eluidsterreur, Soeharto,
'rees sr. en Oosterschelde
Fiimdocumentaire over verzet
en collaboratie in Frankrijk
abandons
ill SOLDAT AI I FMivn
LEZERS SCHRIJVEN
Protesttelegram inzake
losgeld in Sowjet-Unie
Morgenavond vier uur durende uitzending op tv
JDERDAG 28 SEPTEMBER 1972
Eén van de kwalijke verschijn-
elen van deze tijd van „onbeperk-
vrijheid" is de muziekterreur".
fu ja, .muziek," laten wel lever
eggen: het produceren van klan-
en. Sommigen schijnen daar on-
nogelijk buiten te kunnen en ik
ze voor mezelf als „geluidspa-
iënten" te betitelen. „Dagboeka-
lier" (Henri Knap) in „Het Pa
tooi" sprak dezer dagen van „mu-
lekte", een omschrijving die niet
r uit de buurt van de mijne
igt. Wat de oorzaken zijn van die
inlesbare dorst naar lawaai, al-
hans geluiden, zou onderwerp van
belangwekkend onderzoek kun-
zijn, dat in bepaalde gevallen
ermoedelijk een diepe angst-voor-
ie-stilte aan het licht zou bren-
jen.
Hoe dat zij, wie zo'n onbedwing-
lare behoefte aan geluid heeft
moet dat voor zichzelf weten. He-
sommigen kunnen het niet
aten er ook anderen mee lastig te
rallen. Knap citeert een brief van
abonné uit Naarden, die het
volgende schrijft: „U moet 's zo-
eens komen luisteren in mijn
prachtige tuin, waar de rust voor
alle omwonenden wordt verstoord
door één enkel jongmens, dat met
zijn versterker voor de open ramen
zit. Klagen heeft geen zin waar
om zou hij de ramen sluiten? Een
proces-verbaal zou helpen, maar de
overheid heeft geen duidelijk ver
bod uitgevaardigd. Is daar niets aan
te doen?".
Nee, antwoordt Henri Knap, daar
is niets aan te doen. En hij voegt
er aan toe: „In wezen is de ver
ontreiniging van de lucht met ge
luid veel hinderlijker dan de che
mische verontreiniging. Honderd
duizenden worden verhinderd in te
slapen of schrikken wakker door
verkeerslawaai (ergste zondaars:
sportuitlaten, bromfietsen, vliegtui
gen), nog veel méér honderdduizen
den door burengerucht, waartegen
(men informere maar bij TNO)
géén kruid is gewassen, indien men
de verkeerde buren treft. Dat zijn
buren, die niet van nature reke
ning houden met de medemens, en
die door het ontbreken van geeste
lijke belangstelling passief rond
dobberen op de geluidsgolven van
nimmer zwijgende radio en
's avonds dito TV.
Het hele probleem van de ge
luidshinder is dan ook een probleem
van een civilisatietekort
De jongen met zijn bandrecorder
bij het open raam, de man met
zijn te luide TV (hij is immers
ook zelf niet gewend gewoon te
spreken, tallozen praten niet, maar
roepen naar elkaar alsof zij met
ben zelf immers nergens last van?
Hun lawaai overtreft immers al
tijd de bescheiden „economische"
geluiden van him medemensen, die
zij niet opmerken? Zij kunnen zich
de vrouw, die 's avonds lectuur
moet bijhouden om haar beroep te
kunnen uitoefenen, niet voorstellen.
Zij begrijpen niets van het werk
van een leraar, die poogt Griekse
vertalingen te corrigeren, een ac-
Door C. J. Rotteveel
elkaar communiceren over een
gracht heen in plaats van over een
tafel)het echtpaar dat nooit leest
en daarom van 20 tot 23 u. alles
verteert wat de TV opdist
wie er mee moet samenwonen, wie
ze in een huis-een-tuin-verder of
als achterburen treft, wie op het
strand of in de hei met ze wordt
opgescheept zij scheppen pro
blemen, die daarom hopeloos zijn,
omdat zij ze niet als problemen
vermogen mee te voelen. Zij heb-
Naar aanleiding van de invoering
dreigende bekrachtiging van de
er onrechtvaardige en ongerecht
vaardigde diploma-belasting, die in
het bijzonder Joodsp intellectuelen
zal treffen die de Sowjet-Unie wen
sen te verlaten besloot een aantal
leden van het wetenschappelijk
personeel van universiteiten in Ne
derland een telegram te verzenden
naar de heer Leonid Brezjnew, lir'
van het presidium van de Opperste
Sow jet.
