Actie tegen Angola-koffie moet in Moskou beginnen schrijven voor en tegen 'au' Overbevolking, of hoe meer zielen TUPAMAROS ZIJN SINDS KERSTMIS WEER ACTIEF Gehuwde werkende vrouw ondervindt veel tegenwerking pyPERDAQ 17 FEBRUARI 1972 Als „regeren" ook de moed in houdt om „neen" te zeggen, ver dient de Nederlandse minister van Buitenlandse Zake* Schmelzer een compliment. Zoals men weet heeft een comité een natuurlijk door de t.v. gesteunde actie gevoerd om geen koffie meer uit Angola te importeren. Officieel wordt als doel genoemd: „boycot van het Portu gese kolonialisme en steun aan de vrijheidsstrijd van de Afrikanen". Bij de Unie van Koffiebranders heeft het comité niet veel succes >boekt en, voorzover er firma's iid bleken te zijn geen of min- Angola-koffie in hun melanges (te verwerken, berustte dit niet op lympathie voor de politieke doel- van het comité maar op fi nanciële motieven: de koffiesoorten uit Kameroen en Togo kunnen vrij (van invoerrechten worden geim- porteerd en dat scheelt 7 pet. met de robusta uit Angola, zoals de heer jj. M. Hermans, directeur van de Leidse Koffiebranderij „Het Kla verblad," op 15 Januari in een in gezonden stuk in onze kolommen onthulde. Minister Schmelzer had een an dere motivering: hij vroeg zich af of de koffieactie van het comité wel het belang van de volken dient en of politieke overwegingen het richtsnoer moeten zijn voor econo misch handelen. Het antwoord op deze vraag kan slechts ontkennend luiden. Immers, wie dat als begin sel aanvaardt, valt van het een in het ander. Dan is er ook geen han del meer mogelijk met Oost-Euro- hardnekkige weigering van het Kremlin alle oppositie, in welke vorm dan ook, toe te laten. Wie boycot van Angolese produk- ten wenst, zal, aangenomen ten minste dat hij eerlijk spel speelt, een eindeloze reeks artikelen uit andere landen moeten afslaan. Dit leidt natuurlijk tot bespottelijke si- tuaties.Als president Kaoenda van Zambia tegen de apartheid in zijn door C J. Rotteveel pa of met China, waar de bevolking in veel grotere getale dan in Ango la, wordt onderdrukt en uitgebuit. Men behoeft alleen maar te den ken aan het massale wegvoeren van de Baltische volken naar de Aziatische steppen, of aan het nog altijd voortdurende verzet in de Oekraine waarover de eerste par tijsecretaris in dat gebied, Sjelest, zich onlangs ernstig verontrust toonde. En verder is er dan de buurland Zuid-Afrika ageert, is het Zambiaanse koper „aanvaard baar". Maar hoe moet het dan als hij, zoals nu het geval is, de ge hele oppositie in de gevangenis stopt en via zijn minister van Fi nanciën laat verklaren, dat hij toch wel bereid is zaken te doen met Zuid-Afrika? Het koppelen van de economie aan de politiek leidt dus tot onmo gelijke toestanden. De uitlating van minister Schmelzer, die dit be ginsel verwierp, getuigt dan ook van gezond verstand. Alleen de genen die men zegt te willen hei pen zijn tenslotte de dupe, aange nomen dat de boycot effectief is. Maar dat is zelden of nooit het ge val. Rhodesië is daarvan een dui delijk voorbeeld. Dat land hëeft immers niet of nauwelijks hinder ondervonden van de boycot van zijn tabak. En wat voor nadeel heeft Zuid-Afrika ondervonden van de boycot van zijn sinaasappels? Geen enkele. Onlangs lagen er nog massa's Outspan-sinaasappelen in de Leidse Coop. Niet politieke sym- of antipathie bepaalt de koopge woonten, maar kwaliteit en prijs. Bovendien zijn er nog tal van andere factoren die een dergelijke actie nutteloos maken. Een inge zonden stuk in het Algemeen Dag blad heeft dat dezer dagen nog eens duidelijk aangetoond. De schrijver (J. W. van der Linden, Rotterdam) stelt vast, dat het aan deel van de Angola-koffie in de Nederlandse melanges de laatste Jaren is verminderd van eenderde tot 20 pet. Deze sterke teruggang werd veroorzaakt door de prijs, die, in vergelijking met robusta's uit andere landen, te hoog was. Op commerciële gronden is de koffie uit Angola in de Nederlandse me langes voor een deel vervangen. „Men moet echter niet denken," aldus