ïerikanen slijten oude dag in Poolse uithoek
mOVDER: EEN FASCINERENDE HONDEBAAN
lEMIGRANTEN KEREN TERUG NAAR HET LAND WAAR HUN MOEDERTAAL WORDT GESPROKEN
NOVEMBER 1972
wethouder binnen
ganisatie van de
let! KseW de «e"
•aar orbecks in 1851.
25« laats in bestuurlijk
Pi et gebied van de
C )udbaar geworden,
iip heeft zich ont-
erefunctie tot een
*g. zijn bestuurs-
'egj genomen en ver-
pgu dan ook de
er middel van bij
kt i [ere salariëring en
i0et<een full-time po-
ere gemeenten een
ier I men. Namelijk het
n4° actie op onverant
woorde wijze wordt uitgeoefend. Te
gen wil en dank van de betrokke
nen zelf.
Er schuilen grote risico's in de ach
teruitstelling van de wethouder. Er
bestaat onder meer een kans op te
gering „tegenspel" tegen de burge
meester, die in het ongunstigste ge
val zijn stempel op de ontwikkelin
gen binnen een gemeente kan druk
ken om zo als „hervormer" en
„bouwer" een plaats in de galerij
der onsterfelijken te verwerven.
Geen tijd, geen overzicht. Een ge
ringe wedde. Taken blijven liggen
of worden overgeheveld.
Ook de meer dan 2000 wethouders
van wie het overgrote deel het wet
houderschap bekleedt naast een an
der beroep, dringen aan op herzie
ningen. Er wordt gestreefd naar een
overkoepelend orgaan, zoals burge
meesters en gemeente-secretarissen
dat hebben.
In april 1971 verscheen het „Rap
port terzake van de herziening van
de wethouderswedden c.a." van de
Interprovinciale adviescommissie in
zake bezoldiging c.a. wethouders,
gemeentesecretarissen en -ontvan
gers.
In februari '72 wierp de Vereniging
van Nederlandse Gemeenten licht
op deze zaak met het rapport „De
wethouder".
Bij het eerstgenoemde rapport zat
een enquête, die de VNG in 1968
hield in 240 gemeenten met totaal
632 wethouders.
Daaruit enkele getallen. Het groot
ste aantal gemeenten telde een in
woneraantal tussen de 5 en 10.000.
In bijna 80 procent hadden de wet
houders geen dagtaak.
Volgens de nu geldende richtlijnen
komen gemeenten met meer dan
60.000 inwoners in aanmerking voor
full-time wethouders.
De interprovinciale adviescommissie
zou die grens naar 30.000 willen
verlagen. Do vereniging van Neder
landse Gemeenten zelfs tot 20.000.
Beiden stellen wel forse verhogin
gen van de wedden voor. waarbij
het IPO (Interprovinciaal Overleg
Orgaan) vooral aandringt op verho
gingen in de laagste regionen en de
VNG over de hele lijn duidelijke
correcties wil.
De wethouderswedden worden bere
kend in percentages van de burge-
meesterswedden.
Oplopend van 10 procent (in ge
meenten tot 1.000 inwoners) tot 55
(in gemeenten met 60.000 en meer
inwoners).
Wanneer we bijvoorbeeld het geval
van wethouder Haaksma van Oost-
dong eradeel bekijken dan zouden
zich de volgende correcties voor
doen.
Nu krijgt hij In zijn gemeente van
plus minus 7000 inwoners een wed
de van 5725 gulden per jaar. Het
IPO stelt voor 10.200 en de VNG
zelfs 13.796 gulden.
Van de 632 wethouders in de
VNG-enquête van '68 bleek bijna de
helft vier jaar of korter de functie
te bekleden. En bleek veertig pro
cent tussen de 50 en 59 jaar oud te
zijn. Ruim 56 procent zat tussen de
50 en 64 jaar. De meesten (159) wa
ren in loondienst in de particuliere
sector, daarna kwamen de zelf
standige ondernemers (agrariërs)
met 107.
De commissie achter het rapport
„De wethouder":
t In de wachtgeldregeling wordt
onvoldoende rekening gehouden met
de ongewisheid van het ambt.
9 De wethouder dient een wettelijk
recht te krijgen op invaliditeitspen
sioen.
9 De wet dient de weduwe van een
wethouder, die in functie overleed,
smartegeld toe te kennen.
9 De wethouders met een volledige
betrekking dienen te worden toege
laten tot de ziektekostenverzekering.
Met tegemoetkoming.
9 De wethouder dient een wettelijk
recht te verkrijgen op kindertoelage
op basis van de voor het overheids
personeel geldende regeling.
9 De wethouder moet zij a gemaak
te reis-verblijf- en andere kosten
kunnen declareren,
t Is maar een greep.
