebrug loge
ren: aanvankelijk enkele nachten
per week toen hij nog gewoon Ka
merlid was, daarna vrijwel de gehe
le week toen hij van 1952 tot 1956
minister van maatschappelijk werk
was.
Naar kapper
Ook als Kamervoorzitter had hij er
zijn kamer van dinsdag tot vrijdag,
ging hij er naar de kapper, kort
om woonde hij er. Daarom ook
had hij er volgende week, na het
afscheid en de receptie weer willen
slapen met zijn vrouw. Had hij, de
vaste gast, voor de nacht van 6 op
7 december een kamer gereserveerd.
Om vervolgens, thuis in Helmond,
uit de krant te vernemen, dat het
hotel gesloten was. Een telefoontje
naar Den Haag, hoe het dan zat
met die reservering voor 6 decem
ber, kon niet eens meer beantwoord
worden: er was geen enkel perso
neelslid meer, dat de vaste klant
van een kwart eeuw lang daarover
iets kon vertellen...
Hij zegt het niet met zoveel woor
den, wanneer hij ons in de laatste
dagen van zijn nu toch echt snel
het einde naderende voorzitterschap
ontvangt in de gezellige, een warme
persoonlijke sfeer ademende werk
kamer, die blijkens de fraaie witte
letters die op de groene deur zijn
geschilderd het „Kabinet van de
Voorzitter" is. Hij vertelt het zelfs
tussen neus en lippen door, alsof
hij niet meer wil doen dan duide.
lijk maken, dat hem de aftakeling
van de Haagse hotellerie ter harte
gaat. Maar het is wel duidelijk^ dat
zo'n behandeling hem een beetje
stoort.
Goed leven
De aimabele, warmte-uitstralende,
gezellige Brabander, van wie de
verhalen willen, dat hij van een
goed leven in meer dan één beteke
nis van het woord houdt, die de
krantenkolommen haalde met car
navalspetjes op, of in een ongewone
pose tijdens een dagje vissen, die
de spanning of Juist het ontbreken
daarvan tijdens een Kamerdebat
kon breken met een precies getime
de kwinkslag, deze mr. Van Thiel is
ook een man, die graag de puntjes
op de 1 zet. En gezet ziet.
Zelf geeft hij daarbij al vele jaren
voorbeeld en als het op het
Binnenhof de afgelopen tien jaren
zo is geweest, dat het woord van
„de president" wet was, dan heeft
daar even lang tegenover gestaan,
dat hij voor iedereen toegankelijk
was. Voor ieder Kamerlid, maar ook
voor ieder personeelslid, van hoog
tot laag.
Toegankelijk was hij ook voor de
burgers, die hem op het Binnenhof
petities kwamen overhandigen. Hoe
dikwijls hij zelf dikke pakken met
handtekeningen in ontvangst heeft
genomen, weet hij niet meer, maar
dat ene request van buitenlanders,
waarin hij als „Kameraad van
Thiel" werd aangesproken, vist hij
toch met kleine pretoogjes uit de
veelheid van herinneringen omhoog.
Op en neer
Wat gaat de man, wiens parlemen
taire carrière volgende week defini
tief wordt afgesloten, doen, als hij
officieel voorzitter-af is? In ieder
geval eerst nog wel wat op en neer
reizen naar Den Haag om de ver
gaderingen voor te zitten van het
comité, dat de viering van het zil
veren regeringsjubileum van konin
gin Juliana gaat voorbereiden. De
vorstin, bij wier inhuldiging in 1948
hij, samen met de nu eveneens ver
dwenen CHU-er Kikkert en zijn
opvolger Vondeling de grondwette
lijke voorgeschreven eed aflegde.
Maar dat is uiteraard geen dagtaak.
„De eerste afspraak als niet-voor-
zitter staat in mijn agenda op 7
december," onthult mr. Van Thiel.
Het kleine blauwe boekje vermeldt
op die datum: „loge 2e Kamer." Op
die dag zal hij dus van bovenaf,
van uit de loge waar hij tot nu toe
zelf zijn gasten ontving, meemaken
hoe de nieuwe Kamer een nieuwe
voorzitter kiest: „Want daar wil ik,
uit pure belangstelling, getuige van
zijn. Ik heb Vondeling ook gezegd
dat ik het leuk vind om daar bij te
zijn..."
