SCHENK: SCHULD VAN BRUNDAGE FISCHER: BESTE SCHAKER ALLER TIJDEN KNSB kwaad Fischer speelt partij perfect uit... APPIE HAPPEE ignsi Prof-schaatsbond van start Onbekende Krumpholz vestigt wereldrecord ||H SATERDAG 5 AUGUSTUS 1972 PAGINA 13 Van alle sportjournalisten zijn de schaakjournalisten (gemid deld) de beste. Misschien komt het omdat schakers tijdens him partijen hun zetten moeteVn op schrijven. een feit is dat veel goede schakers zelf ook goede schrijvers zijn, en dat de meeste schaakjournalisten betere schrijvers zijn dan de meeste an dere sportjournalisten. Jan Hein Donner schrijft sappig proza, Hans Ree en Lode wijk Prins schrijven heel lezenswaardig ter wijl bekwame zelfschakers als Tim Krabbé, Max Pam Jr. en Alexander Muenninghoff ge noemde schakers-schrijvers in schrijfkunst nog overtreffen. Het verschijnsel is internatio naal, veel schakers schrij ven hun eigen boeken (mede ge holpen door het feit dat een groot deel van de ruimte wordt ingenomen door partijanalyses), maar dat neemt nog niet weg dat de Nederlandse bi-bekwa men aan de top van de wereld ranglijst lijken te staan. Niet alleen waren er op IJsland meer Jour nalisten uit Nederland dan uit enig ander land, bovendien bleek hun speelsterkte het grootst bij een toernooitje dat was uitge schreven om de op Fischer wach tende internationale pers 'n dag bezig te houden. In het lan- denfclassement stond Nederland ruimschoots bovenaan. Van genoemde Journalisten- schakers hebben Tim Krabbé en Alexander Muenninghoff voor de Arbeiderspers een boek ge schreven dat de eenvoudige titel „Fischer" draagt. Het gaat over Fischer. Tim Krabbé heeft de hoofdstukken 1. Bobby Fischer, 3. Toernooien en tweekampen, 4. de geschiedenis van het wereld kampioenschap schaken en 7. mijlpalen en honderdmeter paal tjes voor zijn rekening geno men. In totaal 120 bladzijden. Alexander Muenninghoff ver zorgde de hoofdstukken 2. Fi schers tegenstander: Boris Spas ski. en 6. Fischer lm de Russische pers. In totaal 30 bladzij den. Tenslotte is er ook nog het hoofdstuk 5. oppervlakkig of diepzinnig, 30 bladzijden partij- analyses van Jan Timman in gevoegd. Het is een boek dat ik ieder een van harte kan aanbevelen, ook de niiet-sctoakers die de par tij-analyses niet kunnen volgen, maar die wel gefascineerd zijn door Fischer, het schaken, en al les wat daar bij te pas komt. De 150 bladzijden van Krabbé en Muenninghoff zijn voor ieder een begrijpelijk en vormen los daarvan ook plezierige literatuur ten eerste omdat beiden, zoals ge zegd, kunnen schrijven en ten tweede omdat schaken nu een maal net als wielrennen talloze anekdotes, sterke staaltjes, kras se uitspraken en waanzinnige he roiek of tragiek aan de mens heid heeft geschonken. Wat me van schaakjournalis ten ook altijd zo verwondert is hun grote feitelijke kennis. Wanneer speelde wie deze zet al antwoord op die zet? Zij weten dat het Golombek was. in Ha stings, in 1951, tegen Keres. ik noem nu maar even 'n dwarsstraat, want ik ben zelf één van die niet-schakers die ook vroeger al gefascineerd de schaakversl agen spelden van mr. Evert Straat, de Joris van den Bergh van de Nederlandse schaak journalistiek. Tim Krab bé heeft voor dit boek zeer veel literatuur moeten doorwerken. Hij vertelde me dat hij nog speelt met de gedachte om de kleine dertig keer <iat hij, bij steeds andere auteurs, het begin van Fischers schaakloopbaan beschreven vond. op „barbarber" achtige wijze achter elkaar te zetten en te publiceren. Dit is Krabbé's eigen versie: „Bobby (Robert James) Fischer, geboren 9 maart 1943 in Chica go in een arm, intellec tueel, enigsz' 5 ontredderd