Amerikaanse zenders in München bedreigd in hun voortbestaan spelevaren in Gods vrije natuur jezers schrijven fat is de oorzaak van het derde-wereldprobleem? DOOR C. J. ROTTEVEEL De stad van de zenders in een winters gewaad Cultureel Vlaanderen is tegen een nieuw spellingavontuur 35% Rijkspremie maakt spaareffekten aantrekkelijker Dodenweg flNPER-DAG 23 MAART 1972 Ruim twintig Jaar geleden be gonnen twee Amerikaanse zenders, jtadio Free Europa (RFE) en Ra dio Liberty (RL), vanuit München de volken van Oost-Europa van jet nieuws te voorzien, dat hun eigen regeringen systematisch plegen te verzwijgen. Het begin ^n die uitzendingen viel midden in de periode van „de koude oorlog" tussen Oost en West en het spreekt iel vanzelf, dat dit radionieuws de bewindvoerders achter jiet ijzeren gordijn", met name roor die in het Kremlin, een roortdurende bron van ergernis is t. Maar nu zijn er ook in de Westelijke wereld stemmen op gegaan, die voor beëindiging van deze vrije informatie pleiten. In Amerika is het vooral de fcvloedrijke senator Fulbright, roorzitter van de commissie voor Buitenlandse Zaken, die de zenders ïil opheffen. Enige Jaren geleden bleek namelijk, dat hun activiteit ia feite betaald wordt door de CIA (geheime dienst) en dat daarop geen parlementaire contro- bestaat. Fulbright verzet zich nu gen de pogingen om de uitzen- ngen een wèl door het Congres gecontroleerde basis te geven, wat sogelijk zou zijn door de betaling te brengen in de begroting sjor Buitenlandse Zaken. Wat zijn de voor- en nadelen van voort- Ktting van deze Westerse radio- atzendingen? Eerst een paar zakelijke gege- ?jis. De RFE, Radio Vrij Europa, Kht zich tot alle Oosteuropeanen witen de Sowjet-Unie; de RL, Ra- Èo Vrijheid, bedient speciaal de Jussen. Gezamenlijke kosten: 35 siljoen dollar per jaar, waarvoor nenhonderd uur per week wordt uitgezonden door in totaal twee duizend medewerkers. Nu liggen senator Fulbrights bezwaren min of meer in hetzelf de vlak als die van de Londense correspondent van het Sowjetrus- sische persagentschap Novosti, F. Alexejew, die dezer dagen in de „Times" schreef: „De activiteiten van deze beide zenders maken deel uit van dezelfde politiek, die ver antwoordelijk was voor de debacle van de U2 (onder president Eisen hower), voor de mislukking van de tegen Cuba gerichte Varkens baai-affaire (in het begin van pre sident Kennedy's loopbaan) en de operatie in de Baai van Tonkin (onder president Johnson), een po- munistische dictatuur ondraaglijk was geworden en die de gelegenheid aangrepen naar het Westen te vluchten. En zij die deze gele genheid niet kregen of niet wilden grijpen, zijn nu als slachtoffers van het Sowjetrussische regime in psychiatrische klinieken opgeslo ten of naar Siberië verbannen. Zij allen, blijvers of gevluchten, zijn geen ultra-conservatieven, die de klok willen terugdraaien, maar vrijheidlievende mannen en vrou wen, die in verzet zijn gekomen te gen een regime, dat met zeer kost bare militaire middelen een im perialistische politiek voert en de massa's de vruchten van hun har de arbeid onthoudt. litiek die de wereld meer dan eens op de rand van een oorlog heeft gebracht". Bovendien, aldus de Sowjetrussische coiTespondent, be staat het personeel van de zenders goeddeels uit vluchtelingen uit de landen in Oost-Europa en men kan moeilijk verwachten, dat deze vijanden van de politieke en sociale veranderingen in die lan den voor een objectieve berichtge ving zorgdragen. Om met dit laatste argument te beginnen: men kan het moeilijk anders dan zwak noemen. Alexejew stelt het