^geïllustreerd^ Uit het oude Leven gegre pen PAGINA 16 EXTRA ZATERDAG 25 NOVEMBEJ GEREDIGEERD0 DOOR° FRANS VAN c E RLEV0ROT REDACTIE-BUREAUX 21 flMRTPPfT«uI AD«INt5TRATI£-ADVFRTLHTIEN KEIZERSGRACHT 265*91 KEIZERSGRACHT 268.15 ^ehra* Dinsdags te Aecs^rdaat. Abcc-.emsnfcipr^i per jsar B.—frsnce hclj bcrr^oir-id. '.oswt a-axass«i» 10 rei A^tetknber. 30 ctnu per regel iVoscfciad on.s»g f 1.—I. Tjirirt vpcr gsrsgc:de p«r.»a»g op aanvrage v-rltxn|:Swir 'TKRC. ÏELÉFOOXKÜÜOf£R3JÏEDJlCTIE loSoT AD>II\IS7,KATÏE tfttJs verxckeriitgr voor f 5U0Q en2500 bij de Mij, „The Greshana*' voor oore Zie vwsr»a*i<<)r<i vi» J*,. géjc arV«i>. De Oostenrijksche troonopvolger le Serajéwo vermoord. 'kêtn Zïe3ij. l-g«nk«t v«7, wi«rcp w *ta hasr middiighoof te keesikl, Weft m lio-t BailiitiW S»rT.kt*r& Sm tf- ~-:crc. plaats gevM-dsaj op -f^n Ottlenri jkaeken troenopvolgcr Aitr1*e.«;1ng Firan» j'jnfól.r-mr.a en diara£W&fci daft*. 4 5 bf-i^hanfde wereld met sfirijini vervult. Wij geve?* Itier w» der ^(«{jTwüiclie sqsq5«ïï3öfc **"5 1 slachtoffers, hi; i>et itfttjon.eeaaf* uren >*e-:r hun dood gentenen. De documentaire in boekvorm hoeft voorlopig nog niet te vrezen uit de onderwerpen te raken. Het is vooral de periode van rond de eeuw wisseling tot aan de tweede wereld oorlog die steeds opnieuw stof geeft tot verrassende uitgaven. Misschien moet men de zaak omdraaien: de tijd, die we enerzijds als we niet al te Jong zijn bijna met de zin tuigen kunnen aanraken, is toch ook weer eindeloos ver weg. Voorgoed. Het laatste op dit gebied is een bloemlezing uit ..Hst Leven", het roemruchte weekblad in de gele kaft, dat altijd weer de bijl of de hamer kon afdrukken, waarmee het slacht offer van de gruwelijke moord van het leven werd beroofd en had het altijd iets pikantere foto's van bad- nymfen op Scheveningen dan de concurrentie. Trouwens „Het Leven" schreef in 1924 al schoonheidswed - strijden uit en „mejuffrouw Mia Reijnders" de winnares mocht er best zijn. Leonard de Vries, ongeveer bloem lezer van professie, maakte de se lectie voor deze facsimilé-uitgave. Hij deed dat met hele bladzijden en dat betekent dat veel verhalen niet com pleet zijn of ergens halverwege be ginnen. Dat is niet zo'n ramp, omdat de foto's en wat alinea'tjes al vol doende toegang geven tot de sfeer en de kleur dier dagen. Wat veel gauwer de ban dreigt te breken, is het keurige eigentijdse papier, waar op het materiaal wordt afgedrukt. Het mist de roestige putjes, de ezels oren en de geur van oud papier. De „Hindenburg" brandt nu anders voor onze ogen dan destijds in mei 1937. Foto's zagen er toendertijd anders uit. Wie een oude jaargang van een blad als „Het Leven" in 1972 door bladert, realiseert zich terdege dat alle mensen die zich ooit zo druk maakten, nu eens en voor altijd dood zijn. Hun gezichten komen bijna als gebalsemd uit het gelend papier. Die sensatie is er niet met de bloem lezing van De Vries, maar dat is de tailkritiek. „Het Leven" mocht dan taboe zijn in de leesportefeuille van katholieke hotelhouders, het was toch een on versaagde wegbereider van vrouwen emancipatie, technologie, sociale rechtvaardigheid. Dat allemaal dan wel op een primitieve, gesuikerde of gezoüten wijze en met altijd het com merciële vol in het vizier. Dat com merciële werd sterker naarmate de concurrentie van andere massa consumptiebronnen