Het groene hart wordt van steen Het falen van de ruimtelijke ordening OOK RECREATIEDRUK GROTE BEDREIGING Nieuwkoop als een voorbeeld van een hopeloos randstaclpwbleem DOOR DEZE MENTALITEIT WORDT HET GROENE HART NAAR ZIJN EINDE GEHOLPEN ZATERDAG R APRm gebied zelf weinig meer dan de steeds boeiender boekhouding van de gemeentehuizen In Niéuwkoops sterk confessioneel geaarde-: gemeenteraad stuit de drastische drang naar schaalvergro ting en verstedelijking slechts op de bittere weerstanden van de twee le den van PvdA en D'66. We zullen een van hen, de socialistische een ling H. Battjes, aan het woord laten over de eerzuchtige en economische motieven die niet alleen in Nieuw koop, maar overal in het toekomsti ge stenen hart als paarden aan de groei van de dorpen trekken. „Gemeentebestuurders willen iets nalaten, ze willen met iets kunnen pronken. Kwaliteitsverbetering in een bestaande wijk is niet meet baar. Maar met een nieuwe wijk, daar kun je mee aankomen. Een viaduct waar vroeger koeien graas den. Dat heb je hem dan toch maar weer geleverd! Minister Maar de werkelijk motorische krachten zijn nog andere- Dat is de minister die huizen moet bouwen, die als hij zijn 125.000 woningen niet haalt de oppositie op zijn nek krijgt, en die dan maar als een gek gaat bouwen en zijn eigen planolo gie met voeten treedt. En dan is er het dorp dat in een profijtelijke situatie verkeert. Do grote steden kunnen niet voorzien in de woonbehoeftes van de foren sen. De plattelandsgemeenten den ken meteen aan hun gemeentekas. Ze gaan de grond in hun bestem mingsplannen lekker duur verkopen Een lapje grond van 200 m2 kost hier voor een woningwetwoning zo'n achtduizend gulden, maar voor een vrije sector woning vijftienduizend gulden. Dat is de hele clou. Steeds meer steeds duurdere koopwoningen verkopen, steeds meer mensen uit de stad halen en daaimee de goed koper woningwetwoningen voor je eigen mensen financieren. De ver stening van het groene hart is een feit. Het is een argumentatie die voor elk dorp opgaat. De fouten in de woningbouwpolibiek wreken zich planologisch". Voorbeeld Nieuwkoop is natuurlijk tevens een voorbeeld van een dorp dat niet al leen met nieuwe rijkswegen, voorde lige grondhandel en uitbreidings plannen bedreigd wordt maar dat als extra attractie ook nog eens te pronk ligt met natuurschoon en vele recreatieve lokmiddelen. „De watervervuiling en de toenemende recreatiedruk vooral bedreigen ons plassengebied", zei de heer van Leenders van de Vredesgroep, „de mussen en spreeuwen blijven na tuurlijk wel, maar verder zie Je met het Jaar het bijzondere en kenmer kende van de plassen verdwijnen. Vijftien jaar geleden was het hier een oase van rust, nu is de drukte op en langs het water zo groot ge worden dat alles bedreigd en aan getast wordt". Ook dat is een vorm van milieube derf en vervuiling die als modder onder de voetzolen van de stadshor- den de natuur in wordt gedragen. Het. is al enige Jaren duide lijk dat het in Nederland aller minst naar wens gaat met de ruimtelijke ordening. De twee de nota op de ruimtelijke orde ning mag dan met zijn warme welzijns-pleidooien krachtig heb ben opgeroepen tot het ongerept houden van de open ruimte die ons land nog resten, de gedragin gen van de praktijk hebben in vele gevallen de tegenovergestel de richting gekozen. Met name geldt dat voor het groene hart van Holland, het 50.000 ha. grote plattelands-erf van de Randstad tussen Abcou de, de Lek, Zoetermeer en de Meern. De zuigkracht van de Randstad en de executie van het groen zijn veel groter gebleken dan de planologen achter het ka- binet-Cals en de tweede