Een zeil
naar de
WAS COLUMBUS VAN
JOODSE AFKOMST?
BO heei
ontvs
publit
levertij
eer te
ook
cmenc
i Maar
ene si
luideli.
g van
Urakke
eantsc
lucces
e groc
D zijn.
•op-kle
ZATERDAG 2 DE
Is dit de echte Co\
Het is de oudste
toe bekendste pren
ontdekkingsreiziger
of hij het vnderdai
kelijk grote kennis van het geloof,
de taal en de gewoontes der Joden.
Veelbetekenend in dit verband is
ook, dat Columbus op zijn reis een
tolk meenam die Hebreeuws sprak.
Als een van de eersten ging deze in
Amerika aan land. In het He
breeuws sprak hij de ongetwij
feld met stomheid geslagen In
dianen toe.
Alleen nieuwe documenten zouden
in deze kwestie uitkomst kunnen
brengen. Hoogstwaarschijnlijk be
schikt het Vaticaan daarover.
Sinds halverwege de negentiende
eeuw hebben velen ervoor gepleit
Columbus heilig te verklaren omdat
hij door zijn ontdekking miljoenen
mensen voor het christendom had
gewonnen. Het Heilig Officium on
derzocht daarop alle documenten
over Columbus en kwam tot een af
wijzing van de voorstellen. Als offi
ciële reden werd opgegeven dat zijn
privé leven niet van smetten vrij
was.
Maar dat kan moeilijk de enige re
den zijn: het privé leven van Co
lumbus onderscheidde zich nauwe
lijks van dat van vele kerkelijke
hoogwaardigheidsbekleders in die
tijd, die er niet alleen geliefden op
nahielden maar ook kinderen had
den die ze in functies in de kerk
manoeuvreerden. Wellicht kunnen
de documentten van het Vaticaan
een nieuw licht werpen op de per
soon van Columbus.
Hoe dit ook zij, het is in iéder ge
val zonneklaar dat de tocht naar
Amerika zonder Joodse hulp niet
had kunnen plaatsvinden.
Na de afwijzing van zijn plannen
in Portugal had Columbus aanvan
kelijk ook in Spanje tevergeefs
aangeklopt bij Ferdinand en Isabel
la. Zijn plannen strandden op zijn
eisen voor een beloning na vol
tooiing van de tocht.
Dankzij pleidooien van Joodse raad
gevers zwichtte Ferdinand echter
toch, vooral toen één van hen aan
bood de kosten van de tocht voor
te schieten.
En die animo van Joodse zijde is te
verklaren uit Columbus' „geheime
missie": een land te ontdekken
waar Joden wonen én regeren.
Eeuwenlang is dat een vurige wens
geweest van de Joden. Ze zouden
dan niet alleen meer aanzien genie
ten in de landen waar ze als min
derheid leefden mensen zonder
Vaderland stonden niet in aanzien
maar ze zouden ook kunnen re
kenen op interventie van hun (ho
pelijk machtige) vrienden als zij al
te zeer vervolgd zouden worden. Bo
vendien zouden ze dan natuurlijk
een land hebben waarheen ze kon
den uitwijken.
Hen zou dan niet hetzelfde lot tref
fen als later de Jood die volgens
een anecdote uit 1938 bij een
reisbureau in Wenen na Hitiers
verschijning ging informeren naar
de mogelijkheden om te emigreren.
De reisagent 'had de globe voor
zich, wees land voor land met de
iheli
vinger aan, en zei: Joya
Palestina is verboden,p
aan zijn quotum,
Engeland is moei
voor China, Paraguai
Brazilië heb Je een j
rantie nodig. Polen
Poolse Joden terugkej
hij met z'n vinger
was geweest, zei hij
les". De Jood wees I
globe en vroeg: „Afgil
hebt u niets?"
Hoe vaak in de Joodi
hebben Joden niet nfcuro,
landkaart gestaan jb]ik
vraag in de gedachte ian
tijd in Spanje vestig te
hoop op de ontdekkir_ h(
bekende. Talloos wan b h
dat „ergens in Indië" ts'e
zouden liggen. en j
En daar verschijnt de
van plan is een nieuv banc
leggen naar dat vei e.
grote en grotendeels nere
dië. De belangen vai in
Columbus vallen du j g
Het is dan ook geen >borg
Joden van harte zijn ien
nen. r
Maar de hoop van )0jtb
marranen dat Columl t gri
ken zou ontdekkenjn
vervulling. Tot het eiie a
ven was Columbus e afneJ
wél in Indië te zijn gel 5htig<
Toch opende hij een 5jjn
Een nieuwe wereld v<bar
den. En naar deze ar L
trokken eeuwenlang i C01
ranen, ondanks alle je> v
Spaanse en Portugese totalt
oplegden. De nieuwe aut0i
vrije leven dat zij onde
ten, wogen op tegen alde
Zij wilden het oudn. Zi
zich afschudden, da e b
niets voor hen overn pjr
schuldigingen. In die jS e
hoopten zij een njpiaat
kunnen beginnen, om maar
een andere wereld ochte
leven te kunnen biecjg V£
hadden.
