;r kleeft bloed aan t bont NOODZAAK, SPORT OF TOERISME? DAG R APRIL 1972 iNJ len in het helderblauwe water van de Laurensbaaii dat rondom tot ver over de stroomt, liggen de Magdalena-eilanden. Vier stuks, door potlooddunne duinen- net elkaar verbonden, nietig op de kaart van noord tot zuid toch een zeventig lang. Waarom knuppelen de mannen van de Magdalena Eilan den ieder voorjaar zeehonden dood? Omdat, zegt de Canadese regering, het gemiddelde inko men er lager ligt dan in de rest van het land. zodat de bewoners uit de jacht een welkome bijverdienste hebben. Er is echter reden tot twijfelen. In het algemeen moet voor het knuppelen en villen van een zeehondenbaby heel wat moeite worden gedaan. De opbrengst per velletje is desondanks zelden meer dan zeven Canadese dollars. Het gemiddelde weekloon op de Magdalena Eilanden zal onge veer honderd dollar bedragen. Voor één extra-week zouden dan niet minder dan vijftien zeehonden moeten bloeden. Veel meer heb ik uit gesprekken met de bevolking de Indruk, (Jat de Jacht de tijdelijke verveling van de werk loosheid verdrijft. Niemand bevestigt dat hij over te weinig geld beschikt om de inkomsten uit de jacht te kunnen missen. Ik hou het op de verklaringen van die sneeuwploegchauf feur en die visser die zelden: „De aeehondenjacht is de enige jacht die we nog hebben. Het is een sport, al zijn de dollars natuurlijk meegenomen". Voordat ln de grijze oudheid de Jagende mens zijn om zwervingen staakte en zich als landbouwer vestigde, was doden van wilde dieren nog een dwingende noodzaak, zoals ook nu nog de Eskimo's van Groenland niet zonder kunnen. Maar voor de mannen van de Magdalena Eilanden moet toch iets anders kunnen worden gevonden, als het inder daad om de centen gaat, want wij in het overbevolkte westen hebben makkelijk zeggen dat zij temidden van zoveel stilte en vrije natuur ook met wat minder geld op de bank toch nog heel gelukkig zouden moeten zijn. Zou toerisme de zeehondenjacht kunnen vervangen? On getwijfeld, er zal wat moeite voor moeten worden gedaan, een straffe organisatie zal er voor moeten zorgen dat het risico (verdwalen, te water raken, niet snel genoeg voor slecht weer kunnen vluchten: de Sint Laurensbaai is zo groot als Nederland) zo klein mogelijk wordt. Maar er zal vooral vermaak op de Magdalena Eilanden zelf moeten komen, voor de lange uren van wachten op het vliegtuig of op beter weer. Er is nu één fjshockeyhal, maar ik vraag me af of Je in gemoede veel méér kunt propageren, zwembaden, gokhuizen, dancings, restaurants, skihellingen, schaatsbanen als Je op hetzelfde moment tracht te voor komen dat thuis de Waddeneilanden door massatoeritxn* worden verpest. De mensen zulten de schattige "whitecoats' willen aaien, wie weet wennen de dieren er op den duur aan. kijken zi eind februari verlangend uit naar het voederseizoen in dé Laurensbaai, en het tafreel van mensen die in de echté dierentuinen, leunnend over het bordje „Niet voederen" dé dieren volstoppen, vind ik al zo stuitend. Ik zeg nee tegen het massatoerisme naar het wildieren) alleen om geld te verdienen aan mensen en dieren die nid geschapen zijn om eikaars affectie te beantwoorden, al li het natuurlijk te verkiezen boven doodknuppelen (van aee-« honden), maar ik zeg Ja tegen de mogelijkheid om zondei het allermodernste comfort en venraak de vrije natuur li te gaan om te leren. Daar verdienen we veel meer aan. Vlak voor onze voeten krabbelde hij het ijs op en nat en puffend gleed hij rechtstreeks naar de punt van mijn rechter laars. Hij drukte hoop vol zijn zwarte snuitje tegen mijn voet en bleef na een ogenblik roer loos liggen. Ik w&s zijn moeder niet. We waren vlak erna door een snelle regeringshelikopter „gered," van het ijs gehaald omdat er een straffe wind was opgestoken, dichte massa's stuifsneeuw voor zich uitjagend zo dat vliegen met ons eigen toestelle tje te gevaarlijk zou zijn. Deze dinsdag 14 maart is er echter geen vuiltje aan de lucht. Wel de voorjaarszon. Plat op mijn buik lig gend om in het water een ademha lende volwassen zeehond te betrap pen, vriest mijn snor vast aan mijn camera, maar aan het eind van da dag blijkt mijn neus verbrand t« zijn. Dit was dit Jaar in de drie- weken voordat de „whitecoats" verharen en praktisch waardeloos (I) zijn ge worden, de eerste geschikte Jacht dag. Terwijl vorig Jaar het ijs met de zeehonden erop tot vlak voor de kust dreef, wat zo eens in de tien Jaar gebeurt, en de bevolking van de Magdalena Eilanden heel weinig moeite hoefde te doen om onder de tienduizenden dieren een waar bloedbad aan te richten, kunnen de moeders hun Jongen nu ongestoord zogen. Voor het eerst sinds eeuwen. ATLANTISCHE OCEAAN moeders met rust: verstoren is vol strekt onnodig, want verspreid op het overige stuk ijsschots liggen jongen, waarvan de moeder in het water rondom aan het spelezwem men is. Wéér dat verschil in reaotie. De ene pup maakt met keffende geluidjes, die opvallend sterk doen denken aan pasgeboren