DUDE STIJL JAZZ
S SPRINGLEVEND
the hottest place in the South" werd bewezen:
nacht achter de muziek de straat op
"indermatinee werd
üen daverend succes
RTAG 27 MEI 1972
Het optreden van the Savoy
Jazzmen in de Grote Kerk hield
de meeste bezoekers langer in dit
gebouio dan misschien de bedoe
ling was. Zoals op bovenstaande
tekening te zien valtheerste er
een reusachtige activiteit.
Op de foto's links een student
uit Rijen, die één van de vele ge
lukkigen was die op de Roaring
Twenties beurs een unieke gram
mofoonplaat aan zijn verzame
ling kon toevoegen. Helemaal on
deraan de pagina het straator
kest "Ochtendchloor"dat zo'n
belangrijk aandeel had in het
welslagen van de "buitengebeu-
Door
Pieter Taf fijn
Tekening
Joop Walenkamp
In dat gebouwtje „where it all
started" was plaats ingeruimd
voor The Original Victoria Band uit
Breda, onder leiding van Bert Brou
wers. Deze band is zeker een paar
extra regels waard: het is het oudste
nog bestaande jazzorkest van Neder
land, met als oprichtingsjaar 1924.
Bert Brouwers heeft zich ontwikkeld
tot een bijzonder goed arrangeur en
het zijn deze arrangementen die de
negenmansformatie hebben gemaakt
tot een zeer gewaardeerde gast in
de RTCB.
Naast dit spirituele vermaak was
er dan ook nog een informatief con
cert, verzorgd door de Johnny Do
ver Big Band uit België. Toegelicht
door de Belgische jazzkenner en
commentator Juul Antonissen werd
het gehele scala van de jazzmuziek
ten gehore gebracht, van ragtime
via oude styi tot en met hard bob.
Dit orkest bestaat uit beroepsmusici,
die normaal spelen in orkesten als
die van Francis Bay, Catharina Va-
lente en het Belgisch Omroep Or
kest.
XERKCONCERT
Op zondag was er zoals dat
hoort een kerkdienst, een oecu
menische, georganiseerd door de In
terkerkelijke Jeugdraad van Breda.
Hoewel oorspronkelijk bedoeld als
ondersteuning van deze dienst, wer
den The Savoy Jazzmen (onder lei
ding van Kees Princen) tot het hoog
tepunt. Zij werden dat al door de be
geleiding van het jeugdkoor Col
legium Musicum Juniorum onder lei
ding van Jan de Breet (dat Neder
landse bewerkingen zong van liede
ren als ..Joshua fit the battle of Je
richo" en „When the saints go mar
ching in") en meer nog in de uit
voeringen van werken van Beetho
ven, Bach en Albinoni.
Maar de climax kwam pas aan
het eind ook al zoals dat hoort.
Na de afsluiting van de dienst speel
den de musici nog één nummer,
maar dat viel zo in de smaak dat
niemand de kerk wenste te verlaten.
De kerkgangers verdrongen
rond The Savoy Jazzmen en klapten
en deinden mee dat het een lieve
lust was. Dat ene nummertjes was
dan ook niet genoeg: er kwamen er
nog twee achter die met donderend
applaus werden beloond. Geluiden,
die het eeuwenoude kerkgebouw mis
schien wel enige hartkloppingen be
zorgden, maar in dit verband zeker
niet als profaan konden worden ge
kenschetst.
Jammer was het wel, dat het the
ma van de dienst niet beter was aan
gepast aan het hele festival. „De
sleutelfiguur" van Herman Verbeek
(handelend over iemand die alleen
maar tijd heeft voor zaken en an
der werk) is dan wel erg mooi, maar
ongetwijfeld zouden de verzamelde
mensen meer aandacht hebben ge
had voor een meer „jazzy" onder-
MAX COLLIE
En als afsluiting van het feest was
er dan de finale van het dixieland-
concours. Daarbij kwamen er veel
vrolijke klanken van het podium op
nieuw in de café-sfeer. De honder
den bezoekers waren weer „in" en
toonden hun waardering door
applaus voor iedereen die soleerde
ook al was het dan maar voor
twintig seconden. Maar waar ieder
een op wachtte was natuurlijk Max-
Collie and his Rhytm Aces. In het
programmaboekje stond hierover
vermeld: „Dit orkest, onder bezie
lende leiding van de Australiër Max
Collie, mag wel warden beschouwd
als het beste oude stijl orkest van
Engeland. Dit is werkelijk een or
kest waarin geen zwakke punten val
len te ontdekken." Dat was ook niet
teveel gezegd. Collie en zijn vijf se
condanten zorgden voor een briljan
te show. waarbij niemand stil kon
blijven zitten.
