en
open riool
EEN STADJE VLUCHT VOOR DE STANK
Het zoete leven aan de waterkant is in Nederland al veel
van zijn bekoring kwijtgeraakt waar vroeger heldere
rivieren naar de horizon stroomden vloeit nu het gore afval
van de industrieparken. Voorbeelden van brutale water
verontreiniging zijn er te over. Maar hoe erg in Nederland
een bevolking getergd en geterroriseerd kan worden door de
helse geuren die uit het water opstijgen blijkt nergens beter
dan aan de boorden van het zich zo bevallig door het West
brabantse landschap slingerende riviertje de Donge,
Anti-stank-leider Ver
meiden (rechts)"In de
weekends is Geertruiden
berg een uitgestorven
stad".
Arbeiders van een scheeps
werf aan de Donge (foto
links): "Na een paar uur
werken krijg je het gevoel
dat je gaat stikken
PAGINA IS
De Donge:
goedkope
afval»
geul van
industrie
maar
vreselijk
plaag
voor de
bevolking
PWe zullen ook een boottochtje over onze Donge maken", had
Geertruidenbergse onderwijzer H. Vermeulen beloofd toen
met hem telefonisch de tyrannie van de rivier bespraken,
laar het mag niet langer dan een uur duren. Ik wil u niet
cdziek terughebben". Twee dagen later voeren we op de Don-
Het water was zwart als Oostindische inkt, soms dreven er
ikken koeiehuid of een half vergane koeiepoot voorbij, een-
me bomen aan de grijze oevers hadden alle blad verloren en
de donkere diepte van het dode water steeg een weerzin
nende geur omhoog: alsof men elk ogenblik zijn neus diep
honderd bakken kattepies en duizend rotte eieren stak.
fe treffen het vandaag niet", zei Vermeulen verontschuldi
gd terwijl hij zijn neus losliet, „meestal is het nog erger. Voor
als het zonnetje op het water staat te bakken. In zomerse
ïkeinds is Geertruidenberg een uitgestorven stad. Iedereen
;ht dan voor de ondragelijke stank".
•uidenberg is inderdaad het
aan de uitloop
e in de Biesbosch het meest te
a heeft van de chemicaliën
mee het riviertje geheel vergif-
Is: in de gemeenten Dongen,
ravenmoer en Geertruidenberg
£t zuurstofgehalte tot nul ge
il
constante stroom vergif die
1 il op de inwoners van Geer-
I ienberg wordt afgestuurd is ui-
ird afkomstig van de talrijke
ibrabantse industrieën stroom-
larts: pelsbereiderijen, verchro-
1 yen, verzinkerijen, galvaniseer-
ljven, haarwasserijen en de
8 looierijen die ook al stukken
i thuld en andere gedeelten van
ftdavers meesturen op de route
f Geertruidenberg: het meest
;ende open riool dat Nederland
heeft gekend.
bittere en verbijsterende aanslag
iet welzijn van de inwoners van
rtruldenberg en andere Donge-
tsjes dateert vooral vanaf na 3
tnber 1970: de datum waarop
Stellingdam de Haringvlietslui-
ln bedrijf traden en de Donge
nvloeden van het tij zo goed als
»r. In plaats van 144.000 kubie-
meter werd er nog maar 7000
ïke meter per dag in het ri
lle gespoeld.
Donge werd een nog maar traag
nende rivier: het huisvuil van
00.000 regio-bewoners en het in-
rie-afval in getal driemaal
in kwaadaardig werking on-
ïelijk maal) koekten aan tot de
te brei die het water verduis-
en vandaaruit zijn gifgassen
boven zond, rechtstreeks naar
ilets vermoedende plattelands-
iing van Raamsdonkveer en
k*1 truidenberg.
ZAl Donge is de goedkope afvalgeul
regionale industrie-dynas-
de schrikbarende plaag
de arbeidersbevolking: ze ligt
ie onrechtvaardigheid zelve in
Westbrabantse land te stinken,
ui het er hier en daar in een
J ürsstaat nog wel op losstro-
laten we van de inwoners zelf
anen hoe het is om te wonen
werken aan de oevers van de
T ekst
Ary Jassies
Foto's:
Piet de Nijs
'Ik heb een aardige tuin", zegt
de heer Bieneveld in dezelfde plaats,
"maar ik kom er nooit meer in. U
ziet het: de Donge stroomt achter
ons huis langs. Zomers vooral ver
gaan we allemaal van de stank. Ook
als het mooi weer is moet je binnen
blijven, dag en nacht zijn onze ra
men potdicht". Je durft niet eens
naar buiten te kijken: het water
gaat gassen, afschuwelijk vieze
blubber komt naar boven, allemaal
zwarte koeken die voorbijdrijven.
"Jammer van mijn tuin".
