Vakmanschap speelt grote rol bij de produktie van kwaliteitsstaal v* Ondanks inschakeling van computer HOOGOVENS OVER MENSEN EN HUN WERK f BIJ HOOGOVENS(9) Er werken zo'n 23.000 man bij Hoog ovens. Buitenstaanders schatten dit aantal veel hoger of juist aanzienlijk lager. Ook over wat er zoal gebeurt bij Hoogovens verschilt men van opvatting. Als het gaat om de werkomstandigheden lopen de ge dachten eveneens nogal uiteen. Ze varië ren van warm tot koud, van schoon tot vuil, van gevaarlijk tot veilig. Wie heeft gelijk Hoe was het vroeger en hoe is nu bij Hoogovens? Zulke en andere vragen hebben we voorgelegd aan mannen die het bedrijf door en door ken nen. Zij vertellen hoe het toegaat in hun afdeling. Vandaag is het woord aan ir. A. A. van der Poel, hoofd van de produktiesector Staal. dus hogere eisen aan de mensen stellen en daarmee bij de werving van nieuw personeel rekening houden. Omdat het converterpersoneel en de gieters boven dien gezonde, stevige kerels moeten zijn, is het niet zo gemakkelijk de juiste mensen voor deze functies te vinden. En dat betekent dan weer dat die func ties behoorlijk betaald moeten worden. Kortom, we moeten hier in de staalfa brieken dus nogal kieskeurig zijn. Voor ons personeel is het een prettige bij komstigheid dat als gevolg van onze scherpe selectie en onze opleidingen iemand nog wel eens de kans krijgt om over te stappen in een hogere functie bij een andere afdeling. Die mogelijkheid tot doorstroming van de staalfabrieken naar andere functies bij de hoogovens, walserijen of andere diensten is zeker niet onbelangrijk. Die doorstroming vormt samen met eventuele uitbreidin gen de belangrijkste reden waarom wij in de staalfabrieken dikwijls in de markt zijn voor nieuwe mensen. Het zal duide lijk zijn dat dit bij de huidige moeilijke arbeidsmarkt wel eens problemen geeft. Meer staal, minder mensen Het personeelsprobleem is ook een van de redenen waarom men nieuwe fabrie ken bouwt met een grotere capaciteit. Daarin kan men immers met een zelfde aantal mensen meer produceren als voordien. Neem onze nieuwe Oxystaal- fabriek 2 met zijn 300-tons converters tegenover de 100-tons converters van Oxystaalfabriek 1. Om een lading staal te maken heeft men in beide gevallen ongeveer een gelijk aantal mensen no dig, anders gezegd: per ton staal vraagt Oxystaalfabriek 2 aan converterperso neel maar 1/3 van het aantal mensen van Oxystaalfabriek 1. Voor het gieten van het staal maakt dat een wat minder groot verschil. De grotere capaciteit van Oxystaalfa briek 2 maakte het ook mogelijk de oude Martinstaalfabriek te sluiten. Dat was, zoals gezegd, onze oudste fabriek. Een ander punt in de nieuwe ontwikke ling is dat wanneer men hogere eisen gaat stellen aan de kennis van de men sen de aard van hun werk daarmee in overeenstemming behoort te zijn. De mensen moeten een zinvol werkpakket hebben. Dat geldt wel voor iedereen, maar hoe hoger het ontwikkelingspeil van een werknemer is, hoe eerder hij op een gegeven moment teleurgesteld of ontevreden raakt als hij werkzaamheden krijgt met te weinig afwisseling of naar zijn mening eigenlijk beneden zijn kun nen. Daarom proberen we de mensen ook zelf te betrekken bij het reorganise ren van werkzaamheden en in overleg te komen tot een voor ieder zo zinvol mogelijke taakindeling. Het staal dat in de gietpan is afgetapt, bestaat nu bijna geheel uit puur ijzer, waardoor het in koude toestand veel te slap is om te bewerken. Het heeft geen sterkte-eigenschappen. Daarom voegen we in de gietpan nog een aantal stoffen toe, zoals mangaan, aluminium, sili cium, al naar de kwaliteit van het staal dat we moeten maken. Dit geconditio neerde staal, zoals het dan heet, wordt vanuit de gietpan, die voorzien is van een gietmechanisme, in blokvormen getapt. Ook weer afhankelijk van het eindprodukt dat we moeten maken, hebben