Circus CIRCUSFANS OP BARRICADE De mens is in spel op zijn mooist Twee foto's uit het beroemde Circus, van Billy Smart. Links de koorddanseres "Great Katha- ryna" uit West-Duitsland; rechts een clownsnummer "op het slap pe koord". AMSTERDAM De Europese clubs van circusvrienden vinden, dat de culturele be tekenis van het circus bedroevend diep wordt onderschat en dat het de hoogste tijd wordt dat het circus als uiting van cultuur wordt erkend in de wetgeving. Al was het voorlopig maar in die van de E.E.G-landen. Dat is een van de hogere doelen, waarvoor die circusfans op de barricaden gaan als ze in de herfst (21, 22 en 23 september) voor de vijfde keer hun internationale congres houden in de RAI in Amsterdam. Een man, die daar dan pal achter gaat staan is professor dr. S. van der Woude, directeur van de universiteits bibliotheek in de hoofdstad. „Het mag wel eens onderkend worden", vindt hij, „dat het circus een belangrijke plaats in ons cultuurleven inneemt". Hoe komt zo'n hooggeleerde biblio thecaris nu ais spreker in het cen trum te staan van een congres, waarop hij fameuze circusdirecteu ren als Cyril B. Mills uit Engeland, Car) Sembach van het Duitse Kro ne en de Zwitser Predy Knie als evenknieën heeft? Als iemand zich daarover verwondert is het prof. Van der Woude zelf wel: „Ik ben op een hoogst eigenaardige manier „circus fan" geworden". Legaat Dat ging zo In 1963 kreeg de Uni versiteitsbibliotheek een legaat "an de heer K. D. Hartmans, een man, die tijdens zijn leven drie beslissen de kwaliteiten in zich had verenigd. Hij was een hartstochtelijk liefheb ber van het circus, hij was een toe gewijd medewerker van het Amster damse gemeentearchief en hij was in hart en nieren Amsterdammer. De combinatie van de eerste en tweede hoedanigheid leidde ertoe, dat hij niet alleen alles verzamelde wat met circus van doen had maar dit ook zeer systematisch deed. Zijn verknochtheid aan Amsterdam deed hem de Universiteitsbibliotheek als erfgenaam aanwijzen: 1600 banden circusliteratuur, ontelbare affiches, programma's en foto's en nog eens een kapitaal van f 20.000 om met de renite daarvan de collectie op peil te houden. Nu had de bibliotheek al wat prof. Van der Woude „een aardige collec tie" noemt: Duizend boeken en een massa affiches over het circus en zijn randgebieden. Met de verzame- ling-Hartmans en een stel gelukkige aankopen werd' de oircusboekerij in Amsterdam zo in grootte de derde van de wereld. Alleen de bibliotheek van het British Museum in Londen en de Library of Congres in Was hington hebben meer op dit gebied. Meer, dat wel. Maar niet zo gese lecteerd, uitgebalanceerd en in ca talogus gebracht als aan het hoofd stedelijke Singel. Catalogus Met dat catalogiseren komt meteen mejuffrouw M. Keyser ten tonele. Mar ja Keyser, die dat precisiewerk met zo veel zorgvuldige zorg heeft gedaan dat R. Toole Scott haar met dankbaarheid memoreert in zijn „Circus and allied arts" een catalogus over maar dan ook alles, wat er ooit over cirous is geschre ven. Nu zegt die dubbelnamige Engels- namige Engelsman 'n leek weinig, maar als je bij 'n insider in het circuswezen de naam R. Toole-Scott laat vallen klakt die meteen ver heerlijkt met de tong en fluistert dan eerbiedig „Oh lala! R. Toole- Scott!" Bimum cn Biiley's ©Ufantcn /u nrltilk* kniiMr»' mslrmlr li^ormJicrrfl. XTrio rr.nnègroo r wifofcurfykt, celMHlc diMwldtn, Eeen selnl.Lernde collectie reusachtige, tot aan de tanden gewapende 'dieren,'kleine'olifanten -•■■"jw en ntammocths gjrooté ion kat test^gedrcsscerde- en intelligentste dezer reusachtige livclingen IV wviiJsrrlwrc. rcreLniNjc cn or.irivii-rcrJuvpciiI»* «lU.itttcn ;,vn m ï»nc orotic hnJNjn vcrJvcD, upgrWfljkMr Varnivii •fjjnfrlrt. OI i Po ii I o n Mar ja Keyser, die als secretaresse van de