Vente werkt aan een schoon Twente reemdelingenbeleid moet op de helling' urist: de olie van de maatschappelijke machine ter drie jaar weer schone beken en kanalen M. Arling, directeur van de Stichting Hulp aan Buitenlandse Werknemers: flPAG 12 AUGUSTUS 1972 PAGINA aag wat nu eigenlijk de taak ictie van de jurist is, staat de tijd - ook binnen de kring Ie juristen - nogal in de be- eiiing. Naast „hoeder van tra- ele waarden", wordt hij ook een meer dynamische opvat als de „social engineer" schappelijk ingenieur) afge- erd. Zeker is dat juristen ui- te gevarieerd werk verrichten, itten natuurlijk op depaxte- a, maar zijn ook werkzaam in edrijfsleven en in de dienst sector. onze ïsche medewerkster Juridische beroepen van of rechter vormen maar ractie van al deze mogelij khe- roor de jurist. Juist omdat hij 1 opduikt en Juristen in staat „eikaars taal" te spreken, l'hem wel een brugfunctie toe- jht: de olie van de maatschap- B machine. wen dat de reden dat Juris- grsag hun licht laten schij nen over tal van onderwerpen. Waarom heeft een krant een juridi sche rubriek en waarom niet een psychologische of sociologische? Waaraan ontleent een jurist eigqp- lijk de pretentie te schrijven over onderwerpen als echtscheiding, abortus of pornografie? Een antwoord op deze vraag is, dat onze samenleving steeds meer gere glementeerd wordt en zodra een verschijnsel in wetteii of andere re gels is vastgelegd, krijgt het een ju ridisch apsect. Het is dan wel niet Juist van het juridische geruisloos over te stappen op moreel-ethische of politieke beschouwingen. Aanleiding tot deze bespiegeling vormen een aantal recente uitgaven over agressie. Dit zijn de door uit geverij Spectrum gebundelde lezin gen van de hoogleraren E.J.J. Buy- tendijk, G.P. Hoefnagels en M. van Beugen over agressie en geweld, het proefschrift van T. Fris over gele genheidsagressie en het boekje van G.P. Hoefnagels en C. Lekkers over agressie en straf op het voetbalveld. „Gij zult niet doden" is een basis norm voor een humanitaire samen leving. Wordt zo'n norm vastgelegd en garanderen bepaalde organen de naleving van de norm, dan kan van recht geproken worden. Ondanks de 1 enorme ontwikkeling die de mens- I heid heeft doorgemaakt sinds deze wet van Mozes op de Stenen Tafel werd gegrift, blijkt het heel moei lijk deze norm na te leven.p De ge schiedenis is doortrokken van ge- i weid, zelfs als men er rekening mee houdt, dat in het geschiedenison- I derwijs aan het verschijnsel oorlog onevenredig veel aandacht wordt besteed. Het juridisch jargon is in al die eeuwen onnoemelijk verfijnd. Hugo de Groot introduceerde in 1625 al in zijn boek „De lure Belli ac Pa cis" het onderscheid tussen aanvals- en verdedigingsoorlogen. Uit de hui dige discussies over „oorlogsmisda den" blijkt wel, dat over de vraag wanneer geweld „legaal" gerecht vaardigd wordt, nog weinig duide lijkheid bestaat. Machthebbers staan voor deze keuze, maar ook gewone burgers die bijvoorbeeld hun dienstplicht moeten vervullen. Nu zou het wat overtrokken worden om het vervullen van de militaire dienstplicht als een daad van agressie te betitelen. Wanneer het vaderland in staat van oorlog is, wordt dit verband tussen dienst en agressie al concreter. Het feit dat in een moderne oorlog de tegen stander vrijwel onzichtbaar blijft, versluiert weer het agressief karak ter van het militair optreden. Toch heeft de ervaring geleerd, dat in een oorlogssituatie mensen in staat zijn tot directe slachtpartijen. De psychologie tracht door experi menteel onderzoek meer inzicht te krijgen in het proces, waarbij inter menselijke agressie optreedt. Het begrip agressie blijft dan wel be perkt tot vormen van fysiek geweld. De belangrijkste resultaten van dit soort onderzoek zijn (Fris) - Mensen doen over het algemeen wat wordt opgedragen, ook als dit extreem geweld betreft (Befehl ist Befehl)- het aanbieden van een situatie waarin agressie mogelijk en niet verboden is, is op zichzelf al voldoende om gewelddadig gedrag te veroorzaken gelegenheidsagressie) Ouer de oorzaken van agressief ?