Tijdens de op dinsdag 19 septem
ber begonnen zitting van d
lichaam wordt beraadslaagd over
de bekrachtiging van genoemde d*
ploma-belasting. Het zenden var
telegram had tot doel ertoe bi
te dragen, dat aan deze maatrege
geen uitvoering zal worden gege
Voor de diploma-belasting wor
den op grond van een decreet van
3 augustus J.l. de volgende nedre-
gen genoemd, die afhankelijk zijn
in de aard van het diploma:
middelbare scholen, opleidingen
in alfa-vakken, waaronder ver
moedelijk leraren 4500 roebel
(f 18000)
talenstudies 6800 roebel (f 27200)
technische hogescholen 7700 roe
bel (f 30300):
universiteiten buiten Moskou plm
6000 roebel (f 24000)
universiteiten in Moskou 12000
roebel (f 48000)
artsen 84009600 roebel f (33600
—38400)
promovendi (naar aantal studie
-jaren) 1220019400 roebel
(f 48800—77600)
gepromoveerden 19400 roebel
(f 77600).
Hierbij moet in aanmerking wor
den genomen, dat het verkrijgen
van de diverse voor emigratie be
nodigde papieren reeds f 3600 kost
Voor hen. die nog geen aanvrage
tot emigratie indienden, zijn de
bedragen van een dergelijke exor
bitante hoogte, dat zij gelijkstaan
net een volledig salaris tot een
periode van drie jaar en meer
Door de nieuwe belasting zullen
echter niet alleen nieuwe aanvra
gen tot emigratie sterk worden be
lemmerd. Vele honderden hadden
•?eds dergelijke aanvragen inge
diend en werden op grond daar-
an uit hun posities ontslagen. Zij
noeten nu al dikwijls sinds jaren
door losse baant jes in hun levens
onderhoud trachten te voorzien. De
ze mensen zullen nimmer genoem
de belasting kunnen opbrengen.
Aangezien deze mensen niet meer
een redelijk betaalde baan kunnen
krijgen en bovendien onder de
voortdurende bedreiging van ontslag
leven, is hun toestand kortweg
wanhopig.
De ondertekenaars van het tele
gram spreken dan ook hun diepe
afkeuring uit van deze inbreuk op
de bestaansmogelijkheden en vrij
heid van intellectuelen in de Sow
jet-Unie. Zij protesteren tegen een
diploma-belasting in het algemeen
en niet alleen tegen de hoogte van
de genoemde bedragen. Zij ziin
verder van mening, dat het de
Unie moet worden duidelijk ge
maakt, dat door maatregelen als de
diploma-belasting de goodwill en
achting voor dit land onder we
tenschapsmensen in ernstige mate
:rordt geschaad.
Doordat adhesie voor het te ver-
-•nden telegram op zeer korte ter
mijn moest worden verkregen, kon
slechts een klein aantal eventueel
hierin geïnteresseerden worden be
naderd. Allen, die in verdere in
formatie rondom deze problema
tiek belangstellen, worden op
geroepen zich in verbinding te stel
en met een van de onderteke
naars van het telegram.
De tekst van het aan Brezjnew
erzonden telegram luidt:
Geven uitdrukking aan diepe
/erontwaardiging om voorgestelde
liploma-belasting. Instelling van
zo een belasting zal Sowjet-bur-
gers, in het bijzonder Joden met
opleiding, verhinderen het land te
verlaten. Dit zal overal schade
doen aan goodwill en achting voor
Sowjet-Unie onder wetenschaps-
Ondertekend door de volgende
hoogleraren en wetenschappelijke
medewerkers van Nederlandse
universiteiten
B. N. Bachra, J. Bastiaans, D. W.
van Bekkum, A. D. Belinfante, I. L.