Het is geen wonder dat werd vastge
steld, dat er een verminderde be
langstelling voor het wethouder
schap is.
Uit het voorwoord van „De wethou
der": Een fascinerende hondebaan!"
:boo ERADEEL Op die dag is er koffie en gebak
uw amer van Holdingastate; Haaksma, wethouder
radeel, rijksambtenaar, landbouwer en eigenaar
;e in Anjum, viert zijn zestigste verjaardag.
Jj ihter de zacht kreunende bomen staat wijd open.
p amer lepelt het schoolhoofd van. zijn slagroom,
j b mijn politieke tegenstanders, hij is het vaak
eens. Een heel beste kerel". Anti-revolutionair
0„, 3od en gezag in zijn hart heeft gesloten, is trots
(tl5 it tussen verschillend-gezinden.
reizen gemaakt en toch weet ik dat ik dit stuk
zal verlaten. De mensen zijn hier eigen met
MMjfertrouwen en we weten hoeveel er nog te doen
wil ik me inzetten. Met heel mijn lichaam en
df Jaren wethou-
leradeel kiest zijn
ordoost-hoek van
de Louwerszee,
in voorgoed zijn
men het hart niet
het gesprek
in het gemeentebe-
Haaksma het
ig op en vult
-v gloed, die hem
*g, m menige eerste
no «wedstrijden ople-
ndi
a zomers geleden
fan het gemeente
en vier
wethouder werd.
voor weinig geld
moeten leveren,
rtdurend tegen de
pen getrapt en zijn
houden op Holdin-
.Jfcon komen,
ig mzer harte dat ik
»ng mag doen. Uit-
niet zelf.
'en je vertrouwen"
van de ruim twee-
1
duizend wethouder die mede het
roer vasthouden.
„Mijn vader had met een compag
non een bodebedrijf. Hij was een
der eersten in deze buurt, die een
auto kocht. Dat was waA!
Toen ik achttien werd en mijn rij
bewijs haalde, kon ik in het bedrijf
stappen. Dat hefo ik 25 tot 30 jaar
gedaan, waarna ik het precies op
tijd heb verkocht. Dan was er nog
de brandstoffenhandèl.
Al heel veel Jaren teel ik pootaard-
appelen. In deelbouw met een boer,
een prima kerel. Soms heb ik tien
hectare, andere Jaren zeven of acht.
Bij het opstrieken van het land,
zoals ze dat hier noemen, gebruik
ik nog het paard. Na het poten met
de hanid wil ik geen trekker meer
op het land hebben. Deze zomer
hebben ze foto's gemaakt toen ik
met het paard over het land ging.
Zoiets zie Je niet meer. Ik wil niks
verromantiseren, maar ik weet wel
dat er vroeger romantiek en gezel
ligheid was. Toen ik pas keurmees
ter was van de NAK (Nederlandse
Algemene Keuringsdienst) en de
velden met aardappelen moest be
kijken dronk Je bij ene boer een
Haaksma, wethouder van
Oostdongeradeel.
kop koffie en bij de ander een bor
rel. Je hoorde van alles en ik kende
de landerijen tot aan Zoutkamp als
mijn broekzak.
Er is veel verdwenen. Er is veel
werkloosheid gekomen.
Oostdongeraddel steekt ongunstig af
bij de rest van noord-Friesland, dat
op haar beurt weer mnder is dan
de rest van Nederland.
Vanaf mijn jeugd heb ik belang
stelling gehad voor sociaal werk,
daar wilde ik mij met mijn hele
persoonlijkheid voor inzetten"!
Als wethouder van cultuur, onder
wijs en sociale zaken kan Haaksma
van de Holdingastate zich helemaal
inzetten. Hij bemoeit zioh de wer
keloze mannen „arbeid van hoog
niveau" te versohaffen.
„Ze moeten niet in een sloot
staan".
Als voorzitter van de intergemeen
telijke wsw-commissie, als voorzitter
van het Orgaan sociale werkvoorzie
ning in Noord Friesland als voor
zitter van de Stichting Maatschap
pelijk werk en Gezinszorg en even
zeer destijds als diaken en ouder
ling geeft Haaksma van gerefor
meerde huize ontelbare uren aan
dit werk.
Omdat zijn geloof en zijn geloof in
de maatschappij „Laten we toch
dankbaar zijn dat we hier, in Ne
derland leven" hem daartoe
„dwingen".
Wanneer je opereert in de gemeen
schap moet Je een stuk idealisme be
zitten. Ik kwam in de raad, vijftien
Jaar geleden, maar daarvoor had ik
mij al ingezet voor vele oulturele
uitingen, zangvereniging, muziek
corps, reciteervereniging, noem
maar op.