°- drag zijn de geleerde het nog niet eens. Voorlopig kan het inzicht in de voorwaarden waaronder agressief Wanneer wij het er over eens zijn, dat de norm „gij zult niet doden" een kern-waarde is van onze cul tuur en dat daden van agressie ver oordeeld, maar liever nog voorko men moeten worden, dan zal het „Befehl ist Befehl" op de helling moeten. Of - zoals Alexander Mit- scherlich het beschrijft in zijn boek „Op weg naar een vaderloze maat schappij de samenleving zou het individu in de gelegenheid moeten stellen om op constructieve manier ongehoorzaam te zijn. In Mitscher- lichs sociaal-psychologische analyse van onze maatschappij liggen angst en gehoorzaamheid in eikaars ver lengde. Een herwaardering van de „deugd" gehoorzaamheid en vooral het door breken van de hier archisch gelede opbouw van onze maatschappij, zoals Mitscherlich bepleit, vereisen een ware culturele revolutie en daartoe zien maar heel weinig men sen op het ogenblik de mogelijk heid. Prof. Hoefnagels blijft dan ook j dichter bij huis door de agressie op het voetbalveld onder de loep te nemen. Daar hebben we nu een ty pisch voorbeeld van „gelegenheidsa gressie". Door de hele spelsituatie en de omstandigheden (spanning- publiek) komen heel aardige en rustige jongens tot gewelddadig ge drag. De sancties blijken of te zwaar (strafschop) of een wassen neus te zijn. Dit was voor de thans demissionai re minister van Justitie, mr. AAM. van Agt, aanleiding in zijn pre-ad- vies voor de Nederlandse Juristen vereniging in 1971 te pleiten voor een wettelijk tuchtrecht in de voet balsport. Hoefnagels ziet als crimi noloog niet veel heil in een „zwaar dere" regeling. Zijn boekje bevat een aantal praktische suggesties, die overigens gebaseerd zijn op crimi nologische bevindingen met betrek king tot werking (en dus nut) van straffen. Heel kort samengevat is zijn ge- dachtengang daarbij: als Je uitgaat van de doelstelling - aantrekkelijk voetbal geven - dan zal het gedrag van de spelers (en het publiek) in die richting beïnvloed moeten wor den. Een van de mogelijkheden daarbij is een zuinig en gericht ge bruik van regels en sancties. Hoefnagels wil het sanctie-pakket van de scheidsrechter uitbreiden door deze - in navolging van Wa terpolo- de mogelijkheid te geven een speler 5 of 10 minuten het veld uit te zenden „om af te koelen." Hiertegen is al gefulmineerd, omdat dit het evenwicht in het spel voort durend zou gaan doorbreken. Daar staat tegenover dat de hulcöge situatie, waarbij door middel van onderuit-halen of andere trucjes menig dreigend doelpunt wordt voorkomen (Hoefnagels noemt die instrumentele agressie: de agressie heeft „zin") nauwelijks bevredigend genoemd kan worden. Het boekje bevat een uitgebreid dossier-ondezoek van alle strafzaken die in het seizoen 1969-1970 door de strafcommissie van de KNVB zijn behandeld. Het geeft een aantal feiten en suggesties, waardoor de leus „geen geweld op het voetbal- veld" wat meer inhoud kan krijgen. De welvaartsmens maakt ist schoon; de donkere sporen goudgeel en groene land uitgewist. Nog drie jaren en stromen en kanalen blik eer helder en stinken niet Een wondertje in deze tijd na zorgeloosheid. 1975 is het waterschap Regge ikel al zo ver; helder water voet van dreunende steden irieken. En daarmee hebben aitenaren een vroeg initiatief uwd tot een frontpositie on- waterbeheerders en -zuive- log voordat er door opletten regeerders, immer heftiger, gele kaart werd gezwaaid verregaand bederf in het Olink de natuur, was daar tus- korenvelden het besef ge- at het schone Twente aan ere Twente kapotging. in deze tijden, dat de ver- letaalt, het enthousiasme van trie toch waarlijk niet over liet oprapen ligt, steunen de bedrijven zoals ze dat in uren van de zuiverings hebben gedaan. 