Ir is geen gewestelijke denktrant
ieiden vroeger en nu (8)
an Aken hekelt buitengemeenten van Leiden
VREDES-
MISDA-
DIGERS
KILLE KEUKEN
rERDAG 26 FEBRUARI 1972
LEIDEN
(Vervolg van pagina 1
)e vorming van het gewest Leiden is voortgekomen uit de gedachte, ,,dat tal van oor-
onkelijke lokaal te behartigen belangen in toenemende mate over de gemeentegren-
heenreiken. Steeds meer worden deze belangen door samenwerking in interge-
entelijk verband tot een oplossing gebracht. Elke gemeente is in feite mede afhanke-
geworden van toestanden en ontwikkelingen in omliggende gemeenten", aldus de
chure Gewestvorming rond Leiden en haar bestuurlijke consequenties". Men kan
zeggen dat sommige problemen van deze maatschappij zo zwaar zijn dat de afzon-
lijke gemeenten ze niet meer zelfstandig kunnen oplossen, of dat je efficiënter met
lar dan ieder apart een aantal taken en regelingen kunt uitvoeren.
.zulte»-we nov
olgens de eerder genoemde brochure zijn taak en doel van het
est: a) het doen verrichten van onderzoek naar en studie om-
t de maatschappelijke en bestuurlijke ontwikkeling in het gebied
de bij het overleg betrokken gemeenten
het doen plegen van overleg over problemen en maatregelen
het belang van de afzonderlijke gemeenten te boven gaan op het
ed van: ruimtelijke ordening, recreatie, verkeer en vervoer, ge-
Iheidszorg, huisvestingvuilverbrandingrioolwaterafvoeronder-
economische ontwikkeling en andere taken van overheidszorg
aan £e yjijzen
mee komen we op het eerste, be
langrijke defect van de gewestraad:
de communicatie. Drs. H. van Mier-
lo (Gem. bel., Katwijk)„Er zijn ge
westleden die nog niet eens aan el
kaar zijn voorgesteld, er zijn mensen
bij die om maar eens iets te noe
men voorzitter Vis nog nooit een
hand hebben gegeven. Als je met el
kaar wilt samenwerken, zul je elkaar
toch eerst moeten kennen. Er zijn
mensen in commissies benoemd zon
der dat men zich voldoende reekn-
sohap heeft gegeven van hun be
kwaamheden op dat gebied. En je
moet je dan wel afvragen of zo'n
commissie optimaal kun functione-
gewestraad bestaat uit de bur-
seters van de deelnemende ge
iten en uit leden die uit en door
irschillende gemeenteraden wor-
gekozen. Het aantal leden dat
gemeente mag afvaardigen, is
nkelijk van het aantal inwoners,
gewest heeft een dagelijks be-
van vijf leden, t.w. de voorzit-
an het gewest (Leidens burge
ter Vis) en vier door de gewest-
uit, zijn midden aangewezen le.
Us de gewestraad hier en el-
werkelijk op gang komt. is het
ilijk dat zij op den duur de pro-
|e als bestuurslaag zal verdrin-
iMaar zover is het nog (lang)
Zolang de gebiedende vinger
de wet ontbreekt, blijft de ge-
ktrming een vrijblijvende zaak.
|e op dit moment als gemeente
fee niets wilt weten van een ge-
dan blijf Je er gewoon buiten,
kraait geen haan naar, al zou
(houding natuurlijk niet erg ver-
.ig zijn. Juist door die vrij blij-
eid kan men de vraag stellen
't gewest Leiden wel de meest
.atige bezetting heeftj: Leiden,
;eest, Leiderdorp, Rijhsburg,
mburg, Katwijk, Voorschoten,
lond, Zoeterwoude, Sassenheim,
snaar.
iarom zit, om maar wat aan te
en, Noordwijk er niet bij? Voor
.linering van de recreatie aan de
zou het wel gewenst zijn dat die
plaatsen in één gewest zitten.
