vweken van solisten is kwestie van tijd Ballet het zwaarst belast Leerlingetjes van een Leidse balletschool voeren oefenin gen aan de barre uit. Wie van deze meisjes zal het ooit tot danssoliste brengen? (Foto Jan Holvast) EIDEN/ROTTERDAM Nederland is een land zonder rijke ettraditie. Toch hebben al vele vaderlandse balletten een [•nationale vermaardheid gekregen. Een opmerkelijk feit, eer omdat de dansopleidig hier is achtergebleven bij de vikkeling van het Nederlandse ballet. Jaap Flier, artistiek cteur van het Nederlands Danstheater heeft onlangs in een irisie-uitzending de dansopleiding in dit land nog al scherp als een Veredeld soort amateurisme'. Deze uitspraak misschien wat overdreven zijn, vast staat in elk geval &lle grote balletgezelschappen (Nederlands Danstheater, Na- Ballet en Scapino) hun materiaal voor een belangrijk uit het buitenland moeten laten komen. aan danssolisten zou vooral te aar. een te laat begin- de dt^gelijkse leerlingen- •nder deskundige leiding in ons land ter bemoeilijkt enerzijds gebrek aan capabele do- üoor het geringe werkelijk danstalent. In mag zonder aarzeling dat ingplank Door Pieter C. Rosier alle kunst het ballet het is. Van een balletr immers wordt zowel fy- het uiterste aan gevergd. Hoewel over sterk emotioneel rea- een balletdanser (es) te onderwerpen aan Discipline is ïog steeds de basis van En wie niet maximum aan doorzettings- beschikt zal zien, al het talent ten spijt, deze nooit geheel eigen kunnen a mieren van technieken overl ook bij het dansonderwijs maar middel. Het moet tot een zelfstandig kritisch handelen, tot een alge- van expressie, tot een ionering van de eigen per- kheid. Een danser of danseres rwendien niet alleen gevoel voor de stemmingen van de naaf, hij of zij moet ook reageren op de stemmingen muziek, evenals op het mu- I itme en de maat. opleiding tot de danskunst is ook zo problematisch omdat het technisch kunnen van de oefenaren op een hoger ni- K'orden gebracht, met zulk lateriaal moet worden omge- r 9L Is het aan de ene kant :elijk dat een toekomstige al vanaf haar tiende of Jaar wordt opgeleid, (het is anders te ver ontwikkeld gevormd te kunnen worden t eisen die de klassieke, aca- techniek stelt)aan de kant kan de vraag worden of men een kind een o als diit mag laten kiezen op ftijd, wanneer het nog niet n" eigen wil duidelijk te staan: „Er worden in Amerika be halve méér ook betere dansers op geleid, alleen al door het feit dat er zoveel competitie is. Iedereen werkt zich een beroerte in dat land. Iede re danser Sn New York rent van de ene dansles naar de andere om zich in zoveel mogelijk stijlten te bekwa men. Hij neemt daarnaast nog heel dikwijls toneel- en zanglessen, en streeft dus als het ook maar even kan een totale theateropleiding na. In een land als Amerika, waar de musical hoog staat aangeschreven, moet een danser wel een all round theaterartiest, een soort total per former zijn. Is hij dat niet dan zal hij zich daar, anders dan in Neder land, maar heel moeilijk kunnen handhaven. Wat de pedagogenoplei- ding betreft, die is in Nederland veel beter doordacht. Er zijn hier uitstekende pedagogen maar er zijn er klaarblijkelijk niet genoeg. Hoe dat nu komt, ik weet het niet. Een kwestie van gebrek aan talent is het zeker niet. Datzelfde geldt trou wens ook voor de dansers. Langer ïerre de sindc cort in Den totterdam en sterdam be- ïavo's mei kunstzinnige (dans en muziek) goed unctioneren en een waar- IJlen b eden tegen de maat- lijke vervreemding, die ken- •or sommige