Bonta, P. Borst, G. van den Brink,
A. E. Cohen, S. Dresden, M. Fren-
kel, P. J. Gaillard, H. H van
Gelderen, A. Heertje, J. W. Hekkel-
man, M. W. van Hof, A. F. P.
Hulsewé, D. J. de Levita, B. Leijn-
se, M. F. Michel, J. Moll, E. L.
Noach, J. P. Scherft, E. C. Slater,
B. A. Sijes, D. Smeenk, M. Tels,
H. A. Valkenburg, O. Vos, M. J.
de Vries, F. Wensinck, J. J. van
der Werf f-ten Bosch.
countant, die moeilijk „huiswerk"
mee naar huis heeft genomen.
En Knap besluit: „Het zijn goe
de mensen zoals u (en kwaje men
sen zoals u), zij zijn van harte be
reid u, als u ziek bent, te komen
verwennen met soep en koffie en
dan boodschappen voor u te doen,
zij zijn in dat aspect van hun men
selijkheid aandoenlijk en vertede
rend alleen: zij hebben geen
woonbeschaving, geen aangepaste
leefgewoonten, en daarom wordt
deze aarde voor wie een eigen in
nerlijk beleven van zijn wereld
De aanleiding tot Knaps ontboe
zeming was het treurige voornemen
van Tante Pos om ons nu ook in
de postkantoren luidspreker ge-
Jengel op te dringen. „In deze al zo
overbelaste wereld komt nu een
PTT-man met zijn dwaze voorstel
deze ellende nu ook al in onze post
kantoren te pompen. Wie kan dit
nog tegenhouden? De minister.
Zal hij dat doen? Als een Kamer
lid (of - leden) bij hem aan de bel
trekt. Wie o wie?".
In hetzelfde Amsterdamse blad
schreef dr. M. Goekoop (Sliedrecht)
over de voorgenomen afsluiting
van de Oosterschelde. „De massale
demonstratie voor het behoud van
die open zeearm te Yrseke en de
demonstratie van de Zeeuwse vis
sers kort geleden zouden toch tot
nadenken moeten stemmen."
schrijft hij. Een sterk argument
lijkt mij zijn toevoeging:
„Immers, hoe anders ligt onze ken
nis ten opzichte van deze uitzon
derlijke en schone zeearm dan 20
'aar geleden. Het is nu de enige
belangrijke kinderkamer voor de
visstand in de Noordzee Met
verbeten en machteloze woede
moeten we aanzien, hoe.de laatste
gezonde long van het Nederlandse
estuarium (d.i. wijde rvermonc
Rl) wordt afggeknepen en vergf-
tigd. Het is onbegrijpelijk, dat een
samenleving, die zozeer opgeeft
van haar technisch kunnen, hier
voor geen betere oplossing weet te
vinden".
k, det Elsevier's
hoofdredacteur dr. F. A. Hoogen-
dijk had met de 86-jarige Minister
van Staat dr. W. Drees Sr. en diens
zoon dr. W. Drees Jr. (49). ant
woordde eerstgenoemde ontken
nend op de vraag of hij de te
genwoordig gepropageerde polari
satiegedachte al dan niet toejuicht.
„Ik vind het heel wenselijk, dat
men onderlinge verschillen heel
duidelijk uitspreekt. Dit moet men
echter niet zo ver drijven dat een
samenwerking daardoor bijna onmo
gelijk wordt. Men komt dan ook
tot merkwaardige uitspraken. Zo
hoorde ik onlangs over de Vara-
radio zeggen, dat DS'70 in geen ge
val een socialistische partij kon
zijn, omdat een partij die met de
WD samenwerkt, dat niet kan
zijn. Dan wordt blijkbaar maar
even vergeten, dat de Partij van
de Arbeid ook met de liberalen
heeft geregeerd, en wel van 1948
tot 1952. Tevens worden de Duitse
Sociaal Demovraten verloochend, die
op het ogenblik met de liberalen
in een coalitie zitten. Ik bedoel,
dat men zo gemakkelijk geneigd
is een bepaalde situatie te verabso
luteren. Dit verwerp ik. Ik vind
dit op het ogenblik in de Neder
landse politiek verwerpelijk. In dit
verband vind ik het ook verkeerd,
dat met name van de zijde van de
Partij van de Arbeid wordt gesteld,
dat er vóór de verkiezingen afspra-
kend dienen te worden gemaakt,
omdat er anders na de verkiezingen
niet meer over een samenwerking
te spreken valt".
