De christen heeft het niet loek over Prins Claus egt nieuwe accenten KRANTENBEZORGER Prof. dr. Uripan Notohamidjojo: Nieuwe uitgaven EIDSCH AGBLAD „Geur en smaak zijn niet te overtreffen" zeggen de rokers van Twin. Ontdek zelf die pittige, betere smaak en die heerlijke geur van Twinéchte halfzware shag jjfDAG I8 SEPTEMBER 1972 Prof. dr. Uripan No- Jnidjojo (57), die onlangs in alle Jjzljn zwaaromstreden eredocto- jfaan de Vrije Universiteit van a ontving, spreekt een tastend Nederlands, ge- fals hij wordt door een slepen- il die zijn spreekvermogen aangetast. „Ja, ik heb gezegd: jterende studenten zouden Indonesië moeten gaan kij- 0 dat handhaaf ik." dat dan enig verschil maken? jan kunnen zij vaststellen wat de vraagstukken van Indonesië zijn. Misschien dat wij van mening blij ven verschillen over de vraag wat de beste oplossingen zijn. Maar in ieder geval zullen wij het eens kun nen worden over het karakter van die problemen." Hij zegt, dat de reacties van de be togende studenten tegen zijn ere promotie hem ondanks zijn zwakke gezondheidstoestand niet te zwaar hebben belast. „Die reacties waren meer gericht op de senaat van de universiteit. Ik zie mij zelf en mijn komst alleen als een aanleiding, meer niet." Niet westers De democratie in Indonesië, zegt hij, is niet „westers" en kan dat ook niet zijn. „Onze cultuur is te typeren als monistisch, dat wil zeg gen, dat bij ons, in tegenstelling tot in het westen, er geen onderscheid bestaat tussen de mens en de we reld, hij is daarvan een onderdeel, bestaat niet als onafhankelijk gege ven." In dit alom aanwezig besef van in tegrale eenheid kunnen de westerse partijpolitieke structuren niet wer ken, zegt Notohamidjojo. Hij gaat niet in op de vraag welke vorm van democratie in deze wereld het meest verkieslijk is. Wel zegt hij: die moderne democratie moet men leren. In Indonesië heeft die nog geen kans gehad zich te ontwikke len. Pas na 1918 was een eerste be gin. Democratie of niet - blijft het feit, dat fundamentele mensenrechten door de gevangenhouding van on telbare onberechte gevangenen in Indonesië ernstig geschonden wor den. „De realiteit van Indonesië is, dat er een tekort aan rechtbanken is en de bewijzen tegen de gevange nen moeilijk te leveren zijn." Juridisch i claus is een intigrerende fl- Dat de traditionele aanhan- der monarchie 'hem hoog in tart dragen ligt voor de hand veel verrassender is het. dat het koor van de aanvankelijke istanders en de skeptici andere ken is gaan aanheffen. Als ook hans de monarchie voor de Ne- indse verhoudingen als „nog ïo kwaad" beschouwen, komt ellig grotendeels op het debet eze voormalige Westduitse di- prins Claus wenste van het af iets heel anders te zijn in lintendoorknipper of sche- te water latend vulstuk voor C is dat erg duidelijk gewor- r zijn werk in de nationale voor ontwikkelingsstrate- die o schrik van veel klassie- Iranjeklanten zelfs het An- ■comité (tegen Portugees kolo- r>, tegen invoer van Angola- subsidie had willen geven, ts was nog nooit vertoond, een op alternatieve paden en ihartig, zonder clichees. voor eerst bleek „links" nog meer in- 0 men met een lid van het ko- 1 lijk huis dan „rechts". Hij lijkt J3 langzamerhand aan een eerste rafie toe. Het zou buitengewoon end zijn een dergelijk werk te l|( i verrichten door een jeugdige ritische historicus, die volstrekt is van het ongenietbaar jargon ïee in het verleden boeken de Oranjes dikwijls werden In zo'n geval zouden naar goed ju ridisch gebruik de verdachten de zegen van de twijfel moeten heb ben. „Wij kunnen die mensen zo maar niet loslaten. De buitenwereld heeft niet begrepen, dat de commu nisten voor Indonesië een gevaar vormden. Zij hebben de bevolking aangevallen, onschuldige slachtof fers gemaakt zelf ben ik er door het mislukken van de commu nistische coup aan ontsnapt." (Hij geeft een uitvoerige beschrijving van de intimidatie-acties, die een communistische minderheid van studenten ook aan zijn eigen chris telijke universiteit van Salatiga heeft gevoerd en hij ontkent na 1965 ooit communistische studenten bij het nieuwe bewind te hebben aangegeven: zij werden door de an dere studentenorganisaties zelf uit geleverd") Zon<3er proces zitten. „Daarvoor zijn drie rede nen: het gevaar, dat zij als onder deel van het wereldcommunisme voor Indonesië vormen, de politieke uitwerking die dit op de bevolking zou hebben en tenslotte de armoede van ons land, die in de toekomst weer