Dat betekende: staan. Gewoon op
de grond, of op een stoel en zelfs de
tafels werden beklommen om maar
niets te missen van dit muzikale ge
weld. Collie maakte direct gebruik
van de sfeer door een groot aantal
platen te verkopen en liet een brief
je ronddelen, waarop de vermelding!
beschikbaar voor bruiloften, scheidin
gen, verjaardagen, begrafenissen en
bals Als waarschuwing volgde er
dan ook nog dat de band geen en
kele verantwoordelijkheid kon aan
vaarden voor geboortes of overlijden
als gevolg van de opwinding door de
muziek. Zo ver kwam het niet, maar
de nodige opwinding was er wel. Met
beh' 'p van Ochtendchloor wist men
tenslotte toch de vele bezoekers de
Graanbeurs uit te krijgen.
Dat betekende dat de „Stichting
tot bevordering van oude stijl jazz
festival^" de zaken kon gaan afwik
kelen. De timmeraars. briefschrij
vers. stiekerplakkcrs. schilders,
plannenmakers, drukkers, persers
spelers, spoolers, cententellers en
verdere medewerkers kunnen het
even rustig aan doen. En dan weer
aan het werk voor het derde festD
val
ik misschien nog wel
Heest van heb genoten ge-
de de vier dagen oude
istival was de kindermati-
hHeerliJke toestand, die na-
Ijk niet strak in de hand
worden gehouden. En met
iren bezig willen zijn be
lt immers dat je daarvoor
3 olfte hebt, dat er eens wat an-
kan lopen dan was 't oor-
:elijk de bedoeling was.
Ziek in het
expressie, die
kinderen erg aanspreekt,
de Jazzmuziek heeft daar-
i nog meer voordelen. De
i ritmiek en het verrassend
ik van syncopen wekt op
meedoen, tot meebewegen,
jielf muziek maken. En dat
allemaal De kinderen
en instrumentje n
wat dat dan ook
Dat betekende, dat de ritme
sectie van de Original Dixieland
Heebie Jeebie Jassband met en
kele tientallen leden was uitge-
hreid. Want het waren vooral
natuurlijk allerlei slaginstru
menten en trommels die door de
Jeugd (tot twaalf Jaar) waren
meegebracht.
Door de leiding van „tante"
Erna Vijsma en „oom" Jacques
Kriens ging het er reuze
enthousiast aan toe. De kinde
ren mochten zelfs op een grote
toeter blazen of op een echt
drumstel slaan. Wat is heerlij
ker dan dat? Bijzonder leuk was
het ook, toen er een mini-band
je opdraafde. Met als bezetting,
trompet, klarinet en kleppers.
En natuurlijk stonden de
„Saints" op het repertoire. Erg
gezellig en niet onmuzikaal
ook, al waren het dan lagere
school-leerlingen
dio-producer van de TROS. Hij was
er niet toevallig als liefhebber van
jazz-muziek, maar ook om er voor
zijn omroep opnamen te maken. Aan
het Bredase festival zal door
de TROS op vier zaterdagen in Juni
aandacht worden geschonken.
Daalhuisen is een man die van
„herkenbare" muziek houdt. „Die
progressieven liggen mij niet zo"
meent hij. „Ik vind het maar piep-
muziek, jazz zoals hier gespeeld is
heerlijke amusementsmuziek. Boven
dien is er een geweldige markt voor.
Kijk maar naar dit gebeuren, let op
het succes van de platenmaatschap
pijen die oude opnamen herper-en en
dan moet je ook eens weten hoeveel
post ik krijg naar aanleiding van
mijn programma Jazz-sir".