nota ooit hebben kunnen vrezen. De bevolking groeit hier drie maal zo snel als in de rest van het land. Zuid-Holland alleen al telt 23 procent van de bevolking geheel tegen de bedoelingen van de rijks- en provinciale over heid in is die bevolking bezig zich in ijzingwekkend tempo over de gehele oppervlakte van de pro vincie te verspreiden: een soort sprinkhanentrek die al bijna geen groen veldje meer onge moeid laat. De vlucht-uit-de-stad-bewe- ging is door de overheid altijd sterk onderschat de cijfers zijn er nu ter illustratie van het fe nomeen: tussen 1960 en 1970 bijv. daalde in Den Haag en Rot terdam het inwonergetal met resp. 42.496 en 39.607, in de rest van de provincie steeg het cijfer met 318.797. Statistici hebben al voorspeld dat het stedelijk woongebied in het Jaar 2000 twee- tot driemaal zoveel ruimte zal nodig hebben als nu: het lijkt niet moeilijk te voorzien dat ook het in de ruim telijke ordening- en recreatieno ta's nog zo lyrisch bezongen groen hant van de randstad dan zoetjes aan het karakter zal heb ben aangenomen van een einde loze woonsteppe met monotone huizenakkers en betonnen hori zonnen. De ontwikkeling is een geheel andere kant opgegaan dan rijk en provincie wilden, de on gebreidelde bouwlust van ambi tieuze plattelands-burgemees- en de sterke zelfstandigheid die zelfs de kleinste Nederlandse ge meente bezit zijn een nachtmer rie voor planologen en natuurbe schermers geworden en de aanzet tot de catastrofe voor de Rand stad-natuur zelf. De Rijksplanologische Dienst laat nu het geografisch instituut van de Utrechtse rijksuniversiteit een onderzoek instellen naar de oorzaken die leiden tot de ver stening van het groene hart. Het rapport zal in 1974 verschijnen en noch aan de bouwkoorts van de plattelandsgemeenten noch aan de drang van de stadsmens om naar nieuwe stenen nederzettin gen te vluchten veel kunnen af- Door Ary Jassies Foto's KLM-Aerocarto en Will Dijkman jaarlijks een bevolkingsgroei van 1,5 procent toegemeten. Ten gemeente- huize vermelden de statistieken echter een percentage van 4„ De „Haagse" visie op de instandhou ding van de waardevolle en onver vangbare wezenskenmerken van het groene hart is vaak genoeg in het NIEUWKOOP in het hart van het groene hart van Holland rust tussen plassen 1 en polderweide Nieuwkoop, een onder motorjachteigenaren, bungalowbezitters, henge laars en fotograferende volgers van wouwaapjes en purperreigers geliefd oord van 1 8800 inwoners, dat vandaag ook maar eens als voorbeeld moet dienen voor de wijze waarop de zeventiger jaren zich op het landelijke erf van de Randstad aandienen. Sprekender voorbeelden van de verstening van het Groene Hart zijn gemakkelijk te bedenken. Maar Nieuwkoop ligt nu eenmaal in het midden het is te verleidelijk om niet recht uit het hart van het bedreigde gebied te spreken. Verontrustend Over deze onstuimige gemeentelijke norm stelde het provinciale staten lid Den Dunnen verontruste vragen aan Gedeputeerde Staten'. Commis saris van de koningin mr, Klaasesz kon hem inderdaad meedelen dat de Nieuwkoopse plannen geheel, maar dan ook geheel in strijd' wa ren met hét landelijke en provin ciale beleid dat de verstedelijking van het groene hart juist wil te gen gaan. In het voorontwerp van 't streekplan voor het Zuidhollandse plassengebied krijgt Nieuwkoop iIHHIItllltlHIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIHIIIIIIIIIIIItlllllllllllllllllllllllllllllllllllltHIIIIN: Nieuwkoop thans min of meer landelijke waar de recreant nog voh vindt, na een week van bedompt leven tussen de ren in de stad. Maar meerderheid van de) gevir, raa zijn zin