groter werd, de film, radio, de krant. Maar zo popu lair was „Het Leven" toch ook weer niet, of het wijdde vele woorden aan de dood van Louis Couperus en telde het Herman Robbers, A. M. de Jong en Is. Querido onder zijn medewer kers. Maar naarmate de badnummers van „Het Leven" dikker en gewaag der werden, verdwenen de literatoren steeds meer uit de kolommen. Het einde kwam met reportages over de Nederlandse knapen in een SS-kamp, vlijtig „Mein Kampf" lezend. Dat was oktober 1940 en niet lang daarna gaf „Het Leven" de geest. Het enige on versneden familieblad voor aan de hulstafel onder de lamp was ter ziele. Tien jaar later begon de televisie in Nederland en de huiskamer werd woonkuil en kreeg een L-vorm. HAN MULDER „Het Leven",, een fascinerende se lectie uit de jaargangen 19061940, samenstelling Leonard de Vries, ultg. Skarabee, f. 19,90. In en om de manege „In en om de manege" door Wouter Slob, verschenen bij L. I. Veen m Wageningcn. Het ls niet de eerste keer, dat wij hier constateren, dat het oaardrijden ln het algemeen zich mag verheugen in een snel groeiende belangstelling Dat uit zich niet alleen in een oitbreidend aantal maneges, maar ook ln bet aantal boeken, dat aan paarden wordt gewijd Aan de toch al stevige lijst van Hoekjes over dit onder werp ls er door de „paarden- schrllver" Wouter Slob nu weer één toegevoegd. Heel toepasse lijk heeft hij het werkje „In en om de manege' genoemd. Het is niet meer dan een nut tige handleiding voor hen, die zich de eerste beginselen van de paardensport proberen eigen te maken Maar ook niet min der, want op zeer bevattelijke wijze behandelt hij een groot aantal onderwerpen die deze „beginnelingen" van veel nut zullen kunnen zijn bij het ver der komen op het toch wel moeilijke ruiterpad De foto grafie ls niet overweldigend maar veel wordt goedgemaakt door de talrijke nuttige teke ningen naast de soepel ge schreven handleiding van Wouter Slob. Waaraan moet een manege voldoen? Wat en wie behoren er te zijn? Wie sunnen en mogen er paardrij den? Wat zijn de eerste begin selen van .et paardrllden? En wat moe* men toch wel ten minste weter van het paard Slobs ooekje geeft er duidelijk antwoord Dp en kan als zoda nig als eer praktische vraag baak dienen. KOOS POST Groepssex Hans BaaiJ is onlangs vertrok ken als voorlichtingsman bij de NVSH. Voor zijn verscheiden liet de Stichting Uitgeverij NVSH/Swan en Partners in Den Haag nog een boekje van zijn hand verschijnen. Het draagt de wat misleidende titel „Groepssex, waar hebben wij het over?" Daarom misleidend omdat de titel zou kunnen suggereren dat Baaijs boek een Inleiding ls voor wat we onder Groeps sex zouden moeten verstaan. Uit deze uitgave waarin een aantal gesprekkken met bedre- venen ln deze vorm van sex kan met de beste wil slechts hier en daar een fundamenteel probleem worden opgediept Een allesomvattend beeld wordt niet gegeven. Daarom lijkt het dat BaaiJ het zich een beetje al te gemakke lijk heeft gemaakt door ge woon weer te geven wat hij uit een serie mensen binnen een geperkt maatschappelijk milieu heeft weten los te wurmen. Dat zijn niet veel bijzonderhe den over de werkelijkheden van groepssex meer een aantal anekdotes over kleine pro bleempjes zoals die al beginnen ln elk overspelige verhouding en die uiteindelijk ln een „ma nage A trois of meer" defini