Daarna sociale zaken en gezinszorg,
schoolbestuur, culturele raad. t Is
een kleine gemeenschap. Dat was
mijn plicht. Vanuit mijn levensbe
schouwing.
Sohurer heeft ergens gezegd: „We
leven niet zo maar en ook niet
goedkoop". Dat is uit. We hebben
een opdracht!
Ik ben elf Jaar wethouder en nu
pas heb ik het door. Dat durf ik
best te zeggen. Rapport na rapport
verschijnt, je komt in vele besturen,
Je moet een visie geven: allemaal
weik, veel werk. Naast Je gezin. Ik
heb vijf kinderen, van wie twee ge
handicapt. Ik moest blijven verdie
nen en dat wethouderschap was er
mood bij. Maar de zaken gingen
zich omkeren.
Ik werk voor nog geen vijf gulden
per uur, voor honderd twintig gul
den in de week en voor 6200 gulden
per jaar. Een bedrag van niets. Ge
lukkig zijn er presentiegelden, die
via de verschillende commissieverga
deringen binnenkomen.
Maar ik ben vaak drie dagen of
meer kwijt aan dat werk. En toch
weet ik dat ik er heel veel collega's
hier in het noorden zouden door
gaan met het wethouderschap als
er geen geld meer bijkwam.
Omdat er idealisme in het spel is.
En wat eerzucht, natuurlijk.
Wie echter voor die centen de
functie ambieert, komt er later snel
van terug.
Ik zou nog veel meer werk kunnen
doen in deze gemeente.
Als ik tijd had!
Mijn collega is 72 Jaar en is loco-
burgemeester. Gelukkig dat hij er
is, want hoe moet het als de burge
meester met vakantie is of ziek
wordt. Volgens de spelregels krijgt
iemand de helft van het burger
meesterssalaris als de burgemeester
een maand of langer weg is. Anders
werkt de loco voor niets. Dat is
toch ver beneden de maat!
Als ik bij de volgende gemeente
raadsverkiezingen eruit vlieg heb ik
geen rechten. In de loop der Jaren
heb Je een deel van Je bedrijf op
geofferd om dat wethouderschap zo
compleet mogelijk te vervullen, in
dienst van de inwoners, en dan sta
je op straat met niks.
Iedereen die er nu nog aan begint
moet zioh maar twee keer beden
ken.
Erebanen zijn het niet meer, het is
hard werken, proberen de zaken bïj
te houden en daarnaast zien dat
het gezin niets te kort kamt. De
wethouders in Nederland moeten
hoog nodig met elkaar praten!
AR-man Haaksma woont ln een
politiek gezien, vrij stabiele streek.
Toch: „Er was een streven. „Lou-
wersoog bij Friesland". Er kwamen
actiegroepen, de raad ging am en
stelde zich achter de actiemensen,
de twee wethouders stonden alleen.
Ik dacht Haaksma dat kost je kop.
t Is niet gebeurd. Anders had ik de
bakens moeten verzetten. Die zes
duizend gulden en de presentiegel
den zouden dan zijn weggevallen.
Dan had ik moeten doen, wat mijn
hand had gevonden".
Het wethouderschap, zoals het mo
menteel nog is geregeld, past niet
meer in deze tijd. Het is onverant
woord!
H
bejaarde Amerikanen steken de Atlantische
fQ vestigen zich in de afgelegen zuidoosthoek van
«boste heuvels van Bieszczady, waar vele dorpjes
landelijk zijn eh. waar wolven en beren nog in het
«uwen zij zich met overheidshulp nieuwe huizen
ude dag te slijten.
van politiek,
«overlopers", maar
oise afkomst, die in
en dertig naar de
1 en Canada ge-
at zij toen verlieten
wanho-
'an Europa, waar
inbevolking aan
ennoede leefde. Het
öu eindelijk hebbe-
daardoor her
leeft ook de neiging bij Pool-Ameri-
kaanse emigranten om hun oude
dag „thuis" te gaan doorbrengen.
Dit stuk van Polen ligt in de hoek
tussen de Russische en de Tsjechi
sche grens; hoofdstad van het ge
bied is de provinciestad Rzeszow.
Polen heeft in zijn geschiedenis
elke soort historische tragedie be
leefd, maar deze hoek van Polen
heeft nog meer kommer en ellende
ondergaan dan de rest van het
land.
Het noorden van dit gebied zuchtte
onder de harde uitbuiterspraktijken
van grootgrondbezitters. Magere
paarden trokken de houten ploegen
door de zanderige grond die al te
schraal was om zijn bewoners te
voeden en in paleizen zoals Ba-
ranow en Lancut woonden vorstelij
ke families in waanzinnige, schan
delijke overdaad. Een uitnodiging
om op Lancut, het landgoed van de
familie Potocki, te komen logeren,
was de droom van alle maatschap
pelijke strebers in West-Europa.