congrescommissie nu haar handen al vol heeft aan hét ko mend septembergebeuren, is door hetzelfde toeval in de greep van het circus geraakt als haar professorale baas. Ze zit op de afdeling titelbe schrijving van de bibliotheek, waar de boeken in catalogus worden ge bracht. Zoals ze op het ogenblik be zig is met alles op orde te stellen wat er in huis is over de geschiede nis van de Doopsgezinde Gemeente, zo kreeg ze toen de collectie-Hart mans te verwerken. En ze was ver loren. Het verging haar net als professor Van der Woude. Levenswerk „We hebben hier veertig weten schappelijke ambtenaren, die vaak ineens een heel gek stukje werk doen, waar ze nog nooit over had den gedroomd. Als iemand overlijdt, die een verzameling heeft aangelegd en Je krijgt die boeken, dan gaat er een stuk uit zo'n huis weg. Aan dat stuk heeft een mens zijn hele leven gebouwd. Voor de familie is het een naar idee als zo'n levenswerk na zijn dood liniks en rechts wordt ver spreid. Ze wil dat werk bij elkaar houden en vindt het leuk als je interesse toont". Van deze stelling uit heeft prof. Van der Woude de relatie met de weduwe Hartmans bijgehouden en is hij zich wat gaan oriënteren in het wezen van het circus. Hij ging wat blaadjes lezen, ook al omdat hij moest weten wat hij van het geldelijk deel van het Hartmans-le- gaat kon aanschaffen. De reeds aanwezige boeken, de bi bliotheek van Hartmans en de ver plichting de verzameling levend te houden maakten prof. Van der Woude steeds enthousiaster voor het voortbouwen aan de collectie. „Toen de catalogus klaar was heb ben we die dan ook op een speciale samenkomst aan mevrouw Hart mans aangeboden om haar te laten zien, dat we die prachtige collectie niet alleen maar hadden aangepakt en in een magazijn gestopt. We hebben er een tentoonstelling van gehouden met veel publiciteit". Van Doveren Dit alles had tot gevolg, dat prof Van der Woude steeds meer in de greep kwam van het circus, zijn bi zar boeiende historie en de litera tuur. waarin deze is vastgelegd. Toen in 1968 de circuskenner, publi cist en impressario Jo van Doveren overleed was hij er dan ook als de kippen bij om een kans te wagen bij de veiling van diens circusbi bliotheek: 2400 werken over het cir cus en de aanverwante gebieden. Voor deze veiling liep de hele we reld te hoop. Ze werd als zo be langrijk gezien, dat Sotheby in Londen er zijn deuren voor open zette, Sotheby, waar op doordeweek se dagen Rembrandt en Michelan gelo als kind aan huis zijn. „Die collectie is ons helaas ont gaan", zegt de directeur van de Universiteitsbibliotheek. Logisch: er werd gegokt op een opbrengst van ■kBarnum en Baily vragen be langstelling voor hun collectie kunstenmakende reuzendieren. met acrobaten opende grondslag legde voor daagse circus. Naast alle wetenschappt rieën voor die toekomst woon historische feiten, terugvinden in de eiii boeken en vooral ook in j re kostelijke affiches erp ten, die samen de van de Universiteitsbibl men. Zoals de leerboeken, v dat circusartiest ook i is. Het stokoude „L'ac acrobates" van G. Strel beeld, vandaag d handboek voor iedere baat. Een werkje, geïllt y precieze tekeningetjes fase van elke dodenspn duidelijk een van de fa prof. Van der Woude. „Aan durven alleen hebip, Die kerels willen toch hoe ze het moeten do zonder meer krijgen 18 voor elkaar. Nou, dat 1 uit Strehley". Zoals Je er kunt vindeul 1 het eerste circus opzett ft er lezen da t de Prai f. Martin de eerste was, d e dieren optrad. In 183 en leeuwennummer. De le< den een rol in een wa rd tent op een kennis. 