Nog een citaat uit de woorden
van Drees Sr., als antwoord op de
vraag of er naar zijn mening nu
minder zuinig gereageerd wordt
dan in zijn tijd: „Ja, ja, dat kan je
wel zeggen, al geef ik onmiddellijk
toe, da,t wij regeerden onder ge
heel andere omstandigheden. Maar
het is wel een zotte geschiedenis,
dat in 1958 het kabinet onder mijn
leiding ten val werd gebracht om
dat de minister van Financiën in
de ogen van de toenmalige opposi
tie een gat in zijn hand had. Wij
waren toen werkelijk zuinig, maar
we stonden voor hogere uitgaven
omdat Indonesië volledig met Ne
derland gebroken had. Alle Neder
landers werden uitgewezen. We
moesten tot bepaalde uitgavenver
hogingen komen, maar niette
min werd ons verweten dat wij de
uitgaven niet drastisch omlaag
brachten. In de tijd dat ik rege
ringsverantwoordelijkheid droeg
(van 1946—1958) is de totale
staatsbegroting met drie miljard
gestegen. Van 1958 tot nu met
maar liefst 32 miljard. Nu weet ik
wiel dat dit andere guldens zijn
dan toen, en dat het nationaal in
komen aanzienlijk is toegenomen,
maar ook in procenten uitgedrukt
zijn de staatsuitgaven veel verder
omhoog gegaan. Zowel onder de
invloed van de sterke stijging van
het nationaal inkomen als van de
stijging door de progressie van de
belastingen zijn velen gaan den
ken dat op het gebied van de
staatsuitgaven alles kan. Dit ge
beurt ook onder de invloed van
pressiegroepen. Ik heb niets tegen
pressiegroepen, maar dan moet
daarvoor tegenwicht worden
gevormd in het parlement en de re
gering. Zowel de volksvertegen
woordiging als de regering heeft
dat laatste jaren onvoldoende ge
daan. Er zijn te veel deelbelangen
behartigd en men heeft te weinig
het nationale jtotaalbelang voor oge
gehouden".
In het weekblad „Accent" van
16 september stond Sal Tas stil bij
de actie van een aantal studen
ten der Vrije Universiteit. Ze wil
den de ere-promotie van de Indo
nesische hoogleraar Notohamidjojo
verhinderen, omdat deze aanhanger
is van generaal Soeharto. Deze ac
tie werd aangevuurd door een zeke
re Utrecht, een Indonesiër van wie
we, aldus Tas, alleen nog maar een
paar slechte (en vooral slecht ge
schreven) artikelen waren tegen
gekomen, maar die in zekere zin
expert is. Hij is namelijk lid ge
weest van de adviesraad van Soe-
karno.
„Het regime van Soekarno had
Indonesië aan de rand van het
faillissement gebracht. Maar het
Dr. W. Drees Sr.
morele failliet was zo mogelijk
nog groter dan het economische.
Het land werd in de Soekarno-
periode gekenmerkt door 'n corrup
tie die niet eens meer de veront
waardiging, maar nog slechts de
lachlust van de wereld opwekte. Te
gelijkertijd voerde Soekarno een
ge?stelijke berreur door. De univer
siteiten werden gemuilkorfd en aan
een indoctrinatie van het allerlaag
ste allooi onderworpen. Kunste
naars werden gelijkgeschakeld en
gedwongen zich te onderwepen aan
de bespottelijke normen van het
„socialistisch realisme" De pleinen
en- openbare gebouwen dragen nog
de sporen van die wansmaak. Een
gr aantal van de beste elementen
Sjahrir, Natsir, vele anderen
kwamen in de gevangenis terecht
om er te boeten voor hun afwij
kende mening. Aan de top van die
morele verwording stond het presi
dentiële paleis dat in een onder
wereldsfeer verzonk.
