Amsterdam, DIE MOOIE STAD HEEFT "HET" Vloedgolf alternatieve toeristen verwacht ONDER DE KNOET J AMSTERDAM Eigenlijk is het zo, dat Amsterdam, die mooie stad, moeite heeft haar houding te bepalen ten opzichte van het kleurig en jeugdig toeristenvolk. Hoe aardig moet men zijn voor de nieuwe nomaden? Zij hebben elders van Mokum's roem ge hoord, een vrijplaats met aardige mensen en politiemannen. En een groot geurend park, dat naar één van de Hollandse dichters werd genoemd. Vorig jaar turfden de verant woordelijken honderdduizend overnachtingen in het Vondel park en nu, in de vroege ochtend van het zomerseizoen, zet de ka ravaan zich alweer in beweging. Richting Amsterdam. Want het nieuws, dat de poorten weer opengaan is de wereld al rond geweest. Vooral de Amerikanen hebben een rotsvast vertrouwen in de tolerantie van Amsterdam ge kregen. Zij worden in hun wol kige overpeinzingen gesteund door pagina's tekst in de groot ste dagbladen en magazines, waarop de lof van Neerlands hoofdstad in bloemige bewoor dingen wordt bezongen. Alsof de heilige Hermandad dansend en zingend door het Vondelpark zou gaan en met een aai van de to verstok (die dan elders wordt gebruikt om harde koppen van model te veranderen) van het platgetrapte gras prima „grass" zouden kunnen maken. Maar alle gekheid op een stokje, de jeugdtoeristen uit warrig en weinig tolerant Amerika willen graag naar Amsterdam. Een stad, die „HET" heeft. Parijs, Londen en Kopenhagen hebben „het" verloren. Kopenhagen pas vorig jaar. De Deense hoofdstad blijft evenwel aantrekkingskracht uit oefenen. Al is de politie wat fel ler dan in Nederland, vele tien duizenden blijven toeven tussen de groene flauw-glooiende hel lingen van Kopenhagen. Het Amerikaanse nieuwsblad Newsweek deelde mee, dat Am sterdam zich moest opmaken om in '72 ongeveer 1 miljoen jonge Amerikanen te ontvangen. Een duidelijke injectie voor de mythe, die zich langzamerhand aan de overkant van de grote vijver be gint te vormen als Amsterdam ter sprake komt, Eén miljoen is belachelijk. Dat er veel zullen komen is duidelijk. Als de vloed op komt moet je maar hopen dat er niet te veel ongelukken gebeuren HFjodor Sologoeb. Een kleine de mon. Vertaald uit het Russisch en met een nawoord door Char les B. Timmer. Meulenhoff Ne derland N.V. Amsterdam. De auteur Fjodor Sologoeb leef de van 1863 tot 1927 en deze ro man van hem stamt uit 1907. Dat dit werk nu, in 1971 in het Nederlands vertaald werd en uitgegeven behoeft geen verwon dering te wekken bij hen die be- areid zijn het op zijn literaire waarde te schatten. Het is zon der twijfel een voortreffelijk werkstuk. De vertaler Charles Timmer, die mij in zijn uitvoeri ge nawoord voor een deel het werk uit handen genomen heeft, zegt dat de auteur „met een ar geloze suggestiviteit de realiteit weet door te trekken tot in zijn absurde konsekwenties en tege lijk en obsederende graad van werkelijkheid weet te geven". Ik heb enig bezwaar tegen dat woord „argeloos" maar verder ben ik het daarmee eens al zou ik er aan toe willen voegen dat dit element van werkelijkheid absurditeit in een groot deel van de beste Russische literatuur aan te treffen valt. Ik denk b.v. aan Gogol, aan Tsjechow. Die indruk moet de west-Europese lezer van Russische verhalen wel krijgen omdat deze, heel kort gezegd, dik wijls zo verbluft wordt door de (in zijn ogen) overmaat van ge voel, van reactie, van vervreem ding, van dramatische gevolgen, dat hem het woord „absurd" ten slotte in de gedachte komt. Wil men hetzelfde onvriendelijk en dus niet juist uitdrukken dan zou je kunnen zeggen dat som mige Russische auteurs hun land genoten als soms ongevaarlijke, soms als gevaarlijke krankzinni gen voorstellen. Maar dit is een eenzijdige opvatting natuurlijk. Bij Fjodor Sologoeb is dat zeker wel zo en het blijft bij hem niet een kwestie van voorstellen al leen; zijn sujetten zijn gedeelte lijk krankzinnig en het is ken nelijk zijn bedoeling dat ze dat zijn. Verwonderen doe je je niet. Het dagelijks bestaan in de klei ne provinciestad