1 au Martin. Werd verliefd ojim van de baas en wilde t hoe stoer en dapper lfol| doende. honderdduizend gulden. In de zonder meer prachtige Van Do- verencolleotie waren echter maar driehonderd werken, die ze in Am sterdam nog niet hadden. „Het hoogste bod werd tenslotte tachtigduizend. Maar dat kan Je toch niet waar maken? Zo'n bedrag voor in feite driehonderd boeken op een gebied, dat aan de universiteit niiet wordt onderwezen. Ik durf echt wel eens iets te riskeren, maar met zoiets: nee, daar krijg je tramme lant mee!" De circusnalatenschap van Jo van Doveren is tenslotte terecht geko men bij de bibliotheek van de State University in Illinois in Amerika. Nu, vier Jaar later, kan prof. Van der Woude zijn tranen al drogen: „Een groot deel van die driehon derd boeken, die we nog niet had den hebben we er inmiddels anti quarisch hijgekocht". Geen al te gewaagde aankoop dus van boeken voor een Universiteits bibliotheek als die het universitair onderwijs niet ten dienste staan. Maar wat doen al die circusboeken daar dan eigenlijk meer dan een pralend bezit zijn waaraan een tot hobbyist geworden hoogleraar zijn passie kwijlt kan? Wetenschap Dierp de Openbaar „Het is niet alleen een bibliotheek voor de studenten, ze is openbaar. Elke wetenschappelijke bibliotheek bestrijkt wel bepaalde gebieden, waarover Je ergens anders weinig of niets kunt vinden. Als Je naar een openbare leeszaal gaat dan vind Je misschien twee, drie boeken over zo'n onderwerp. Iemand, die op ge geven moment méér nodig heeft gaat dan eens kijken in een weten schappelijke bibliotheek, op hoop van zegen". De wetenschappelijke bibliotheken zoeken natuurlijk het samenspel wel zo, dat niet twee instellingen een collectie over één en hetzelfde bui tenbeentje gaan opbouwen. In praktijk is bijvoorbeeld nog niet zo lang geleden mimespeler Rob van Rijn met de hoop naar het Singel gekomen. Hij heeft er de ze gen gevonden. Voor de VPRO moest hij een documentaire maken over „De clown". Hij heeft zich wezenloos gezocht naar literatuur, waarin hij de bouwstenen hiervoor kon vinden. De circusverzameling van de Uni versiteitsbibliotheek droeg ze ten lange leste met planken vol aan. Maar buiten dat: circus en weten schap, zijn ze zo'n zotte combina tie? Zou het niet mogelijk zijn dat een kunsthistoricus zijn dissertatie schrijft op de geschiedenis van het circus Carré? De psychologie, de sociologische functie van het cirous? Zit daar niet een basis voor een gedegen wijsgerige beschouwing in? Mis schien gaat professor Van der Wou de die wel leggen op 't congres over de functie van het circus in de mo derne maatschappij. Daar zou hij bijvoorbeeld het vol gende kunnen vertellen: „Circus wordt meestal beschouwd als een goedkoop soort amusement. Ik vind dat niet terecht. Het neemt in ons cultuurleven een belangrijke plaats in, dat mag wel eens worden onder kend". Tot nu toe is daar eigenlijk weinig aan gebeurd. Al die honder den boeken hebben, prachtige ver halen over halsbrekende toeren en over de beroemde circusdynastieën, maar van onderzoekingen naar wat de plaats en de betekenis van het circus is blijkt niet veel. Dit bevreemdt prof. Van der Woude een beetje. „Het circus ligt door zijn wezen tussen theater en sport in en die hebben beide duidelijk een culturele plaats". Spelmotief Hij roept de grote professor Huizin- ga als getuige, die met zijn „homo ludens", de „spelende mens", aan voert dat de mens in zijn handeling het meest wordt gedreven door het spelmotief. In de moderne sociologie en psychologie komt steeds weer naar voren dat het „spel" de mens meer karakteriseert dan het „den ken" en het „werk": de „homo lu dens leeft meer dan de „homo sa piens" en de „homo faber". „Het circus toont de mens in het spel op zn mooist. Spel als toppres tatie, afgewerkt op een artistiek hoog peil", zegt prof. Van der Woude „De toeschouwer wordt er enthousiast van en klapt, omdat hij in de artiest de identificatie met zichzelf zoekt". De sociologie erkent, dat de mens zo nu en dan een spanningsgevoel