SCHENK: SCHULD
VAN BRUNDAGE
FISCHER: BESTE SCHAKER ALLER TIJDEN
KNSB kwaad
Fischer speelt
partij
perfect uit...
APPIE
HAPPEE
ignsi
Prof-schaatsbond van start
Onbekende Krumpholz
vestigt wereldrecord
||H
SATERDAG 5 AUGUSTUS 1972
PAGINA 13
Van alle sportjournalisten zijn
de schaakjournalisten (gemid
deld) de beste. Misschien komt
het omdat schakers tijdens him
partijen hun zetten moeteVn op
schrijven. een feit is dat veel
goede schakers zelf ook goede
schrijvers zijn, en dat de meeste
schaakjournalisten betere
schrijvers zijn dan de meeste an
dere sportjournalisten. Jan Hein
Donner schrijft sappig proza,
Hans Ree en Lode wijk Prins
schrijven heel lezenswaardig ter
wijl bekwame zelfschakers als
Tim Krabbé, Max Pam Jr. en
Alexander Muenninghoff ge
noemde schakers-schrijvers in
schrijfkunst nog overtreffen.
Het verschijnsel is internatio
naal, veel schakers schrij
ven hun eigen boeken (mede ge
holpen door het feit dat een
groot deel van de ruimte wordt
ingenomen door partijanalyses),
maar dat neemt nog niet weg
dat de Nederlandse bi-bekwa
men aan de top van de wereld
ranglijst lijken te staan.
Niet alleen waren er
op IJsland meer Jour
nalisten uit Nederland dan uit
enig ander land, bovendien bleek
hun speelsterkte het grootst bij
een toernooitje dat was uitge
schreven om de op Fischer wach
tende internationale pers 'n dag
bezig te houden. In het lan-
denfclassement stond Nederland
ruimschoots bovenaan.
Van genoemde Journalisten-
schakers hebben Tim Krabbé en
Alexander Muenninghoff voor
de Arbeiderspers een boek ge
schreven dat de eenvoudige titel
„Fischer" draagt. Het gaat over
Fischer. Tim Krabbé heeft de
hoofdstukken 1. Bobby Fischer,
3. Toernooien en tweekampen, 4.
de geschiedenis van het wereld
kampioenschap schaken en 7.
mijlpalen en honderdmeter paal
tjes voor zijn rekening geno
men. In totaal 120 bladzijden.
Alexander Muenninghoff ver
zorgde de hoofdstukken 2. Fi
schers tegenstander: Boris Spas
ski. en 6. Fischer lm de Russische
pers. In totaal 30 bladzij
den. Tenslotte is er ook nog het
hoofdstuk 5. oppervlakkig of
diepzinnig, 30 bladzijden partij-
analyses van Jan Timman in
gevoegd.
Het is een boek dat ik ieder
een van harte kan aanbevelen,
ook de niiet-sctoakers die de par
tij-analyses niet kunnen volgen,
maar die wel gefascineerd zijn
door Fischer, het schaken, en al
les wat daar bij te pas komt.
De 150 bladzijden van Krabbé en
Muenninghoff zijn voor ieder
een begrijpelijk en vormen los
daarvan ook plezierige literatuur
ten eerste omdat beiden, zoals ge
zegd, kunnen schrijven en ten
tweede omdat schaken nu een
maal net als wielrennen talloze
anekdotes, sterke staaltjes, kras
se uitspraken en waanzinnige he
roiek of tragiek aan de mens
heid heeft geschonken.
Wat me van schaakjournalis
ten ook altijd zo verwondert is
hun grote feitelijke kennis.
Wanneer speelde wie deze zet al
antwoord op die zet? Zij weten
dat het Golombek was. in Ha
stings, in 1951, tegen Keres.
ik noem nu maar even
'n dwarsstraat, want ik ben zelf
één van die niet-schakers die
ook vroeger al gefascineerd de
schaakversl agen spelden van mr.
