ienmaal de lichtsnelheid ROENTGEN-STER CYG X-3 EEN SUPERNOVA IN DE MELKWEG? rrijkt uranium uit tuurlijke reactor -ronomen ontdekken overhaastige hemelobjecten Relativiteitstheorie van Einstein aan de basis ondergraven? I ir toch snelheden, groter dan die van het licht? Had Jerhalve ongelijk, en moet een van de belangrijkste waarop het huidige natuurkundige wereldbeeld is de relativiteitstheorie, zo niet geheel dan toch ten »t museum worden bijgezet? Sommige waarnemingen atste tijd door astronomen hebben deze vragen opge- ir zijn objecten bestudeerd, die snelheden van groter het licht hebben, in één geval zelfs tienmaal zo schijnen te hebben. Er is een aantal veronderstellingen om de waargenomen verschijnselen te verklaren zon- lativiteitstheorie te ondergraven. Men geeft nu een- zo gauw theorieën prijs, die in velerlei opzicht als ervaren en waarop een geheel wereldbeeld is ge- 14 OKTOBER 1972 rkenning van de wetten voelde het wereldje van en natuurkundigen zich jg: men had een vast zekerheden, waarop het kon worden gebouwd, mate men dieper in al- emèn doordrong en meet- m,werden verfijnd kwa- jchijnselen aan het licht et goed verklaarbaar wa de eenvoudige geldende daarmee zelfs in heel groot (Rw van die bracht Einstein de oplos- het introduceren van de theorie. Eenvoudig was allerminst, en wij zullen geen poging onderne- te verklaren of uiteen „ie daar belangstelling kan er literatuur genoeg Een bijzonder heldere werd door H. van bet Instituut voor Theo- sica in Utrecht gegeven lerlands Tijdschrift voor ivan 28 oktober 1971. heeft eens gezegd dat onbegrijpelijke in de we- zij zo begrijpelijk in el- daarmee wel ge net zijn theorie heeft hij lor vele natuurkundigen lor de leek de wereld st gemakkelijker te be- aakt. kerheden", die zelfs een later nog op scholen erwezen, bleken waarde- denkwijzen werden ten en. Wetten van behoud en behoud van ma- onjuist. Materie en en omwisselbaar volgens he formule E=MC2 ir de techniek van de werd ontwikkeld, in itie de atoombom. Ein leeft die laatstgenoemde gestimuleerd maar later van het gebruik ii gedistancieerd en is voormannen van de an- geworden. Zo werden eer "zekerheden" over- id. acht met zijn theorieën algemene en een lativiteitstheorie, die in lijke deeltjes hoog in de atmosfeer door inwerking van kosmische stra len. Zij komen dan met snelheden, die de lichtsnelheid evenaren, op aarde terecht. Maar hun maximum levensduur zou tot gevolg hebben, dat ze de aarde in die korte tijd niet meer konden bereiken. Zij hadden niet hoger dan 600 meter mogen zijn ontstaan inplaats van vele kilometers! De verklaring: door hun hoge snelheid verloopt hun tijd langzamer en 'halen" ze de aarde wel! Er zijn nog vele andere aan wijzingen voor de juistheid van Ein- steins theorieën, die nu op de hel ling schijnen* te moeten. Een van de consequenties van de re lativiteitstheorie is, dat er in het heelal geen grotere snelheid moge lijk is dan die van het licht. Bij toeneming van de snelheid neemt ook de massa van een voorwerp toe, en bij snelheden, die de lichtsnelheid benaderen is die massatoename zo groot (en tenslotte oneindig groot) dat er een oneindige hoeveelheid energie nodig zou zijn om de snel heid nog weer eens te verhogen. Goed, dit was dan een van de wei nige "zekerheden" die men na Ein- steins relativiteitstheorie overhield: de lichtsnelheid kan niet worden overtroffen. Deze "zekerheid" staat nu op het spel. Astronomen van het California In stitute of Technology in Pasadena en van het National Radio Astrono my Observatory in