Commissies
tar om functioneert dat gewest,
^van de opzet toch op zulke mooi
eële gedachten stoelt, nog niet?
kan zeggen dat 3Vi jaar te-
is om van zo'n nieuwe bestuurs-
al veel te verwachten. Men kan
haar voren brengen dat de ge
beden stuk voor stuk mensen zijn
jl beladen zijn met werk in hun
gemeente en er dan dit nog
bovenop krijgen. Het is alle-
waar, maar dan nog. Er had
uit kunnen komen dan nu het
is geweest. Het is moeilijk te
gaarden, aldus Engbert Drenth
lA Leiderdorp), dat bijv. een ge
lijke commissie voor sociale za-
i^en huisvesting in al die tijd nog
bij elkaar is geweest. En daar-
Door
Ruud Paauw
Engbert Drenth: "We zouden veel
meer moeten vergaderen als gewest
raad en in de commissies. Ook al
heeft dat gewest nog geen mandaat
en is alles ultra-licht geregeld dan
kun je door veel met elkaar te pra
ten toch al heel wat regelen. Op de
huidige manier duurt het nog 25 jaar
voor we tot een goede aanpak van
het gewest kunnen komen. Er moet
nu eens vaart worden gezet". Maar
vaart is iets waar de huidige ge
westraad nauwelijks van wil weten.
De discussies in de weinige vergade
ringen die er zijn, slepen zich voort
met de kracht van een schildpad die
een tank op sleeptouw heeft.
J. P. Brouwer (Prot. Chr. Oegst-
geest)"Achteraf zeg jewe hadden
nooit zo mogen beginnen. Dat gewest
is tot stand gekomen door de z.g.
burgemeestersregeling. Zij hebben de
hand er in gehad. De inbreng van de
gemeenteraden, heeft Van Aken eens
gezegd, is beperkt gebleven tot het
plaatsen van woordjes, punten en
komma's. Dat ben ik met hem eens.
Het gevolg is geweest dat het gewest
niet voldoende is gaan "leven" in de
verschillende gemeenteraden. En als
de gewest-gedachte bij de gemeente
raadsleden al niet goed doorkomt
dan hoef Je er bij het grote publiek
helemaal niet op te rekenen. Je
krijgt het politiek ook moeilijk van
de grond".
Brouwer zet een vraagteken bij he-i
qualitate-qua benoemen van de bur
gemeesters in de gewestraad. "In
de vergaderingen hoor je voortdu
rend de stem van de burgemeesters.
Je krijgt dan steeds de indruk: daar
zijn de gemeenten aan het woord.
Voorzitter Vis spreekt de burgemees
ters aan met "collega". Dat is niet
juist. Let wel. ik wil niets kwaads
zeggen van de heer Vis, hij zit de
vergaderingen vorstelijk voor, maar
de burgemeesters zijn op dat mo
ment niet zijn collega's. Het zijn ge
wone gewestraadsleden. Ik zeg dat
omdat ik vind dat we ons moeten los
maken van de sfeer: hoe denkt mijn
gemeente erover. eJ moet dat natuur
lijk niet uit het oog verliezen, maar
onze eerste taak is gewestelijk te
denken".
Rapport
Van Mierlo: „In opdracht van het
dagelijks bestuur van het giewest
heeft de Vereniging van Nederland
se Gemeenten een rapport over het
Leidse gewest laten maken. Vier
deelnota's die zullen uitmonden in
een beleidsnota. Op die deelnota's
hebben de verschillende gemeenten
hun kritiek en opmerkingen gege
ven. Je zou verwachten dat ieder ge
westraadslid, ja ieder gemeente
raadslid, al die stukken van al die
gemeenten in handen krijgt. Maar
zo gaat het niet. Alleen gewest
raadsleden mogen die papieren in
zien en dat kan gebeuren in Leiden
en Wassenaar: in één van die twee
alleen op onmogelijke uren. Dat
verhindert een goede communicatie.
Ik zou zo graag zien dat de gemeen
ten over elkéérs argumenten en be
zwaren discussiëren. We komen er
niet als de discussie beperkt blijft tot
het oordeel van elke gemeente
afzonderlijk op de nota's."
(Van Mierlo heeft bovendien tegen
een dergelijke beleidsnota dit be
zwaar, dat zij via de Vereniging van
Nederlandse Gemeenten als het wa
re van bovenaf wordt opgelegd. „Die
nota wordt niet gedragen door ini
tiatieven van onderaf, de gemeenten
van het gewest zelf dus").
De communicatie is onvoldoende.