Evert Straat, de Joris van den
Bergh van de Nederlandse
schaak journalistiek. Tim Krab
bé heeft voor dit boek zeer veel
literatuur moeten doorwerken.
Hij vertelde me dat hij
nog speelt met de gedachte om
de kleine dertig keer <iat hij, bij
steeds andere auteurs, het begin
van Fischers schaakloopbaan
beschreven vond. op „barbarber"
achtige wijze achter elkaar te
zetten en te publiceren.
Dit is Krabbé's eigen versie:
„Bobby (Robert James) Fischer,
geboren 9 maart 1943 in Chica
go in een arm, intellec
tueel, enigsz' 5 ontredderd
milieu, zoals zoveel grote scha
kers, verhuisd naar Arizona,
maar opgegroeid in Brooklyn
(New York), leerde schaken
toen hij zes was, van zijn zes
jaar oudere zusje Joan. Hun va
der was al in 1945 weggelopen,
him moeder verdiende het
brood als onderwijzeres, later als
gediplomeerd verpleegster. De
kinderen waren daardoor veel
alleen, reden waarom Joan haar
broertje op allerlei manier bezig
probeerde te houden. Met het
schaakspel lukte dat".
Bobby Fischer leerde het spel
dus van zijn zusje. Uit het be
gin van het eerste hoofdstuk
blijkt, dat verhoudingsgewijs
nogal wat wereldkampioenen het
spel van een vrouw hebben ge
leerd, hoewel de vrouwen een on
dergeschikte rol spelen in
het schaken (Fischer heeft een
keer de dameswereldkampioen
Nona Gaprindasjvili uitgedaagd
voor een match van tien par
tijen waarin zij in iedere par
tij een paard voor zou krijgen).
Ik citeer dat begin van hoofd
stuk I:
„Hoeveel honderden men
sen moeten er wel rondlopen die
schaakgrootmeester zouden zijn
als ze het spel ooit hadden ge
leerd? Want één ding is duide
lijk: het belangrijkste mo
ment in de carrière van een
schaakmeester is het moment
waarop hij t spel voor 't eerst
ontmoet. Het schaken heeft tot
op heden, in 1972, tien wereld
kampioenen gekend, die het spel
op de volgende manier geleerd
hebben:
Steinitz: toen hij 12 was. van
een schoolkameraad. Lasker
toen hrj 11 was, van zijn broer.
Capablanca: toen hij 4 was. van
zijn vader. Aljechin: toen hij 7
was, fan zijn moeder. Euwe:
toen hij 4 was, van zijn moe
der. Botwinnik: toen hij 13 was.
van zijn vader. Smyslov: toen
hij 6 was, van zijn vader. Tal:
toen hij 8 was, van een neef.
Petrosjan: toen hij 8 was, van
een vrouwelijke schaakleraar.
Spasski: toen hij 5 was, van ka
meraadjes in een kamp voor ge-
evacueerde kinderen".
Met de aanstaande wereld
kampioen mee, leerden dus 4
van de 11 wereldkampioenen 't
spel van 'n vrouw.
Terecht schrijft Tim Krabbé,
dat er honderden potentiële
schaakgrootmeesters moeten
rondlopen, want blijkbaar moet
je het spel als kind al aange
leerd krijgen om er iets in te
kunnen presteren, en hoeveel
mensen komen nu eigenlijk op
zo jeugdige leeftijd al met scha
ken in aanraking? Zeer weinig.
De sport Journalist Joris van den
Bergh heeft een kwart eeuw of
neg langer geleden, al eens over
dat probleem gefilosofeerd. Ik
herinner me dat nog goed het
was een kranteartikel omdat
het een diepe indruk maakte op
mijn ontvankelijke kinderziel.