wij vormen voor blokken staal van 8 tot 32 ton gewicht. Als het staal gestold is, worden deze gietijzeren blok vormen met behulp van een speciale kraan van de blokken gestroopt. De nog hete blokken staal gaan dan naar de zogenaamde putovens van een blok- walsery. Daar worden zij eerst gelijk matig opgewarmd tot ongeveer 1100 - 1200 graden om dan te worden uitge- walst tot grote plakken. Ik heb al verteld dat we zo'n 200 kwali teiten staal maken. Die verschillende kwaliteiten .ontstaan door een bepaalde samenstelling aan het staal te geven, dus door bijvoorbeeld het gehalte aan kool stof, aluminium, silicium en mangaan te veranderen. De zogenaamde analyses van de ver schillende kwaliteiten worden door de kwaliteitsafdeling voorgeschreven. Die geeft dan de juiste samenstelling van het staal, de soorten en hoeveelheden toe slagstoffen en de temperatuur voor de bereiding aan de fabriek door. Om de samenstelling tijdens het proces te controleren, meet het converterperso neel de temperatuur en neemt een monster. Het monster wordt in het laboratorium langs chemisch-elektro- nische weg geanalyseerd en de gegevens van deze analyse gaan dan in de com puter. De tijd die verloopt tussen het nemen van het monster en het ontvan gen van de analyse-resultaten bedraagt maar enkele minuten. De computer vertelt aan het converterpersoneel hoe veel m3 zuustof er nog geblazen moet worden en of er eventueel nog toeslag stof toegevoegd moet worden. Op dit advies werkt men verder. De meetappa ratuur vertelt of er voldoende zuurstof is geblazen. De temperatuur wordt ge meten en weer wordt er een monster geschept. Als de eindanalyse de juiste samenstelling aangeeft, wordt het staal in de pan getapt. De computer meldt verder wat er nog moet worden toege voegd. En dat voert het converterperso neel dan weer uit. Als we zien wat het converterpersoneel tegenwoordig doet en wat het zo'n jaar of 10 geleden deed, dan is er wel een groot verschil. Toen maakten we in de oxystaalfabriek voornamelijk de een voudiger kwaliteiten. Moeilijk bereid- bare en vooral hoogwaardige staal soorten werden gemaakt met het Mar- tin-staalproces dat veel langzamer ver loopt. Dat was ook de reden dat de converter-mensen bij het oxystaalpro- ces met niet meer dan hun ervaring en inzicht toch een goed resultaat konden bereiken. Nu maken we zoveel meer soorten en zijn de kwaliteitseisen zoveel scherper geworden, dat het zonder ingewikkelde meet- en rekenapparatuur menselijker wijs niet meer mogelijk is. Er is nu een centrale rekenaar, dat is een man die de lading berekent via het toetsenbord van een rekenapparaat dat aan een beeld buis is gekoppeld. Hij kan dan meteen zien welke gegevens hij aan de compu ter doorgeeft en de computer vertelt hem na enkele seconden wat er uit de rekenpartij komt. Het kan zijn dat de centrale rekenaar bijvoorbeeld vaststelt dat de hoeveelheid of de kwaliteit van het aanwezige schrot niet voldoende is om aan de wens van de computer te IJzer zoals het uit een hoogoven komt, is een produkt dat zich koud niet Iaat smeden, walsen, trekken, omzetten of op welke andere wijze vervormen. Dat komt omdat er in het ijzer stoffen zitten die het in koude.toestand bros maken. Het is de taak van de staalfabrieken deze stoffen er uit te verwijderen en een pro dukt te maken dat, al naar de wens van de klant, bepaalde kwa liteiten heeft. Zo maken we staalsoorten die meer of minder hard, meer of minder buigzaam of persbaar zijn. In de loop van de tijd heeft men staal op verschillende manieren gemaakt. Tegenwoordig is de snelste en meest toegepaste methode het oxystaalproces dat uit het midden van deze eeuw da teert. In een groot stalen vat, bekleed met vuurvast materiaal, wordt schrot en vloeibaar ruwijzer gedaan en daarop gedurende enige tijd zeer zuivere zuur stof geblazen. Dan ontstaat er ruw staal