krijgt, zal /iel, lang zo blijven. Dan woneiX het jaar 2000 niet mindd 15.000 mensen in Niemvkooi zulen ongetwijfeld ook dej schaps-verstorende hoge bouwen hun intrede hebbif daan. Dan zullen ook idjj' plekjes tot het verleden gal1 horen de gemeente zal 1 worden ontsloten en de zullen in bezit worden gei i door snelle motorbootvai\ die de plaats gaan innema i stilte en ontspanning zoa zeilers en vissers. Men gunt ieder graag zijn plekje en dagje in het groen; de ontwaar ding van de Nieuwkoopse plassen onderschrijft echter weer eens de stelling dat juist het kenmerkende, en al eeuwenlang karakteristieke van het Groene Hart verloren dreigt te gaan doordat de beleidsni veaus van de overheden elkaar niet raken. In de provinciale recreatie-nota van 1966 heette het; „De Nieuwkoopse plassen hebben door hun unieke landschap en hun grote natuurwe tenschappelijke waarde een geheel eigen karakter. Het streven moet gericht zijn op behoud van dit landschap en op zodanige indeling van het gebied dat de noodzakelijke voorzieningen de recreatiedruk bui ten de natuurterreinen zullen hou den". Langzaam maar zeker is dat „geheel eigen karakter" bezig plaats te ma ken voor de vervuilende en lawaaie rige wereld van de recreatie vijver. Van Leenders zegt; „Grote stukken zijn van natuur monumenten en verboden voor mensen. Maar zelfs illlllilllllllHlllllllllllllllllllllllllinilllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllli Over blijft een wereld vol steen met vele wegen die nergens naar toe gaan en nergens vandaan komen de kinderen zijn er met hud berbootjes zo. Iedereen doet. j Raadslid Battjes schamper: aantal illegale ligplaatsen i met het jaar, het aantal plern jes jaarlijks met tien procenj is hier niet in staat om de tiedruk in de hand te houdeij ral zijn clandestiene recreatief in de plas, vele verordening» J den niet nageleefd. Maar er| niet tegen op getreden. De r brengt geld op. De gemeentef zijn structuurplan voor gebied nu een jachthaven i gen. Het gevaar is natuurlij^ dat men daarmee wee: creanten aantrekt". Alles Zo is ook het hartje van liet z hart hard op weg naar eenD leven; het stedelijk gebied» zijn vervuiling, lawaai, nieuij d wijken en verkeersplannen ai de overkant van de welland a andere kleine gemeenten a d druk bezig hun beton te s over de groene aarde, die i h bewindvoerders in Den Haag k dig ongerept moest blijven 6C blijft een wereld van steen n K wegen, die zoals de heer ®c somber opmerkte „nergeiï naar toe gaan en nergens 6£ vandaan komen. Alles is In geworden". v1 Maar de strijd gaat nog W door. Ook in Nieuwkoop kri gemeente bestuur met zijn vergrotende en publiek tn plannen niets voor niets. Een W( aktiecomité is al weer opgesli tr protest aan te tekenen tc| h, plannen om de zo karakfc! 'de vaart langs de dorpsvaart B di van het verkeer te dempen wordt in de randstad aan 1 de keer opgeofferd. Je houdt gei ha meer over. Om dezelfde re« re je evengoed de grachten in l le dam kunnen dichtgooien", verontwaardigde heer Van U Hij vertelde ook nog dat ar meente Nieuwkoop jaarlijks «h het schoonhouden van de f 7500 uitgeeft, en voor het J houden van het ge mee !V ƒ22.000,-. „Ze zeggen dat ze1 plassen geen apparaat hel# is grote kolder, precies de teit waarmee overal het grof naar zijn einde wordt sreholpö I ficiële prognoses, in 1980 40.000 au to's per dag zullen voorbijrazen deert 2e niet. Ze hebben het over betere verbindingen, de economische groei van Nieuwkoop en vooral over de grond die dan duurder verkocht kan worden. De enorme vervuiling, de sterk toenemende druk op de toch al te zware recreatie hier, het feit dat je nu ook hier