de schrijver, „dat de ca. 200.000 balen Angola-koffie, die de Nederlandse industrie in 1971 min der heeft verwerkt, niet door An gola elders zou zijn verkocht. Niets is minder waar". Wat is namelijk het geval? Inter nationaal zijn bepaalde uitvoer - cijfers vastgesteld. En voor Angola is dat uitvoercijfer zo, dat het land niet aan de wereldvraag kan vol doen. Behalve in Nederland wordt koffie uit Angola ook in de V.S., Canada en alle Westeuropese lan den verwerkt. Dan moeten, zal het Angola-comité misschien zeggen, ook in andere landen van de vrije wereld acties tegen Angola-kof fie worden gevoerd. Maar ook dat helpt niet, want.in de Oostblok landen is de Angola-koffie bepaald populair! Dié Oosteuropese landen zijn weliswaar niet aangesloten bij de internationale organisatie, de ICO, maar zij putten vrijelijk en tegen lagere prijzen uit de voor raad, diie boven het officiële uit- voerquantum wordt geproduceerd. Wie dus de uitvoer van Angola- koffie wil afremmen, moet niet bij minister Schmelzer zijn of bij de Unie van (Nederlandse) Koffie branders, maar in het Kremlin Nog even een citaat uit het stuk van de heer Van der Linden: „Het maakt dus geen enkel verschil uit in de positie van de Angolezen, wanneer Nederland van dit mo ment af geen boon Angola-koffie meerzou importeren, aangezien deze koffie immers vlot door' ande re landen zou worden opgenomen". De Nederlandse consument heeft dus geen enkele invloed. „Het is te hopen, dat de Nederlandse koffie- oonsumenten wel zoveel realiteits- izn bezitten, dat zij zich niet door acties, die met menslievendheid niets uitstaande hebben, laten be ïnvloeden". In het L.D. van 10 februari heeft ie heer Rotteveel zich met warme instemming aangesloten bij een jetoog van mr. Drion, waarin de ;euze die de onderwijsorganisaties in de V.W.S. hebben gedaan Voor let spellingteken voor het klinker foneem van "dauw" èh "vrouw", veroordeeld wordt. Het argument (an de heer Drion is kwantitatief: 30 bladzijden druks van ver- phillende auteurs komt het teken pu" aanzienlijk vaker voor dan iet teken "au". Verandering van ou's in au's brengt dus een gro- 4re verandering in het spelling- feeld dan het omgekeerde en is darom af te keuren. De heer Rot- tveel heeft met een telling in an- or materiaal de uitkomst beves- tfd gevonden. 'Het is Jammer, dat beide schrij- vrs aan hun betoog onmiddellijk mclusies verbinden omtrent de wjze waarop de "vereenvoudigers" tewerk zijn gegaan. Zo schrijft de (lier Drion. dat het "bedroevend dat een dergelijk onderzoek bljkbaar niet is verricht, dan wel r<rzwegen, door degenen die voor k au-spelling hebben geopteerd", bnder blikken of blozen wordt lis de mogelijkheid van kwade rouw geïnsinueerd. De heer Rot- éveel spreekt van "bedroevend on- ö-gvuldig, om niet te zeggen on- retenschappelijk". Ik laat in het of dit een climax of een ls. Wie zulke beschuldigingen neer- en publiceert, moet er wel eker van zijn, dat hij zelf een vol- onderzoek heeft ingesteld en an alle voorhanden informa- heeft kennis genomen. Welnu, zijn ten minste twee publikaties de beide heren niet vermeld en die toch ter zake van elang zijn: de Eindvoorstellen, 'an de commissie Pée-Wesseüings, an 1969 en een artikel in De Nieu- ?e Taalgids van 1967. Om met het latste te beginnen: aan het Ma- liematisch Centrum te Amsterdam heeft Brandt Corstius met de com puter een onderzoek ingesteld naar "£tet effect van de voorstellen van de commissie voor de spelling van de bastaardwoorden op de woord tekens in de krantentaal" (Nw. Tig. 1967, p. 217-223). Daarin vermeldt hij ook (blz. 223) het aantal woord tekens met ou en au. In het onder zochte materiaal, dat ruim 44000 woordtekens omvat, verdeeld over bijna 9400 woordtypen, vormen de woordtekens met ou en au resp. 0,4 procent en 3,8 procent van een Ne derlandse tekst. Dat is een heel an dere uitkomst dan de heren Drion en Rotteveel hebben gevonden, en het zou op zichzelf een onderzoek waard zijn, hoe deze verschillen te verklaren zijn. De vraag is echter, of een der