Grote sterke bomen van kerels
zijn door een toeval (hun vader
was het ook) kleermaker gewor
den, en kleine schriele mannetjes
werden door een ander toeval
(oom had net een ander ontsla
gen, neef kon invallen) verhui
zer. Zo ook lopen veel sport-
kampioenen hun bestemming
mis, schreef Van den Bergh on
geveer, omdat ze door 'n of an
der toeval net in de verkeerde
sport terecht kwamen. Ze gin-
(gep hockeyen omdat ze op
het gymnasium zaten en werden
een middelmatig hockeyer, ter
wijl zij een Cruijff waren ge
worden als zij vla de HBS in
het voetbal terecht waren geko
men.
Tim Krabbé heeft ook nog uit
gerekend, dat Bobby Fischer de
beste schaker aller tijden is. Hij
definieerde eerst „de beste" als
volgt: hij die gedurende de meest
succesvolle tien jaar van zijn
loopbaan het hoogste percenta
ge heeft gescoord in al zijn toer
nooi- en matchpartijen. Ik citeer
nu even Tim Krabbé: „Ik
heb dat uitgerekend voor de vier
schakers die het vaakst wor
den genoemd als besten aller tij
den: Lasker, Capablanca, Alje
chin en Botwinnik, aange
vuld met Spasski, en omdat die
nu wereldkampioen is, Fischer.
Hun meest succesvolle periode
van tien jaar heb ik zelf op eer
lijke wijze aan proberen te wij
zen. De resultaten zijn als volgt
Lasker: 1896 tot en met 1905
85,5 uit 112 is 76,3 procent: Ca
pablanca: 1921 tot en met 1930
165 uit 236 is 68.9 procent; al
jechin: 1926 tot en met 1935,
271,5 uit 364 is 74,6 procent: Bot
winnik: 1939 tot en met 1948 137
uit 185 is 74,1 procent, Spasski:
1962 tot en met 1971. 373,5 uit
559 is 66,1 procent, Fischer: 1962
tot en met 1971, 264,5 uit 338
is 78,2 procent.
Daarbij moet men niet
vergeten (schrijft Tim Krabbé),
dat voor Fischer, en in mindere
mate ook voor Spasski, het
excuus geldt, dat ik niet 'n he
le loopbaan had om de beste
tien jaar uit te kiezen: bij hen
moest lik gewoon de laatste tien
jaar nemen, terwijl het mogelijk
is dat ze later nog succesvoller
worden. Ook is 't zo, dat Fischer
en Spasski te maken hebben ge
had met de beste tegenstanders:
de vooruitgang in de sport
heeft ook het schaken niet on
aangeroerd gelaten. Als Fischer
dan toch het hoogste percentage
heeft, dan is het duidelijk: hij is
de beste schaker aller tijden".
STOCKHOLM De oprichting van een nieuwe professionele schaatsbond ISSL
(International Speed Skating League) its gedeel telijk te wijten aan de verstarde ideeën
van de president van het Olympisch Comité A very Brundage over de status van de
Amateur. Dit verklaarde gistermiddag tijdens een persconferentie in Stockholm Ard
Schenk.
,,We zijn min of meer gedwongen profs te worden omdat we anders voor een appel
en een ei moeten blijven rijden tot we niets meer kunnen winnen en er dan natuurlijk
geen cent aan hebben overgehouden", aldus de Nederlander.
De ISSL is een door Amerikaanse
ponsors opgezette bond op initiatief
pan. de Zweedse ex -wereldkampioen
schaatsen, Johnny Nilsson. Deze
verklaarde dat dit voor veel schaat
sers enerzijds het einde was van de
amateurcarriëre maar dat er nu als
professional tenminste eerlijk geld
te verdienen viel. Het moffelen met
jjeld onder de tafel is nu hopelijk af
zo zei hij. En bovendien krij
gen we behalve een goed jaarinkomen
alle vormen van verzekering en zelfs
een pensioen.