specialisti- tistüeke opleidingen, zal nog worden afgewacht. Zij die- elk geval als een stevige ank naar de dansaeademies tod. n van de Rotterdamse Dans- is Lucas Hoving, die na - rière van ruim dertig Jaar r en choreograaf in grote f Noord- en Zuid-Amerika n grond onder zijn ge- voeten wilde voelen Wan- pedagoog Lucas Hoving vakopleiding in Nederland Mi trekt hij la gauw een met de opleiding in de k Staten. Hij laat er trou- toi enkele twijfel over be- De Nederlandse balletgezelschappen klagen alsmaar dat het materiaal dat door de academies wordt afge leverd niet goed genoeg is. Maar wat wi'l je met een opleidingstijd die tot voor kort zo erg kort was? Gelukkig wordt die opleidingstijd nu met de invoering van de mavo- scholen voor ballet en muziek, die aan het balletonderwijs op de aca demie voorafgaan, wat langer". Er wordt de laatste tijd veel geschre ven over de Haagse ballet-academie, temeer omdat deze afdeling van het Koninklijk Conservatorium door middel van een meer gerichte dans opleiding als leverancier van de drie grote balletgezelschappen zou moeten gaan fungeren. Als zowel in Rotterdam als in Den Haag voor balletleerlingen van om en nabij de twaalf jaar combinatiemogelijkhe den met het „gewone" onderwijs aanwezig zijn, wat is dan het ver schil tussen deze twee academies? Lucas Hoving duidelijk verontwaar digd: „Dat is nou een punt waar ik geen donder van begrijp. Er is na melijk helemaal geen verschil tus sen deze twee opleidingen. Het doet me eerlijk gezegd denken aan een „intrigue". Ik krijg ook van nie mand een bevredigende uitleg hoe dat gedoe in Den Haag is ontstaan. Heef' het misschien iets te maken me feit dat het conservatorium Lucas Hoving aan de vleugel in een van de leslokalen van de Roterdamse Dansacademie. (Foto Wim Dijkman) in Den Haag het predikaat konink lijk met zich meevoert? Ze vinden het in elk geval op mijn school al lemaal erg storend al die heisa over de opleiding in Den Haag. Trou wens, we moeten over een paar jaar nog maar eens zien waar het talent vandaan komt. En vergeet niet, een groep als het Nederlands Dansthea ter heeft toch naam gemaakt met solisten, die hier in Nederland op diverse academies zijn getraind. Een Marian Sarstadt, een Kathy Gos- schalk, een Alexandra Radius, ze zijn toch allemaal op gewone aca demies begonnen". Het gebrek aan solisten in Nederland zou volgens sommigen te wijten zijn aan een te laat beginnen van de dagelijkse training onder capabele leiding. Heeft men in een land zon der ballettraditie, de successen vann het Nederlands Danstheater in het buienland in aanmerking genomen, nu wel zoveel recht tot klagen? Lucas Hoving bedachtzaam gesticu lerend: „Ik geloof dat het hoofdza kelijk een kwestie van tijd is. Geen leerling die van een academie af komt is klaar om solistenrollen aan te nemen. Dat mag je van een be ginneling ook niet verwachten. Een danseresje, dat bij één van de ge zelschappen wordt aangenomen, krijgt haar dagelijkse training, veelal van buitenlandse balletmeesters, en kan daardoor uitgroeien tot een ballerina. Het kweken van goede so- heeft een vierjarige cursus en werkt sinds enige tijd ook met niveauklas sen. Wie de mavo voor ballet en muziek Lucas Hoving spreekt in dit verband van een propaedeuti- sche fase met goed gevolg heeft doorlopen en met ballet verder wil gaan komt meteen in de tweede academieklas. Er zijn wat de praktijk betreft twee specialisaties: de klassieke en de moderne dans Alle leerlingen krij gen daarnaast jazz en caraotère (dansen in de choreografie