Sleutelpositie van "shop stewards 1^1 het toerisme 3panje offert natuur voor Kritische kanttekeningen bij openbaar vervoer Bij de Engelse stakingen gaat het niet om de wet maar om de macht $0 'Joto de Donana loopt ernstig gevaar st besluit van de vijf rechters van het Britse Hogerhuis de vakbonden direct verantwoordelijk te stellen voor daden van hun leden, en met name van hun „shop ste rcis", kwam in Engeland als een donderslag bij een wei aar niet meer al te heldere hemel- Het is eeh enorme gslag voor de regering-Heath in haar streven om het trouwen van de vakbondswereld voor zich te winnen om een eind te maken aan de gevaarlijke spiraal van ien en prijzen. is namelijk op de hoogte de rol en van het gezag van de tewa/rds", de ongekroonde londskoniingen in het bedrijf zijn aangesteld. Vooral in irivé-in-dustrie zijn zij de onver - elijke bemiddelaars tussen ers eii wergevers bij het rhandelen over en het afsluiten arbeidscontracten. De shop ards zijn goed voor alle proble- in hun bedrijf en ze weten dat macht bestaat bij de gratie de onmacht van de hoogste londsleiiding om invloed op hun agingen uit te oefnen. het vliegveld Heathrow bijvoor- onderhandelen de shop ste- Is, die officieel deel uitmaken der grootste vakbonden in ipa, de Algemene Transportar ts bond, zelfstandig tussen de tvaartmaatschappij en het per- Zij hebben altijd de na- disatie van de BEA en de weten tegen te houden en Grote rol Op het ogenblik zijn er zo'n 200.000 shop stewards in Groot-Brittannië. Hun historie gaat terug tot de wieg van de industriële revolutie. Vooral in de afgelopen jaren 1950 en 1960, toen er plotseling een grote be stond, en zowel werknemers als werkgevers snel tot overeenstemming wensten te komen, speelden de shop stewards een overheersende rol. De vakbonden hebben al herhaalde pogingen ondernomen om him shop stewards lin het gareel te krijgen, maar zonder succes. Met name Jack Jones, de sterke man van de alge mene Transportarbeidersbond, heeft zijn streven met weinig succes be kroond gezien. Het waren immers zijn shop stewards die iin de gevan genis van Pentonville verdwenen, zonder dat hij hen had kunnen (of nog steeds even heftig tegen wie de „baas" is als hij dat in het begin van de vorige eeuw al was. Do overkoepende vakcentrale, de TUC, is voor de gewone man een even abstract begrip en evenzeer een „baas" als welke regering dan ook. Maar hetzelfde geldt nog voor de vakbanden. Zelfs van de vakbonden moet de arbeider het niet zo heb ben. Hij houdt het bij de man, die ze kennen in hun eigen omgeving en dat is de shop steward. De bekende Britse auteur Anthor Sampson noemt dit verschijnsel in zjjn boek „the new Anatomy of Britain", de wijd om zich heengrij- pende erosie van het centrale gezag en de wens van alle werkers van alle rangen en standen om hun wensen op de plaats zelf in vervul ling te zien gaan. Sampson haalt Labour-afgevaardigde mevrouw Barbara Castle aan, die enige Jaren geleden eens min of meer wanhopig uitriep: „De democratie breekt naar alle kanten uit". Het was dezelfde mevrouw Castle en de toenmalige premier Wilson die de eerste pogingen deden om een wet op de Industriële relaties te ontwerpen met de bedoeling aan een dreigende anarchie in de arbei- dersverhou dingen een halt toe te roepen. Harold Wilson en zijn rege ring werden echter door de vakbon den zo lang op deze pogingen aan gevallen, dat ze hun plannen sma delijk moesten opgeven. Zowel Bar bara Castle als Harold Wilson draaiden toen als een blad aan de boom om. De hen opvolgende con servatieve regering-Heath, die kans willen) overtuigen dat ze met ille- i Dit kost zijn bond nu 475.000 gul- I vloeit voort uit een verschijnsel dat I zag de wet enigszins