Wat de premies voor de schaatsen
rijders betreft heeft men in over
eenstemming met de rijders het vol
gende schema ontworpen. Eerste
plaats: f32.500, tweede plaats:
f24.000, derde plaats f13.000, vier
de plaats f 10.000. vijfde plaats f 7.000
sesde plaats f 6.000. zevende plaats
f5.500. achtste plaats f 4.800.
Voor de sprinters is er een apar
te prijslijst. Eerste plaats f24.000,
tweede plaats f 13.000 derde plaats
f 10.000, vierde plaats f 7.000, vijfde
Dlaats f 6.000, zesde plaats f 4.800.
Uitgesloten
Men verwacht niet dat de Inter
Schaatsunie (ISU) de
verder nog accepteert en
zijn ze voorgoed uitgesloten
nationale. Europese en wereld
en de Olympische
Maar men streeft naar open
en is daartoe in
getreden met ijs-
in Nederland, Verenigde Sta
len, Japan, West-Duitsland en Fin-
rnrd. Aangesloten bij de ISSL on-
ier een contract voor drie jaar heb-
)en zich de volgende topkrachten
Seppo Haenningen (Finland) Leo
Linkovesi (Finland), Jan Bols (Ne
derland), Ard Schenk (Nederland),
Eddy Verheyen (Nederland) Kees
Verkerk (Nederland), Per Bjoerang
(Noorwegen), Roar Groenvold (Noor
wegen), Willy Olsen (Noorwe
gen) Bjoern Tveter (Noorwegen),
Hasse Boer j es (Zweden), Goe-
ran Claesson (Zweden), Ove König.
(Zweden), Erhard Keiler (West-
Duitsland)
Hierbij werd meegedeeld dat uit
breiding van de profstal binnenkort
kon worden verwacht. Niemand
van de Nederlandse deelnemers heefL
tevoren contact opgenomen met de
Koninklijke Nederlandse Schaats
bond en ook met de ISU en het In
ternationale Olympisch comité gaat
men nu eerst onderhandelen.
„Nadat met mij contact was ge
zocht heb ik er eerst niet in geloofd",
vertelde Schenk, maar tijdens een
driedaagse bijeenkomst in Londen be
gin juli is het allemaal uit de doe
ken gedaan. Ik ben dan ook blij dat
we nu deze mogelijkheid hebben om
een menswaardig inkomen te ver
dienen. Als coach hebben we Leen
Pfrommer op het oog maar zelfs met
hem hebben we nog niet gesproken.
Het is wel jammer dat hij het nu
zo via de pers moet horen maar
het kon niet anders.
Denkt hij er financieel op vooruit
te gaan? „Nou, de eerste prijs alleen
al is bijna f35.000, dat is meer dan
je anders in een heel seizoen bij el
kaar kunt krijgen. De vooruitgang'
is enorm terwijl Je tooh dezelfde
prestaties levert".
Welke belangstelling verwacht
Schenk nu het nationale karakter
NAARDEN (ANP) Het da
gelijks bestuur van de KNSB zal
zich naar aanleiding van de op
richting van een professionele
schaakbond tot de Internatio
nale Schaats Unie wenden om
gezamenlijk verdere maatregelen
te nemen. Na een vergadering
die gisteravond in Naarden ten
huize van algemeen secretaris
Commello werd gehouden, werd
meegedeeld dat het dagelijks be
stuur de beslissing van de be
trokken rijders diep betreurd
dit houdt namelijk in dat deze
rijders voorgoed uitgesloten zijn
van internationale wedstrijden
en ISU-kampioenschappen.
Ernstige kritiek en geen enkel
begrip ontmoet de procedure, die
de betrokkenen volgden, waarbij
naar het oordeel van het dage
lijks bestuur de belangen van de
bond en van andere schaatsen
rijders onnodig zijn geschaad.