Greenbank, West Virginia hebben enkele maan den geleden hemel-objecten waarge nomen, die zich met snelheden ver plaatsen groter dan de lichtsnel heid. In een sterrenstelsel op 5,6 miljard lichtjaar afstand van de aarde (dat is circa 53.000.000.000.000.000.000.000 kilometer) werden twee sterke ra- verwijderd. Later zijn enkele nieuwe objecten waargenomen, die zich met snelheden van tienmaal die van het licht, suggereren. In dat laatste geval ging het over ver plaatsing van de radiobronnen in de tijd van enkele maanden. Deze waarnemingen stellen de na tuurkundigen en astronomen voor een ernstig dilemma: moet een van de grondslagen van de relativiteits theorie worden herzien en daarmee de basis worden ontnomen aan het "wereldbeeld" zoals men zich dat thans (vaag) heeft gevormd, of moet worden aangenomen, dat wet ten, die geldig zijn in "ons" heelal d.w.z. in het eigen stukje van die diobronnen waargenomen. Latere waarnemingen toonden aan, dat zij zich in de tijd tussen de observaties met een snelheid van twee tot drie maal die van het licht vanelkaar hebben moeten verwijderd. De posi tiebepalingen waren zeer nauwkeu rig mede door dat gebruik werd ge maakt van radiotelescopen, die dui zenden kilometers van elkaar waren oneindigheid, elders niet van kracht zijn? Beide oplossingen liggen de geleerden niet erg. Vandaar dat men voorlopig tracht het "onmoge lijke" op andere wijze te verklaren, namelijk door een fout in de inter pretatie van de observaties. Daar voor zijn enkele supposities geop perd. In de eerste plaats denkt men aan signalen, die op de een of andere manier gereflecteerd zijn op zich zeer snel verplaatsende concentra ties materie of krachtvelden, waar door de schijn kan worden gewekt dat de stralingsbron zich met veel grotere snelheid verplaatst. Ter ver duidelijking een vergelijking. Laat men een zoeklicht zeer snel draaien en projecteren op een in tegenover gestelde richting bewegend wolken dek, dan kan men de indruk krij gen dat het lichtverschijnsel zich heel veel malen sneller verplaatst dan in werkelikjheid het geval is. De tweede mogelijke verklaring is, dat een aantal hemelobjecten in el- kaars nabijheid identieke stralingen uitzenden, maar dat af en toe stra lingen van één object wordt onder schept en een volgend moment van een ander. Dan zou men dus ver schillende objecten hebben waarge nomen in plaats van hetzelfde. Een derde uitweg is, dat twee ster ke radiobronnen zich met ongeloof lijke (maar volgens Einstein aan vaardbare) snelheden in de richting van de waarnemer (de aarde) be wegen met iets divergerende banen. Interferentieverschijnselen zouden dan de oorzaak kunnen zijn van (foutieve) plaatsbepaling van wat men dacht één object te zijn. Hoe dan ook, de astronomen staan voor een nieuw raadsel, en in dit geval wachten ook de fysici met spanning verdere waarnemingen en conclusies af. Prof. Marshall Cohen, een astro noom van het Californian Institute of Technology en een van de ont dekkers van de "haastige" hemelob jecten, verklaarde vooralsnog zijn vertrouwen in de theorieën van Einstein te handhaven, maar toch wel nadere observaties van de merkwaardige objecten met span ning af te wachten. Albert Einsteinde grootste fysicus van de moderne tijd en gedurende vele jaren hoogleraar in Leiden. Hij grondde zijn theorieën op de theorieën van een andere grote natuurkundige, de Leidse hoogleraar en Nobelprijswinnaar Lorentz, met wie hij zeer bevriend was en voor wie hij een grenzeloze achting koes terde. Einstein zou de eerste geweest zijn om te erkennen, dat