Niet alleen Joden a
de Indische landen.
volgden van de kerl
calvinisten en leden
ter kwamen er de
den uit alle Europi
Eén doel stond
ogen: In deze nieu|
leed en de beproev:
en op dit
waar haast geen
een nieuw bestaan op|
De „operatie nieuwT
met de reis van Coll
gonnen, kwam metl
ten einde. Het Amcf
nent werd een
voor vaderlandlozen 1
Voor de Joden was
jaar lang het Beloof)
stichting van Israël.
Simon Wiesen thai: l
./rung. Walter-Verlag
Zw.frs.)
Een inquisitierechtbank houdt zitting in Madrid. Aanwezig zijn de koning en de koningin,
dige wijze gekroond. Het gruwelijke
mes sneed naar twee kanten: de
kerk rekende af met haar tegen
standers, met ongelovigen of ver
meend-ongelovigen en de staat
dat wil zeggen koningin Isabella en
koning Ferdinand kon de schat
kist vullen met de bezittingen van
de veroordeelden. De gierige Ferdi
nand liet zich vooral door dat laat
ste argument overhalen om zijn
toestemming te geven voor de in
voering van de Inquisitie.
Van dag tot dag groeide het aantal
gevangenissen van de inquisitie.
Tientallen kloosters richtten hun
kelders in als kerkers. In vele ge
vangenissen ontstond zo'n plaatsge
brek, dat de gevangenen moesten
staan.
Honden
De dominicaner priesters hadden de
leiding van de operatie. Ze dankten
er bij het volk hun bijnaam Domini
canes („de honden van de Heer")
aan. Terwijl hun slachtoffers op de
brandstapels krepeerden, zongen de
monniken een Te Deum.
Zelfs de paus werd het te bar. In
een bul verweet paus Sixtus de
Vierde de Spaanse Inquisitie dat zij
„zich niet door geloofsijver en zorg
om het zieleheil liet leiden, maar
door hebzucht." Ferdinand werd
woedend over deze aantasting van
zijn rechten, en wees de bul bruusk
van de hand. De paus moest wij
ken.
Eén voorbeeld van de werkwijze.
Maart 1491. Benito Garcia, een
•stoffenhandelaar, gaat naar de stad
Astorga om z'n bedrijf te inspecte
ren. In een herberg huurt hij een
kamer. Daar plunderen dronken lie
den zijn bagage. Ze lopen naar de
pastoor en vertellen hem, dat ze in
Garcia's bagage een geschonden
hostie hebben gevonden. Garcia die
zestig is en veertig Jaar geleden
492 Columbus ontdekt Amerika. Eind van de Middel-
Eeuwen, de Nieuwe Geschiedenis breekt aan. Het klinkt
allemaal zo romantisch, die tocht van Columbus naar het
onbekende westen, hopend een nieuwe zeeweg naar Indië
te vinden.
Maar het was in werkelijkheid helemaal niet zo romantisch,
onthult Simon Wiesenthal in zijn boek ,,Het Zeil van de
Hoop". Een grimmige voorgeschiedenis leidde de ontdek
kingstocht in en ook de tocht zelf werd in zekere zin een
mislukking: Columbus slaagde er niet in zijn „geheime
missie" te volvoeren.
Eerst de voorgeschiedenis.
Al eeuwen voor Columbus' reizen
was Spanje, als zoveel andere Euro
pese landen, een tweede vaderland
geworden voor een grote groep Jo
den. Op grond van hun weten
schappelijke en handelskennis beza
ten zij vaak hoge posities. Voor een
groot deel beheersten zij het geld
verkeer, zij traden op als financiële
raadgevers en verstrekten leningen.
Sedert de dertiende eeuw keert de
kerk zich tegen hen. Zij mogen
geen rol meer spelen in het leven
van christenen. De kerk gelooft, dat
vooral de Joodse artsen grote in
vloed hebben. Bijna alle christelijke
heersers, en vaak ook bisschoppen,
houden er een Joodse lijfarts op na,
in wie zij veel vertrouwen hebben.
De synodes van 1255, 1267, 1326 en
1491 komen dan ook tot de vrijwel
gelijkluidende uitspraak dat „het
voor een christenmens beter is te
sterven dan zijn leven te danken te
hebben aan een Jood".