nodig heeft om zijn inwendige agressie te kunnen afreageren. Een sportwedstrijd kan die spainning ge ven. Een circus ook. „Die voetbalwedstrijd heeft een na deel", vindt de Amsterdamse hoog leraar, „want daar raakt maar de helft van het publiek zijn agressie kwijt: de aanhang van de winnende club. De supporters van de verlie zers blijven ermee zitten en worden misschien zelfs agressiever. In een circus kan iedereen afreageren. Het circus heeft beslist een functie in de sociologie". Professor Van der Woude is een „fan", maar geen fanaticus. „Laten we alsjeblieft niet overdrij ven en beweren dat circus een cul tureel verschijnsel van de eerste rang is. Maar je moet het wel zien als een kunstuiting voor een groot publiek". Uitmelken Daarom is hij het wel eens met de circuswereld, die klaagt over de hoge vermakelijkheidsbelasting. „Elke andere cultuuruiting krijgt subsidie: toneel, muziek, ballet, noem maar op. Het circus is er al leen om uit te melken. Het verdient een betere plaats: gewoon als een stukje cultuur, dat leuk is". Hij wijst erop hoe het circus inspi rerend heeft gewerkt op alle kunst vormen en dit nog steeds doet: lite ratuur, beeldende kunst, film, mu ziek, waarin is het clownsmotief, het paard, de acrobaat niet ge bruikt! In het bijzondere fenomeen circus groeit dit alles tot een aparte eenheid. Met het congres in het najaar wil men het circus meer „standing" ge ven. Alle groten komen, beroemdhe den als Mills, Sembach en Knie gaan in een forum zitten, kinderen mogen him mooiste circusdroom te kenen, er komt een expositie van de fraaiste circusattributen. Een beetje standing, het circus kan die zeker gebruiken. Want waarom wordit er wel eens hautain neerge zien op een circus? Omdat het in een tent speelt? Dat is Juist een van de grote charmes. Victoria De kakkieneuze afstandnemers ver geten, dat het circus in oorsprong alleen optrad voor de adel en de gegoede burgerij. Ze weten niet, dat in 1850 de heer Barnum van Bar- num and Bailey in Londen werd ontvangen door koningin Victoria. En dat was toch niet direct zo'n Afreageren vlotte! Laten we dan nog maar zwijgen over het koninklijk patro nage, dat Astley meekreeg toen hij in 1768 in Londen zijn rijschool Er is ook een plaatje dresseerde haas, die een schiet. Hoe bestaat het, het. Weet u wie wist hl staat? Durov, de Russt W raar in de d'ierpsychologi „Die ontdekte dat Je ei w kan laten doen als Je weet te combineren: een kerend geluid en het vertelt prof. Van der die wetenschap is het om er achter te komei zijn rattenvanger van brengen. Hij kweekte i als hij die voederde constant op een fluit, vol ratten, die op hetL^ ment door vier helpen opend waren in korte de om een leger knaaf de fluitspelende prof te marcheren. Spfcïi d Op dezelfde manier liet varken van driehonderd aan een parachute uit i Ion springen, omdat hi gokte dat de wekker op de grond afliep, ha Pe voedsel beloofde. 1 Als Mar ja Keyser of p!11 Woude dergelijke kost' rhi len niet zouden verteftd* met een beetje fanta* kaar te dromen. Ze zijn zo te plukken t n ment, dat Je uit de ciro Ti ter hand neemt. Een i dat Van der Dungen ea leg op verzoek van „veele der Natuur de Jonge *ri jaaren oud" gaan va u, permissie", zoals zij vers De bombastische lokr« j j num en Bailey om na# derbaarlijke, kolossale dt komen. Er gaat een eindeloze voor ieder die het wil reld van rijkdom, waart|~~ circus uitzicht geeft. Het circus goedkoop Kom nou! „Een kleinzoon van Pid je wat die was"? M weet het wel: ,,K oorddat Dan geeft ze het oircui definitief stempel van s zat eens een Perzische l Carré toen er daar cin was in 1889. Daar is herrie van gekomen, wilde een paar van die rijdsters meenemen. Vfl rem". Zonder permisst

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1972 | | pagina 10