tievere vorm krijgen. Niettemin moet Baaijs boekje met gesprekken met Lydla. Guus, Monique etc. in ieder geval een eerste bijdrage ge noemd worden tot een wat uit gebreidere openbare discussie. Groepssex waar hebben wij het over" is dan ook niet veel maar ook niet weinig waard. HEIN ELBRINK Vissen met de Vliegenhengel Nederland bezit weinig rivier tjes en beekjes. Dat is de re den waarom het vissen met de vliegenhengel slechts op zeer Kleine schaal beoefend kon worden. In tegenstelling tot bijvoorbeeld Groot Brittannië waar de vlieghengelsport een grote populariteit bezit. Dat re sulteerde in de uitgave van vele honderden boeken over deze wijze van vissen. Handleidingen voor het vissen op forel en zalm in snel stro mende watertjes. De boeken die de laatste jaren over de vlieghengelsport in Nederland zijn verschenen zijn op de vin gers van één hand te tellen. Daartoe behoort onder meer het boek Vissen, vliegen, vangen van het hengelduo Pee- ters/Ketting H. G. J., Bouquet schreef het boek „Met de droge vlieg en nimf en in de serie „Vang" verscheen een Instruc tief boekje over de vliegenhen gel. Aan dat drietal is dezer dagen een nieuw boek toegevoegd. Bij de uitgeverij Elsevier verscheen „Vissen met de vliegenhengel", een vertaling van de Instructies van de Zwitserse sportvisser Jules Ridlisbacher. Jan Veen- huysen, oud-redacteur van de Nederlandse hengelsport heeft voor de vertaling gezorgd. Maar hij heeft meer gedaan. De tekst is aangepast aan de Nederlandse omstandigheden en daardoor ls het een veel waardevoller hengelsportboek geworden. Immers, het is goed te weten hoe Je in stromend water de vlieg op het water moet plaatsen, maar veel inte ressanter ls te weten hoe de vliegenhengel ook ln het stil staande Nederlandse polderwa ter voor successen kan zorgen. Daarin is Jan Veenhuysen, die zelf al meer dan tien Jaar de vlieghengelsport met veel en thousiasme beoefent, volledig geslaagd. Hij instrueert de le zer over de moelijkheden om aan de kunstvlieg bijvoorbeeld een pracht van 'n ruisvoorn te vangen. Het probleem van een boek over vliegvissen is dat de tech niek al gauw verzand in aller lei technische uitdrukkingen die de beginner al gauw boven de pet gaan. De schrijver van dit boek heeft tenminste ge probeerd deze „vaktaal" zo veel mogelijk te vermijden, al is hij daar toch niet helemaal in ge slaagd. Ondanks die schoonheisfoutjes kunnen we het boek beslist aanbevelen aan die sportvis sers, die in de komende maan den eens iets meer willen lezen over een nog weinig beoefende tak van de vissport, die als we de doorgewinterde vliegen- hengelaars mogen geloven de sportiefste en elegantste ma nier van vissen ls. De prijs van het boek dat geïllustreerd is met een aantal foto's en teke ningen, is f 22,50. BRAM VAN LEEUWEN Koning Hollewijn Er was eens een koning die Hollewijn heette. Toen hij pas koning was, had hij het idee dat hij erop uit moest gaan Dm goede daden te doen. maar dat werd al snel een stokje /oor gestoken. „Dat gaat vol strekt niet sire!" sprak zijn eerste minister drs Dreutel. „Daden doen is voor een koning sterk af te raden". En hij leer de koning Hollewijn met tact in geduld om niets te doen. Volstrekt niets. De vorst zat nu /oortaan de hele dag rustig op zijn troon, met de tekenen van zijn waardigheid in de handen, een mooi symbool voor