veranderd gaal tegenhouden van de container- den. typerend is. voor de chaotische Brit- wel door het parlement te krij- vracMwagens dienden op te houden. I De macht van de shop stewards I se vakbonds wereld. De arbeider is I gen, krijgt er nu op haar beurt van Dit zijn de vijf vertrouwensmannen vm de Britse havenarbeiders, die dezer dagen na tussen komst van de landsadvocaat werden ontslagen, waarin zij opgesloten waren wegens overtre ding van de wet op de industriële betrekkingen. Het gaat echter niet nom deze wet, maar om de macht, zoals Lord Denning heeft verklaard (zie bijgaand cvrtikél). Labour-leider Wilson ongenadig van langs. Leedvermaak De gevaarlijke positie waarin he* kabinet-Heath zich nu bevindt, wordt door Wilson en zijn aanhang niet zonder leedvermaak, althans met veel mondeling leedvermaak ga degeslagen. Voor Wilson geldt ech ter evenzeer de opmerking van Lord Denning die in maart vorig Jaar met betrekking tot de wet op de industriële relaties zeer verduidelij kend zei: „Het gaat helemaal niet de wet, het gaat om de macht". De vakbonden zullen zich voor de onmogelijkheid geplaatst Zien de shop stewards naar hun hand te zetten, ondanks de uitspraak van het Hogerhuis. En iedere keer als een shop steward de door hem niet-erkende wet op de industriële relaties negeert, moet de bond de boete betalen. Hoe don in de prak tijk moet aflopen, kan op de dag dat de rechters hun beslissing heb ben genomen, nog door niemand worden voorspeld. ADVERTENTIE 3 SATERDAG 29 JULI 1972 de Kommissie be- rdering openbaar vervoer westen lands, waarvan de conclusies zijn mengevat in het rapport „Motiva- onderzoek vervoersgewoonten", t in het blad Intermediair, in artikel door drs. K. Mulder, ge- d tot de verzuchting „Bevorderen het openbaar vervoer, waar we dat eigenlijk voor?" Een t onderzoek van de Kommissie hp- vr&.a.cr hh*» j,_, vraag die wordt opgeroepen door conclusies uit het rapport, dat niet te koop is en alleen bij het minis terie van Verkeer en Waterstaat ge leend kan worden. Het intermediair-artikel wil proberen de lacune in de berichtge ving over openbaar vervoer op te vullen en is ook bedoeld als een bijdrage tot een genuanceerder oor CONTESSA/fijn datje d'r bent deelsvorming, een ietwat pikante toevoeging bij een rapport dat is opgesteld' door een commissie die zich bezighoudt met de bevordering van het openbaar vervoer. Eerste conclusie„Bij de keuze tus sen de auto en het openbaar ver voer spelen heel wat meer factoren mee dan de reistijd alleen. Die an dere, meest psychologische, factoren werken zo sterk in het voordeel van de auto, dat zelfs wanneer de reis tijd per openbaar vervoer gelijk aan of korter dan die per auto zou wor den, er geen massale overschakeling van de auto naar het openbaar ver voer zou plaatsvinden". In de binnensteden van Amsterdam, Rotterdam en Den Haag werken respectievelijk 124.000, 79.000 en 80.000 personen: ongeveer 6 procent van de totale beroepsbevolking in ons land en plus minus 28 procent van de beroepsbevolking in de drie agglomeraties. Hegeen betekent dat de verhouding tussen de hoeveelhe den niet en wel centrum-gericht woonwerkverkeer ongeveer 3 1 is. Het niet - centrum - g erichte verkeer is in vele gevallen moeilijk te ver zorgen met openbaar vervoer en de in liet centrum werkende lieden willen meestal hun auto bij de hand houden voor bezoek van klan ten en relaties. In „vrijheid van beweging" zal het openbaar vervoer slechts zelden kunnen concurreren met de eigen auto. Tweede conclusie: Een zeer effectief middel om het autogebruik in het woon-werk-verkeer te beperken is het opheffen van de parkeermoge- lijfcheden bij de werkadressen. Daarmee kan een meerderheid van de betrokken