In het rijtuigmuseum dat er nu in
gericht is, staan nog de rijen lan
dauers, kalessen en bagagewagens
waarmee de Potocki's naar de Duit
se badplaatsen en de Parijse dans
feesten trokken. Verder naar het
zuiden, waar de bergen en bossen
van de Karpaten beginnen, woon
den Poolse boeren en half-onafhan
kelijke, min of meer in stamver
band levende groepen Oekraïense
bergbewoners.
Na de armoede volgde de oorlog. In
het noordelijke stuk ruimden de
Duitsers honderden dorpjes op, om
ze door Germaanse nederzettingen
te vervangen, en zij strooiden er
wat concentratiekampen en SS-op-
leidingskampen tussendoor. In het
zuiden waren de bergen het toneel
van harde strijd met partisanen en
geregelde troepen. Van de twee mil
joen bewoners van het gebied, lie
ten er 145.000 het leven. En op de
Duitse terugtocht volgde een van de
minst bekende burgeroorlogen van
Europa.
De Oekraïense stammen, waarbij
zich Duitse achterblijvers en eenhe
den van het pro-Duitse Vlasov-leger
aansloten, trokken ten strijde tegen
de Poolse regering, die er tot 1947
werk aan had om met burgerwacht
en geregelde troepen dit verzet neer
te slaan. Het kostte nog eens zo'n
200.000 levens, en toen de strijd af
gelopen was, gooiden de Polen de
Oekraïeners er genadeloos uit. Wie
geluk had, werd naar het westen
van Polen gedeporteerd, als kolonist
in de nieuwe op Duitsland verover
de gebieden. De anderen werden de
grens met de -SowJ et-Unie overge-
Jaagd, waar zij als verraders be
groet en behandeld werden.
Nog altijd is het in de heuvels van
Zuidoost-Polen leeg, en hier en
daar zijn de spitsen van Oekraïense
kerken het enige teken dat er men
sen gewoond hebben. Maar er be
gint verandering in te komen. Toen
Edward Gierek in december 1970
aan de macht kwam, begon hij met
een aantal maatregelen om het de
fabrieksarbeiders wat gemakkelijker
te maken wier opstand hem in het
zadel gebracht had.
Wat de arbeiders nodig hadden,
was voedsel en om de Poolse boeren
tot voedselleverantie aan te zetten,
liet Gierek hum al hum produkten
tegen marktprijs verkopen. Zij gre
pen him kans en begonnen meer
voedingsprodukten te kweken. Zij
verdienen nu heel wat meer.
De sterk verhoogde welvaart ls hier
in het zuid-oosten, waar 72 procent
van de bevolking nog op het land
woont, goed zichtbaar. Er verrijzen
nieuwe stenen huizen tussen de
ganzen, de paarden en de blokhut
ten. Het aantal koeien is ln een
jaar met 5 procent gestegen en het
aantal varkens met ruim 30. Medi
sche zorg is voor de zelfstandige
boeren gratis, maar er is geen a.o.w.
Wie een nieuw middelgroot boeren
bedrijf wil vestigen, kan op ruime
overheidssteun rekenen.
Er beginnen ook fabrieken te ver
schijnen in dit landschap, dat er op
een mooie heldere dag, met stipjes
van mensen en paarden er over
uitgestrooid, nog uitziet als een
landschap van een schilderij van
Breughel. Er worden autobussen en
lichte vliegtuigen gefabriceerd en
allerlei houtprodukten. En in het
noorden komt nu op één na de
grootste zwavelproduktie ter wereld
te voorschijn uit stinkende open
groeven aan de Wista. In de heu
vels levert de Solina-stuwdam elek
triciteit. Toeristen, meest Polen,
trekken de 6tille dalen waar vroeger
de Oekraïeners woonden binnen,
brengen een noodlottige hoeveelheid
lawaai van transistor-radio's mee
en laten overal afval slingeren.
Het blijft een arme streek in verge
lijking met de rest van Polen. Er
trekken jaarlijks nog zo'n driedui
zend mensen uit het gebied weg, en
er zijn er heel wat die op en neer
reizen naar werk net over de Russi
sche of Tsjechoslowaakse grens.
Maar er begint zich langzamerhand
een evenwicht in te stellen. Er zijn
700 bibliotheken gevestigd en som
mige kleine kranten in kleine stad
jes hebben een uitstekend peil be
reikt; ze zijn levendig en kritisch
van instelling.
De weg terug van een of andere
naargeestige uithoek van Winnepeg
naar het land waar Je moedertaal
gesproken wordt, begint steeds aan
trekkelijker te worden nu er van
die moedertaal en de frisse lucht
van de landelijke omgeving te ge
nieten valt ln een aardig huisje
met moderne voorzieningen.
OBSERVER-dienst