al in plaats van de horizon een racebaan zou krijgen, dat interesseert de meesten helemaal niets". We zijn met deze uitspraak beland bij een van de kernoorzaken die - ondanks de wil van de slaperig toe kijkende rijksoverheid - hebben ge leid tot de ingrijpende en steeds rampzaliger dreigende verstening van Hollands plattelandde ambi ties van gementebesturen om hun stille en karakteristieke dorp nu eindelijk maar eens in de vaart der volkeren omhoog te stuwen. Aanne mers en grondspeculanten staan al handenwrijvend in het gevolg aan getreden, de woonadvertenties van de geslepen reclamebureaus (zuivere lucht?) evenaren in verleidings kracht de lokroepen van theaterdi recteuren, en voor de rest zorgt dan wel de menselijke drang om aan de nimmer serieus ter hand genomen woonellende van de grote stad te ontsnappen. Geen samenspel Aan het samenspel tussen de ver schillende geledingen van de over heid heeft ook in Zuid-Holland zo ongeveer alles ontbroken wat denk baar was. De rijksoverheid propa geerde nog de uitbouw van de be staande grote agglomeraties toen op de dorpen allang de ene nieuw bouwwijk na de andere de weilan den ingroedde. De provinciale overheid kon weinig anders doen dan de drieste eigen machtigheid van het platteland in zachtaardige termen berispen. In de ruimtelijke structuren-nota van maart 1970 hadden Gedeputeerde Staten het al lang gezien: „Maar ook de gemeentebesturen van talrij ke stadjes en dorpjes die zich in spannen om van hun plaats een fo rensen- of industriële vestiging van betekenis te makëii zouden beter moeten weten: van het lieflijke ka rakter van hun plaats zal gauw niets meer over zijn. De plaatselijke ambities zouden meer op behoud van de intieme sfeer en eigen ka rakter dan op spectaculaire groei gerioht moeten zijn". Laten -we teruggaan naar Nieuw koop met zgn. inderdaad, talrijke forensen en spectaculaire groei. -Vol gens de ruimtelijke ordeningvisie zou Nieuwkoop nimmer het maxi mum van 8000 inwoners mogen overschrijden. Na de vlotte bouw van enkele trotse nieuwbouwwijkjes zijn het er nu al 8800. Eind sep tember vorig Jaar besloot de ge meenteraad de volgende groeicijfers als basis voor zijn toekomstige be leid te hanteren: 11.000 Nieuwko- pers in 1982, 13.200 in 1992, 15 200 in 2002. '„Ik ben er van overtuigd dat wan neer niet fors aan de rem wordt getrokken we het einde beleven van alles wat we hier hebben", zo ver klaarde de weg- en waterbouwkun dige I. van Leenders. Hij was de woordvoerder van de Vredesgroep, een plaatselijk comité dat via huis aan huis verspreide stencils oproept tot het verlenen van steun aan de verdrukten in de wereld, maar dat nu ook al gedwongen is dichter bij huis te kijken. Met vele andere Randstad-bewoners heeft de groep met name geageerd tegen de aanleg van rijksweg 3, de nieuwe verbinding tussen Amster dam en Rotterdam die zich volgens zijn voorlopige tracé als een dolk dwars door de mooiste gedeelten van het groene hart zal planten Nieuwkoop met zijn om natuurwe tenschappelijk redenen unieke plas sengebied wordt slechts op een kilo meter afstand gepasseerd. Gevoeliger Na de laatste uitspraken van Drees - de eerste bewindsman die gevoeli- j ger lijkt voor de argumenten van actiecomité's dan voor de rapporten van zijn ambtenaren lijkt de R 3 voorlopig weer op de lange baan geschoven. „Maar", zegt Van Leen- ders, „het gaat natuurlijk ook om I de mentaliteit. Die willen we veran deren. De meerderheid van onze ge meenteraad is immers voor die I monsterachtige asfaltbaan boven op Nieuwkoop. Dat er hier, volgens of

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1972 | | pagina 4