1EBBERS omdat de fabrikanten ijd landschapbewakers en - zijn geweest! Er zijn meer gelukkige omstan- het land der Tubanten wijzen, die tot de vroege aak hebben geleid. Een feit it de regionale bladen de- a berichtten, dat in de bo- ?an de Oelerbeek weer vis ieri. Een stroompje, dat r en meerdere dagen water aneline-kleur dampend en verder droeg. ileem is zo oud als de rio- Rome en ln de trage loop zijn vele klachten ge- lenkt u niet. dat men in ;er tijden ongestraft het verontreinigen. In een verordening uit 1719 las men: „Niemand vermag enige vui ligheid van as stilletjes potten, af val van beesten of enig ander vuil nis te werpen in het water...." DRIE GULDEN Wie werd betrapt door dienaars van justitie, hellebaardiers, askarrelui- den, klapperluiden, brandmeesters, schuitenvoerders, marktknechts, baggerluiden, en geburen kreeg drie gulden boete. De buren mochten dat geld behouden en waar dat toe leidde laat zich hedentendage mak kelijk indenken! Het waterschap De Regge in 1884 door de Staten van Overijssel opge richt, vaardigde in 1928 bij keur (verordening) uit: „Het is verboden om vuil water te lozen". „In die dagen" verhaalt secretaris E. Egberts van het waterschap Reg ge en Dinkel, droeg het water schap' de zorg voor de afwatering. De aanleiding tot de oprichting was de enorme wateroverlast in het stroomgebied van de Regge". Hoewel de vervuiling van het opper vlaktewater toenam naarmate onze eeuw vorderde en zoals vermeld ook wel maatregelen werden genomen, bleef de waterbeheersing het werk terrein. „Na de oorlog, met een enorme groei van de industrie en de bevol king kwamen de vervuilingsproble men ineens veel duidelijker op tafel te liggen, in het beein van de jaren vijftig stelde GS van Overijssel dan ook een commissie in. die de water verontreiniging moest bestuderen". ADVIES Twee Jaren van studie mondden uit in een advies, dat het waterschap De Regge de afvalwaterzuivering ter hand moest nemen. Weer een ande re commissie boog zich toen over de reglementen van het lichaam. Op J september '62 stond De Regge voor de taak een gebied van 114.000 hec tare met veel en steeds sneller ver vuilend water onder handen te moeten nemen. Secretaris Egberts - voorzitter Bies heuvel („Hij wil liever geen water- graaf meer worden genoemd") is op vakantie zegt over die dagen: „Natuurlijk was niet iedereen direct overtuigd, maar het begrip, toch al in brede lagen aanwezig, groeide snel verder uit. We moesten plannen maken, inven- ariseren, onderzoek" „Voordat wij werden aangewezen als de schoonmaker hadden diverse gemeenten zich al met het pro bleem beziggehouden en er ook iets aan gedaan. Van vier gemeenten, Enschede-Gla- nerbrug, Diepenheim, Almelo en Vriezenveen namen wij kant en klare installaties over. Enschede als grootste met een capaciteit van 230.000 inwonerequivalenten". Onder inwonerequivalent verstaat men de gemiddelde hoeveelheid af valstoffen, welke per inwoner per dag met het afvalwater wordt afge voerd. Van de gemeente Tubbergen kon men een compleet plan overne men voor een te bouwen rioolwater zuiveringsinstallatie. „Dat was erg gunstig, het paste mooi in het schema. Tubbergen ligt namelijk hoog in een bovenstroom- gebied. Als je wilt zuiveren moet Je in de bovenloop beginnen". Na Tubbergen, gereed in 1967, volg den Weerselo en Westerhaar. Del den, Boekelo en Rossum. De beide laatsten kwamen gereed in 1970, het jaar dat de wet „houdende regelen omtrent de verontreiniging van op pervlaktewateren" in werking trad. (Op 13 november '69 kwam de wet in het Staatsblad). „Twente lag dus met een beste voorsprong in de race en omdat wij zo vroeg waren begonnen, stonden we ook voorin de rij van subsidie- vragenden. Dat was een grote steun", constateert de heer Egberts nog eens met voldoening. Overigens veranderde per 1 januari van het vorig jaar die situatie. Voor installaties, die toen al waren aan besteed kreeg men nog rijks- en provinciale subsidie. Daarna ging de vervuiler