gelijk onderzoek voor de keuze tus sen au en ou wel van betekenis is. Wie zich nl. uitsluitend op een kwantitatief gegeven baseert gaat er stilzwijgend van uit, dat de bei de tekens kwalitatief gelijk waardig zijn. Immers als een van dë twee tekens ongeschikt is of aan merkelijk minder geschikt dan het andere, zal de keuze, ongeacht de kwantitatieve argumenten, toch op het meest geschikte teken moe ten vallen. Welnu, over de kwalitatieve kant van de zaak zijn gegevens te vinden in de Eindvoorstellen (blz. 20-23 en de Bijlagen op blz 62/63) De woorden waarin de au voor komt zijn in 3 groepen te verde len: 1. Nederlandse woorden, en zeer oude ontleningen (een kleine 30); II. bastaardwoorden waarin de au altijd met de klinker van "dauw" wordt uitgesproken (een 60-tal); n. bastaardwoorden waar van een dubbele uitspraak in 't standaard-Nederlands bestaat, zo als in outo naast oto of die om an dere redenen van omspelling uit gesloten zijn (eveneens ongeveer 30). Hiernaast staan ongeveer 90 woorden met ou. Door een vergis sing is bij deze laatste het woord "vrouw" uit de lijst weggevallen. De lijsten in de Bijlage bevatten geen samenstellingen of afleidingen en maken er geen aanspraak op, dat ze werkelijk geheel volledig zijn, maar ze zijn met voldoende zorgvuldigheid samengesteld om er enige conclusies aan te verbin den. De grote moeilijkheid ligt nu in groep II en III. Omspelling van au in ou zou leiden tot spelling beelden als koutie, sentour, kou zaal, souna, enz. die naar het in zicht van de bastaardwoordencom missie moeilijk aanvaardbaar zijn. De woorden met dubbele uit spraak leiden tot nog hinderlijker consequenties, namelijk een aantal dubbele spellingen: outo naast oto, odiëntie naast oditeren en ouditeren, otomaat en outomaat, naast outisme, restorant naast restoureren en restoreren, oteur naast outeur, ouskulteren naast ooskuflituren, outeurswet naast oteurswet enz. Die dubbele spellin gen, zijn onontkoombaar: ik citeer uit de Eindvoorstellen "Het zou on juist zijn deze hele groep over één kam te scheren en de uit spraak ou door de spelling dwin gend op te leggen voor woorden, waarvoor thans twee uitspraken mogelyk zijn". De slotsom uit deze overwegingen is, dat het teken ou kwali tatief ongeschikt is. Het kwantitatieve argument verliest daarmee zijn gewicht en daarom heeft de bastaardwoordencom missie niet zelf tellingen verricht, zoals ze voor de ij/ei wel heeft ge daan (Eindvoorstellen blz. 25). De commissie Pée-Wesselings nu heeft in de Eindvoorstellen op gronden die ieder kan nalezen, geadviseerd de zaak maar zo te laten en de spelling van au/ou niet te wijzi gen. De organisaties waarvan de Aksiegroep de exponent is, kiezen voor spellingsherziening ook op dit punt en geven op grond van de bo- ver zonder beschuldigingen van on- keur aan de au. Ze nemen dan spellingen als vrauw, aut en kaut op de koop toe. Ik spreek daar over geen oordeel uit, omdat het mij nu niet gaat om een keuze tus sen het ene en het andere beleid. Het was mij er alleen om te doen, te laten zien dat de heren Drion en Rotteveel nog wel andere zaken in hun betoog hadden moeten betrek ken, zaken die ze niet eens zelf hoefden te bedenken, maar die in de Eindvoorstellen voor het grij pen lagen (het artikel van Brandt Corstius wordt daar vermeld op blz. 25). Trekken ze nu nog de conclusie dat au de verkeerde keu ze is, het zij zo, maar dan toch lie ver zonder beschuldigingen van on zorgvuldigheid en insinuaties van kwade trouw. Prof. mr. J. Drion heeft gelijk: er zijn in het Nederlands veel meer woorden met ou dan au. Dit al les is reeds lang uitgezocht door de logopediste Mej. Adri Heymans te Amsterdam in haar werken: Mijn taalboek, (uitgegeven bij: Spruyt, Van Mantgem en De Does NV te Leiden). Ik kan U zelfs pre cies opgeven, hoeveel er van elke soort zijn. Ik heb aan die methode een zeer gemakkelijke en pret tige spellingmethode mee gewerkt. De diverse au-ou-ouw-auw klanken zij klinken vrijwel hetzelfde in het Nederlands zijn in gemak kelijk te leren verhaaltjes