Jhr. mr. W. H. D. Quarles van
Ufford. voorzitter van de Ko
ninklijke Nederlandse Schaat
senrijders Bond. toonde zich
vooralsnog gereserveerd ten op
zichte van de nieuwe beroeps-
rijdersgroep. De organisatie van
de ISU bestaat reeds sinds 1892,
terwijl deze profgroep pas enkele
uren in leven is. Ik geloof dat
er op dit moment weinig aan
leiding is voor de ISU om direc'
de structuur te wijzigen.
Henny Roos, vice-voorzitter
van de Internationale Schaats
Unie (ISU) gaf de pas opge
richte international speedska
ting league weinig kans op be
staansrecht: 'Tk zie niet vee
mogelijkheden", zo verklaarde
hij, "misschien in het begin nog
wel door de nieuwigheid, maar
dat gaat er op den duur wel af".
"Ik ga gewoon door". Dat zei
gisteravond de in Friesland va
kantie houdende nationale
schaatscoach Leen Pfrommer
"Nu Schenk, Verkerk. Bols en
Verheyen uit mijn groep weg
vallen. kunnen andere rijders
kansen krijgen. Nu zijn bij ons
ineens Harm Kuipers en Jappic
van Dijk favoriet. Misschie-
komt Nooitgedacht weer terug.
Internationaal gezien is dan na
tuurlijk de Noor Sten Stensen d
sterkste, terwill ook de Russer
weer kansen krijgen. Neen. ik
ben door deze ontwikkeling ech
niet van plan ermee te stopper
Ik had het veel erger gevonde:
als de profgroep alleen maar uil
Nederlanders had bestaan."
van de kampioenschappen vervalt?
"Ik zie dat wel zitten, en ik ben er
van overtuigd dat je na een jaar of
acht a negen in de amateursport ge
noeg belangstelling kunt krij
gen door de indruk die je maakt en
de status die je hebt opgebouwd
We proberen dan ook in de komen
de samenwerking met de schaats
bonden de zaak zo goed. mogelijk te
doen ontwikkelen. We willen die niet
links laten liggen maar zullen pro
beren het gezamenlijk uit te wer
ken. Een boycot door de ISSL heeft
vrijwel geen zin, want de wedstrij
den kunnen toch doorgaan".
"We hebben nu al drie toernooi
en gepland en onder contract. Een
in Nederland, begin volgend jaar,
een ln het Herculesstadion in Skiën
in Noorwegen op 20 en 21 januari
1973 en in het nieuwe Ullevistadion
in Gothenburg in Zweden op 10 en
11 februari. Ik kan me niet voor
stellen dat de mensen nu bij
drommen een ander stadion binnen
lopen. nu we allemaal weg zijn. Een
zeker chauvinisme kan gerust blij
ven bestaan, want we zijn nog altijd
een groep van vier Nederlanders die
de besten ziin en het nationale ka
rakter kunnen vertegenwoordigen.
We proberen dan ook onze eigen
coach en dokter te krijgen".
Sponsors
Wie zijn er nu eigenlijk de spon
sors achter deze bond? „Er is een
aantal in sportevenementen geïnte
resseerde Amerikanen die hierin
hebben geïnvesteerd en daar wil ik
me verder liever niet over uitlaten.
Ik kan wel zeggen dat het geld af
komstig is of tenminste wordt gedis
tribueerd door een firma in Atlanta
die Moore Ventures heet".
De winst die gemaakt kan wor
den door met reclame te gaan rij
den, in wiens zajk komt die terecht?
„Dat is een percentagever deling. De
ISSL onderhandelt en daarna krij
gen wij het grootste gedeelte van
het geld. Met welke reclame wordt
gereden, is een zaak van onderhan
deling Daarover moeten trouwens
nog afrondende gesprekken plaats
vinden. Maar uit eigen ervaring
weet ik, gezien de aanbiedingen die
ik in hét verleden heb gehad, dat er
Avery Brundage
grote belangstelling voor is". Tot
zover Schenk, die in tegenstelling
tot zijn vader zegt wel brood ie zien
in deze professionele bond.