betalen. Voor de 450.000 inwoners van Twente, wonende in de 135.000 ha (op 1-1-1970 kwam het waterschap De Benedendinkel en het Bovendin- kelgebied bij het waterschap De Regge) betekende dat een fikse stij ging van de „tarieven zuiveringslas- In Twente vraagt verbetering van de waterbeheersing veel aandacht. Hier wordt in de ruilver-. kaveling Brammelo-Rietmolen een nieuwe leiding gelegd evenivijdig aan de Schipbeek. ten". Betaalde men in 1965 nog i industrieën het erote belang inziet", twee kwartjes per inwonerequiva- j De enorme plannen van het „Wa- lent, in 1970 was dat al f 4.60 en in j terschap Regge en Dinkel" vroegen 1972 al f 11.75. j veel geld. Wanneer men nagaat dat de gigantische rioolwaterzuiverings installatie nabij Henselo (een der Voor het volgend Jaar mag men re kenen op f 14,25. Een stijging in zeven jaar van 1450 procent.... Secretaris Egberts: „Dat lijkt een hard gelag, maar ik geloof dat het merendeel van grootste, zo niet de grootste ons land) alleen al dertig miljoen gulden kost... Hoezeer men daar in Twente de snelheid waarmee de plannen moe- ten worden gerealiseerd, benadrukt I spreekt uit het feit dat op 31 au- I gustus maar liefst vier nieuwe in stallaties officieel worden geopend: I Oldenzaal. Enschede-zuid. Boekelo I en Almelo. Meerdere rioolwaterzuiveringsinstal laties zijn nog in aanbouw en de plannen en bestekken voor nog meer „helderheidsfabrieken" liggen in de kasten. Straks telt men er 28 in het mooie land van Twente. Dicht bij de hand. Wie denkt dat de industrie in en nabij de vijfen twintig gemeenten in het water schap (een klein gedeelte ligt in Gelderland) de grootste schuldige is vergist zich. In de begroting van 1972 werd uit gegaan van 480.000 inwoners, de vervuilingwaar de van de bedrijven werd gesteld op 320.000 inwonere quivalenten! Tesamen dus 800.000 inwonersequi valenten. In het laboratorium van het water schap in Almelo worden nauwkeurig de monsters beproefd. Wie over de schreef gaat moet meer betalen. „Ik geloof niet dat er veel wordt gesmokkeld. Er zijn zelf meerdere bedrijven die bij ons komen praten als ze met een lozingsprobleem van bepaalde stoffen zitten. Maar als een arbeider in een fabriek tegen de spelregels in, bij voorbeeld olie in de afvoergoot gooit is hét moei lijk om een schuldige aan te wij- Dat zegt technisch hoofd ambte naar J. Hakfoort van het Water schap. „Sedert korte tijd zijn we in het laboratorium bezig met spciale on derzoekingen betreffende de zware metalen. Een van de moeilijkste problemen in de strijd om schoon water". In Twente beseft men dat het pro bleem nog niet geheel en al is op gelost. In nauwe samenwerking met Duitse grensautoriteiten wordt da situatie nauwlettend in het oog ge houden. Nijverdal klaagde vorig Jaar, tijdens de droge zomer, steen en been over de als een open riool stinkende Regge. En nog is de Oelerbeek i waarover we in het begin spraken geen kostelijk riviertje temidden van het glanzende groen. Maar de cijfers liegen niet. In 1975 heeft men de vervuiling van oppervlakte water in de hand. Dan is de natuur recht gedaan! Vele waterschappen in Nederland moeten dan nog volgen... krijgt nu de rekening een vreemdelin- |dat nooit anders dan slap Moeilijkheden zoals af tochten in Rotterdam en in de Haagse Schilders regelrecht gevolg van ingsbeleid dat alleen naar Jomisch aspect kijkt. De zijn nodig voor onze I alleen daar gaat men van het algemeen sociaal as- poit bekeken" mening van de heer A. directeur van de Stich- aan Buitenlandse Werk- f Rotterdam. De heer Ar- isteravond en vanochtend Eetuige van de onregelma- [ln de Rotterdamse Afri- iveral bij geweest, ook op eaus en toen ik thuis ik direct telegrammen aan iedereen die iets met -tiek van buitenlandse te maken heeft. Er iets gebeuren, stadhuis ga ik. voor de de bel trekken, politieke partijen, om te bij de PvdA. 