onder gebracht, en wel: a) het "kabouterverhaal". Dit le vert 26 woorden met ou alle voorkomende, niet samengestelde woorden, waaronder zelfs het woord smoushond je; c) "De bouwer" 32 woorden met ouw, waaronder: louwmaand, gou wenaar enz. d) "De kabeljauw": 29 woorden. De methode is ontworpen voor normale tot lees- en taalgestoorde kinderen. Er zijn ook allerlei an dere regels, bijv. samengevat in: "de goochelaar" (ch- en g; gelach en gelag). De methode bestaat uit enkele dikke handleidingen voor de onderwijzer en vele kleine boekjes voor de leerlingen, waaronder boekjes met regels. Natuurlijk is er in het Neder lands een verschil tussen wat mej. Heymans noemt: de echte u en de Met veel interesse heb ik het artikel gelezen, getiteld: „Maat schappij weinig Ingesteld op de werkende gehuwde vrouw", be vindingen van Man-Vrouw- Maatschappij in Leiden. Mijn complimenten voor dit voortref felijk artikel. Hierin wordt uiteengezet, dat het als gehuwde vrouw zo ont zettend moeilijk is part-time werk te vinden, vooral voor de vrouw die middelbaar of hoger onderwijs gevolgd heeft. Persoonlijk kan ik door mijn er varingen op dit gebied hierover meepraten. Ik heb een MMS-di ploma en 3 steno-diploma's en ruime kantoorervaring. Het is mij vaak voorgekomen dat het aangeboden werk beneden mijn opleidingsniveau lag. Het typi sche is dat de gehuwde vrouw wél op de door haar gekozen tijden inpakwerk kan verichten of als werkster dienst kan doen Maar al te vaak is gebleken, dat de gehuwde vrouw haar werk veel beter en met meer genoegen doet, dan men van haar denkt. Men ondervindt erg veel te genwerking aan de kant van de werkgever, zodat men op het laatst, na al Je mislukte pogin gen om part-time werk te vin den, de moed maar opgeeft. Maar ik hoop dat er meer vrou wen zich bewust gaan werden dat het huishouden niet alleen zaligmakend is. Ik sta volkomen achter de ideeën van Man-Vrouw-Maat schappij, omdat ik weet dat ze goed zijn in alle opzichten. M. v. d, HULST-POLANE. Katwijk. onechte (is e). Vergelijk: gezus ters. Een onechte u heeft nooit klemtoon, een echte altijd en om gekeerd. De methode haalt dit zeer nauwkeurig uit elkaar en geeft daar regels voor. Zo is het b.v. op vallend, dat na "onechte" u nooit, verdubbeld wordt, na echte "u" al tijd. Die verdubbeling wordt aan de hand gedaan door het eenvoudige zinnetje: Jan let op zus, mis, wat zelfs een zwak begaafd kind kan onthouden. Een woord als "schom melen" kunnen ze dus "uitreke nen: dubbel m na de o, enkel 1 na de onechte u. Van een en ander heb ik ook de Aksiegroep op de hoogte gestefld. MEVR. MR. W. F. KLASENS- VAN DER LOO Voorhout Best mogelijk, dat U op enkele punten gelijk hebt, mijnheer Van Herp, met uw stukje in het LD van 10 febr. j.l. Ik hóóp tenminste, dat er enkele landen zijn waar de bevolking afneemt. Overigens bent U „toevallig een héél wereld deel vergeten, waar de bevolking explosief toeneemt: Zuid-Amerika Maar laten we bij Nederland blijven, waarover het oer-betrouw- bare CBS zojuist nieuwe cijfers heeft gepubliceerd. Wat blijkt? Oris nijvere volkje is in 1971 met 148.000 toegenomen, het Jaar daarvoor 162000. Al deze baby's zullen gemiddeld 75 jaar leven en in die tijd kinde ren en kleinkinderen krijgen. Waar moet dat heen? We hebben NU al overvolle wegen, te weinig huizen, te grote schoolklassen, om van het gedrang op de universiteiten maar te zwijgen. Wat wilt U eigenlijk? Nóg meer betonblokken, asfalt, lawaai en uit laatgassen ten koste van onze dui nen, bossen, plassen en heide?! Dag vogels, dag bloemen! Menselijk geluk hangt echt niet af van het aantal: in de grote ste den is men niet gelukkiger dan op het platteland. Waarom moeten we dan zo nodig naar de 15 miljoen inwoners? Is 13.267.000 voorlopig niet voldoende? Niet de kwantiteit, maar de kwaliteit van ons bestaan moet meer aandacht hebben: mi lieuvervuiling opheffen, onderwijs verbeteren. Als die problemen zijn opgelost gun ik ieder, die dat beslist wil, graag nog een baby, maar tot zolang dienen we onze bevolking te