waaraan bepaalde toeslagstoffen worden toegevoegd om tot de gewenste kwaliteit te komen. Dit vloeibare staal wordt vervolgens gegoten in zware giet ijzeren vormen waarin men het laat stollen. Na het stollen worden de giet ijzeren vormen van de blokken afge stroopt, de nog hete blokken in put ovens weer opgewarmd en vervolgens in de blokwals tot plakken uitgewalst. Hoogovens IJmuiden bezit 2 moderne oxystaalfabrieken. Eén met 3 converters van 100 ton en 1 met 2 converters van 300 ton inhoud. In de produktiesector Staal werkt rond 900 man bedrijfsper- soneel. Ongeveer 3/4 van hen werkt in 4-ploegendienst. Tot het produktieper- soneel van een staalfabriek behoren het converterpersoneel dat het converter- proces begeleidt, gieters die in een spe ciale giethal de blokken staal gieten en kraandrijvers die de loopkranen voor de interne transporten bedienen. Veel veranderd in de loop der jaren Er wordt hier nu zo'n 32 jaar staal ge maakt. In 1938 werd begonnen met het Martinstaalproces in een fabriek met 2 oventjes van 60 ton en een jaarcapaci teit van circa 100.000 ton. Dat was een manier van staal maken waarbij toen zwaar, ambachtelijk doe-werk te pas kwam. Het ging toen allemaal nogal primitief. Er is sedertdien wel veel veranderd. Al die verhalen uit de oude tijd over hoe moeizaam het ging en voor welke ver rassingen men kwam te staan, liggen nu ver achter ons. Want zoals overal heeft de techniek ook in de staalfabricage niet stilgezeten. Eerst werd het aantal Martin-ovens vergroot en uitgebreid, vervolgens deed rond 1958 het oxystaal proces zijn intrede in IJmuiden. Men begon ook weer klein met 2 converters van 60 ton. De fabriek werd in 1961 uit gebreid tot 3 converters van 100 ton. We werken tegenwoordig veel met de computer. Vroeger bijvoorbeeld moest de smelter voortdurend bij een conver ter blijven staan en o.a. naar de vlam kijken om een beeld te krijgen van het verloop van het proces. Tegenwoordig installeren we allerlei hulpapparatuur die hetzelfde langs mechanische weg doet. De gegevens die we op die manier verzamelen, worden in een computer gestopt die de stand van het proces op een bepaald moment precies berekent. Andere eisen, andere mensen Vroeger was het zo dat iemand die zo'n jaar of 10 had meegelopen het in z'n vingertoppen moest hebben. Dat was dan een goede vakman, van hem hing de kwaliteit van ons produkt voor een groot deel af. Waarom die man dat zo deed kon eigenlijk niemand precies ver tellen. Het was een kwestie van vallen en opstaan, van leren door ervaring. Dat is in feite een bijzonder onzekere situaüe. Als zulke ervaren mensen met pensioen gaan of ziek worden, valt met een een heel stuk kennis weg. Boven dien stelt ook de kwaliteit steeds hogere eisen, wordt het proces ingewikkelder en verloopt het sneller waardoor we gedwongen zijn steeds meer mechani sche hulpmiddelen in te schakelen. Maar daarvoor moeten we eerst de ver zamelde kennis systematisch vastleggen en vooral zó dat die kennis weer goed aan anderen overgedragen kan worden. Daar zijn we nu een aantal jaren mee bezig. Het verzamelen en overdragen van die kennis vraagt mensen met een andere basis-opleiding en een ander ontwikkelingspeil dan vroeger. Toen was het zo dat onze meest bekwame en ervaren smelters doorgroeiden tot chef van de wacht. Dat is de hoogste rang bij het produktiepersoneel in de ploegen dienst. Vandaag moeten wij van een chef van de wacht verlangen dat hij in het bezit is van een machinistendiploma of minstens van een UTA-diploma. Ook aan het produktiepersoneel zelf zijn we in de loop van de jaren hogere eisen gaan stellen. Aangezien Hoogo vens in Nederland het enige grote staal bedrijf is, zijn we verplicht onze vaklie den zelf op te leiden. Jaren geleden zijn we dan ook al begonnen met de eerste cursussen voor het converterpersoneel. Een aantal werkzaamheden