automobilisten worden gedwongen gebruik te maken van bromfiets. Verbetering v het openbaar de kwaliteit van is vergeleken daarbij maar een zwak middel. Daarom zou de overheid moeten be ginnen het langparkeren in de bin nensteden zoveel als maar enigszins wenselijk en mogelijk is te beper ken. De uiterst kostbare ver betering van de kwaliteit van het dergeschikt moeten worden ge maakt". In het rapport is een tabel opgeno men over de vraag wat automobilis ten denken te zullen doen als de parkeermoeilijkheden in de binnen stad zo groot zouden worden dat ze niet meer met de auto naar hun werk zouden kunnen komen. Zes procent van de ondervraagden pakt het drastisch aan: ze zouden trachten elders werk te vinden. Twee procent blijft het toch probe ren en vier procent heeft geen idee. Van de overblijvende 88 procent zal veertig procent dan voor het open baar vervoer kiezen en 18 en 9 uro- cent voor respectievelijk de fiets en de brommer. Elf procent voelt dan wel voor die combinatie auto en openbaar vervoer en 7 procent denkt alleen het laatste stuk per fiets af te leggen. Waaruit blijkt dat zelfs in het extreme geval als In de vraag gesteld, slechts iets meer dan d'e helft naar het open baar vervoer kan worden overgehe veld. Tendens Derde conclusie: „Er bestaat bij de huisvrouwen een duidelijke tendens om als de parkeermoeilijkheden te groot worden het stadscentrum voor het doen van inkopen te ver mijden en zich te richten op win kelcentra buiten de binnenstad. Wie het stadscentrum in dit opzicht le vend wil houden zal er dus voor moeten zorgen dat het per auto be reikbaar is en dat er gelegenheid is voor kort parkeren'". Niet minder dan 34 procent van de vrouwen zou bij een verstopte bin- zenstad kiezen voor winkelen el ders, Slechts weinig minder dan het aantal vrouwen (38 procent) dat over denkt te stappen naar het openbaar vervoer. Vierde conclusie: Er zijn duidelijke aanwijzingen dat de reduktie van het personenauto-vervoer in het al gemeen, dat via kwaliteitsverbete ring van het openbaar reikt kan worden, kwantitatief ge ring is. Dat geldt vooral omdat het volgens een vast patroon verlopende woon- werk-verkeer het openbaar vervoer een betere concurrentiepositie biedt dan het ongeregelder zakelijk ver keer, het familiebezoek en recratie- en vakantietochtjes Uit het CGS- rapport „Het bezit en gebruik van personenauto's in 1967" blijkt dat het woon-werk-verkeer echter slechts ongeveer eenzesde deel uit maakt van het totale personenauto verkeer in ons land. Een nauwkeurige berekening leert dat uit de ondervragingen en on derzoekingen blijkt dat men tot een reductie van het spitsuur kan ko men van ongeveer vier procent, een illustratie van het geringe effect dat kwaliteitsverbetering van het openbaar vervoer op het autover keer zal hebben. Bovendien, zo wordt in het artikel van drs. K. Mulder gezegd, kunnen we er zeker van zijn dat door de kwaliteitsverbetering van het open baar vervoer de toch al reusachtige exploitatie-tekorten in snel tempo zullen toenemen zonder dat daar een duidelijke verlichting van de verkeers-problemen tegenover staan. Coto de Donana, de grootste lbroedplaats van Europa en gebied waar ook nog de ir verdwenen Spaanse ge- te lynxen en beren en herten iet wild leven, wordt ernstig ëigd. Door de mensen na- lijk. rukken op met cementmolens, itauto's en pneumatische ha- want er moeten meer hotels en n komen voor de toeristen in moerasachtige gebied aan de use Middellandse Zeekust, en verdienen gaat voor alles. verschijnen enorme flatgebou- op de weg die de vogels plegen sihen op hun tocht naar Afrika erug. Insecticiden vergiftigen de ren. Bergen vuilnis en afval langs wegen en hekken, bouwplan voor 30 