stabiliseren. Dat is geen paniek-zaaien, maar gewoon attenderen op onze verant woordelijkheid voor het nageslacht. DR. A. WEILAND Oegstgeest (Van onze correspondent) MONTEVIDEO De Tupama- os, de stadsguerrillastrijders in hebben een nieuw offen- ief ingezet. Het begon met Kerst- uit een taxicentrale werden kortegolfzenders gestolen bor Hermann Gebhardt Ie gebouwen van de golfclub in lontevideo werden in brand ge loken en met behulp van Ameri kaanse vliegtuigen genomen lucht- bto's van het hele Uruguaysc- fondgebied verdwenen. Rond dr aarwisseling bezetten de Tupa- aaros de militaire luchthaven var Ie op een na grootste stad van het Wid Paysandu in het noorden en vuurtoren en een politiebu- 'eau. De stadsguerrilla's maakter radiozenders en springstof en buit. Drie dagen later reed een leger- met als officieren verklede (üpamaros naar één vin de groot te radiostations van Montevideo, radio Saradi. Technici werden met pistolen onder dwang gehouden, terwijl een proclamatie werd uit gezonden. Daarin heet het: „Dit is het mo ment voor actie die mannen naar de strijd en naar offers voert, en niet voor steriele discussies. Daar om beëindigen wij nu de wapen stilstand, die wij eenzijdig voor de verkiezingen hebben afgekondigd. De verantwoordelijkheid voor de burgeroorlog berust bij de rege ring. In deze oorlog zullen de machtigen sidderen, omdat de ar men niets anders te verliezen hebben dan hun oude honger. Jullie rijken zullen onrustig slapen want we zullen Jullie paleizen, Jullie eetzalen en jullie safes binnendrin gen. De onderdrukten hebben hun bewapende arm. Wij willen een vaderland voor allen of voor nie mand. Vrijheid of dood. Nationale bevrijdingsbeweging. Colonne Leandro Gomez". De bedreigingen van de Tupama- ros worden hoogst ernstig ge nomen. Wie door de straten van Montevideo loopt, ontmoet voort durend drie verschillende» typen van nieuwe politie- en militaire voertuigen, die kennelijk afkom stig zijn van het steunfonds van het AID (Amerikaans Instituut voor Ontwikkeling) voor de politie in Latijns-Amerika. Maar zelden sla gen de politiemannen erin een Tu- pamaro te pakken te krijgen. Het telefoonnummer 890 is het be kendste in Montevideo. Als men sen iets verdachts denken te be speuren, geven ze direct alarm. Veel activiteiten worden zo in de kiem gesmoord. Meestal lukt het de "tupamaros te ontkomen, af en toe worden ze gewond of ge arresteerd. De guerrillastrijders gebrui ken vaak vermommingen, meestal uniformen van politie of leger. Een actie tegen een politiebureau in een van de grote invalswegen, van Montevid-- begon met de ver schijning van een Jong echtpaar 'met een kinderwagen. De vrouw riep de hulp van de politie in om dat ze op het punt stond te beval len. De politiemannen, die het paar te hulp schoten, keken plot seling in de lopen van twee pisto len, waarmee het paar het optre den van 20 andere Tupamaros dek te. Bij het vuurgevecht, dat daar na toch ontstond, kwamen een po litieman en een Tupamaros om het leven. Twee politiemannen werden gewond. Enkele uren laten doorzeefden Tu pamaros de 50-Jarige politie-in- specteur Rodolfo Leoncino met ko gels toen deze bij 'n bushalte stond te wachten. Familieleden verklaar den dat twee Tupamaros de dag voor deze aanslag vergeefs gepro beerd hadden het slachtoffer om te kopen. Waarschijnlijk als gevolg van de verkiezingsuitslag, die een ne derlaag voor het Volksfront ople verde, zijn de Tupamaros tot de conclusie gekomen dat ze alleen iets kunnen bereiken als ze de steun van de grote massa krijgen Dat verklaart waarom de Tu pamaros de 53-Jarige groot-indus trieel Ricardo Ferres zonder los geld hebben vrijgelaten na bijn: tien maanden "volksgevangen schap". De president van de natio nale elektriciteitsmaatschappij en de vroegere landbouwminister dr Frick Davie houden zij echter nog gevangen in hun troosteloze "volksgevangenis". Controle op de invalswegennaar Montevideo: een Tupamaro kan iedereen er overal zijn.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1972 | | pagina 9