namelijk voor alsof vluch telingen uit Oost-Europa vanzelf sprekend reactionairen van het zuiverste water zijn. Het zijn ech ter de naar vrijheid hunkerenden, voor wie het leven onder de com- Ook het eerste bezwaar van Alexew is zwak. En niet alleen omdat de schrijver de Sowjet-Unie als een schuldeloos lam voorstelt, voortdurend belaagd door de kapi talistische wolven, maar ook omdat het propagandistische element van de uitzending in de loop der jaren steeds meer verlegd is naar het verschaffen van nieuws, nieuws dat de Oosteuropese regeringen met hun stokoude, angstige instelling van „dit of dat is niet goed voor het volk", hun onderdanen doel bewust plegen te onthouden. Van „indoctrinatie" in de kwalijke zin van het woord is dus geen sprake, wel van „informatie", zoals die overal in het Westen gebruikelijk is. Een van de communistische be zwaren tegen de Westerse maat schappij is het bestaan van mono polies, maar als het om zijn eigen nieuws-monopolie gaat geeft het Kremlin plotseling niet thuis. Een ander Oosteuropees verwijt tegen de zenders in München is, dat zij de ontspanning Oost-West tegenhouden. Het tegendeel is waar. De uitzendingen hebben het begrip in Oost-Europa voor de Westerse maatschappij sterk be vorderd. Dat dit strijdig is met de communistische staatspropaganda ligt niet aan RFE en RL, maar aan de leiders in Oost-Europa, die doodsbenauwd zijn voor kritiek op hun bestuur. Dit behoort mede tot de redenen, die 55 vooraanstaande Amerikanen onder leiding van de vroegere plaatsvervangende minis ter van Buitenlandse Zaken Geor ge Ball ertoe gebracht hebben te pleiten voor het voortbestaan van de zenders „als een waardevol in strument voor het contact met de Oosteuropese volken". Dan is er nog een punt. Het Kremlin poogt het, zoals bij mon de van de hierboven geciteerde Alexejew, voor te stellen alsof al leen Amerika uitzendingen „pleegt". Maar wat te zeggen van de Oosteuropese uitzendingen naar de vrije wereld? Het Britse Lager huislid Anthony Meyer wees er dezer dagen in een ingezonden stuk in de „Times" op, dat alleen al de Sowjet-Unie per week 1750 uur naar het Westen uitzendt. „Ik be twijfel of zelfs de heer Alexejew durft te beweren, dat die 1750 uur alleen maar gevuld worden met woorden en klanken van goede wil Jegens het Westen". Trouwens, al dus het Britse kamerlid, het sterk ste argument tengunste van het voortbestaan van RFE en RL is. München, waar de Amerikaanse zenders RFE en RL gevestigd zijn. Toevallig een winterfoto, maar geen symbool van ,Jcoude oorlog dat u, meneer de redacteur, de brief van de heer Alexejew hebt gepubliceerd. Want kritiek op de Sowjetrussische uitzendingen naar het buitenland zou in de „Prawda" nooit geplaatst worden!" Raak is ook een zinsnede uit een telegram, dat de voormalige Ne derlandse minister van Buitenland se Zaken en secretaris-generaal van de NAVO, mr. D. U. Stikker, thans president van de ^Westeuropese adviescommissie" voor de beide Amerikaanse zenders, dezer dagen aan de Amerikaanse senator Hen ry Jackson zond: „Wij allen wil len ontspanning. Wij willen elke oorlog, heet of koud, verhinderen. Maar één ding willen wij niet: ontspanning naar buiten en onder drukking naar binnen. Amerika, bakermat van de menings- en persvrijheid, was er altijd van over tuigd, dat een goed geïnformeer de openbare mening tot een beter begrip tussen de volkeren leidt". De kritieke datum voor het ver der bestaan van Radio Vrij Eu ropa en Radio Vrijheid is 30 Ju ni. Het is te hopen, dat tegen die tijd een oplossing voor de finan ciering is gevonden, eventueel met