zijn denkbeelden fout warenindiendaar sferke aanwijzingen voor zouden zijn. Het lag in zijn aard, om dan onmiddellijk met alle toewijding te zoeken naar een raam van natuurwetten, waarin zowel nieuwe verschijnselen zouden passen als wel de juist bewezen onderdelen van theorieën, die hij zelf had mede opge bouwd. Het was een unieke figuur, niet alleen als wetenschappelijk onderzoeker en theoreticus maar ook als mens. Hij was diep sociaal bewogen, wellicht mede door zijn Jood-zijn en de conse quenties daarvan voor zijn eigen leven. Maar op terreinen waar rede en logica moeten overheersen toonde hij zich de koele, onemotionele rationele denker. Verantwoordelijkheid schuwde hij nimmer wanneer hij deze onderkende, zijn integriteit was ongeëvenaard en hij had een gruwelijke hekel aan domme macht en autoriteit. 1 Ja 'n verklaring vroeg. Met gevoelige instrumenten 11 leid, dat de lichtsnelheid ten opzichte van de Het doet er niet toe of ler zich met een enorme net het licht mee" be- tegenovergestelde rich- lelheid ten opzichte van ler is altijd 299.792 kilo- sconde. In de relativiteitstheorie ird door het verschijnsel, id invloed heeft op de de bewegingsrichting en npo van de tijd". Bij toe- de snelheid gaat de het snelle object vergele- die van een "stilstaand" tamer verlopen. Het lijkt rlijk concept, maar het later) te kloppen met jen. Een van de vele ele- aaterie-deeltjes, het mu- uiterlijk een tweemil- »nde een zelfstandig be- n. Soms ontstaan derge- De mogelijkheid bestaat, dat voor het eerst sinds bijna vier eeuwen een supernova in ons Melkwegstelsel is opgetreden, die vanaf de aarde wordt waargenomen. Weliswaar niet optisch maar in het golfgebied van de radiostraling. Talrijke observa toria op het noordelijk halfrond verrichten thans waarnemingen om het in vele opzichten unieke verschijnsel te bestuderen. Mrika is verrijkt uraniumerts gevonden dat In een „natuurlijke" reactor, die opgeveer Jaar geleden kritiek werd. Dat heeft de 1®lssie voor kernenergie onthuld. Het ura- ïonden in de Oklo-mijnen in de republiek voormalige Franse West-Afrika. j'Jm heeft een kettingreactie ondergaan in lijke omgeving waardoor het werk werd ver- Kn moderne kernreactor die plutonium als ^uceert. Franse geleerden menen dat hier een uniek verschijnsel van grote weten- betekenis en invloed. Wanneer ook elders vondsten zouden worden gedaan, moet men ^staven opstellen voor „natuurlijk" uranium. - ^commissie is de kritieke fase langs natuur- T^relkt door de gecombineerde invloeden van verschillende omstandigheden, namelijk grote ertsvoor- raden met een hoog uranium-gehalte en omringende bronnen van nucleaire straling, de directe aanwezigheid van neutronen absorberende elementen en een vrij grote hoeveelheid water. De aanwezigheid van verrijkt ura nium (verhoudingsgewijs een grotere hoeveelheid van de isotoop U-235 dan in ander uranium) kan worden verklaard door de verdwijning van plutonium 239 dat ontstond tijdens de kettingreactie. In de loop der mil lennia moet dit plutonium volgens een langzaam ver lopend natuurlijk procédé zijn veranderd in uranium 235. Met het oog op het unieke karakter van de vondst is de aanleg van een mijnschacht gestaakt. Geleerden krijgen daardoor de tijd metingen te verrichten en monsters te verzamelen, die een nader licht op de ont dekking kunnen werpen. De Krabnevel, overblijfsel van een supernova in de melkweg in het jaar 1054, die beschreven werd in oude Chinese kronieken. Uit de sterke polarisatie van de straling blijkt dat zich in de nevel zeer snelle geladen