milieu, zoals zoveel grote scha kers, verhuisd naar Arizona, maar opgegroeid in Brooklyn (New York), leerde schaken toen hij zes was, van zijn zes jaar oudere zusje Joan. Hun va der was al in 1945 weggelopen, him moeder verdiende het brood als onderwijzeres, later als gediplomeerd verpleegster. De kinderen waren daardoor veel alleen, reden waarom Joan haar broertje op allerlei manier bezig probeerde te houden. Met het schaakspel lukte dat". Bobby Fischer leerde het spel dus van zijn zusje. Uit het be gin van het eerste hoofdstuk blijkt, dat verhoudingsgewijs nogal wat wereldkampioenen het spel van een vrouw hebben ge leerd, hoewel de vrouwen een on dergeschikte rol spelen in het schaken (Fischer heeft een keer de dameswereldkampioen Nona Gaprindasjvili uitgedaagd voor een match van tien par tijen waarin zij in iedere par tij een paard voor zou krijgen). Ik citeer dat begin van hoofd stuk I: „Hoeveel honderden men sen moeten er wel rondlopen die schaakgrootmeester zouden zijn als ze het spel ooit hadden ge leerd? Want één ding is duide lijk: het belangrijkste mo ment in de carrière van een schaakmeester is het moment waarop hij t spel voor 't eerst ontmoet. Het schaken heeft tot op heden, in 1972, tien wereld kampioenen gekend, die het spel op de volgende manier geleerd hebben: Steinitz: toen hij 12 was. van een schoolkameraad. Lasker toen hrj 11 was, van zijn broer. Capablanca: toen hij 4 was. van zijn vader. Aljechin: toen hij 7 was, fan zijn moeder. Euwe: toen hij 4 was, van zijn moe der. Botwinnik: toen hij 13 was. van zijn vader. Smyslov: toen hij 6 was, van zijn vader. Tal: toen hij 8 was, van een neef. Petrosjan: toen hij 8 was, van een vrouwelijke schaakleraar. Spasski: toen hij 5 was, van ka meraadjes in een kamp voor ge- evacueerde kinderen". Met de aanstaande wereld kampioen mee, leerden dus 4 van de 11 wereldkampioenen 't spel van 'n vrouw. Terecht schrijft Tim Krabbé, dat er honderden potentiële schaakgrootmeesters moeten rondlopen, want blijkbaar moet je het spel als kind al aange leerd krijgen om er iets in te kunnen presteren, en hoeveel mensen komen nu eigenlijk op zo jeugdige leeftijd al met scha ken in aanraking? Zeer weinig. De sport Journalist Joris van den Bergh heeft een kwart eeuw of neg langer geleden, al eens over dat probleem gefilosofeerd. Ik herinner me dat nog goed het was een kranteartikel omdat het een diepe indruk maakte op mijn ontvankelijke kinderziel. Grote sterke bomen van kerels zijn door een toeval (hun vader was het ook) kleermaker gewor den, en kleine schriele mannetjes werden door een ander toeval (oom had net een ander ontsla gen, neef kon invallen) verhui zer. Zo ook lopen veel sport- kampioenen hun bestemming mis, schreef Van den Bergh on geveer, omdat ze door 'n of an der toeval net in de verkeerde sport terecht kwamen. Ze gin- (gep hockeyen omdat ze op het gymnasium zaten en werden een middelmatig hockeyer, ter wijl zij een Cruijff waren ge worden als zij vla de HBS in het voetbal terecht waren geko men. Tim Krabbé heeft ook nog uit gerekend, dat Bobby Fischer de beste schaker aller tijden is. Hij definieerde eerst „de beste" als volgt: hij die gedurende de meest succesvolle tien jaar van zijn loopbaan het hoogste percenta ge heeft gescoord in al zijn toer nooi- en matchpartijen. Ik citeer nu even Tim Krabbé: „Ik heb dat uitgerekend voor de vier schakers die het vaakst wor den genoemd als besten aller tij den: Lasker, Capablanca, Alje chin en Botwinnik, aange vuld met Spasski, en omdat die nu wereldkampioen is, Fischer. Hun meest succesvolle periode van tien jaar heb ik zelf op eer lijke wijze aan proberen te wij zen. De resultaten zijn als volgt Lasker: 1896 tot en met 1905 85,5 uit 112 is 76,3 procent: Ca pablanca: 1921 tot en met 1930 165 uit 236 is 68.9 procent; al jechin: 1926 tot en met 1935, 271,5 uit 364 is 74,6 procent: Bot winnik: 1939 tot en met 1948 137 uit 185 is 74,1 procent, Spasski: 1962 tot en met 1971. 