„Ik heb vaak heel erge pijn", zei
Rien de Jong, de voorman van een
op de grens van Raamsdonkveer en
Geertruidenberg gelegen scheeps
werf", „het is niet de stank. Daar
worden wij hier met zijn allen al
leen maar misselijk van. Maar het
zijn al die chemische gassen die
zich met elkaar verbinden en die op
je inwerken.
Ik kom vaak doodziek thuis. Dan
ben ik misselijk, mijn keel doet
pijn en ik heb een enorme be
nauwdheid op mijn borst. Echt pijn
doet het, na een paar uur thuis is
het over. Maar die tijd wordt steeds
langer. Mijn ogen gaan hier over
dag ook steeds meer tranen. Al een
Jaar loop ik met mijn ogen naar de
specialist. Je voelt dat Je' gezond
heid helemaal kapot gaat".
Hoofdpijn
ergste is het voor de kinde
zei een radeloze vrouw in
«donk veer, .sinds twee Jaar
ze veel ziek. Verkouden of
'pijn. Mijn dochtertje komt
huilend thuis: ze heeft op
door de hoofdpijn niet kun-
leren".
„Als je een paar uur naast het wa
ter werkt moet Je vervangen wor
den", zei een van de Jongs collega's,
Je hebt dan het gevoel dat je gaat
stikken. Ik kom met barstende
hoofdpijn thuis. Bij een bepaald
soort zwavelzuurdampen ook met
diarree. En dan kom Je thuis en
dan weet Je het al van te voren: je
vrouw hangt helemaal onderuit in
een stoel. Ook al barstende hoofd
pijn. De volgende dag ga je maar
weer naar Je werk. Van al Je colle
ga's hoor Je dezelfde verhalen".
„Ik woon vlak bij de Donge", zei
een lasser, „mijn vrouw is vaak
ziek. Vroeger was dat nooit zo. Al
tijd misselijkheid en erge hoofdpijn,
ook al hou Je de ramen potdicht.
Toen ze de eerste keer met haar
klachten naar de dokter ging zei
die: u woont zeker bij de Donge".
„Ik woon een kilometer van de
Donge af", zei Rien de Jong, „het
is zo erg dat ik 's nachts wakker
wordt van de stank. Je wilt er wel
naar toerennen: agressief en onte
vreden dat word Je ervan, Je hoort
alleen maar ellende om Je heen. We
hadden hier pas een gloednieuwe
koperen scheepsbel. Dat ding bleef
één nacht buiten hangen: toen was
hij helemaal zwart. Je vraagt je
dan wel weer af wat wij hier alle
maal binnenkrijgen in onze longen".
Zo kan in Nederland een riviertje
nog te keer gaan. Actieleider Ver
meulen van de een jaar geleden ge
formeerde Geertruidenbergse ver
zetsgroep is er o:n een andere drei
ging te schetsen: de vrees van de
actiegroep dat de drinkwaterbek
kens van Rotterdam gevaar lopen.
Het traag stro uaf vaart bewegende
vefgif bereikt i i?rs via de Amer
het Holland het gebied
waar Rott^rda >v>-kens Petrus
plaat m -rtig In ge
bruik heeft er\ i 'Olgend jaar
ook het reservoir de Gijster. „En
deze gaat de klappen opvangen".
zeg de bange en boze schoolmeester
van Geertruidenberg, „het water
van de Donge wordt er straks naar
binnengezogen.
En nou zeggen de heren van de
Rotterdamse waterwinning wel dat
het vuil er af te scheppen is, maar
dat is Je reinste kolder. De hele
substantie is immers vuil en bedor
ven. Het is geen water meer dant
men naar binnen zuigt. Men kan er
wel iets drinkbaars uithalen, maar
op den duur houdt men het toch
niet."
Vermeulen moet ook al meedelen
dat de middenstand van het kleine
Geertruidenberg deerlijke slagen
krijgt toebedeeld: al maar minder
worden de pleziervaartuigjes die de
oversteek over de beerput nog dur
ven te maken. Als oplossing voor
het beteugelen van alle kwaad die
de Donge aanricht noemt hij het
sluiten van de industrieën of het
dempen van het water: het staat al
wel vast dat zoiets nooit gebeuren
zal.
Hulp is echter dagend: bij Alphen -
Riel zijn twee zuiveringsinstallaties
verschenen, bij Dongen komt een
derde. Maar Vermeulen en zijn me
destanders blijven bekommerd het
hoofd schudden. „Over vijf Jaar
hebben we schoner water, dat wil
best aannemen", zei Vermeulen,
„maar tot die tijd houden we
klachten, klachten, klachten. We
moeten er mee blijven leven. En
verderde aanvoer van vervuild
water zal dan ophouden, maar nie
mand die weet waar die stinkende,
gemene troep blijft die er nu is. Die
is er en die schuift alleen maar nog
steeds verder naar Geertruidenberg
en de Biesbosch op. Daar zie ik ons
mee blijven leven".