een voedingsbodem voor het communisme kan vormen. Die risi co's wil het bewind van Soeharto niet op zich nemen." Uw taak als christen. „Als christe nen werken wij hier aan. In de praktijk helpen wij de families van de gevangenen." En ijvert u voor de vrijlating? Notohamid jojo's assis tent, d. Soetarno, mengt zich in het gesprek: „Dit is ons dilemma. De communisten van voor 1965 waren de meest ondemocratische groep in Indonesië. Zelfs de hulp die wij hun familie nu geven, wordt door de bevolking vaak als collaboratie uitgelegd." Notohamidjojo: „De christen heeft het niet gemakkelijk in Indonesië. Hij bevindt zich in een positie tus sen twee extremen: het communis me en de rechtzinnige aanhangers van de Islam. Daarom zijn wij erg blij met de Pantjasila, de Indonesi- sisch beginselverklaring. Daarin Is sprake van erkenning van de God almachtig. Dat vormt voor ons christenen de enige politieke be staansgrond. Maar het blijft moei lijk: het christendom wordt in In donesië ook nu nog wel als een bij- produkt van het kolonialisme be schouwd." Behoedzaamheid Behoedzaamheid dus? „Voor ons geen spectaculaire, sensationele de monstraties. Wat wij willen is een politieke opvoeding aan de basis. Ale gepraat over mensenrechten is uitzichtloos als die door het volk niet worden aangevoeld en begre pen." Notohamidjojo, zeer vermoeid, knikt instemmend als Soetarno zegt: „Wij denken niet aan de huidige situatie, maar aan de toekomst. Po liticologie is een basisvak voor de studenten, van alle zeven facultei ten." Een langzaam proces?? „Dat is het zeker". "Désirée in de hoofdrol" en "Kom- plot om Désiree" door Suzanne Pai- rault in vertalingen van Karin Hefj verschenen bij La Rivière en Voor hoeve B.V. in Zwolle. Oorspronkelijk heette ze Véronique, maar uit de vertaling is zij als Dé siree te voorschijn gekomen. Een meisje, dat al heel wat jeugdige le zeressen in Frankrijk en Duitsland aangename uurtjes heeft bezorgd. Gezien de prettige pen, waarmee Suzanne Pairault haar levendige avonturen beschrijft, zou het ons niet verbazen als Désiree ook de harten van het Jong Nederlandse volkje snel zou kunnen veroveren. ampachtig I heeft niet mogen zijn. Neêrlands biografe dra. M. G. Schenk heeft k aan de taak gezet en daarbij zettend haar best gedaan begrip l '.:nen voor alle moderns dat zich en om Drakensteyn afspeelt, f in haar krampachtig pogen prins toch vooral maar als een as tussen de mensen" af te Ideren blijkt zij zich nog lang losgemaakt te hebben van de he, dat een vorstelijk persoon i eigenlijk iets is van een ande- ovenmenselijke orde. and die zo nodig moet betogen Claus „gewoon" is geeft in feite Ijk daardoor verrast te zijn en .gewone" als hoogst ongewoon te voelen. De toon van eerbied eliswaar wat gedempter dan in laren vijftig nog gebruikelijk ,maar nog steeds is er dat ele- »t van bevangenheid dat een ob- tleve beschrijving en ontleding 1 de geportretteerde in de weg •pervlakkig as had beter verdiend dan dit oppervlakkige boek. Hij zelf is daar mede de oorzaak van. omdat de schrijfster de gelegenheid tot enkele diepgaande persoonlijke vraagge sprekken onthouden is gebleven. Het boek doet wel een poging tot karakterisering, maar dra. Schenk weet toch niet voorbij een zeer al gemene en vage terminologie te ko men. Voor het overgrote deel zijn in dit boek de overbekende feiten uit Claus' levensgang weer eens bij eengebracht. Niet zelden gebeurde dat aan de hand van zijn eigen uitspraken, waarmee hij in het re cente verleden nogal krachtig in de openbaarheid is getreden. Weinig nieuws of onthullends dus. en het ergste toch weer door trokken met die hela-gij-bloempje- toon, waarmee de Oranjes zo vaak (en waarschijnlijk tot hun machte loze woede) in de positie van wezen loze schijngestaltes zijn gemanoeu vreerd. Enkele voorbeelden: „natuurlijk had en heeft hij (Claus) ondeugden, anders was hij geen mens", „wat haar (Beatrix) ontbrak was een „tegenpool", iemand die tegen haar was opgewassen en tegen wie zij kon opzien", „ook voor een prins heeft de dag vierentwintig uur", „tijdens een golf toernooi kan ook een prins dorstig worden". En zo maar voort. Het koningshuls heeft met de verschijning van Claus nieuwe accenten gekregen. Maar de nadagen van de kneuterige Oranje-biografieën zijn nog niet ten einde. EWOUT JANSE gevraagd. Leeftijd boven 15 |aar. LEIDSCH DAGBLAD, Witte Singel 1, Leiden.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1972 | | pagina 15