zoals Sologoeb het in zwart pessimisme afschil dert, is wel iets dat het even wichtigste wezen, besteld dat hij zich daar vestigen moest, algauw het verstand zou doen verliezen. De stad is namelijk bewoond door geestelijke gnomen, die rondwaren met het doel onheil te stiohten voor hun mede-gno men. N'en d'plaise Charles Tim mer geloof ik dat dit gedrochte lijke ook is wat Sologoeb tonen wil, aangezien er in de hele ro man nergens van enige katharsis sprake is. Hi'J spreekt in zijn na woord van symboliek, maar ik zou liever spreken van een goed gerealiseerde nachtmerrie. Wat er gebeurt is wel zo bar dat ik me niet kan herinneren het zelfs bij de Russische collega's van de schrijver ooit zo gruwelijk aan getroffen te hebben. Literaire kroniek door Clara Eggink Nu is er voor al deze ellende een duidelijke oorzaak, een pscyholo- gische oorzaak. Een oorzaak die men moet zoeken en ook vindt in de verhouding tussen de bur ger en zijn bewind. Het tsaristi sche bewind wel te verstaan, want de roman speelt aan het eind van de vorige eeuw en het begin van deze. Men zegt dat dit ove rigens niet veel verschil met de toestand van heden maakt. In De Kleine Demon is de burgerij van de stad bezeten van een pa nische angst voor een dreiging die met „ze" wordt aangeduid en waarvan men kan aannemen dat daarmee de ambtenarij bedoeld is. Deze staatswillekeur vindt men ook bij andere Russische schrijvers. De gevolgen van deze in wezen ongerichte angst zijn desastreus voor de mens; we we ten het. De mens wordt onder zulke omstandigheden een wolf. Iedereen bespioneert iedereen. Iedereen probeert iedereen een loer te draaien. Zelfs de kinderen luisteren aan ramen en loeren voor sleutelgaten om een medestadsbewoner te kunnen betrappen en vervolgens aan te kunnen brengen bij de een of andere burgerlijke of politie ambtenaar, in de hoop natuur lijk zodoende zelf een goeie beurt te maken. Een tweede vreeswekkende categorie zijn de leden van de adel. Het is b.v. de vorstin Woltsjanskaja waarmee Warwara haar minnaar de gym nastiekleraar Peredonow dreigt indien hij niet met haar trouwt. Deze vorstin is bij machte hem tot schoolopziener te laten benoe men, althans volgens Warwara. Deze gymnastiekleraar is de voornaamste figuur het boek en hij mag er zijn. Het is een op het oog zinloos handelende kwaadaardige die, zelf in de tang van angst en Streberei, zich uitleeft in zinloze wraakne mingen op anderen. In dit ver band: het verbaast me wat dat Charles Timmer spreekt van „baldadigheid" als deze Peredo now een pond rozijnen opvreet en de dienstbode dan van dief stal beschuldigt. Onzinnig is zijn Hetze tegen zijn leerling Pylni- kow, die hij ervan verdenkt zich als meisje verkleed in de Jon gensschool te hebben ingedron gen. Dit wijst ook nog op sexue- le afwijkingen. Hij maakt kinde ren zwart bij hun ouders en ten slotte verdenkt hij er zelfs de kat van een aanbrenger te zijn. Het boek eindigt met de moord van Peredonow op zijn vriend vijand, de blatende Wolodin waarbij je verwonderd staat om dat die zo gevreesde politie niet onmiddellijk ter plekke is. Je moet tot de conclusie komen dat de bewoners van de stad alleen maar bedenksels aanbren gen. Het is niet doenlijk de tal rijke scènes waar de roman uit is opgebouwd, op te sommen; Sologoeb Is onuitputtelijk in het vinden van aspecten om het on genadig beeld van zijn stad te voltooien. „Een onappeteiteltjk werk van de wereldliteratuur" noemt een van de geciteerde cri tici „De Kleine Demon". Ik sluit me erbij aan. Door Thom Olink Op zijn gemak tegen een boom leunend bekijkt deze HIP PIE „het terrein" waarop hij zich straks ter ruste wil leggen (foto links) Vanaf hun vaste bankje bekijken bejaarden het gedoe van het HIPPIE-volkje langs de vijvers van het Vondelpark (foto rechts). het enige park, dat in aanmerking komt. Het ligt dichtbij de stad- Veel mensen hebben de naam van het Amsterdamse Bos naar voren ge schoven, maar het grootste deel is in handen van de gemeente Am stelveen en de randgemeenten zit ten bepaald niet te springen om het