Vermeulen ging even weg om een
schipper te bestellen. Ondertussen
vertelde zijn vrouw smakelijke ver
halen: „Er zijn hier nog een twee
Journalisten geweest. Fris als hoen
tjes gingen ze'weg, ziek als honden
kwamen ze terug". Veel mensen die
het aandurven moeten kokhalzen".
De expeditie op de Donge is inder
daad de smartelijkste die er op de
Nederlandse wateren te maken is:
een reisje naar de bron van alle
stank die de duivel ooit heeft kun
nen bedenken. We voeren de inkt
zwarte Jachthaven uit en bevonden
ons al gauw op een trage en verla
ten stroom waaruit stinkende gas
bellen opborrelden. De eerste koeie-
resten dreven voorbij. Aan de oe
vers leken vroegere strandjes als
met teer ingevet.
Bleek
Vermeulen stond in de kajuit te
knipogen en gooide ineens de zij
klep open. „Ach gottegottegot, be
ware", prevelde de actielelder.
..snuiven. Jongens". We snoven en
het sloeg ons flauw om het hart
Een overweldigende rottende en
stinkende geur steeg omhoog uit de
rivier die nu al twee Jaar tn een
staat van ontbinding verkeert. Zelfs
de doorgewinterde Vermeulen werd
het bleek om de neus. „Ook de rat
ten zijn hier vandaag gevlucht", zei
hij, „tien Jaar geleden barstte het
hier van de vis. Twintig beroepsvis
sers hadden, waar we nu varen,
emplooi. Beware ons".
Op de oevers die naargeestig en
eenzaam voorbijglijden waren zelfs
hoog gelegen stenen nu zwart als
kolen, de schroef wierp gore en
stinkende druppels omhoog en Ver
meulen staakte, doodsbang om te
kotsen, al na een minuut zijn po
gingen om stukken koeiehuid op te
vissen. Hij vertelde dat de mede
werking die er van de door hem
zeer geprezen Rijkswaterstaat was
gekomen een druppel op een
gloeiende plaat was.
Het plan bestond in het lozen van
fris water in de rampzalige Donge,
„Vanuit Belgie", zei hij, „drie ku
bieke meter per seconde. Maar het
helpt geen zier. Het gebeurt niet
continu, omdat er nu bijv. in België
weer geen water is, maar zelfs dan
scheelt het Je haast niks."
Zo lijken langs de Donge Geertrui
denberg en een handvol andere lie
ve stadjes nog wel even omringd
door de duisternis van een tragisch
stukje milieubederf. Vermeulen ver
telde over astmapatiënten en men
sen die aan hartziekten lijden. In
weken dat de stank zijn hoogtijda
gen beleeft treft men hen aan naar
r.dem snakkend, als vissen op het
droge.
Feuilleton
Dat soort verhalen hoort men aan
de deuren in Geertruidenberg als
een soort lopend feuilleton vertellen.
We nemen als voorbeeld voor alle
kwaad dat de afvalstromen de men
sen rond de Donge aandoen alleen
nog maar wat opmerkingen uit het
verhaal van mevrouw Boerboom,
-en getrouwde vrouw die wel op
handen en voeten zou willen terug-
':rulpen naar haar geboortestad Den
3osch.
"Sen doorsneeverhaal uit het
-oomgebied van de Dongen: 70 „Het
ontzettend en vreselijk. Altijd
eb ik misselijkheid, vreselijke
loofdpijn en braakneigingen. Soms
weken achter elkaar, 's Nachts is
het het ergste. De ramen zijn dicht
maar de stank trekt toch door de
kieren. Dt moet dan vaak het bed
uit. Kokhalzen.
We durven vaak niet eens naar bed
toe. Dan blijven we tot twee uur
opzitten. Bang voor de nacht, bang
voor de stank. We danken dan
maar een goede borrel om in slaap
te kunnen komen. Ik lust best een
borrel, maar Je voelt hoe krankzin
nig het allemaal geworden is.
Mijn zoontje is nu weer aan het
piepen uit zijn keel. Zo is er altijd
wat. alleen maar omdat Je in de
buurt van dat riviertje woont. Je
merkt ook dat je agressief aan het
worden bent. Want je klaagt overal,
maar Je loopt overal met de kop
tegen de muur. Je wordt van de
ene Instantie naar de andere door
geschoven. We vragen ons al serieus
af: moeten we geweld gaan gebrui
ken?
In de tuin hebben we kamperfoelie.
Je kimt hem niet ruiken. In de
weekends vluchten we met de auto.
Weg uit Geertruidenberg. Net zoals
ledereen. Dan kom Je zondagavond
thuis. Je doet de deur open en dan
ruik Je het: het stinkt er. Net een
riool. Maar het raam kun Je niet
open doen. Buiten stinkt het nog
erger. Dan ben Je terug in Geer
truidenberg".