waarvan nationale elementen zijn overgeno men of gestileerd) met oosterse en Spaanse dansen als bijvakken. Het theoretische gedeelte omvat naast muziek en dansgeschiedenis nog een groot aantal vakken zoals dans- schrif't (notatie)anatomie, pedago gie, kostuumkunde, grime en de metodiek en didactiek van het les geven. De mogelijkheid is niet uit gesloten dat straks ook kunstge schiedenis aan het lesrooster wordt toegevoegd. Er valt bij de jeugd een toenemende belangstelling voor de moderne' dans te bespeuren. Wan neer een jongen of een meisje zich op deze moderne dans wil toeleg gen. dient er dan toch een klassieke basis te zijn? De bewering wordt wel eens geuit, dat klassiek in be paalde gevallen schadelijk kan zijn voor modern, waarbij een ander spiergebruik van toepassing is. Lucas Hoving voorzichtig formule rend: „Ik stel in dat geval een klassieke basis niet perse als eis, maar voor de gemiddelde moderne danser is het wel wenselijk zo niet noodzakelijk. Alleen een enkele, zeer sterke persoonlijkheid, die er licha melijk (korte, ingedraaide benen, verkeerde voeten) niet toe in staat is zich de klassieke techniek eigen te maken, zal er in slagen om als moderne danser naam te maken". Welke eisen worden er aan een ad- spirant-leerling van de Rotterdamse mavo voor ballet en muziek gesteld? Lucas Hoving zijn slanke vingers door het sluike, halflange haar strij kend: „Het kind moet in de eerste plaats een soepel lichaam hebben, een sterke rug en rechte, sterke be nen. Een lichaam dus dat gemakke lijk kan bewegen. Het moet verder gevoel voor muzikaliteit hebben en dan ook nog zoiets als talent. De kandidaatjes krijgen om te begin nen een medische keuring en ver volgens een vrij afgeronde (proef) les. Die les bestaat onder meer uit een stukje klassieke tech niek, waarbij dan vooral op de hou ding van het kind wordt gelet. De leerlingen worden verder in die les getoetst op hun muzikaliteit, op hun creativiteit en ook op hun emotionele flexibiliteit. Voor toela ting tot de dansacademie geldt ei genlijk precies hetzelfde met dit verschil dat we dan nog strenger in onze beoordeling zijn". listen, het is gewoon een kwestie van tijd en van omstandigheden. Ik snap gewoon niet waarom er over de toekomst van het Nederlandse ballet zo ontzettend veel drukte ge maakt moet worden. Okay, omdat er op dit moment inderdaad een kleine depressie is werken de grote gezelschappen voor een deel met buitenlandse solisten. Maar daar staat dan weer tegenover dat een aantal meisjes van onze academie dit Jaar een plaats hebben gekregen in de Walt Disneyshow, die straks in heel Europa te zien zal zijn. Het is logisch dat deze meisjes daar buitengewoon veel ervaring mee zullen opdoen'. De Rotterdamse Dansacademie Aanpak Er is geruime tijd voor het einde van het afgelopen cursusjaar een groot aantal leerlingen van de Rot terdamse Dansacademie naar huis gestuurd. Waarom opeens die harde aanpak? Lucas Hoving onmiddellijk reagerend: „We hebben om precies te zijn dertien Jongelui wegge stuurd. Pet slot van rekening zijn alle leerlingen van de academie, op de huüdige eerste klas na, mij als een soort erfenis nagelaten. Maar er zijn vorig Jaar wel vijf nieuwe docenten aangetrokken Aan een aantal leerlingen is overigens het advies gegeven om het in een an dere richting te zoeken. Ik wil hier nadrukkelijk stellen, dat het karak ter van de school zich echt niet zo sterk heeft gewijzigd, we hebben wel ons werkterrein aanzienlijk ver breed. De Rotterdamse Dansacademie ia altijd een klassieke school