medewerking van West- Europa. Intussen staan tal van bekende bladen als de „New York Times", de „Washington Post", de Londen se „Times" en de Parijse „Monde" op de bres voor het voortbestaan van de beide zenders. Terecht schreef de (verre van conservatie ve) Londense „Guardian" begin de ze week: „Vreedzame samenleving betekent niet het beëindigen van de tegenstellingen tussen de ideo logieën. Het communisme gebruikt pers en radio om de^penbare me ning te manipuleren ten gunste van de belangen van de staat. Een van de grondslagen van de vrije samenleving is, dat de lezers en luisteraars vrij zijn om te den ken en te zeggen wat zij willen en over de communicatiemiddelen die nen te beschikken om daaraan uiting te geven". Plaatsing van ingezonden stukken behoeft geen redactionele instemming te betekenen. De redactie behoudt zich het recht voor, brieven te bekorten of eventueel terug te zenden. Men pleegt zich te ergeren aan «risten die met een camera op fleurige buik filmpjes vol schie- van Hannes loopt op klompen, is niet aardig. Toeristen zijn boren optimisten in him zorgelo- vakantie-stemming die a^les om heen bekijken door een roze Hoe minder die omgeving lijkt thuis bij moeder de vrouw, hoe totischer Hannes rondhupst op geleende klompen, hoe meer je vertellen hebt „back home" over Éffie verrukkelijk-blije mensen, «levarend in Gods vrije natuur", citeer hier Prof. Siertsema, toe rust met roze bril. Ik moet wel onverbeterlijke pessimist ge lest zijn dat ik in het buurland imeroen andere dingen zag. Ik het dorp waar ik twee jaar Jonde vrouwen die om vijf uur morgens naar hun grond je gin- (twee uur lopen verderop) en zonsondergang terugkeerden zware manden op het hoofd de Jongste op de rug. Harde ndarbeid op onvruchtbare grond de hete zon. De kinderen ston- ook om vijf uur op. De kleine- kinderen (onder de zeven jaar) sten op hun nog kleinere broer- en zusjes en deden het huis- gelijke werk, inclusief koken en issen. De grotere deden voor en school ongeveer vier uur per allerhande karweitjes om geld verdienen voor schriften, boeken potloden. Snoepgeld en zakgeld staan niet. Zelfs de normale schooluitgaven worden door de leerlingen zelf gedragen. Op school zaten ze dan hard te blokken in een groeiend gevecht tegen de slaap en de honger, want pas om zeven uur 's avonds kreeg het gezin voor het eerst die dag te eten. De vader werkte op de fabriek, in de plan tage of in de winkel om geld te verdienen voor het gezin: belas tinggeld, schoolgeld, geld voor tweedehands kleren op de markt, bepaalde eerste levensbehoeften, etc. Deze verrukkelijke-blije mensen lagen om acht uur 's avonds dood moe op bed, en er was geen spele varen bij. Er is zo weinig sprake van een zorgeloze Jeugd, dat het begrip puberteit onbekend is in Afri ka, behalve misschien iri enkele grote steden. Ik moet deze „ver rukkelijk- blije mensen" nog ont moeten in Azië (waar ik mijn jeugd doorbracht temidden van weinig zorgeloze schoolkame raadjes), in Zuid-Amerika (waar ik vijf jaar woonde in een armoe- wijk) en in Afrika (waar ik twee jaar werkte in een klein dorp). Ik weet gewoon niet waar Prof. Siert sema het over heeft. Maar ik gun ieder graag zijn zorgeloze verhalen. Vooral omdat blijkt dat zij ook in Afrika ge werkt heeft, al was dat in een vreemd soort Afrika, op de campus van een filiaal van de universiteit van Londen. De berichten vanuit deze werksituatie zijn minder roos kleurig: kakkerlakken in de keu ken, stinkende ongewassen mensen die slapen in het trappenhuis (ver moedelijk lagen ze ook liever in een schone kamer op bed), la- waaïge