Tegen dit alles heeft de heer
Utrecht nooit geprotesteerd. Inte
gendeel. liet hij zich belasten
met het toezicht op de Soekarno-
partij op Bali, een eiland waar de
afpersing van de bevolking door de
Soekarno-kliniek zo mogelijk nog
brutaler vormen had aangenomen
dan in Djakarta. Nergens heeft het
afslachten van communisten zul
ke wrede vormen aangenomen als
op Bali. Maar en de heer
Utrecht zal enige moeite hebben
dit fenoneem te verklaren die
slachtpartij is niet het werk ge
weest van een handvol reactionai
ren. Het was een ware volksop
stand: de helft van de razend ge
worden Balinese bevolking stortte
zich op de communisten en hun
bondgenoten.
Ongetwijfeld valt er op het regi
me van Soeharto veel aan te
merken. De regering heeft de ver
kiezingen gemanipuleerdmaar
welke regering van een onderont
wikkeld land heeft dat niet ge
daan? De corruptie is geenszins
verdwenen: maar ze is heilig ver
geleken met het chaotische bederf
dat onder Soekarno heerste. En
hoewel het leger herhaaldelijk zijn
boekje te buiten gaat, heerst er
toch oneindig meer vrijheid, vrij
heid van meningsuiting, van agi
tatie, van kritiek, dan er was tij
dens het regime van Soekarno.
Er is nu tenminste een moge
lijkheid naar verbetering te streven.
En Soeharto kan er zich op be
roemen dat hij de economie van
het land uit de poel heeft gehaald
waarin het regime van Soekarno
het had gestort. Dat iemand na de
nachtmerrie van het regime-Soe-
karno zijn plaats zoekt in het re-
glme-Soeharto is volkomen begrij
pelijk. Soeharto's regime fascistisch
te noemen is niet alleen belache
lijk maar ronduit leugenachtig.
Nederland heeft geen enkele reden
ruzie te zoeken met een regime dat
poogt orde op zaken te stellen en
de band met onze wereld te her-
stollen. Het heeft niets te maken
met uit het buitenland gevluchte
ontgoochelde carrière-makers. Ook
wij mosrten leren onze vrienden
van onze vijanden te onderschei
den. Het is de enige
ordelijke wereld te krijgen".
ADVERTENTIE
Wit helpt
al jaren
dij hoest?
Een documentaire film die ruim vier uur aan één stuk duurt,
is dat niet wat veel van het goede? De VARA durft het aan:
morgenavond kunnen de televisiekijkers op Nederland 2 van
tien voor half negen tot half één 's nachts de film „Le Chagrin
et la Pitié" van de Frans-Duitse regisseur Marcel Ophüls zien.
De Nederlandse titel Kommer en verdriet" is niet geheel juist
en geeft geen aanduiding van de inhoud: collaboratie en verzet vn
Frankrijk tijdens de Tweede Wereldoorlog. Maar dat is dan ook het
enige wat men op de Nederlandse versie van deze film die een
uitgebreide combinatie vormt van oude journaalopnamen en inter
views met mensen die de oorlog hebben meegemaakt, kan aan
merken. Die interviews zijn door regisseur Ophüls zelf, samen met
zijn medewerker André Harris afgenomen.
Een affiche uit het Frankrijk van dertig jaar geleden: .fléb
vertrouwen in de Duitse soldaat".
.Frankrijk heeft gecollaboreerd; het
was het enige land met een regeling
die collaboreerde en die anti-joodse
wetten uitvaardigde, nog erger dan
die van Neurenberg". Aldus de Jood
se arts Claude Lèvie die in de oorlog
verschrikkelije dingen heeft meege
maakt.
Het gros van de Fransen blijkt, zich
inderdaad na de nederlaag van Juni
1940 van harte achter de oude, be
nepen maarschalk Pètain te hebben
geschaard. Veel Fransen droomden
van 'n nieuwe glorie-rol, ditmaal aan
de zijde van de Duitsers. De neder
laag weet men aan het Volksfront
dat in de Jaren dertig een tijdlang
regeerde, aan de vrijmetselaars, aan
de Engelsen en niet het minst aan
de Joden. Het antisemitisme nam
meteen sterk toe, aangewakkerd
door de overheid. Mendés-France,
de latere premier en wel de beste
verteller in deze film, kon men
door een list van desertie beschuldi
gen. In een spektakelproces, waar
van hij als Jood tevoren wisrt dat
het niet eerlijk zou toegaan, werd
hij tot gevangenisstraf veroordeeld,
maar hij wist te ontsnappen en
naar Londen te ontkomen.