deeltjes bevinden die door sterke magneetvelden lopen. De gassendie bij de ster-ex plosie uitgestoten werden, hebben nog steeds een grote snelheid. De Krabnevel breidt zich nog steeds uit in alle richtingen met een snel heid van ongeveer 1100 kilo meter per seconde. Een "nova" is een sterk, waarvan de lichtsterkte binnen enkele dagen vaak tot het miljoenvoudige stijgt. Vermoedelijk wordt de buitenste schil van de ster dan afgestoten door een enorme plotseling vrijko mende hoeveelheid nucleaire energie uit het inwendige van de ster. Bin nen korte tijd vormt de uitgestoten materie een zeer ijl uiteengestrekte gasmantel om de ster, die ook vrij spoedig weer tot bijna oorspronke lijke helderheid terugkeert. Dit ver schijnsel doet zich in ons Melkweg stelsel (een verzameling van ruw weg honderdmiljard sterren waar van de zon er één is) naar schat ting 25 maal per jaar voor. Gebeurt dit in een ver verwijderd deel van de Melkweg of achter de vele ijle maar zeer uitgestrekte gaswolken, dan blijft het verschijnsel voor het blote oog onzichtbaar. Supernovae zijn veel zeldzamer. Dat is dan ook een ontploffende ster waarvan de verschijnselen alleen in superlatieven beschreven kunnen worden. Dan wordt niet de buiten ste schil weggestoten maar explo deert de gehele of vrijwel de gehele ster als een gigantische kosmische waterstofbom. De uitgezonden stra ling kan dan in enkele seconden tot tienmiljard maal de oorspronkelijke toenemen, de explosieve kracht is zo hevig dat het grootste deel van de ster-materie snelheden krijgt, die haar voorgoed de omringende kos mos in jagen. In één enkele seconde straalt een supernova bij het ontstaan evenveel energie uit als de zon gedurende vele jaren. Dat maakt het mogelijk voor de astronomen om supernova (zij het op grote afstand) betrekke lijk regelmatig te kunnen bestude ren, ondanks hun zeldzaamheid. Zij treden namelijk ook op in de mil jarden andere sterrenstelsels dan de Melkweg op miljoenen en miljarden lichtjaren afstand van de aarde. Hun lichtsterkte is zo groot, dat zij het licht van alle andere miljarden sterren van hun stelsel royaal over stralen, waardoor zij op aarde dui delijk waarneembaar zijn met de moderne waarnemingstechnieken. Door het Hale Observatory in Pasa dena (Galifornle) werd b.v. op 13 mei J J. een supernova ontdekt in het stelsel NGC 5253. Deze superno va was helderder en dichter bij de aarde dan enige supernova die in de laatste 35 Jaar buiten het Melk wegstelsel was ontdekt. In ons eigen Melkwegstelsel zijn waarnemingen van supernovae als gezegd sporadisch. Uit historische tijden zijn er slechts vier bekend, de laatste bijna vier eeuwen gele den. In het Jaar 1006 was er een in het sterrenbeeld Lupus, vervolgens merkwaardig snel daarna een in 1054 in het sterrenbeeld Taurus, ruim vijf eeuwen later in 1572 in het sterrenbeeld Cassiopeia en weer snel daarna in 1604 een in het ster renbeeld Ophichus. Men heeft deze supernovae indertijd geboekstaafd doordat het zulke uitzonderlijke verschijnselen zijn, zelfs met het blote oog en zonder begrip voor wat er nu eigenlijk aan de hand is. De supernova van 1054 in Taurus is vooral bekend geworden door nauw keurige beschrijvingen in oude Chi nese kronieken. Zo sterk was de lichtstraling, dat de ster zelfs over dag bij heldere zon in volle glorie zichtbaar was, zij het slechts voor enkele dagen. Door een toenmalige nauwkeurige positiebepaling aan de (onbegrepen) sterrenhemel heeft men de resten van de sterexplosie in recente tijd kunnen terugvinden: de Krabnevel, een onregelmatige