de na- Dat nietsdoen kan Hollewijn ïchter niet volhouden. In het tweede deel van deze door Maarten Toonder vervaardigde strips wordt eerst beschreven hoe hij in allerlei toestanden terecht komt als een tweetal probeert zijn kroon te bemach tigen. Natuurlijk spelen ook iViebel Wip, paleisbediende Plichtdrager en detective Euvel ien grote rol in dit verhaal. En dat kan niet anders of het loopt goed af. Hollewijn is vooral sterk in wijsgerige uit spraken. Zoals moge blijken uit het volgende citaat: „Koning Hollewijn sliep nog. Het was vroeg in de ochtend en boven dien was het de vorige avond erg laat geworden. En daar één van zijn stelregels was. dat een denkend mens meer slaap be hoeft dan een ander hield hij vast aan 'n achturige nacht rust. „De ouderdom moet dro men dromen, de Jeugd moet visioenen zien" placht hij te zeggen. „En het is nu eenmaal zo gesteld, dat de slaap het meest geëigende gebied voor de droom is". tn het tweede deel van het stripboek wordt de spannende tocht van Wiebel Wip en Hol lewijn in de Hofauto (met detective Euvel er achter op de scooter) beschreven om de steen der wijzen te vinden. Een steen die tenslotte al in het bezit van de koning blijkt te zijn. Voor de Toonder-liefheb bers in het bijzonder en de strip-liefhebbers ln het alge meen een erg fijn boek. Marten Toonder, Koning Hol lewijn, deel II uitgeverij Ska rabee, f 7.90 PIETER TAFFIJN 4 detectives Weer heeft de uitgeverij Het Spectrum in Utrecht enkele nummers toegevoegd aan de reeds indrukwekkend lange lijst van uitgegeven detectives. Vier Prisma-detectives zijn versche nen, verkrijgbaar voor f 2.95 per stuk. „Als de dood" werd geschreven door Elizabeth Ferrars. Het is een nogal ingewikkeld ver haaltje, waarin flink wordt ge- naspeld met verdachte per soonlijkheden. Niet altijd even helder, ook niet altijd even lo gisch, maar wel gezellig en spannend. „Dodelijke schijn" Is door Ruth Rendell heel wat rechtlijniger geschreven. Hoewel het gegeven niet zo bijster alledaags is. Een jong gescheiden vrouwtje vindt haar buurvrouw dood in bed. En dan begint alles, wat ge woon lijkt ineens heel vreemd te schijnen. Dat Ruth Rendell desondanks goed volgbaar ver telt is een verdienste op zich zelf. „Kat in het nauw" kon ons wat minder bekoren. Ursula Curtis zet in een z.g. psycholo gische thriller een meisje voor het voetlicht, dat langs de maatschappelijke ladder om hoog klimt, nadat zij op de al lerlaatste sport ls begonnen Scrupules kent ze daarbij niet. En dan komt boontje natuur lijk om zijn loontje. „Onder éér hoedje" laat Patri cia Moyes weer afspelen in een mondain ski-oord. Kennelijk heeft de sfeer daar een bijzon der aantrekkingskracht op de meer boeken daar gesitueerd schrijfster, want zij heeft al Een omgeving met veel vrien delijke en charmante mensen Zo op het oog. Maar onder die dekmantel gaat vee) schuil, dat het daglicht maar beter niet tan zien. Het ontbreekt niet aan actie in Patricia Moyes' Doekjes. Ook niet in deze. KOOS POST Literaire kroniek door Clara Eggink Willem Frederik Hermans.1 King Kong. De Bezige i Amsterdam. Dit toneelstuk van Her zal wel weer enige strovui aan het flakkeren bre Want ten eerste behandel stuk een historisch procl voortgevloeid is uit het en ten tweede heeft de j aan deze uitgave een c pondentie toegevoegd ov< kwestie opdrachten aan si vers