Waar de profs gaan trainen is uit
de doeken gedaan door Tom Lin
den, een van de oprichters van de
ze bond „Omdat het allemaal zo
geheim moest worden gehouden,
hebben we tot dusverre weinig
kunnen doen", zo zei hij ..maar we
hebben een mogelijkheid in de
stad Skoevde in Zweden waar een
privépiste beschikbaar is. Een beet
je te klein misschien maar die ver
groten we wel en elders onderhan
delen we ook al".
In Stockholm werd voorts meege
deeld, dat elk nieuw wereldrecord
de titelhouder rond f 17.500 zal op
leveren. Gereden zal worden volgens
de gebruikelijke ISU-reglemen-
ten uitgezonderd de startvoorschrif-
ten. Men gaat gebruik maken van
foto-elektrische cellen om nauwkeu
rig te kunnen bepalen wie zich eige
naar van enkele tienduizenden in
premie kan noemen. Over doping is
ook gesproken. De professionals zul
len elke dag voorafgaande aan een
serie wedstrijden door een arts wor
den onderzocht. Van alle deelnemers
worden na de wedstrijd urineproe-
ven genomen, zo verzekert men.
CHICAGO (ANPi De Ameri
kaanse zwemmer Kurt Krumphoh
heeft gisteren tijdens de Olympische
selectiewedstrijden van de Verenig
de Staten in Chicago het wereld
record op -de 400 meter Vrije slag
verbeterd en gebracht op 4 minuten
0.1 seconden. Het oude record stond
sinds februari 1972 op naam van
de Australiër Brad Cooper met 4.01.7.
Mark Spitz verbeterde op de 100 m
vlinderslag zijn eigen wereldrecord
van 55.0 tot 54.7. De officiële tijd
van Spitz, die zijn derde wereld
record in enkele dagen zwom. was
54.68 sec., doch dit wordt naar boven
afgerond.
De volkomen onbekende Kurt
Krunupholz heeft op de derde dag
van de Amerikaanse Olympische
I selectiewedstrijden in Chicago in de
series vain de 40u meter vrije slag
bijna de magische vier minuten-
barrière aeslecht. De 18-jarige stu
dent uit Caiifornië, die alleen in de
zomer het zwemmen voorrang geeft
1 op waterpolo zijn favoriete sport
kwam in ae vierde reeks tot een
tiW van 4.00.11, waarmee hij het
wereldrecord van de Australiër Brad
Cooper (4.01.7) ruim verbeterde
John Kinsella. ae wereldrecord -
I houder op de 1500 meter vrije slag
I deed in de vijfde serie een wilde
Amerikaan wint weer
REYKJAVIK De tiende matchpartij FischerSpasski om
het wereldkampioenschap schaken is door uitdager Fischer
gewonnen. In de tweede zitting gaf titelhouder Spasski na
56 zetten op. Fischer leidt nu met 3>/$. Morgen heeft
Spasski wit in de elfde ontmoeting.
Donderdag werd reeds duidelijk,
dat Fischer een eindspelvoordeel had
verworven. In hoeverre dat plus zou
kunnen worden uitgebouwd tot winst
diende natuurlijk te worden afge
wacht.
Na vrijwel de gehele nacht met se
condant Lombardy te hebben geana
lyseerd, toonde Fischer zich uiter
mate tevreden, Spasski had zich met
Geiler opgesloten, die als bekwaam
analyticus geldt. Het ging er voor de
witspeler om een sluitende winstweg
te vinden, voor zwart om indien
godin Caissa het in de stand had
verborgen de remise-ontsnapping
op te sporen.
Wel, er bleek een razend knappe
methodische winst voor handen,
Fischer heeft die perfect uitge
speeld, zoals hij trouwens ook het
eerste deel van de partij indrukwek
kend slag heeft geleverd. Want in dit
duel had hij (nu eens) niet met een
mat agerende Spasski te doen, doch
met een titelhouder, die met inzet
van alle krachten poogde het initia
tief aan zich te trekken. De party als
geheel kan men tot de beste van de
tweekamp rekenen.