Maar zolang de strijd van Spanje
tegen de Moren duurde, konden de
Joden niet gemist worden. De kerk
bleef echter ijveren voor afzonde
ring van de Joden en richtte zijn
toorn vooral op de Joodse raadslie
den van de koning.
Net als Hitier de Joden verantwoor
delijk stelde voor alle tegenslagen,
zo was het op het eind van de
veertiende eeuw, toen in Europa de
pest woedde. Iemand, en liefst de
Joden, moest de schuld krijgen voor
de pest, die duizenden mensen het
leven kostte. In Duitsland, Frank
rijk, Spanje en overal waar Joden
in het christelijke Europa leefden,
kwamen Jodenpogroms van onvoor
stelbare omvang op gang. Dikwijls
leidden geestelijken van de katho
lieke kerk deze pogroms.
In Spanje vond de eerste pogrom
op 6 Juni 1391 in Sevilla plaats. Een
katholieke geestelijke, pater Peter
Martinez, zette, hoewel de koning
en ook de aartsbisschop sympathiek
tegenover de Joden stonden, de op
gezweepte massa op tegen het regi
ment dat de koning ter bescher
ming van de Jodenwijk had opge
steld. De garde werd verslagen en
het ghetto uitgebrand.
Ook in Barcelona, in Gerona en in
veel steden van Castilië en Catalo-
nië waren erpogroms. Drie maan
den ging dat zo door. De eenmaal
opgehitste menigte was niet meer te
houden.
Een deel van de Joden vluchtte,
een ander deel trachtte een uitweg
te vinden door zich te laten dopen.
Sommigen bleven hopen op een be
tere toekomst.
Onder de gedoopte Joden waren er,
die zich uit overtuiging „bekeerd"
hadden (de „conversos"), maar ook
die het slechts voor de schijn had
den gedaan (de .marranen"). Voor
geen van hen bracht de doop ech
ter een langdurige verbetering van
hun lot.
Al spoedig waren niet alleen de Jo
den die hun oude geloof trouw wa
ren gebleven ongewenst in de
Spaanse maatschappij, maar ook de
marranen en vele van de conversos.
werd de „kettervervolging" op bloe-
Met de invoering van de Inquisitie
Door
Jaap Timmers
werd gedoopt, wordt opgepakt. De
rechter van onderzoek van de In
quisitie laat hem volgens voorschrift
en zónder hem te vertellen
waarom hij gearresteerd is het
credo en de confessie opzeggen. De
doodsbenauwde Garcia stamelt en
stokt van opwinding bij het opzeg
gen van het gebed. Een paar keer
houdt hij op, met moeite komt hij
uit zijn woorden en het lijkt alsof
hij het zich met moeite herinnert.
Voor de Inquisitie is dat onmiddel
lijk het bewijs dat Garcia al lang
niet meer praktiseert. Na een ver
hoor is de rechter ervan overtuigd
dat Garcia in het geheim nog Jood is.
De tweede fase van het onderzoek
kan beginnen. Garcia moet vertel
len wie er nog meer in het geheim
Jood zijn en wie hen daartoe heeft
verleid.
Maar Garcia is standvastig en
noemt geen namen. Hij wordt dan
gemarteld en aan de waterproef on
derworpen. Als hij al verscheidene
liters water geslikt heeft, en z'n
maag niet meer tegen druk kan,
slaat Garcia door en noemt hij de
naam van een nadere bekeerling,
Juan de Ocana. Die zou hem ver
leid hebben.
quisiteur Thomas Torquemada.
Slechts één wens heeft hij nog, dat
zijn twee zonen die als christenen
zijn geboren de vervloekte katholie
ke godsdienst opgeven en Jood wor
den.
Het is voor de inquisitie een bijzon
der waardevolle verklaring een
bewijs van godslastering. Torquema
da laat dan ook niet na deze ver
klaring van de „geheime Jood" over
al bekend te maken. Hij oogst er
de dank van koning Ferdinand
voor. En kort erop, in het prille
voorjaar van 1492, krijgt hij zijn
zin: de Joden worden uitgewezen.
Dat is dan precies de tijd waarin
Columbus toestemming krijgt zijn
ontdekkingsreis te gaan maken. Een
toevallige samenloop van omstan
digheden? Vast niet.
Het klopt al te precies. Op 2 augus
tus 1492 liggen de drie schepen
waarmee Columbus naar Indië zal
varen in de haven van Palos voor
anker. De volgende dag kiezen de
schepen zee. Maar tegen alle ge
bruiken van die tijd laat Columbus
zijn bemanning zich nog op de
avond van de tweede vóór elf uur
Inschepen. Normaal was om de be
manning op het laatste moment
voor het vertrek pas aan boord te
roepen.