buren die je verhinderen te slapen, kortom alle klachten die wij zo vaak horen van flatbewo ners in Nederland. Sommige men sen krijgen daar neuroses van. an deren leggen zich er bij neer dat alle mensen nu eenmaal niet het zelfde zijn, dwz. niet dezelfde leef gewoonten hebben. Er is een vreemde tegenstelling tussen Prof. Siertsema op vakantie en aan het werk. Beide soort verhalen gun ik haar en de tegenspraak lilkt mij heel goed verklaarbaar. De verhalen werden echter niet zomaar verteld. Ze werden door Prof. Siertsema op de Gerefor meerde Synode gebruikt om iats aan te tonen, namelijk dat apart heid in Zuid-Afrika begrijpelijk en niet verwerpelijk is. Ik weet dat zy er zo over denkt. Dat is meen ik haar zaak, waar ik niets mee te ma ken heb. Ook de heer Rotteveel zij hetzelfde gegund. Hij hoeft zich daarvoor niet eens achter welke au toriteit dan ook te verschuilen. Maar de propaganda voor zulk een idee moet wel op zindelijke wijze gebeuren, en dat is hier helaas niet het geval. De redenering die door Prof. Siertsema gevolgd wordt is aldus: apartheid berust op racisme, racis me berust op verschil in levensge woonten. Dat kennen wij uit eigen ervaring. Kijk maar naar onze hou ding tegenover Zigeuners, Ambon- nezen en gastarbeiders «nog eens onderstreept met een mooie foto). Dus mogen wy apartheid in Zuid- Afrika niet veroordelen. Waar loopt deze ogenschijnlijk zo logische redenering mank? Di rect al aan het begin. Apartheid be rust namelijk niet op racisme, maar op materiële, geldelijke belangen. De blanke minderheid is Zuid-Afri ka is terecht bang haar welvaart in de toekomst te moeten delen met de zwarte meerderheid. Daar om besluit deze minderheid een zijdig om de meerderheid in reser vaten (of thuislanden) op te slui ten en er alleen uit te laten als zij ze voor de eigen welvaart nodig heeft in mijnen en fabrieken, of als dienstmeisjes en wasvrouwen. Want ook daar is het zo moeilijk voor mevrouw om een geschikt en goedkoop dienstmeisje te krijgen. Onze houding daartegenover berust op een antwoord op de volgende principiële vraaghebben mensen die samen een land bewonen al dan niet het recht om samen over de toekomst van dit land te beslis sen? De blanke minderheid in Zuid-Afrika zegt hierop neen, en eist dit recht exclusief voor zich zelf op. Maar hierover wordt door Prof. Siertsema wyselyk niet gesproken. Die verdomde democraten in Ne derland geven zelfs Surinamers hier het recht om te stemmen en mee te beslissen. Die verdomde democraten in Nederland geven zelfs de nakomelingen van Aziatische emigraten het recht om over de toekomst van Suriname mee te beslissen, zelfs al vormen zij de meerderheid in het land. Over het beginsel van democratie worcit in alle toonaarden gezwegen en in plaats daarvan wordt de aandacht afgeleid naar toeristische impres sies van Hannes loopt op klompen door Gods vrije natuur te lanter fanten, of naar een serie flatpro blemen. Omdat het principe van apartheid in Nederland zo slecht verkoopbaar is, hangt men de on nozele uit en doet het1 via een slink se omweg: ongewassen mensen die geen Cadum en Prodent gebrui ken. Mag men van fatsoendelijke blanken verwachten hiermee sa men te leven? Dat moeten volgens mij die fatsoenlijke blanken zelf weten, het probleem interesseert mij niet eens; maar het gemis aan Cadum mag geen reden zijn om een mens het stemrecht te onthou den. Ik vind het een onfrisse rede nering, die met nog geen duizend stuks Cadum weg te wassen is. PROF. DR. J. VOORHOEVE, Leiden. ADVERTENTIE Het artikel „Racisme is geen atrast van rassen, maar van