en de daarmee verba honoraria. Aangezien de gemidddelde derlander dat weet 11 ervaring vindt dat schrijver en de kunsten» het algemeen te veel overt steun ontvangen, lijkt hi buitengewoon belangrijk d ervaringen van Hermans onder het oog van het pi komen. Heel in het kort i zaak als volgt. Hermans 1 van de gemeente Amste opdracht om een toneelst schrijven. Dat werd dit Kong". Het oordeel vai Jury was niet positief, mai ontving f 5000. Daarna dween gemeld stuk in een op het gemeentehuis aanj men van de stad AmsU niet kan en mag verwacht zorgen voor een opvoering schrijft een schrijver niet de archieven maar voor resp. toehoorders en -kijker Zowat een half Jaar later vangt Hermans een verzoi Nederlandse Televisie Stid thans NOS genaamd, een zoek om een TV-stuk. A zien, „King Kong" nog voor opvoering in aanrni was gekomen, stuurt hj stuk wederom in. Het aanvaard, zal gespeeld w en hij ontvangt f 2000. CRM. Dat is dus bij f7.000 voor iets waar een tenminste een jaar aan Hermans ls beroemd en kend; toch heeft hij nog boft. Helaas is het stuk gespeeld om welke reden ook en ondanks de entha te aanvaarding, ligt er nu een ex. in de lade van de Ik acht dit een miserabel* nier om een auteur mon te maken. Maar geluklq staat „De Bezige Bij" ook Het toneelstuk of TV-stul is samengesteld uit de ra ten van de verhoren vai Parlementaire Enquetecoi sie in verband met de King Kong. Deze King zijn naam was Christiaau demans, werkte oorspron voor de illigaliteit voor di gelsen. Doch eind 1943 boe de Duitsers aan verraad t< gen in ruil voor de vrij van zijn broer en zijn gel Dit zou een gewoon geval ware het niet, dat er va dens bestaan dat King zijn berichten opsnapte i hoofdkwartier van Prins nard in België en er d» zaak van zou zijn gewed de Slag om Arnhem misl met alle gevolgen van Nog een historisch feit i dat er rondom de dood vi na de bevrijding gevang* nomen King Kong vreemi ruchten bestaan. In het leest men de verhoren va getuigen door deze em commissie. Wat de gang zaken betreft heeft Hei zioh voor het grootste dee houden aan de rapporten. Voor wie het werk van mans enigszins kent, moe duidelijk zijn dat het er auteur niet om te doen historie nog eens te herka Evenals in zijn roman Donkere Kamer van Dam is het niet zijn bedoeliï een simpel Ja of nee te ki Het gaat hem er om waarheid ooit een achtd bare zaak is. Waar is b wat is controleerbaar in d schiedenis waar zovelen n zonder belangen er zich ln gemengd hebben. Ik l ook niet dat dit stuk m zijn sarcasme bedoeld li sen beschuldiging aan wat ook. Het lijkt mij f een hoon aan het adres va poging iets onmogelijks te len doen. Het geheel ls blijft een schijnverhoor ledereen, de commisse, di tuigen, de commentatoren Je de vader en zijn zoontje toehoren, zo noemen kan) demonstranten en zelf de van de geschiedenis CUo, voor zich niet anders kun doen dan een portie van geheel overzien. De dood 1 alles achterhaald. King Kong lijkt mi] boeiend stuk als het ooli speeld zou worden. Wat maar moeten hopen. Aanbevolen Hellebaarden. Citaten uit werk van Willem W Hermans, verzameld en 'n& door Frans Anton la® Bruna en Zoon. Utrecht. Per beter begrip van Hert werk kan ik deze citaten aanbevelen. Maar de moet wel bedenken dat de context gelicht zijn tot vermaak. I

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1972 | | pagina 16