sliertige en nog steeds zeer snel uit dijende gaswolk. De supernova van 1572 wordt wel de "ster van Tycho", genoemd omdat het opzienbarende verschijnsel van dat jaar de later wereldberoemde astronoom Tycho Brahe tot belangstelling voor de sterrenhemel aanzette. Het is zeer wel mogelijk, dat er meer supernovae optreden in de Melkweg dan die vier gedurende bijna tien eeuwen. Gaswolken ver duisteren grote delen van dé Melk weg, waardoor b.v. het centrum en wat zich daarachter afspeelt Voor optische observatie verborgen blij ven. Zonder de moderne waarneming stechnieken zou ook de nieuwe (vermoede) supernova Cyg X3 (nog( verborgen zijn gebléven. De stralingsbron Cyg X3 was in dertijd een van de eerste hemelob jecten waarvan geconstateerd werd, dat het sterke roentgenstraling uit zond. Het object werd niet geïdenti ficeerd met en optisch object. Dat kan het gevolg zijn van de inter stellaire gaswolken. Het spectrum van Cyg X—3 heeft unieke eigen schappen, waarvoor men nog geen zinnige verklaring heeft kunnen vinden. Leidse astronomen hebben veel tijd aan deze roentgens ter be steed en hebben ondermeer samen gewerkt met een Apollo-bemanning door gelijktijdige waarneming van uit de ruimte en vanuit de radio synthese-telescoop in Westerbork. Röntgenstraling kan alleen in de ruimte worden waargenomen omdat deze wordt geabsorbeerd door de at mosfeer en waarneming in het golf gebied van de radiostraling vereist zeer grote antennes, zoals die in Westerbork. De Leidse astronomen ontdekten in het begin van dit Jaar merkwaardige variabele stralingen in het gebied van de radiogolven vanuit Cyg X—3. Daardoor werd de belangstelling in andere observato ria gewekt, waardoor men min of meer toevallig op het spoor kwam van unieke verschijnselen, die kun nen wijzen op het ontstaan van een supernova. Het. Algolquin Park Observatory in Canada registreerde op 2 september jJL een enorme toename van de in tensiteit van radiostraling uit Cyg X3 in de 2,8 centimeterband, eerst vijftigmaal zo sterk als voordien, later nog weer eens een duizendvoud daarvan. Onmiddellijk gewaar schuwde observatoria elders in de wereld konden die waarneming slechts bevestigen. Ook op langere golflengten in het radiogebied bleek de- activiteit plotseling sterk ver hoogd. Inmiddels is die activiteit nog niet gaan verflauwen. Bernard Lovell van het Engelse ob servatorium Jodrell Bank, acht het zeer goed mogelijk, dat het hier gaat om een supernova; deze is op tisch niet waarneembaar door de gaswolken tussen aarde en ver schijnsel, maar andere stralingen kunnen deze gaswolken wel passe ren. Door deze (en voorgaande) waarnemingen heeft men betrekke lijk nauwkeurig de afstand van de aarde -tot de eventuele supernova kunnen berekenen: binnen het Melkwègstelsel, tussen de 26 en 33 duizend lichtjaar van ons verwij derd. In vele centra over het noor delijk halfrond gaan de waarnemin gen door. Voorts moeten nog de waarnemingen worden verwerkt van de Uhuru-satelliet, die al geruime tijd iri de ruimte is Juist voor het observéren van de bronnen van roentgenstraling in het heelal. Zoals gezegd moet die observatie vanuit de ruimte geschieden omdat de aardse atmosfeer een soort scherm tegen deze straling vormt. ADVERTENTIE f auto-inzittenden brand glas inbraak ongevallen rechtsbijstand reis storm «ettelijke aansprakelijkheid voor particulieren ziekte KING ziektekosten om zékertezijnl n.v. verzekeringsmaatschappij \$-flravandl)kwil 68 r'dim-3 tol. 010-368844^

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1972 | | pagina 17