Een betreurenswaardige zaak, want
zonder goed onderling begrip bereik
Je niets. Maar het is een teohnisch
probleem dat op te lossen valt en dat
zal ongetwijfeld ook binnen niet al
te lange tijd worden opgelost. Veel
erger is het ontbreken van wezen
lijk gewestelijk denken. Van Aken
zet zich op dat punt heftig af
tegen Leidens partners: „De buiten
gemeenten hebben nog nooit de
moeite genomen zich te verdiepen in
de problemen van een centrumge
meente (Leiden). Ik houd dat staan-
de tot het tegendeel bewezen is. Ze
hebben er ook nooit blijk van ge
geven grootschalig te kunnen den
ken. Bij alles waar gemeenten en
raadsleden mee bezig zijn (wonin
gen, scholenbouw.'verkeer, milieuza
ken) moeten zij denken: waar zijn
we mee bezig, wat kunnen we daar
van gemeenschappelijk doen. Maar
die werkwijze, die marnier van den
ken, is er nog niet. De burgemeesters
die erbij betrokken zijn, vind ik ook
geen van allen doordenkers".
Wantrouwen
Hat verwijt van Van Aken dat de
buitengemeenten geen aandacht
voor Leiden zouden hebben, legt
iets bloot van de kwestie waa.r het
de komende jaren in het gewest wer
kelijk om zal gaan: in hoeverre zijn
de omliggende plaatsen bereid het
nodige te doen om Leiden tot vol
waardige centrumgemeente te laten
uitgroeien.
Leiden met zijn stapelhoge proble
men en zijn uitermate zwakke fi
nanciële positie. De daarbij vergele
ken betrekkelijk zorgenvrije buiten
gemeenten kijken er met verontrus
ting naar en zijn bang aJl te zeer
deelgenoot te worden van Leidens
moeilijkheden. Van Mierlo zegt het
zelfs onomwonden: „Zoals de zaken
nu staan wordt de grootste gemeen
te gewantrouwd door de kleinere. Je
kunt het ook zo zeggen: zolang er
arme en rijke gemeenten zijn, wordt
een huwelijk een moeilijke zaak.
Het wordt door velen verzwegen,
maar dat is het hele eiereten". Wie
daarover met andere gewestraads
leden uit de buitengemeenten
spreekt, krijgt te horen dat Leiden
wat zijn centrumpositie betreft ze
ker moet worden geholpen, maa.r het
blijft voorlopig bij woorden, de boot
wordt intussen heel fraai afgehou
den.
Het zou overigens onjuist zijn als
Leiden het gewest zou gebruiken om
zijn moeilijkheden breeduit te etale
ren. Het heeft geen zin. De anderen
zouden er alleen nog maar kopschu
wer door worden gemaakt. Boven
dien kan de redding die Leiden no
dig heeft, niet van het gewest ko
men. Daarvoor moet de rijksover
heid en niemand anders zorgen.
LEZERS SCHRIJVEN
Tijdens emotionele discussies en
daaruit voortvloeiende veroordelin
gen over de drie oorlogsmisdadigers
mogen wij ons zelf ook wel eens aan
de tand voelen en wel om de volgen
de redenen:
Wij, vredelievende mensen, ge
vangenen van onze eigen welvaart,
laten op dit ogenblik, 27 Jaar na de
afschuwelijke wereldoorlog
500.000.000 mensen acuut honger
lijden (dit is 15% van de wereldbe
volking;
1.400.000.000 mensen in ondervoe
ding leven door gebrek aan de Juiste
voedingsmiddelen ('t aantal mensen
dat hieraan sterft is angstwekkend)
duizenden nog steeds krankzinnig
worden van oorlogsleed, sterven van
angst, van de aardbodem wegbom
barderen.
Dit soort afschuwelijke zaken ge
beuren schijnbaar ver weg, vaak in
chronische oorlogsvoeringen, waar
grauwsluiers omheen hangen, zodat
we het eigenlijk niet zien. Zo gauw
het weer in eigen land is worden we
allemaal woendend.
Bovendien sterven er duizenden iai
het verkeer wegens asociaal gedrag
van medeweggebruikers, om nog
maar niet te spreken van de wereld-
natuurvervuilingswolf die ons nog te
veel als een wit schaap voor doet ko
men.
Helaas moeten we constateren dat
er tijdens "vredestijd" bijne net zo
veel mensen sterven als gedurende
de wereldoorlogen.
Zolang wij nog onnadenkend
"eigen weivaartje" blijven spelen en
verder werken aan de ontwikkeling
van supersonische stereo kleurenkoel-
kasten in zakformaat en meer van dl
nutteloze welvaartsuitspattingen, zijn
wij vredesmisdadigers die elkaar
niet alleen lichamelijk maar ook psy
chisch-sociaal vermoorden.