zijn in de loop van de tijd öf vervallen óf geme chaniseerd. Het streven is geweest om zoveel mogelijk zware en warme werk zaamheden te mechaniseren. Daardoor is het werk van het converterpersoneel, de vroegere smeltersgroep, voortdurend beter geworden. Ook een deel van het doe-werk is verdwenen. De hogere eisen aan de kwaliteit van het produkt en het snellere verloop van het produktie-proces maken het noodzake lijk dat het converterpersoneel en de gieters ook zelf beslissingen kunnen nemen tijdens dat proces. Dat is alleen mogelijk als zij de verschijnselen die zij zien, kunnen verklaren en weten hoe zij daarop moeten reageren, We moeten Er zijn voor deze taakverdelingen in overleg verschillende oplossingen mo gelijk. Bij de proeven die we doen, zien we bijvoorbeeld dat een bepaalde groep, samengesteld uit diverse functio narissen, een soort mobiel team vormt en een aantal werkzaamheden die ach ter elkaar gedaan moeten worden ook samen als team telkens na elkaar uit voert. Ergens anders zien we dat men in de groep de taken zodanig verdeelt dat iemand het werk krijgt waarvoor hij een zekere voorkeur of aanleg heeft, maar alleen af en toe bijspringt in andere werkzaamheden. Men wisselt dan wel eens, maar handhaaft toch min of meer het oude systeem waarbij een bepaalde man een bepaalde taak heeft. Door de taken in de groep te bespreken, krijgt ieder meer begrip van de werkzaamhe den van een ander. Dat geeft ook meer inzicht in de gevolgen van bepaalde slordigheden in het eigen werk op dat van anderen. Het bevordert de goede samenwerking en het werkt prettiger. Van het werken in de staalfabrieken kan men zeggen dat een bepaald soort werk wel steeds terugkomt, maar toch iedere keer weer anders is. We maken hier bij voorbeeld zo'n 200 verschillende kwali teiten staal. Die vragen elk hun eigen voorzieningen, zodat men er iedere keer weer attent moet zijn op wat men doet. Het werk hier is zeker niet eentonig. Verder werden bijvoorbeeld bepaalde hulpstoffen vervangen door andere en werd er bepaalde hulpapparatuur ont wikkeld. Het heeft al veel tijd en geld gekost, maar het is gelukt met onze eigen kennis en met gegevens uit het buitenland een aantal maatregelen vast te stellen. De technische uitvoering van zo'n mil- joenenprojekt - want dat is het - vraagt wel nog de nodige tijd. Alles bij elkaar verwachten we het stofprobleem zover te kunnen oplossen dat het noch voor de bezetting van de fabriek, noch voor de woonwijken in de omgeving enig bezwaar zal opleveren. Het betekent dat de produktie zal kun nen toenemen, terwijl de stofversprei- ding uit de staalfabrieken verder af neemt. Het sluiten van de Martinstaal fabriek heeft ook aan de oplossing van het stofprobleem een nuttige bijdrage geleverd. Hoe staal wordt gemaakt Hier nog wat bijzonderheden over de geheimen van de staalkeuken. We heb ben dus nog maar één proces, dat is het oxystaalproces. Daarbij gaat in een stalen vat, bekleed met vuurvast mate- Werk omstandigheden Het woord werkomstandigheden is al eerder gevallen. Wij besteden veel zorg aan dat punt omdat bij de produktie van staal o.a. stof wordt gevormd. Vroe ger bij het trage Martinproces werd die stof door de schoorstenen afgevoerd en in de buitenlucht verspreid. Met de produktie-toeneming bij het veel snel ler verlopende oxystaalproces zou een dergelijke stofverspreiding voor de om geving niet meer aanvaardbaar zijn. Men heeft daarom in de oxystaalfabrie ken zogenaamde stofwassers ingebouwd die het stof dat via de schoorstenen wordt afgevoerd voor meer dan 99% opvangen. Ook binnen de fabriek kunnen er bij bepaalde werkomstandigheden gedu rende korte momenten stof- en damp- vorming optreden. Dat had bij de start van de produktie in Oxystaalfabriek 1 met een hogere hal en een betrekkelijk laag produktie- tempo weinig te betekenen. Bij het op voeren