hotels, 5000 i en 70.000 inwoners dreigt water weg te zuigen uit het asland waar de vogelliefhebbers eens een Spaanse keizers- kunnen zien, als zij veel ge- lebben. ssel Train, het hoofd van pre- its Nixons raad voor het milieu- is ervan overtuigd dat de zullen verdwijnen. Hij vond Qto de Donana na een bezoek „zonder twijfel 's werelds belang rijkste natuurreservaat". De secretaris-generaal van het Spaanse genootschap voor natuur bescherming, Gustavo Barbat Gili, koestert evenmin nog veel hoop. „Ik geloof wel dat we over 10 jaar van de Cota de Donana zullen zeggen dat het niet had moeten gebeuren, maar de mentaliteit van dit land is dusdanig dat er niets zal worden gedaan om het toerisme te keren", is zijn oordeel. Want het toerisme is de grootste Spaanse bron van inkomsten. Prins Bernhard, voorzitter van het World Wildlife Fund, zei, toen hü in de Coto een research-centrum opende, dat het gebied een „Mekka voor de wetenschap" was. In de jaren '60 was hij erin geslaagd een stuk van 71 hectaren te doen bestemmen als reservaat, en hij dacht toen dat de Coto wel gered zou worden. Maar hij wist toen waarschijnlijk niet af van het plan een groot- stuk van de Coto af te snijden v' n de zee. of van de nieuwe verkeersweg die men wilde aanleggen naar Se- villu met als bedoeling dat men daar per vliegtuig dan nog sneller uit Londen, Stockholm, Frankfort en Rome kan komen aanvliegen. De Britse vogelkenner Guy Mount- fort heeft zeer veel kritiek op de menselijke invasie van het natuurge bied. „Een paar jaar geleden waren er in de Coto nog zes keizersade- laars, nu nog maar drie. De roer dompen zijn helemaal verdwenen. Er waren 1000 witte ooievaars, nu wel licht nog een stuk of 10. De herten en beren die buiten de hekken ko men worden door jagers afgemaakt". Gustavo Barbat Gili is van oordeel dat de nieuwe bouwprojecten het water zullen onttrekken aan de delta van de rivier de Guadal-quivir, „en dat betekent het einde van het moe- rasland". Het bouwproject omvat de stichting van drie steden. Halverweg tussen Cadiz en Heulva aan de zuidkust gelegen vormden destijds stukken prachtig strand deel van de Coto. Toen kwam er geen mens, men kon er niet bij. Maar toen het toerisme werkelijk begon los te barsten 10 jaar geleden kwam er al gauw een autcweg dwars door de Coto he»*n die le'dde van de kust naar de 'st'ld Torre de I Higuen Het World Wildlife Fund dat voelde dat er iets mis zou gaan kocht het stuk natuurreservaat, maar kon het geld nodig voor de aankoop van een stuk strand van acht kilometer lang niet opbrengen. Dit strand was het domein van landeigenaren en speculanten en de prijs ervan is nu tot duizelingwek kende hoogte gestegen. Op 24 juli 1969 was het strand op bevel van generaal Franco verklaard tot „centrum van nationaal-toeris- tisch belang". Drie maanden later verklaarde de regering een groot gedeelte van de Coto tot nationaal park, maar, zeg gen de natuurbeschermers, toen was het kwaad al geschied. Het bouwen gaat voort en niemand gelooft nog dat het plan ter bescher ming van het kustgedeelte van de Coto nog enig succes zal hebben. Het stuk kust dat vrije toegang geeft tot de Coto is slechts drie ki lometer lang, deelde Russell Train een krant in Madrid mee. „Er staat al een stél wolkenkrabbers dat me aan Miami Biach doet denken. Het is jammerlijk. De watervoorra den van de Coto zullen er recht streeks door worden aangetast en weggezogen". Na zijn gesprek met Spaanse auto riteiten kreeg de Amerikaan volgens eigen zeggen deze reactie te horen: „Wat is belangrijker het toerisme, de economische ontwikkeling, de verbindingen en de landbouw of een stel vogels?"

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1972 | | pagina 7