mensenkinderen, agressieve bijtbewegingen, maar legt zich er dan letterlijk bij neer dat dat niet helpt. De ander doet dat maar meteen. Hij trekt zijn kop tussen de schou ders. de reaotie van alle „white coats." sluit zijn ogen en houdt zich dood. ik kan moeilijk aannemen dat het dier in hoopvol vertrouwen aan de voeten van de nieuwe meester blijft liggen. Na een poosje gaan de ogen weer open. Grote, donkere ogen, verras send .expressief ondanks de afwezig heid van pupillen. Zachtjes puffend haalt het diertje adem door zijn neusgaten, ze gaan open-dicht, open-dicht, er komt een beetje schuim op en waarachtig, nu gaat hij nog huilen ook. links en rechts van de lange snorharen biggelen dikke tranen over zijn witte wan gen. Als ik me verwijder (uit schaam te?), begint het diertje onmiddellijk in de riohting van het water te krabbelen. De tien nagels van zijn voorste zwempootjes hebben in het besneeuwde ijs weinig houvast, de achterste pootjes, met zwarte vlie zen tussen de tenen, doen niet mee. Ze zitten met de binnenkant tegen elkaar gevouwen, zoals bij alle ech te zeehonden. Aandoenlijk en hulpeloos de „white coats" doen hier in de tastbare, witte stilte nóg meer aan mensen- baby's denken dan op foto's al het geval is. Daarom ook wordt er wel massaal geprotesteerd tegen de moord op zeehonden jongen niet tegen de manier waarop levende zeepieren aan de vishaak worden gestoken, om maar iets te noemen. Plotseling worden de keffende en krijsende geluidjes om ons heen sneller herhaald, alsof er alarm wordt geslagen. Ik zie dat de ijs schots west van ons sneller drijft dan de onze. Als een tank ramt het metersdikke gevaarte er op in. nog niet losgelaten en zijn pelsje was nog geel. We waren met een éénmotorig vliegtuigje naar het ijs gekomen en aan de overkant van een smal strookje open water, waar een groepje volwassen zeehonden zich vermaakte, lag hij tegen de ijsrand. klein en weerloos- Toen hij ons zag, wilde hij zo snel mogelijk 't water in, maar het duur de een hele tijd voor hij de ijsrand overwonnen had. Pasgeboren zee honden zouden niet kunnen zwem men, maar deze crawlde zoals een hond dat doet aan de oppervlakte van het water linea recta naar de overkant, recht op ons af. Terwijl we nog wel dachten dat hij had willen vluchten. Scheurend en krakend verheft zich langzaam een wal van gebroken blokken hoog in de lucht, de naar de zon gekeerde vlakken lichten helblauw op. In spanning heb ik toegekeken hoe een jonge zeehond krabbelend, en worstelend aan het kruiende ijs ontkomt. Aan de overkant drijft een wijfje met droge tikjes van haar voorste flippers niet alleen haar eigen jong maar ook nog een ander voor zich uit, weg van de ge vaarlijke rand. Niet onwaarschijn lijk dat er regelmatig zeehonden tussen het ijs worden gekraakt. Ik vraag me af hoe het met mijn eigen speciale vriendje is dat ik de zondag ervoor heb ontmoet. Hij was pas geboren, de navelstreng had de schotsen uit elkaar worden ge trokken. Het licht gerimpelde water ertussen is opvallend mooi blauw van kiem en het ijs onder water licht in de zon helder groen op. Door Jan Ottens De eerste zadelrobben hadden we al als bewegende vormpjes vanuit het vliegtuig gezien. We konden bij dc meeste volwassen dieren de ovaal vormige tekening op de rug duide lijk onderscheiden. Terwijl de ene rob bijtende bewegingen maakt naar de herrie boven hem. blijft een andere roerloos op zijn buik lig gen, of glijdt snel het water in. Onze ijssohots is vierhonderd meter lang, tweehonderd breed. Aan de noordkant, over de korte zijde is een stukje „breeding ground." Daar hebben de volwassen wijfjes kortge leden hun Jongen gebaard, natte, gele scharminkeltjes, na een paar dagen op de volvette moedermelk al uitgegroeid, tot sneeuwwitte, vorm loze, aandoenlijke, hulpeloze dikzak ken. Balen wolkenzacht bont. On vrijwillige leveranciers van het eens zo gewilde „whitecoat." We gaan er niet naar toe, we laten de twintig a dertig pups en hun pa toont in de naweeën ■Énter niet haar vriendelij k- Wjpt. Hoewel de zon al vrij JUnit, volgt de temperatuur verder dan tot tien gra- |Br nul. Weilanden, akkers. itrand. wegen, oude vulka- water in de haften tussen nrijen, alles is onder een I sneeuw of ijs bedetot. vijftienduizend bewoners Igj lzoenwerkloosheid, de vis- liggen klem in het ijs, WÊ voor de visverwerkende W wordt niet aangevoerd, £gj op de houten huizen de ^Tien niet roken, heeft er maken. Magdalena -Jtrisch. en liggen ver weg van de wereld, op een uur vlie- Charlottetown. aan de zelf zijn ze bepaald niet Het verkeer op die ene inc^iegelgladde weg, bedreven Amerikaanse sleeën, is een onafgebroken, processie. 14 maart 1972. Op kilometer noordoost van Eilanden heeft de pi- rode helikopter op een thoekige ijsschots gepar- 5ag rt; oog reikt ijsvelden, grote [ac Hoog opgestapelde, grilli- laties, waar twee schotsen ST zijn gebotst, maar zonder het ijs is gescheurd en

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1972 | | pagina 15