373,5 uit 559 is 66,1 procent, Fischer: 1962 tot en met 1971, 264,5 uit 338 is 78,2 procent. Daarbij moet men niet vergeten (schrijft Tim Krabbé), dat voor Fischer, en in mindere mate ook voor Spasski, het excuus geldt, dat ik niet 'n he le loopbaan had om de beste tien jaar uit te kiezen: bij hen moest lik gewoon de laatste tien jaar nemen, terwijl het mogelijk is dat ze later nog succesvoller worden. Ook is 't zo, dat Fischer en Spasski te maken hebben ge had met de beste tegenstanders: de vooruitgang in de sport heeft ook het schaken niet on aangeroerd gelaten. Als Fischer dan toch het hoogste percentage heeft, dan is het duidelijk: hij is de beste schaker aller tijden". STOCKHOLM De oprichting van een nieuwe professionele schaatsbond ISSL (International Speed Skating League) its gedeel telijk te wijten aan de verstarde ideeën van de president van het Olympisch Comité A very Brundage over de status van de Amateur. Dit verklaarde gistermiddag tijdens een persconferentie in Stockholm Ard Schenk. ,,We zijn min of meer gedwongen profs te worden omdat we anders voor een appel en een ei moeten blijven rijden tot we niets meer kunnen winnen en er dan natuurlijk geen cent aan hebben overgehouden", aldus de Nederlander. De ISSL is een door Amerikaanse ponsors opgezette bond op initiatief pan. de Zweedse ex -wereldkampioen schaatsen, Johnny Nilsson. Deze verklaarde dat dit voor veel schaat sers enerzijds het einde was van de amateurcarriëre maar dat er nu als professional tenminste eerlijk geld te verdienen viel. Het moffelen met jjeld onder de tafel is nu hopelijk af zo zei hij. En bovendien krij gen we behalve een goed jaarinkomen alle vormen van verzekering en zelfs een pensioen. Wat de premies voor de schaatsen rijders betreft heeft men in over eenstemming met de rijders het vol gende schema ontworpen. Eerste plaats: f32.500, tweede plaats: f24.000, derde plaats f13.000, vier de plaats f 10.000. vijfde plaats f 7.000 sesde plaats f 6.000. zevende plaats f5.500. achtste plaats f 4.800. Voor de sprinters is er een apar te prijslijst. Eerste plaats f24.000, tweede plaats f 13.000 derde plaats f 10.000, vierde plaats f 7.000, vijfde Dlaats f 6.000, zesde plaats f 4.800. Uitgesloten Men verwacht niet dat de Inter Schaatsunie (ISU) de verder nog accepteert en zijn ze voorgoed uitgesloten nationale. Europese en wereld en de Olympische Maar men streeft naar open en is daartoe in getreden met ijs- in Nederland, Verenigde Sta len, Japan, West-Duitsland en Fin- rnrd. Aangesloten bij de ISSL on- ier een contract voor drie jaar heb- )en zich de volgende topkrachten Seppo Haenningen (Finland) Leo Linkovesi (Finland), Jan Bols (Ne derland), Ard Schenk (Nederland), Eddy Verheyen (Nederland) Kees Verkerk (Nederland), Per Bjoerang (Noorwegen), Roar Groenvold (Noor wegen), Willy Olsen (Noorwe gen) Bjoern Tveter (Noorwegen), Hasse Boer j es (Zweden), Goe- ran Claesson (Zweden), Ove König. (Zweden), Erhard Keiler (West- Duitsland) Hierbij werd meegedeeld dat uit breiding van de profstal binnenkort kon worden verwacht. Niemand van de Nederlandse deelnemers heefL tevoren contact opgenomen met de Koninklijke Nederlandse Schaats bond en ook met de ISU en het In ternationale Olympisch comité gaat men nu eerst onderhandelen. „Nadat