volkje, dat het Vondelpark gebruikt in de zomermaanden. Een ander terrein, bij de Amster damse IJsclub is ook onbruikbaar omdat daar net de nieuwe snelweg is gekomen. We hadden graag een dergelijk kampement gehad. In Ko penhagen bezitten ze het Green- camp, ideaal, net buiten de stad, met snelle en goedkope openbare vervoersmiddelen naar de binnen stad". Overigens onderhoudt de werkgroep stevige kontakten met „zusterstad" Kopenhagen. Die dateren uit okto ber '70, toen in Rome een interna tionaal Jongerencongres werd ge houden. Sedertdien zijn afvaardi gingen over en weer gereisd. „Ik heb wel begrepen, dat de Jonge ren liever in Amsterdam dan in Kopenhagen verblijven. Vorig Jaar hebben enkele honderden een ver gelijking getrokken maar na een week waren ze met hun tenten en slaapzakken terug in Amsterdam. Overigens hebben we ook het ont ruimde Kattenburg nog als mogelijk alternatief bekeken, maar het pasklaar maken van dat gunstig ge legen terrein zou veel te veel geld hebben gekost." Inmiddels maakt de organisatie van het Vondelparkgebeuren zich op de zomergasten te ontvangen. Het werk wordt verdeeld in drie sectoren. Voor de eerste, rondom de recreatie (Studio 7 en het buitenge- beuren) staan de mensen in tijde lijke gemeentedienst onder leiding van Pieter Riemens. De externe-in- terne communicatie (pers, politie, buurtbewoners) zal worden verzorgd door een aantal medewerkers onder Frans van Diepen. Die tevens coör dinator voor de sleep-ins is. Naar een leider voor de hulpverlening op medisch gebied (waaronder het mo biele drugteam) wodt nog gezocht. De flip-auto, in veel publicaties als een noviteit naar voren geschoven, werd het vorig jaar ook al gebruikt. Dit jaar komt er een betere wagen. Van de samenwerking met de poli tie verwacht Jacques Noor goede dingen. „Ze moeten net zo in het beeld worden opgenomen als dat gebeurd is op de Dam. Het vorig jaar kon niemand klagen, de enige moeilijkheid toen ontstond na de inval in Studio 7". De politie heeft het Vondelpark-de tachement van zestig op tachtig man gebracht. Over de randgroepen in het Vondelpark, die het vorig jaar toch wel een mate van terreur uitoefenden, bestaan weinig feitelij ke gegevens. Pieter Riemens heeft eens de verdeling 8020 (goedwil- lenden-randfiguren) gemaakt, maar die veronderstelling wordt door an deren als „natte vinger-werk" afge daan. „Iedereen is ermee gebaat wanneer die kwalijke infiltratie niet verder doorgaat. Wij zullen met de politie zo goed mogelijk opletten en trachten te voorkomen, dat deze randfiguren meer invloed krijgen. In de drukste tijd is dat vreselijk moeilijk. Hartsuiker heeft in zijn brief ge schreven dat de jeugdcriminaliteit nabij het Vondelpark een stijging vertoonde van 41,6 procent. Dat klinkt natuurlijk erg verontrustend, maar je moet dan wel bedenken dat een enorme concentratie van mensen daar in het laatste jaar was waar te nemen. Ook cijfers uit de polikliniek ten aanzien van ge slachtsziekten wekten die verontrus ting en werden gebruikt om een al geheel slaapverbod te motiveren. In feite is de drempel verlaagd, ieder een stapt daar nu naar binnen, ook als de betrokkene alleen maar con trole wil. Ik weet van het medisch personeel dat de feitelijke stijging van het aantal gevallen tien procent is". Het inrichten van een tijdelijke in formatiekantoor onder de Vondel- parkbrug zal, naar de organisatie hoopt, twee wensen kunnen vervul len. Naar het gemak voor de park slaper zal de mogelijkheid om onder de brug te slapen worden geliqui deerd. „Onder de brug concentreer den zich het vorig seizoen de so ciaal minste groepen. Dat is nu ho pelijk voorbij". Het gebouw van de GG en GD aan het Zandpad zal overigens ook wor den aangepast, terwijl de politie zich nabij de Kattenlaan voor deze lange zomer in een onderkomen zal installeren. De politie zal van het begin af aan nauwlettend toezien op het nakomen van de „zonering" in het park. De parkslapers mogen in aangewezen gedeelten hun pret beleven. Men hoopt dat in de loop van de eerste maanden een zekere „vanzelfsprekendheid" zal ontstaan, die ingrijpen later overbodig maakt. Nu de gemeenteraad van Amster dam besloten heeft tot wat burge meester Samkalden noemde „de een na beste oplossing" bereiden alle betrokkenen zich voor de op golf, waarvan niemand weet hoe hoog hij zal worden. Als het mooi weer wordt zal het ongetwijfeld weer veel drukker wor den en zal er weer een stukje wor den gebreid aan de legende van Amsterdam, die mooie stad. En dan, om nog een keer met Jacques Noot te spreken, zal men niet alles in do hand hebben. „Als de vloed opkomt moet je maar hopen, dat er niet to veel ongelukken gebeuren". geren zitten dan zonder werk en zonder huisvesting. Een enorm pro bleem, te meer daar de werkgele genheid het laatste jaar sterk is te ruggelopen." Over de slaapgelegenheid voor de karavaan van verre zijn er minder zorgen. Sleep-ins in de Haarlemmer Houttuinen en aan de Rozengracht en Rozenstraat kunnen veel jeugd toeristen onderkomen bieden. Voor drie guldens kan men zich in dekken voor de nacht. Het vorig jaar bedropen die sleep-ins zich zelf. Door de ovemachtingsgelden en de inkomsten via goedkope maaltijden en de bar. Een eventuele uitwijkmogelijkheid biedt de oude RAI. Toen de drie sleep-ins in het hoogseizoen van het vorig jaar zo'n zeventien honderd overnachtingen verzorgden werd de oude RAI ook aangesproken. Andere mogelijkheden zijn het kampeerterrein in 't Vliegenbos in Amsterdam-Noord (dat een deel van de 875.000 gulden mag gebrui ken om de voorzieningen nogmaals aan te passen) en de diverse woon schepen in de Amsterdamse wate ren, die hun ruimen volstouwen met de alternatieve toeristen. Graag had de Werkgroep Jeugdtoe- risme een alternatief tentenkamp even buiten de stad gezien, maar dat is onmogelijk te vinden. Jacques Noor: „Het Vondelpark is sterfelijke woorden: „Er moet een totaal verbod komen, omdat ook de natuur nachtrust nodig heeft. 'Het beleid moet om. Kijk naar de Eski mo's, zij boden hun vrouwen aan aan hun gasten, maar toen daarvan te veel gebruik werd gemaakt, zijn ze ermee opgehouden." Amsterdam blijft zijn park wel aanbieden, zij het dan voor een be perkt gedeelte. Een derde van het park, tussen de Van Baerlebrug en de ingang in de Van Eghenlaan, zal vrij zijn voor de slaapzaktoeristen. Er is 875.000 gulden uitgetrokken voor de vreemdelingen uit verre streken, die het suizen van de wind prefereren boven het gezoem van de air-oonditioning in Okura of Alpha. Het grootste deel ervan is gereser veerd Voor het Vondelpark-project. Jacques Noor, secretaris van de werkgroep Jeugdtoerisme (waarin zijn vertegenwoordigd mensen uit de ambtelijke wereld, GG en GD, politie, particuliere instellingen, NJHC, Jongerensociëteiten, VVV en de jeugdhotelerie)„Wij streven naar toereikende hulp voorzienin gen. Hoe meer er wordt gedaan hoe meer alternatieve toeristen er naar Amsterdam zullen komen en hoe meer de problemen zich opstapelen. Een deel daarvan is blijvend. Als de grote stroom is opgedroogd, blijven er na de zomer veel buitenlandse jongeren hangen in Amsterdam. Omdat zij het fijn vinden. Die jon ïsterdamse gemeenteraad :egd tegen slapen in het en een algemeen slaap- weggewoven, zijn de con- de alternatieve toeristen beter geworden, ferbod 'werd met 27 tegen a verworpen. Burgemees- Iden, hoofdcommissaris P.A. Jong en officier en hoofd van het par- P. Hartsuiker kregen dui- hun zin. Dit bevelvoe- ad zich duidelijk uitge- loor algemeen slaapverbod. lef veelheid van meningen enten werd er één het bruikteen slaapverbod jeugdtoerisme af en dat is ot anders kunnen we de in de hand houden. Nu is alleen de voorstan- dat slaapverbod bang zijn _ebreidelde stroom bsjbten. tvader Pieter Riemens, vorig jaar projectleider, even duidelijk gezegd als ig ders van politie en ge- 15 iet Vondelpark heeft een citeit. Alleen zoekt de ene r alternatieven en wil de icli e kraan tot op te tellen lichtdr aaien. eedkoop, die voor de VVD •i d praat, sprak tijdens het r het slaapverbod de on-

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1972 | | pagina 21