ge- Witen" in het L.D. van 16 art j.l. heeft mijn verbazing ge- "i. Het staat m.i. vol tegenstrij- Ihedc-n en halve waarheden, door irtsema aan de Gerefor- frde synode overgebracht. En synode is er nog ingelopen Prof. Siertsema vraagt zich ®elijk niet af wat dé oorzaak fan deze, door haar geconsta- =rde verschülen in gewoonten. s is Juist deze oorzaak, die van tog is voor een goed begrip van problemen van de derde we lt to oorzaak ligt namelijk in de ^ndigheid, dat verscheidene ^he groepen door de eeuwen zijn vernederd en gekweld wernij). De gevolgen van deze torstelling en uitbuiting zijn tolijk merkbaar en voelbaar to ontwikkelingslanden, voor- JP sociaal en economisch gebied. samenleving komt namelijk niet plotseling uit de lucht vallen, maar is een historisch gegroeide structuur, Het kolonialistische be leid was nimmer gericht op de ontwikkeling van de kolonies, doch op ontwikkeling van de eigen Euro pese belangen. Geen doelgerichte investeringen toen: dat betekent geen of niet voldoende werkgele genheid thans. Colijn heeft in het Nederlandse parlement zo „treffend" gezegd: „Laat de mensen in Indië zo lang mogelijk dom, net zo lang kunnen wy van ze profiteren". Prof. Siertsema pleit voor eer lijkheid en deskundigheid. Dat zij niet deskundig is blijkt uit het bo venstaande. Haar eerlijkheid is een halve eerlijkheid wanneer zij, spre kend over Zuid-Afrika, zegt dat „onze broeders en zusters in Chris tus worstelen met problemen waar van wij de reikwijdte niet kennen, maar die een eerlijke voor God verantwoorde noodoplossing kie zen". Een mooie volzin met een duidelijk hypocriete ondertoon. Er zijn in Zuid-Afrika ook Afrika nen, die, zoals prof. Siertsema het formuleert, het gedragspatroon van de blanken volledig hebben overgenomen. Ook zij worden ge discrimineerd. De regering van prof. S. sluit dan al niet meer. Ik kan mij niet aan de indruk ont trekken, dat met broeders en zus ters blanke broeders en zusters worden bedoeld. De studenten en de vrijwilligers in de derde wereld hebben de pro blemen van de ontwikkelingslan den beter begrepen dan prof. Siert sema en de Gereformeerde synode. Wanneer het gaat om moeilijke, principiële en puur-chrLstelijke beslissingen over praktische pro blemen, verschuilt de Gereformeer de synode zich achter quasi-we tenschappelijke argumenten, 't Is jammer. O. VENLOO Katwijk aan Zee. Spaareffekten zijn En alsof dat nog er voor iedereen* die Uilll niet genoeg is, komt -naast spaarbankboekje etc.-graag daar nu nog eens die belastingvrije een extra ijzer in het vuur wil hebben, spaarpremie van het Rijk bovenop! U koopt ze al voor zo'n 100 gulden. Vijfendertig procent over Het zijn een soort aandelen. de eerste 250 gulden**die u in Maar dan aandelen met een minimum een jaar in spaareffekten belegt! aan risico. Want uw geld wordt door Enige voorwaarde: de spaareffekten financiële experts met een maximum 8 jaar in uw bezit houden, aan veiligheid belegd. Meer van weten? Uit de opbrengsten krijgt u jaarlijks Dan even een briefkaartje dividend uitgekeerd. aan: Spaareffekten, Postbus 51, Trouwens als't een beetje meezit, Den Haag en de folder stijgt uw spaareffekt (ru ADImEVTTII komt in de bus. nog in waarde ook. jUlAWU/Hvl fcrf w zorgen voor ii extra spaarpotje Deskundig advies over spaareffekten krijgt u bij: Webefb (Maliebaan 15,Utreclit)en bij de vestigingen Middenstandsspaarbank.de Raiffcisenbank en van de CentraleVolksbank.de Nederlandschc de Boerenleenbank. Onder mijn voorzitterschap zijn in Antwerpen enkele ver gaderingen gehouden van een aan tal personen, die representatief