Kalmer aan
En daarna gaat mr. Van Thiel het
echt wat kalmer aan doen. Want
dat heeft hij zich voorgenomen en
dat zal hij dus ook doen: „Ik zal
uiteraard wel een beetje bezig blij
ven, maar ik ben wel erg selectief
met wat ik aanneem."
Gaat hij memoires schrijven? ge
slist niet, dat kan ik helemaal niet,
ik ben geen schrijver, ik ben een
prater. Bovendien ga ik, na uit
hoofde van mijn functie tien jaar
lang niets aan politiek te hebben
gedaan, nu niet opeens allerlei ont
hullingen doen... ik ga straks be
paald niet de flinke jongen uithan
gen!"
Hij zal ongetwijfeld wat vaker in
de tuin van zijn Helmondse huis te
vinden zijn, want bloemen verzor
gen en schikken zijn een hobby,
waar hij niet gauw genoeg van
krijgt: „Een mens zonder bloemen
vind ik niks..."
Daarnaast zal er. hoe seleotief mr.
Van Thiel ook te werk gaat, wel
een of andere Helmondse instelling
zijn, die hem voor het voorzitter
schap weet te strikken. Omdat hij
gegarandeerd niet „nee" blijft zeg
gen als er in Brabant een beroep
op hem wordt gedaan. Ook al roept
hij, wanneer voorzichtig het carna
val in zijn geboortestadje wordt
aangeroerd: „Eigenlijk ben ik hele
maal niet zo'n vierder... ik kan echt
niet elke vijf minuten een feestneus
opzetten!"
Den Haag Dr. Th- E. E. van
Schaik glundert. Het fonds voor
slachtoffers van geweld, waarvoor
hij als juridisch specialist van de
KVP-fractie in de Tweede Kamer
heeft geknokt, wordt werkelijkheid.
Minister van justitie prof. Van Agt
heeft een wetsontwerp voor een
voorlopige regeling ingediend om wel
een miljoen gulden in het fonds
storten. En dat zal er bij de Kamer
waarschijnlijk als koek ingaan.
Door
Rob Schouten
"t Zat al heel lang in de pen",
zegt Van Schaik. „Vorig jaar stond
dat miljoen ook al op de begroting,
maar het is er wegens geldgebrek
weer afgehaald".
Het wetsontwerp heeft hij door de
verkiezingsdrukte nog niet goed
kunnen bestuderen, maar hij wil
het wel al duidelijk als een eerste
aanzet beschouwen.
.Als ik zie hoe het aantal geweld
misdrijven toeneemt, dan denk ik
dat we met een miljoen niet zullen
toekomen. Van Agt heeft ook enkele
beperkingen Ingebouwd met de ge
dachte: als we de deur openzetten
dan gaat 't van waai, waai en heb
ben we aan tien miljoen nog niet
genoeg".
Tegemoetkoming
Het wetsontwerp komt er in 't kort
op neer, dat slachtoffers van een
geweldsmisdrijf een „tegemoetko
ming" kunnen vragen die maximaal
25.000 gulden zal bedragen bij ma
teriële en 5.000 gulden bij immate
riële schade. Is er sprake van zowel
lichamelijk als geestelijk zwaar let
sel dus hoogstens 30.000 gulden. De
regeling gelda alléén voor gevallen
die zich na 1 januari volgend jaar
voordoen.
Een tegemoetkoming. In veel geval
len zal geld schade en smart nooit
kunnen vergoeden.
Maar Van Schaik stelde: „De reden
waarom ik deze zaak aankaart is de
bescherming van het individu daar
waar het in de knel dreigt te ko
men door onverschilligheid van de
kant van de staat".
„Onverschilligheid in de vorm van:
dat is m'n pakkie-an niet, daar zijn
we niet voor, nood op zo'n terrein
raakt ons niet. Daar kun Je tegen
over stellen dat de staat naast een
gezagsapparaat ook een welzijnsap-
paraat hoort te vertegenwoordigen.
Het kan niet alleen bij „law and
order" blijven".
Mr. T. H. E. E. v. Schaik
Gestraft
De minister was het er mee eens.
De man die een ander zwaar mis
handelt of vermoordt wordit door de
Justitie in naam van de gemeen
schap gestraft. Vooropgesteld na
tuurlijk dat hij wordt gepakt. Die
kans neemt door het doldraaien
van het politieapparaat steeds af.
Maar al direct na het vonnis ont
fermt „de engel der wrake" zich
mild over de veroordeelde en stuurt
artens, psychiaters en zieleherders
op hem af. En als de straf er op zit
de reclassering. Niet elke gestrafte
wordt er door geholpen of is er
blij mee maar de intentie is er.