Precies één uur later mogen bij ko
ninklijk decreet zich geen Joden
meer ophouden op Spaans grondge
bied. Toeval? Vast niet. Ook in de
allereerste zin van zijn dagboek legt
Columbus de nadruk op deze sa
menloop van omstandigheden.
Over Columbus' eigen afstamming
zijn de geleerden het niet eens.
Italië houdt graag vol, dat het deze
beroemde zoon heeft voortgebracht:
Spanje eist die eer even gretig op.
Tegen beide veronderstellingen is
wel wat in te brengen.
Columbus zelf heeft zich altijd bij
zonder vaag uitgelaten over zijn
herkomst. Zou het ervoor pleiten
dat hij van Joodse afkomst is? In
een tijd van Jodenvervolging wordt
zijn geheimzinnigheid dan verklaar
baar.
Maar er zijn meer dingen die er
voor pleiten. Zo staan er op brieven
aan zijn zoon mysterieuze tekens
die veel weghebben van twee he
breeuwse letters: Beth en Hel, wat
de afkorting zou zijn van Baruch
Haschem (geloofd zij de Heer)
Verder bezat Columbus een opmer-
rechtvaardigde bloedige wraak tegen
de christenen.
Hoofdmotief
Pater Cuviquez zweert voor de In
quisitie, dat de verklaringen van de
dokter op waarheid berusten en dat
er over rituele moord is gesproken.
En zo is een nieuwe verdenking ge
construeerd tegen de arrestanten.
Groot-Inquisiteur Thomas de Tor
quemada neemt dan het proces zelf
in handen. Hij heeft namelijk drin
gend behoefte aan een spectaculaire
zaak als hoofdmotief voor de door
hem nagestreefde uitwijzing van de
Joden. In de zaak-Garcia ziet hij
een prachtige aanleiding.
Met veel publiciteit probeert hij te
bereiken dat de Spanjaarden in ie
dere Jood de Francos en Garcia
herkennen, die dorsen naar chris-
tenbloed en dat hebben vergoten.
Een gefolterde, zieke en verzwakte
Yuce Franco legt al spoedig de ge
wenste „bekentenis" af, en het ver
haal dat de Inquisitie horen wil is
rond: Drie Jaar geleden sleepten de
schijn-christenen Garcia en Ocana
een christelijke knaap een kelder
binnen. Daar waren behalve Yuce
en zijn vader nog drie leden van de
familie Franco. Het kind werd uit
gekleed en aan een kruis genageld.
Het hart werd hem uitgerukt en in
een zoutoplossing gelegd. De aanwe
zigen maakten een rondedans om
hun slachtoffer, bespuwden het en
noemden het Jezus.
Meer heeft de Inquisitie niet nodig.
Het enige probleem dat rest is, dat
alle verdachten gelijkluidende be
kentenissen moeten afleggen. Maar
folteren kan uitkomst brengen.
Op de laatste dag van het proces
wordt Benito Garcia op een draag
baar voor de rechter gebracht. Zijn
botten zijn bij de martelingen gebro
ken. En dan gebeurt er iets, wat
niet is voorzien, maar wat de inqui
sitie prima uitkomt.
Garcia vraagt om het woord. Hij
verklaart, dat hij als Jood is gebo
ren en op twintigjarige leeftyd het
christendom heeft aangenomen.
Vandaag, nu hij de afschuwelijke
ketterprocessen heeft leren kennen,
heeft zijn *hart slechts medelijden
met de slachtoffers. Jegens de
moordenaars is hij van haat ver
vuld. Het christendom noemt hij
een comedie van het heidendom en
de grootste antichrist is groot-in-
Onder druk van de martelingen be
weert Garcia, dat hij, Ocana en
nog enkele anderen de sabbat en
andere Joodse feestdagen altijd vie
ren in het huis van de Joodse fa
milie De Franco. Direct worden De
Franco en Ocana opgepakt.
In de gevangenis wordt de Jonge
Yuce Franco ziek. Hij vraagt om
bijstand van een rabbi. De Inquisi
tie ziet nu haar kans schoon om
met een list een bekentenis te krij
gen. In plaats van een rabbi stuurt
zij pater Cuviquez naar hem, een
goede relatie van de Inquisitie en
een gedoopte Jood die de talmud
kent.
De list lukt. Achter de celdeur
maakt een gevangenisarts notities
van het gesprek. Hij verklaart later
onder ede voor een notaris, dat aan
het ziekbed over rituele moord werd
gesproken. In feite was het echter
zo gegaan, dat pater Cuviquez de
rituele moord ter sprake had ge
bracht en wel in die zin, dat het
geen zonde zou zijn maar een ge-
De landing van Columbus. Tekening uit 1493