van het tempo en door bepaalde wijzigingen in het proces in de loop der jaren begon dit echter wel hinderlijk te worden. Men heeft daarom uitgebreide onderzoeken gedaan en proeven geno men om vast te stellen wat nu feitelijk last kon veroorzaken en hoe dat te ver helpen. Wat technisch uitvoerbaar was, werd zoveel mogelijk direct uitgevoerd in Oxystaalfabriek 1, en bij de bouw van Oxystaalfabriek 2 werd rekening gehouden met deze nieuwe inzichten. riaal, een mengsel van ongeveer 1/4 schrot en 3/4 vloeibaar ruwijzer. Dit mengsel vult maar een betrekkelijk klein deel van het vat. In het vat laat men een watergekoelde, holle lans zakken waardoor zuivere zuurstof op het mengsel wordt geblazen. In het ruwijzer zitten stoffen, silicium, koolstof en mangaan die zich graag aan de zuurstof binden. Die stoffen ver branden dan onder grote warmte-ont- wikkeling, waardoor het bad een tem peratuur van 1600 °C bereikt. Het vat kan met behulp van elektromotoren en tandwieloverbrengingen langzaam voor- en achterover kantelen. Het heeft aan de voorkant op 3/4 van de hoogte een zogenaamd tapgat. Is de lading klaar, dan draait het vat voorover en kan het staal via het tapgat in de gietpan stro men. De slak, dat zijn afvalstoffen die boven op het staal drijven, blijft dan achter. Het is te vergelijken met een glas bier waarop je een houtje legt, zodat er een smalle spleet tussen de rand en het houtje openblijft. Kantel je het glas nu voorzichtig, dan stroomt het bier via de spleet uit het glas en het schuim blijft er in achter. Zo scheidt men het staal van de slak, die later af zonderlijk wordt afgevoerd. voldoen. Hij vertelt dan aan de compu ter wat hij wel ter beschikking heeft. En de computer gaat weer aan het rekenen geeft de op één na beste oplossing, J[e, Dit advies gaat weer via beeldbuizen r de chef van de convertergroep, de die voor het smeltproces verant woordelijk is. Meestal zal de chef het advies van de computer opvolgen. Maar ook hij kan op een gegeven ogenblik vaststellen dat er zich omstandigheden voordoen, zoals storingen, waardoor hij i het advies moet afwijken. Als hy het advies niet opvolgt, zal hij de reden terug moeten rapporteren aan de trale rekenaar en dan krijgt hy een ïw advies. De chef van de convertergroep blijft dus Aj uiteindelijk verantwoordelijk voor de kwaliteit van het produkt dat hij maakt. Hij kan zijn aandacht helemaal bij het uitvoerende gedeelte houden. Kijken of alles goed gaat. Of er geen storingen optreden. Terwijl de rekenaar de moge lijkheid heeft om voor hem andere op lossingen af te tasten. Een van de boeiende dingen in het staalproces is dat het voor een klein deel toch nog 'zwarte kunst' is. Je kunt met behulp van de computer berekenen of voorspellen wat je wilt, er gebeuren 3 af en toe nog wel dingen waarv zegt: Hé, hoe kan dat nou? Dat het proces zich toch iets anders gedraagt, dat het iets anders verloopt dan de computer had voorspeld. De mens blijft daardoor altijd de beslissende rol spe len. Het is ook niet zo dat onze kennis van het procesverloop in de converter al helemaal compleet is. Men moet zich goed voorstellen dat we bijvoorbeeld praten over temperaturen waarvoor jr. nog geen meetinstrumenten zijn ontwik» keld die daar tegen bestand zijn. Daar om is het converterpersoneel ook weer geen stel wetenschapslieden dat met een boekje volgens theoretische recepten ïaar ladingen staal zou kunnen ken. mensen - de centrale rekenaars, de chefs van de convertergroepen en hun medewerkers - zijn allemaal lieden met ervaring. Zij hebben als goede koks de keuken een aantal jaren praktijk het staalmaken voordat ze deze func ties kunnen vervullen. En dat niet al leen, ze moeten het vak aanvoelen. er plezier in hebben, want het blijft ergens toch een stukje pionieren!

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1972 | | pagina 24