met mij contact was ge zocht heb ik er eerst niet in geloofd", vertelde Schenk, maar tijdens een driedaagse bijeenkomst in Londen be gin juli is het allemaal uit de doe ken gedaan. Ik ben dan ook blij dat we nu deze mogelijkheid hebben om een menswaardig inkomen te ver dienen. Als coach hebben we Leen Pfrommer op het oog maar zelfs met hem hebben we nog niet gesproken. Het is wel jammer dat hij het nu zo via de pers moet horen maar het kon niet anders. Denkt hij er financieel op vooruit te gaan? „Nou, de eerste prijs alleen al is bijna f35.000, dat is meer dan je anders in een heel seizoen bij el kaar kunt krijgen. De vooruitgang' is enorm terwijl Je tooh dezelfde prestaties levert". Welke belangstelling verwacht Schenk nu het nationale karakter NAARDEN (ANP) Het da gelijks bestuur van de KNSB zal zich naar aanleiding van de op richting van een professionele schaakbond tot de Internatio nale Schaats Unie wenden om gezamenlijk verdere maatregelen te nemen. Na een vergadering die gisteravond in Naarden ten huize van algemeen secretaris Commello werd gehouden, werd meegedeeld dat het dagelijks be stuur de beslissing van de be trokken rijders diep betreurd dit houdt namelijk in dat deze rijders voorgoed uitgesloten zijn van internationale wedstrijden en ISU-kampioenschappen. Ernstige kritiek en geen enkel begrip ontmoet de procedure, die de betrokkenen volgden, waarbij naar het oordeel van het dage lijks bestuur de belangen van de bond en van andere schaatsen rijders onnodig zijn geschaad. Jhr. mr. W. H. D. Quarles van Ufford. voorzitter van de Ko ninklijke Nederlandse Schaat senrijders Bond. toonde zich vooralsnog gereserveerd ten op zichte van de nieuwe beroeps- rijdersgroep. De organisatie van de ISU bestaat reeds sinds 1892, terwijl deze profgroep pas enkele uren in leven is. Ik geloof dat er op dit moment weinig aan leiding is voor de ISU om direc' de structuur te wijzigen. Henny Roos, vice-voorzitter van de Internationale Schaats Unie (ISU) gaf de pas opge richte international speedska ting league weinig kans op be staansrecht: 'Tk zie niet vee mogelijkheden", zo verklaarde hij, "misschien in het begin nog wel door de nieuwigheid, maar dat gaat er op den duur wel af". "Ik ga gewoon door". Dat zei gisteravond de in Friesland va kantie houdende nationale schaatscoach Leen Pfrommer "Nu Schenk, Verkerk. Bols en Verheyen uit mijn groep weg vallen. kunnen andere rijders kansen krijgen. Nu zijn bij ons ineens Harm Kuipers en Jappic van Dijk favoriet. Misschie- komt Nooitgedacht weer terug. Internationaal gezien is dan na tuurlijk de Noor Sten Stensen d sterkste, terwill ook de Russer weer kansen krijgen. Neen. ik ben door deze ontwikkeling ech niet van plan ermee te stopper Ik had het veel erger gevonde: als de profgroep alleen maar uil Nederlanders had bestaan." van de kampioenschappen vervalt? "Ik zie dat wel zitten, en ik ben er van overtuigd dat je na een jaar of acht a negen in de amateursport ge noeg belangstelling kunt krij gen door de indruk die je maakt en de status die je hebt opgebouwd We proberen dan ook in de komen de samenwerking met de schaats bonden de zaak zo goed. mogelijk te doen ontwikkelen. We willen die niet links laten liggen maar zullen pro beren het gezamenlijk uit te wer ken. Een boycot door de ISSL heeft vrijwel geen zin, want de wedstrij den kunnen toch doorgaan". "We hebben nu al drie toernooi en gepland en onder contract. Een in Nederland, begin volgend jaar, een ln het Herculesstadion in Skiën in Noorwegen op 20 en 21 januari 1973 en in het nieuwe Ullevistadion in Gothenburg in Zweden op 10 en 11 februari. Ik