De jonge radio-omroep kreeg in
ieder geval genoeg mogelijkheden
materiaal te verzamelen. Overal zag
men dan ook ijverige mensen rond
stappen met grote recorders op de
rug en microfoons in de hand. On
getwijfeld zullen er leuke program
ma's uit rollen, maar het zal moei
lijk, heel moeilijk zijn de reusach
tige sfeer die er tijdens alle gebeur
tenissen heerste over te brengen.
DUBBELDEKSBUSSEN
Dat Nederland niet alleen wordt bevolkt door modernisten, maar dat ook „Dixieland" nog zeer geliefd is,
ijk bewezen op het tweede internationale oude stijl jazz-festival in Breda. Gedurende vier dagen waren er
[elijkert°nckr<^en mensen op de been voor het op de voet volgen van de diverse evenementen.
dar varen: een kroegentocht, maar ook een concert met Daniël Wayenberg; een kindermatinee, maar ook een
Klapstuk was ongetwijfeld het bijna negen uur durende nachtconcert op zaterdagavond en in de vroege zon-
In het Turfschip moest ijlings worden verhuisd naar de grootste zaal, die snel volliep. Zo vol, dat de brand
ed gegeven moment de kaartverkoop verbood. In de zaal hadden zich toen al zo'n dertienhonderd mensen ver
uit vier landen zorgden voor een sprankelende muzikale show, met als onbetwist hoogtepunt de 72-jarige
Nicholas uit New Orleans. Hij toonde bepaald nog geen museumstuk te zijn, zijn inspirerende werking
our City Seven plus One naar ongekende hoogte. Het werd een jam-session van grote kwaliteit, die voor dol
zorgde.
Na een streetparade werd de top
per van het afgelopen jaar. de kroe
gentocht, herhaald. Ditmaal was het
aantal deelnemende cafés van zeven
op elf gebracht terwijl er twee dub
beldeksbussen nodig waren om de
liefhebbers van kroeg naar kroeg te
vervoeren. In de verschillende eta
blissementen traden bands op uit
Haarlem, Helmond, Tilburg, Gorin-
chem, Rotterdam, Dendermonde,
Amsterdam en Breda zelf natuurlijk
Breda, dat over een groot aantal or
kesten beschikt, vooral door de
voortdurende inspiratie van The
Roaring Twenties Club Breda, met
een eigen gebouwtje op de Ginne-
kenmarkt.
den van gastsolist Albert Nicholas
het podium te beklimmen. Maar de
Polen (die ook al door Finland, Bul
garije en Duitsland toerden) sloegen
zich er met verve doorheen. Men
haakte in op de sfeer die was opge
roepen en bracht jazz met een af
wijkende en toch vertrouwde klank.
TURFSCHIP
Wie kent niet het verhaal van de
inname van Breda door soldaten, die
verborgen zaten in een turfschip.
Dezelfde tactiek werd ook nu toege
past, alleen bleken de „soldaten" de
musici van het Bredase jazz-straat-
orkest „Ochtendchloor" te zijn. Zij
hadden hun plaiv.ien ook wat eerder
bekend gemaakt dan hun voorgan
gers tijdens de Tachtigjarig Oorlog,
zodat wethouder Mans ze kon op
wachten. Nadat de aanval door de
in oude KMA-tunieken gestoken mu
sici succesvol was verlopen, ver
klaarde hij het festival voor geopend.
Een festival, dat Breda vier dagen
in de greep hield. Begeleid door en
kele honderden mensen wandelde het
straatorkest al spelend naar het
Turfschip.
Ochtendchloor heeft een nog jonge
geschiedenis. Tijdens het eerste fes
tival, dat verleden jaar in Breda
werd gehouden, was het straatorkest
van Mike Casimir uit Engeland een
topper. Natuurlijk moest er in Bre
da toen ook zo'n band komen en bin
nen enkele weken had men de men
sen bij elkaar. In zijn korte bestaan
van acht maanden heeft het orkest
al een aardige reputatie opgebouwd
als versierder van straatgebeurens.
Dat die reputatie er niets voor niets
is gekomen werd ook nu duidelijk
aangetoond.
BEURS
In het Turfschip was een Roaring
Twenties beurs georganiseerd, waar
men tal van historische platen kon
kopen. Maar ook nieuwe, evenals
boeken en tijdschriften. Vooral werd
die eerste middag echter gebruikt
om in de sfeer te komen, wat vlot
verliep dankzij de optredens van de
vele huisorkesten. Opvallend was
toen al het grote aantal mensen, dat
de kinderen had meegenomen. Kin
deren, die zich uitstekend vermaak
ten.