Wooncentrum, Nieuwer oord,
Paul J. R. Delfgaauw,
Leiden,
„Wat wel kan," aldus Van Mierlo,
„dat is de vorming van een goed
gewestelijk takenpakket. Dat zou
kunnen betekenen dat Leiden op
den duur van een deel van zijn
moeilijkheden wordt verlost". Lei
den zal zich trouwens in de nabije
toekomst nauwkeuriger op de bui
tengemeenten moeten oriënteren.
Dat kan men proeven uit deze woor
den van Van Mierlo (en Brouwer
valt hem daarin in vrijwel gelijke
bewoordingen bij)„Het karakter
van de centrumgemeente, van Lei
den dus, moet in overleg met de an
dere gewestgemeenten worden vast
gesteld. Het kan niet zó zijn dat Lei
den zegt: zó zie ik er uit en nu
moeten jullie, buitengemeenten,
maar dit- en-dat gaan doen".
De vier deelnota's van de Vereni
ging Nederlandse Gemeenten over
het Leidse gewest zijn verschenen.
Het zijn de bouwstenen, waaruit vol
gende maand een bouwwerk (na
melijk een beleidsnota) zal worden
opgetrokken. Daarmee heb Je iets in
handen om mee te gaan werken.
De vraag is echter wat. Want een
ADVERTENTIE
Kies uit 25 modellen
GASKACHELS
bij
=IIIIHI.I
aantal gewestraadsleden heeft al la
ten weten: „Wat doen we met een
gebouw waarvan we de bouwstenen
niet vertrouwen?"
De weg van het gewest Leiden Is
nog lang. Héél lang. Maar één ding
is zeker, de mooie oude stelling „ie
der voor zich en God voor ons al
len", waarop tal van gemeenten
vroeger zo heerlijk gedijen, zal in de
archiefkast moeten' worden bijgezet.
iEIDEN Voor vandaag gaan wij
t zo ver in de geschiedenis terug,
''■geen ook wel uit de linkerfoto valt
te leiden. In het jaar 1879 kreeg
den zijn Doezastraat, genoemd
ar Jan van der Does, heer van
oordiuijk, die in mei 1574 gedurende
f beleg werd aangewezen tot bevel-
bber van de gewapende burgerij,
krijgsman, doch ook als geleerde
dichter stond Janus Douza in hoog
aanzien. Hij was één der eersje cura
toren van de Leidse Universiteit en
overleed in oktober 1604.
De huidige Doezastraat is ontstaan
door demping (in 1884) van de Koe
poortsgracht, die in de veertiende en
vijftiende eeuw werd aangeduid als
Oistgraft. Tijdens het beleg was er
nog geen sprake van een Koepoort en
van een brug over de singelgracht. De
oudste poort en brug waren van om
streeks 1580. De poort werd in 1671 ge
heel vernieuwd en is in 1864 afgebro
ken.
De naam Koepoort is ontleend aan
een achter de vestwal staande koren
molen „De koe", die in 1726 werd ge
sloopt.
Het hoekpand Doezastraat/Boisot-
kade, dat in vroeger jaren eigendom
was van een Vrijmetselaarsloge, ver
loor zijn karakter van gesloten heren
huis in 1932, toen de heer De Haas er
het café-restaurant „Royal" in ves
tigde, dat in 1946 wetrd overgenomen
door de heer Schelling.
Aan het pand, dat momenteel „Par-
doeza" huisvest, zijn in de loop der
jaren tal van veranderingen aange
bracht. De open serre op de begane
vlo:r en de eerste wrdieping kreeg
een uitbouw, die resp. als café-restau
rant en vergaderzaal werd ingericht.
Van de aangrenzende bebouwing,
waartussen de Ruime Conscientie-
straat is ingeklemd, is vrijwel niets
meer overgebleven. Er kwamen win
kelpanden, terwijl thans ook een mo
dern bankgebouw voor de Leidse
Spaarbank in aanbouw is. Voorheen
was op dez plaats een constructie-
werkplaats gevestigd. Op de hoek van
de Ruime Conscientiestraat, exploi
teerde vele jaren geleden de heer
Rijnbende een dameskapsalon en
(weer later) de heer Kouwenhoven
een boekhandel. Daarna heeft het
pand nog ve le bestemmingen gehad
Ook in dit stadsgedeelte (foto Hol
vast liegt er niet om) nam de auto
bezit van de openbare weg.
(Sam Platteel)