kan me niet voor stellen dat de mensen nu bij drommen een ander stadion binnen lopen. nu we allemaal weg zijn. Een zeker chauvinisme kan gerust blij ven bestaan, want we zijn nog altijd een groep van vier Nederlanders die de besten ziin en het nationale ka rakter kunnen vertegenwoordigen. We proberen dan ook onze eigen coach en dokter te krijgen". Sponsors Wie zijn er nu eigenlijk de spon sors achter deze bond? „Er is een aantal in sportevenementen geïnte resseerde Amerikanen die hierin hebben geïnvesteerd en daar wil ik me verder liever niet over uitlaten. Ik kan wel zeggen dat het geld af komstig is of tenminste wordt gedis tribueerd door een firma in Atlanta die Moore Ventures heet". De winst die gemaakt kan wor den door met reclame te gaan rij den, in wiens zajk komt die terecht? „Dat is een percentagever deling. De ISSL onderhandelt en daarna krij gen wij het grootste gedeelte van het geld. Met welke reclame wordt gereden, is een zaak van onderhan deling Daarover moeten trouwens nog afrondende gesprekken plaats vinden. Maar uit eigen ervaring weet ik, gezien de aanbiedingen die ik in hét verleden heb gehad, dat er Avery Brundage grote belangstelling voor is". Tot zover Schenk, die in tegenstelling tot zijn vader zegt wel brood ie zien in deze professionele bond. Waar de profs gaan trainen is uit de doeken gedaan door Tom Lin den, een van de oprichters van de ze bond „Omdat het allemaal zo geheim moest worden gehouden, hebben we tot dusverre weinig kunnen doen", zo zei hij ..maar we hebben een mogelijkheid in de stad Skoevde in Zweden waar een privépiste beschikbaar is. Een beet je te klein misschien maar die ver groten we wel en elders onderhan delen we ook al". In Stockholm werd voorts meege deeld, dat elk nieuw wereldrecord de titelhouder rond f 17.500 zal op leveren. Gereden zal worden volgens de gebruikelijke ISU-reglemen- ten uitgezonderd de startvoorschrif- ten. Men gaat gebruik maken van foto-elektrische cellen om nauwkeu rig te kunnen bepalen wie zich eige naar van enkele tienduizenden in premie kan noemen. Over doping is ook gesproken. De professionals zul len elke dag voorafgaande aan een serie wedstrijden door een arts wor den onderzocht. Van alle deelnemers worden na de wedstrijd urineproe- ven genomen, zo verzekert men. CHICAGO (ANPi De Ameri kaanse zwemmer Kurt Krumphoh heeft gisteren tijdens de Olympische selectiewedstrijden van de Verenig de Staten in Chicago het wereld record op -de 400 meter Vrije slag verbeterd en gebracht op 4 minuten 0.1 seconden. Het oude record stond sinds februari 1972 op naam van de Australiër Brad Cooper met 4.01.7. Mark Spitz verbeterde op de 100 m vlinderslag zijn eigen wereldrecord van 55.0 tot 54.7. De officiële tijd van Spitz, die zijn derde wereld record in enkele dagen zwom. was 54.68 sec., doch dit wordt naar boven afgerond. De volkomen onbekende Kurt Krunupholz heeft op de derde dag van de Amerikaanse Olympische I selectiewedstrijden in Chicago in de series vain de 40u meter vrije slag bijna de magische vier minuten- barrière aeslecht. De 18-jarige stu dent uit Caiifornië, die alleen in de zomer het zwemmen voorrang geeft 1 op waterpolo zijn favoriete sport kwam in ae vierde reeks tot een tiW van 4.00.11, waarmee hij het wereldrecord van de Australiër Brad Cooper (4.01.7) ruim verbeterde John Kinsella. ae wereldrecord - I houder op de 1500 meter vrije slag I deed in de vijfde serie een wilde Amerikaan wint weer REYKJAVIK De tiende matchpartij FischerSpasski om het wereldkampioenschap schaken is door uitdager Fischer gewonnen. In de tweede zitting gaf titelhouder Spasski na 56 zetten