zijn voor verschillende sectoren van het Vlaamse culturele leven. Ze heb ben zich na beraadslaging gekant tegen wijziging van de spelling der Nederlandse taal. Aanwezig waren vrywel alle schrijvers van beteke nis van het Vlaamse land, leiden de ambtenaren uit de onderwijs wereld en de hoogleraren J .L. Pau wels en A. van Loey, die destijds over deze kwestie verslag uitbrach ten voor de Koninklijke Vlaamse Academie voor Taal- en Letter kunde. Zonder zich te willen uitspreken over de inhoud van de voorstellen, noch over de belangrijke mate riële gevolgen die uit aanvaarding ervan zouden voortvloeien, vestigt deze groep de aandacht van de overheid en van de openbare me ning op de ongunstige psycholo gische reactie die een spellingwij ziging bij de taalgebruikers zou uitlokken in de moeilijke over gangsperiode waarin het Neder lands zich in Vlaanderen en Brus sel bevindt. Terwijl er via het onderwijs en de communicatiemedia bestendig voor geijverd wordt het vertrou wen in de overkoepelende cultuur taal en haar spelling te verster ken, zou aan de andere kant het voortdurend in het gedrang bren gen van de spellingstabiliteit een noodlottig wantrouwen doen ont staan. Dit argument geldt ook ten aanzien van de anderstaligen die zich vooral sinds het Neder lands als een van de vier officiële talen van de Europese Economi sche Gemeenschap is erkend op onze taal willen toeleggen. Bovendien wijst de groep erop dat door de Koninklijke Vlaamse Academie voor Taal- en Letter kunde en de Koninklijke Vlaam se Academie voor Wetenschappen, Kunsten en Letteren de inhoud van de zogenaamde „Eindvoorstel len" van de bastaardwoordencom missie ten gronde wordt betwist. De groep is er gaarne van over tuigd, dat de overheid zal oorde len dat de Nederlandse taalge meenschap zich geen nieuw spel- lingsavontuur kan veroorloven. LODE CRAEYBECKX, burgemeester van Antwerpen (Tot de 47 Vlaamse schrijvers en essayisten, die him instemming hebben betuigd mjet de artikelen van de heer Craeybeckx in de „Volksgazet" tegen de spelling voorstellen, behoren oa Louis Paul Boon, Raymond Brulez. Hugo Claus, Johan Daisne, Paul de Wis- pelaere, Marnix Gijsen, Karei Jonckheere, Hubert Lampo. Hugo Raes, Ward Ruyslinck en Ge rard Walschap. Red. L.D.) Binnen enkele weken zijn reeds twee verkeersongelukken gebeurd op de Brahmslaan. Veel materiële scha de, maar gelukkig nog zonder dode lijke afloop, maar voor hoe lang? Zeer enthousiast werd kortgeleden de Brahmslaan voor het verkeer ge opend. Een ontlasting voor de Churchilllaan, die tot dan de grote verkeersstroom moest opvangen. Wel een belasting voor de bewoners, in het bijzonder voor het laatste ge deelte van Apollolaan tot Voorscho- terweg. Op dit laatste stukje van plm. 40 m. passeert de automobilist een flat van 8 verdiepingen, een bejaarden centrum, die gelukkig nog onbe woond is en aan weerszijden een speel- en wandelpark. Van deze „Long van Leiden", waarover enige tijd geleden in Uw blad werd geschreven, wordt steeds intensiever gebruik gemaakt. Dit park wordt voor kinderen en spe ciaal voor de toekomstige bewoners" van het bejaardencentrum zeer ge vaarlijk, omdat men bovengenoemde weg moet oversteken. Het bestuur van Apolloflat I heeft hier reeds eerder op gewezen, echter zonder resultaat. Kunnen hier niet onmiddellijk af doende maatregelen genomen worden om ernstiger te voorkomen? Vooral, om van dit voor onze stad unieke park, ongestoord en zonder levensgevaar, te kunnen genieten. W. P. Mlzee, Apollolaan 414, Leiden.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1972 | | pagina 9