En het slachtoffer van de brute ro
ver, de spychopaat of de vent die
.zomaar" op hem inhakte?
De lichamelijk en/of geestelijk ver
minkte man of vrouw moet zich
zelf maar helpen. Die ontredderde
nabestaanden berusten knarsetan
dend.
Voor hen gold, zoals de toenmalige
staatssecretaris van Justitie prof.
Wiersma eens zei: „Nothing but
sympathy". Alleen wat sympathie
en medelijden.
Incidenteel
In het verleden is de staat alleen
in heel incidentele gevallen finan
cieel wel eens bijgesprongen.
Dat gebeurde dan op grond van een
Koninklijk Besluit van 27 juli 1950.
„houdende nadere regeling van de
aan de hoofden der Ministeriële
Departementen verleende bevoegd
heden, schadeloosstellingen en gra
tificatiën".
Een KB. dat ook gesierd wordt
door de handtekening van de toen
malige minister van binnenlandse
zaken J. R. H. („slimme Jopie")
van Schaik, heel in de verte familie
van het huidige Kamerlid.
In incidentele gevallen. Dat blijkt
wel uit het feit dat op de jaarlijkse
.rijksrekeningen" nooit hogere be
dragen voorkwamen dan in totaal
dertig tot veertig mille. In gevallen
dat de staat aansprakelijk kan wor
den gesteld voor een ongeval en
blijft het bij „een gebaar".
Een dergelijk gebaar, maakte de
overheid onlangs in het geval van
de weduwe van de in begin juli
vermoorde Schiedamse kruidenier J.
M. van den Bosch. De man werd
doodgeschoten door twee Rotterdam
mers, van wie de politie wist dat zij
van plan waren hem te beroven. De
politie had echter niet verwacht dat
de overvallers geweld zouden ge
bruiken en beperkten zich tot
„schaduwen".
Persoonlijk
Minister Van Agt bezocht de wedu
we Van den Bosch persoonlijk en
beloofde haar een smartegeld. Hoe
veel is nooit bekend gemaakt, maar
het zou volgens sommigen iets van
twintig mille hebben bedragen.
Dat smartegeld was onverplicht.
Was de moord na 1 Januari volgend
Jaar gebeurd, dan zou de weduwe
rechtens een beroep hebben kunnen
doen op het schadefonds.
Een commissie gaat in de toekomst
beoordelen wie er voor een uitke
ring in aanmerking komt. Vereiste
is, staat er in de toelichting op het
wetsontwerp, dat het misdrijf op
zettelijk is gepleegd. Daaronder valt
dan ook zgn. voorwaardelijke opzet,
waarbij de dader de mogelijkheid
van een bepaald gevolg wel vooruit
ziet, maar zich daarom niet bekom
mert.
Brandstichting
Behalve de typische geweldsmisdrij
ven zoals doodslag en mishandeling
kan ook bijvoorbeeld brandstichting
die de dood tot gevolg heeft of
diefstal met geweldpleging grond
opleveren voor een verzoek om een
uitkering.
Maar alleen de schade wordt ver
goed die door het toegebrachte letsel
Is ontstaan, dus de waarde van ver
brand of gestolen bezit niet. Ook
komt alleen schade in aanmerking
diie niet op de dader of bijvoorbeeld
op een verzekering kan worden ver
haald.
De schade moet verder meer dan
vijfhonderd gulden bedragen (de
administratieve kosten van de be
handeling van *n verzoek). Wie het
niet met de beslissing van de com
missie eens is kan in beroep gaan
bij de rechter.
Minister Van Agt is er niet in ge
slaagd een redelijk betrouwbare
schatting te doen van het aantal
verzoeken dat de commissie die heit
fonds gaat beheren te wachten
staat.
Wel is bekend dat in Engeland
waar men net als in Zweden al zo'n
fonds heeft, sinds de instellipg in
1964 en april 1970 een bedrag van
uim zes miljoen pond is uitgekeerd.
Prof. Van Agt hoopt dat een nog
lopend dossieronderzoek bij het
Centraal Bureau voor de Statistiek
tegen het eind van het jaar meer
inzicht zal geven in de praktische
consequenties van de instelling van
het fonds.
ADVERTENTIE
-a.
Echte Eau de Cologne,
in originele cadeauverpakking
v.a. f 6.50