op. Fischer leidt nu met 3>/$. Morgen heeft Spasski wit in de elfde ontmoeting. Donderdag werd reeds duidelijk, dat Fischer een eindspelvoordeel had verworven. In hoeverre dat plus zou kunnen worden uitgebouwd tot winst diende natuurlijk te worden afge wacht. Na vrijwel de gehele nacht met se condant Lombardy te hebben geana lyseerd, toonde Fischer zich uiter mate tevreden, Spasski had zich met Geiler opgesloten, die als bekwaam analyticus geldt. Het ging er voor de witspeler om een sluitende winstweg te vinden, voor zwart om indien godin Caissa het in de stand had verborgen de remise-ontsnapping op te sporen. Wel, er bleek een razend knappe methodische winst voor handen, Fischer heeft die perfect uitge speeld, zoals hij trouwens ook het eerste deel van de partij indrukwek kend slag heeft geleverd. Want in dit duel had hij (nu eens) niet met een mat agerende Spasski te doen, doch met een titelhouder, die met inzet van alle krachten poogde het initia tief aan zich te trekken. De party als geheel kan men tot de beste van de tweekamp rekenen. Het is niet waarschijnlijk dat Spasski de opgelopen achterstand van 3 punten nog zal kunnen inha len. Tegen een grootmeester van we reldklasse als Fischer die boven dien een grootse vorm toont moet j dit uitgesloten worden geacht. Mor gen zal men kunnen vaststellen of Spasski door vechtschaak nog zal pogen ijzer met handen te breken, dan wel op rustige remises zal koer sen. Analyse De 41e zet van de tiende partij FischerSpasski was: KF3e2 Deze zet werd door alle experts in poging de verrichting van Krump holz nog te overtreffen, doch hij verkrampte na een onwaarschijnlijk 'snelle start (56.7 —1.57.6) wel, tikte na 300 m nog aan in 2.59.3 maar ver- j loor in de slotfase te veel. Zijn elnd- I tyd was 4.01.3. I Voor de finale 400 meter vrije slag heren hebben zich geplaatst: Krump I holz 4.01,1, Kinsella 4.01,3, Dentcr 4.01,9, McBreen 4.02,1 Demont 4.02,2, Northmay 4.04,2, Favero 4.04,8. Bur- I ton 4.06,0. Reykjavik verwacht. De zwarte toren wordt nu sterk in zijn bewegingsvrij heid beknot. 41 Tdld5. 42. f2—f4 97—g6. Wit heeft belang bij het veroveren van ruimte op de koningsvleugel. 43. g3g4 h5xg4, 44. h3xg4 g6g5. Geen prettig besluit, maar wat an ders? Er dreigde 45. Tb7-f, onver schillig 46. Td7, b3, 47. Tb7. Indien 44. Lf8 dan 45. Tb7. Kf6, 46. g5+Kf5, 47. Ke3, enz. na 44. Lc7, 45. Tb7, Td7 komt 46. Kf3, en wit heeft enorm overwicht. 45. f4—f5 Minder duidelijk was 45. Fg5.\ we gens bijvoorbeeld 45Le5 46. g6 Kgl 47. g5, b3 48. Th4, b2 en de winst is heel wat moeilijker te berei ken dan in de partij, waar nu een waarlijk diabolisch logisch slotspel ter tafel komt. 45Ld 6eö. Natuurlijk mag zwart het binnenval len van beide torens niet toelaten. Het aantal matwendingen Is dan niet van de lucht. 46. Tb6 b5'. KH—f6. Indien 46. Lc3 (46 Ld4 47. Kd3/.) 47. Tb7 - Kf8. 48. Te6. Te5 49. Kd3/., Te6: 50. Fe6:, Ke8 51. Kc4 enz. 47. Te4xb4 Le5—d4. Zijn laatste hoop: ruimte voor de koning, die eventueel de vrijpion kan ondersteunen. Deze motieven blijken maar mager aan de oppervlakte te komen. 48. Tb5b6+ Kf6e5. 49. Ke2—f3 dreigt mat door 50. Te6, 49. Td5—d8, 50. Tb6b8, Td8—d7. Torenruil betekent eenvoudig winst voor wit 51. Td4b7 Td7d6, zwart moet zelf de ontsnappingsweg sluiten 52. Tb7b6 Td6—d7. wit heeft nu met tempowinst zijn volgende zet bewerkstelligd 53. Tb6g6 Ke5d5. Omdat wit de 6de lijn heeft veroverd gaat 53c4 niet wegens 54. Tb5+, Td5 55. Te6. mat. 54. Tg6xg5 Ld4e5, 55. f5—f6 KD5—d4. 56. Tb8bl/ Zwart geeft het op. NJOG <500 Meisz..

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1972 | | pagina 13