De gevangenis waar men hem had
opgesloten lag in Clermont-Ferrand.
Deze plaats in Auvergne heeft men
als typerend voor Frankrijk geno
men. Clermont ligt niet ver van Vi
chy, waar Pètain met zijn regering
zich had genesteld. Het bleef tot
eind 1942 onbezet gebied, maar de
overheid deed wat de Duitsers wil
den dit in overeenstemming met
de „politiek van Montoire" genoemd
naar de plaats waar Pètain een
ontmoeting met Hitler had. Naast
de enorme collaboratie cn het weg
vluchten in plezier en amusement
kwam er al gauw een verzetsbewe
ging op.
Wij maken kennis met enkele oud
verzetsmensen, zoals de gebroeders
Grave, boeren in een naburig dorp-
Je van wie er èèn werd verraden
„ik weet door wie" en naar Bu-
chenwald gesleept. Hij stond politiek
links. Naast hem verschijnen de ui-
terstrechtse verzetsstrijder kolonel
du Jonqui en Emile Coulaudon
(verzetsnaam kolonel Gaspar),
oud-hoofd van de „Maquis" in Au
vergne.
twee delen
De film bestaat uit twee delen
Het tweede deel eindigt met een
handdruk die „Gaspar" na de be
vrijding van De Gaulle krijgt. Dat
was in de tijd dat men vaak in het
wildeweg wraak nam, meisjes kaal
knipte die „ich liebe dich" tegen
een soldaat hadden gefluisterd, en
een kapster tot vijftien Jaar veroor
deelde op de twijfelachtige beschul
diging dat zij iemand aan de Ge
stapo had aangebracht. Ook haar
relaas krijgen wij te horen.
Het eerste deel besluit ook met een
handdruk: van Maurice Chevalier
en Pètain. Met opgeschroefde vro
lijkheid en patriottische liedjes
trachtte Chevalier de bittere werke
lijkheid te doen vergeten.
Van de bekende kopstukken krijgt
men Georges Bidault te zien, toen
landelijk leider van het verzet, en
Jacques Duclos, oud-hoofd van de
clandestiene communistische partij.
Naast rFansen worden ook Duitsers
geïnterviewd. De film opent met
het huwelyk in 1969 van de dochter
van kaptein Tausend, tijdens de be
zetting in Clermont gelegerd. Hij
wenst het jongepaar toe dat zij niet
met een oorlog te maken krijgen
zoals hijzelf destijds kort na zijn
huwelijk. Natuurlijk poogt Tausend
zijn rol in de oorlog schoon te pra
ten. Ook hij heeft erg veel „niet
geweten". Ironisch luistert zijn
zoon. officier in de Westduitse Bun-
deswehr naar het verhaal van pa
Tot de Engelse geïnterviewden
hoort de vroegere premier en minis
ter van buitenlandse zaken Anthony
Eden, die voortreffelijk Frans blijkt
te spreken.
journaalopnamen
Sommige gesprekken zijn iets te
veel uitgesponnen en een stuk uit
de rFanse versie van de antisemiti
sche film „Süss de Jood", van Veit
Harlan had best kunnen worden
gemist. Maar de vele Journaalopna
men maken, dat toch nooit de aan
dacht wordt afgeleid. Men ziet hoe
de Duitsers binnenrukken en hoe
velen vluchten. Daarna het leven
onderde bezetting, Pétain en zijn
regeringsleider Laval (die later
werd terechtgesteld) in hun glorie
en daarnaast ook De Gaulle in
Londen en een bombardements-
vlucht van Engeland uit met de
vraag naar de geoorloofdheid daar-
De film is een Duits-Franszwltserse
ooproduktie. Maar de ORTF, de
Franse staatsomroep heeft haar tot
dusver niet willen vertonen.
Kennelijk te pijnlijk. Wel heeft „Le
Chagrin et la Pitié" in een aantal
Franse bioscopen gedraald, terwijl
de Westduitse, Zwitserse en Britse
televisiekijkers het geheel ook te
zien hebben gekregen.