't Is voor 'ijpelijk dat die partij volkshuisvesting Hoe is net mogelijk dat. kan zeggen dat de ge- 'einig of niets aan de scheef gegroeide verhoudingen kan doen, dat de gemeente geen been heeft om op te staan". Wat zou de gemeente dan kunnen doen? „Er bestaat zoiets als een loge mentsverordening. Met dat ding in de hand kan de gemeente pensions die niet aan de normen voldoen sluiten. Men zou die verordening rücksichtslos moeten toepassen. Het is een lachertje wanneer de wet houder beweert dat hij geen men sen heeft om ze te sluiten. Wat is dat voor een personeelsbeleid?" „In de praktijk is het zo. Bij hun aankomst in Nederland worden bui tenlandse werknemers gehuisvest in grote pensions. Na een paar maan den vliegen ze stuk voor stuk uit naar kleine pensionnetjes. Die grote kasten komen dan weer leeg, zodat de overheid weer net doet alsof er voldoende onderdak is. Volgens deze logementsverordening is een pension een pension als er ten minste acht mensen wonen. Maar wat doen nu de exploitanten? Ze maken er een paar ingangen bij en plaatsen een paar schotten zodat ze bijvoorbeeld drie maal zeven gastarbeiders kunnen herbergen zonder volgens de letter van die verordening gepakt te kunnen wor den. Kijk op dat punt zou de veror dening moeten worden gewijzigd". Volgens de heer Arling is in Rot terdam veel té weinig gedaan aan een harmonieuze opbouw van wiik- bevolkingen. „Tegen de gevolgen daarvan verzet ten de bewoners zich thans. Dat zou ook gebeuren als er in die oude buurten om de drie huizen pensions waren met alleen a mar Neder landers erin. Natuurlijk, met 'buitenlanders ontploft de situatie eerder, omdat zij hun eigen cul tuurpatroon meebrengen. Er komen theehuisjes, café's en winkeltjes speciaal voor Turken en Marokka nen. Vaak in winkeltjes waarin vroeger kruideniers zaten, waarin Tante Riek en Ome Henk stonden". „En dan op een gegeven moment is "de maat vol, dan gaan zoals nu ge beurt de poppen aan het dansen. Dat de buurt dan zijn woede koelt op de buitenlanders is verkeerd en teleurstellend, maar helemaal onbe grijpelijk is het niet Ik behartig de belangen van bui tenlandse werknemers, maar ik kom ook op voor de hele arbeidersbevol king van Rotterdam. Wat ls er na de oorlog in oude buurten aan wo- ningberbetering gedaan? Niets of bijna niets. In de Paarlstraat, waar nu de moeilijkheden zijn, is 't aan tal douches op één hand te tellen. Is het dan gek dat de bewoners in I opstand komen? In feite doen ze I niets anders dan protesteren tegen de prestige-objecten die ze om zich heen zien verrijzen, zoals het Ahoy-complex en het winkelcomplex Zuid dat 80 miljoen kost". Is de situatie in Rotterdam te ver gelijken met die in Amsterdam, Den Haag en Utrecht? „In zoverre ligt de situatie ln Rot terdam anders dan bijvoorbeeld in Den Haag dat hier veel meer gast- arbeide rs werken en wonen en dat ze veel vaker hun gezin bij zich hebben. Een vijfde van het totaal aantal buitenlanders in Rotterdam zit in de leeftijd tussen 0 en 15 jaar. Dat maakt de problematiek er niet eenvoudiger op". De heer Th. van Son, directeur van de Stichting Begeleiding Buiten landse Werknemers in Den Haag, is evenmin verrast over de in Rotter dam tot explosie gekomen conflic ten. „Ik heb altijd al gewaarschuwd te gen ghetto-vorming. De gemeenten moeten via een spreidingsbeleid concentraties van gastarbeiders in oude wijken tegengaan. In Den Haag is er na de moeilijkheden vo rig jaar in de Netscherstraat een soort rondetafelgesprek geweest met de gemeente. Sindsdien is huisves ting al wat voorzichtiger met het afgeven van woonvergunningen in goureuzer moeten worden aange- oude wijken. pakt. Voorts zou iets gedaan moeten De toestand zou echter nog veel rl- worden tegen de praktijken van sommige makelaars die in oude wij- Het is echter een probleem dat de ken leegkomende huizen alleen nog gemeentebesturen zonder hulp van maar verkopen aan buitenlanders. de overheid niet kunnen oplossen"»

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1972 | | pagina 9