Het is niet waarschijnlijk dat
Spasski de opgelopen achterstand
van 3 punten nog zal kunnen inha
len. Tegen een grootmeester van we
reldklasse als Fischer die boven
dien een grootse vorm toont moet
j dit uitgesloten worden geacht. Mor
gen zal men kunnen vaststellen of
Spasski door vechtschaak nog zal
pogen ijzer met handen te breken,
dan wel op rustige remises zal koer
sen.
Analyse
De 41e zet van de tiende partij
FischerSpasski was:
KF3e2
Deze zet werd door alle experts in
poging de verrichting van Krump
holz nog te overtreffen, doch hij
verkrampte na een onwaarschijnlijk
'snelle start (56.7 —1.57.6) wel, tikte
na 300 m nog aan in 2.59.3 maar ver-
j loor in de slotfase te veel. Zijn elnd-
I tyd was 4.01.3.
I Voor de finale 400 meter vrije slag
heren hebben zich geplaatst: Krump
I holz 4.01,1, Kinsella 4.01,3, Dentcr
4.01,9, McBreen 4.02,1 Demont 4.02,2,
Northmay 4.04,2, Favero 4.04,8. Bur-
I ton 4.06,0.
Reykjavik verwacht. De zwarte toren
wordt nu sterk in zijn bewegingsvrij
heid beknot.
41 Tdld5.
42. f2—f4 97—g6.
Wit heeft belang bij het veroveren
van ruimte op de koningsvleugel.
43. g3g4 h5xg4,
44. h3xg4 g6g5.
Geen prettig besluit, maar wat an
ders? Er dreigde 45. Tb7-f, onver
schillig 46. Td7, b3, 47. Tb7. Indien
44. Lf8 dan 45. Tb7. Kf6, 46.
g5+Kf5, 47. Ke3, enz. na 44.
Lc7, 45. Tb7, Td7 komt 46. Kf3, en
wit heeft enorm overwicht.
45. f4—f5
Minder duidelijk was 45. Fg5.\ we
gens bijvoorbeeld 45Le5 46.
g6 Kgl 47. g5, b3 48. Th4, b2 en de
winst is heel wat moeilijker te berei
ken dan in de partij, waar nu een
waarlijk diabolisch logisch slotspel
ter tafel komt.
45Ld 6eö.
Natuurlijk mag zwart het binnenval
len van beide torens niet toelaten.
Het aantal matwendingen Is dan niet
van de lucht.
46. Tb6 b5'. KH—f6.
Indien 46. Lc3 (46 Ld4
47. Kd3/.) 47. Tb7 - Kf8.
48. Te6. Te5
49. Kd3/., Te6: 50. Fe6:, Ke8 51. Kc4
enz.
47. Te4xb4 Le5—d4.
Zijn laatste hoop: ruimte voor de
koning, die eventueel de vrijpion kan
ondersteunen. Deze motieven blijken
maar mager aan de oppervlakte te
komen.
48. Tb5b6+ Kf6e5.
49. Ke2—f3
dreigt mat door 50. Te6,
49. Td5—d8,
50. Tb6b8, Td8—d7.
Torenruil betekent eenvoudig winst
voor wit
51. Td4b7 Td7d6,
zwart moet zelf de ontsnappingsweg
sluiten
52. Tb7b6 Td6—d7.
wit heeft nu met tempowinst zijn
volgende zet bewerkstelligd
53. Tb6g6 Ke5d5.
Omdat wit de 6de lijn heeft veroverd
gaat 53c4 niet wegens 54.
Tb5+, Td5 55. Te6. mat.
54. Tg6xg5 Ld4e5,
55. f5—f6 KD5—d4.
56. Tb8bl/
Zwart geeft het op.
NJOG
<500
Meisz..