Door de muziek, maar ook door de
ontspannen sfeer die er heerste.
Want waar kan je als drie-, vierja
rige kleuter zo maar vlak voor een
orkest mee gaan huppelen of eens
heerlijk ravotten met je vriendjes?
De aanbiedingen op de beurs zelf
zorgden ervoor, dat veel liefhebbers
met een rood hoofd van opwinding
rond liepen, een kostbaar stuk schel
lak onder de armen geklemd. Dat
was dan een opname van de Hot
Five van Louis Armstrong of zo'n
andere, bijna niet meer te vinden
78 toeren-plaat.
Nieuw element in het festival was
het opnemen van een promenade
concert. Men probeerde hiermee de
overeenkomst tussen oude stijljazz-
en de klassieke muziek aan te to
nen en kwam toeij vanzelf terecht
bij George Gershwin. Deze Ameri
kaanse componist poogde immers al
op 12 februari 1924 samen met het
orkest van Paul Whiteman die ver
bintenis te bereiken met de uitvoe
ring van „Rhapsody in Blue" in New
York.
Solist op de piano in dit werk was,
nu Daniël Wayenberg, die werd ge
steund door het Promenade Orkest
onder leiding van Heinz Schroder.
Wayenberg leverde zoals te ver
wachten een technisch uitsteken
de prestatie, maar kon op mij toch
geen overtuigende indruk ma
ken. Daarvoor miste ik teveel de be
zieling, die er bijvoorbeeld wel uit
ging van klarinettist Ferdi Meijer.
lllllillS[§l!ll9!!l[||li!lllllllllilllll
"Het is te gek man", ver
zuchtte festival-publiciteitsman
Rob Cremer. "Dat er belangstel
ling bestond voor de oude stijl, ja
dat wisten we wel. Maar zo
veel
Inderdaad was het overal een
drukke boel. Zoals op het nacht
concert. waarover Cremer me ver
telde: "We hadden ongeveer 500
man nodig om er ongeveer uit te
springen en dat hadden we ook
op de begroting genomen. Maar
de mensen bleven maar komen,
zodat we in allerijl van zaal moes
ten veranderen. Wie rekent er nu
op dat er rond de dertienhonderd
man komen. En waarschijnlijk
hadden er wel meer geweest, maar
de zaal was vol. Zonder ongeluk
ken konden we er echt niemand
meer bijstoppen. tot uit België
waren ze gekomen om dit mee te
maken. Fantastisch!"
Illllülllüllllilllllllllllilllllllllll
Samen met de andere leden van de
Rotterdamse) Harbour Jazzband
zorgde hij voor een stuk vuurwerk,
dat bepaald meer enthousiasme wist
op te wekken dan de gepolijste mu
ziek van het Promenade Orkest.
Hoogtepunt van dit concert werd
daarom „Nice work if you can get
it" in een arrangement van Pi Schef-
fer uitgevoerd in samenwerking tus
sen het Promenade Orkest en de
Harbour Jazzband. Het publiek liet
de musici niet vertrekken voordat
dit nummer nog een keer was ge
speeld.
Eén van de presentatoren tijdens
dit concert was Piet Daalhuisen, ra-
rdi
als in het café van New Orleans dan
in de strenge concertzaal. Dat lever
de voor sommigen (zoals blueszange
res Victoria Varakamp) wel wat
moeilijkheden op, maar de ervaren
bands ondervonden alleen een inspi
rerende werking ervan.
Zij zorgden ervoor dat de aandacht
van het publiek tot het eerste licht
van de morgenuren gespannen bleef.
Opvallend spel werd ook geleverd
door The Old Metropolitan Jazzband
uit het Poolse Krakau. Die voor de
moeilijke taak stond na het optre-
werd bij dit concert
.meemaker" dan „luiste-
was bereid zich volledig
dat bleek ook duidelijk
01slotstuk. Een op volle toeren
ïde Pargon Brass Banid uit
le< hd wist de geestdriftige hon-
achter zich naar buiten te
Al die mensen hadden het
genomen dat de akoestiek
niet was om over naar
een echt ooncert in de
Dat wil zeggen: veel meer