geweest en op die school is een grote plaat® voor de moderne dans ingeruimd. We zitten nu dus nog met de oude set-up van de klassieke training. En wat hebben we geconstateerd? Dat een aantal van deze eerder tot de academie toegelaten leerlingen het examen nooit zal halen. De eisen, die 't ministerie aan het danson derwijs stelt, worden elk Jaar stren ger. Ik vind dat op zich zelf niet zo heel erg. Willen we bijvoorbeeld be tere danspedagogen afleveren dan zal er meer selectief te werk moeten worden gegaan. We hebben sommi ge leerlingen gewoon af moeten ra den om op onze academie te blijven omdat de klassieke techniek voorj deze meisjes een te zware belasting bleek te zijn, terwijl zij zich op bij-: voorbeeld de theaterschool van Kit Winkel in Amsterdam in creatief opzicht ongetwijfeld wél waar kun nen maken. Een van de dertien weggestuurde meisjes heeft zich op ons advies aangesloten bij een ca- ractèregroep en een ander meisje heeft zich al laten inschrijven bij de Academie voor woord en gebaar. We hebben trouwens zelf ons best gedaan om die meisjes daar ge plaatst te krijgen. We hebben ze heus niet allemaal in de kou laten staan". Carrière De meeste leerlingen, die zich bij een balletacademie aan... el Jen, dro men ervan als toneeldanser of dan seres carrière te kunnen maken. Blijken zij daar tijdens de opleiding niet helemaal geschikt voor te zijn, dan kiezen zij bijna altijd voor het vak van danspedagoog. Houdt dat eigenlijk niet een zekere miskenning van het vak van danspedagoog In? Lucas Hoving op besliste toon: „We hebben nu eenmaal pedagogen nodig en juist omdat het vak van pedagoog zo ontzettend belangrijk is, worden er steeds hogere eisen aan de opleiding gesteld. Ik per soonlijk juich het altijd toe, wan neer men op een gegeven ogenblik toch voor de pedagogenoplaiding kiest. Het klinkt misschien wat cru. maar wanneer Je als danseres geen carrière kan maken, dan is het in elk geval nog altijd beter om in dit vak bijvoorbeeld als pedagoog met een goede opleiding, Je brood te verdienen dan als verkoopster in de Bijenkorf te moeten staan. Het les geven op zichzelf is trouwens een grote leerschool. Ik ben ook erg ge- lukkig met de applicatiecursussen, die binnenkort ook op deze school gegeven gaan worden. Deze cursus sen zijn met name bestemd voor dansers die bijvoorbeeld al jaren lang bij een gezelschap werkzaam zijn en zich als gediplomeerd peda goog willen vestigen. Ze kunnen ook gevolgd worden door danspedagogen die nooit de kans hebben gehad om een diploma te behalen en dat te recht, als een gemis beschouwen. De applicatiecursussen zijn verder nog bedoeld voor gediplomeerde pedago gen die behoefte hebben aan bij scholing". Lucas Hoving ontkent niet dat er op het gebied van het dansonder- richt nog veel beunhazerij wordt aangetroiien. Dat valt met alleen in artistiek opzicht maar ook uit het oogpunt van de volksgezondheid ernstig te betreuren. Er zijn nog steeds dansscholen op particuliere basis, waarvan de leiding er niet voor terugschrikt om kinderen van nog geen tien jaar op de spitzen te laten staan met alle lichamelijke risico's van dien. Lucas Hoving beeft er maar één woord voor; .abominabel". Wat zijn naar zijn mening de be langrijkste pijlers waarop een dan serscarrière rust? Lucas Hoving na lang nadenken: „Een danser of danseres moet een enorm doorzet tingsvermogen hebben een tn licha melijk opzicht over ^en muitputte- hjke hoeveelheid energie beschik ken".

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1972 | | pagina 15