[et einde van de
uto is begonnen
HUURHARMONISATIE EN WAT ER AAN VAST ZIT
lies is even keurig, maar bijzonder saai
',s'. F. H. J. Nierstrasz heeft kritiek op naoorlogse woonwijken
DAG 12 FEBRUARI 1972
ïtig rijstroken zullen over
tot veertig jaar nodig
lissen de grote steden in
and, zo heeft staatssecre-
[ruisinga eind vorige week
bij een normaal te ver
in vervoersontwikkeling.
wie mocht schrikken van
jterlijke afmetingen van 'n
ke asfaltbaan, had het mi-
van Verkeer en Waterstaat
ellk een geruststelling:
u dan twee paralelle wegen
1 der tien rijstroken maken
'iunt van verfijning, één met
één met twaalf,
riaajm natuurlijk ook kunnen
besloten, dergelijke wegen
txh° n te leggen en de verkeers-
in de wegen en dus van
on )'s te laten overnemen
oo penbaar vervoer, bij voor-
i. r rail.
B nee zijn we middenin de
e die op het ogenblik wordt
vraag of de verdere uitbrei-
!ra^n het wegennet in het bij-
in de randstad Holland,
orden verhinderd. De beslis-
n provinciale staten van
olland om de Leidse Baan
L. Snijders
niet aan te leggen, is in dat op
zicht waarschijnlijk van histori
sche betekenis: later zal kunnen
worden gezegd dat op die datum
27 januari 1972, in Nederland een
begin is gemaakt met het terug
dringen van de auto, ..het voer
tuig dat een zo belangrijke rol heeft
gespeeld in het maatschappelijke
leven van het eerste driekwart
van de twintigste eeuw en dat
meer dan welk ander bezit de sta
tus aangaf van de gebruiker".
De meest betrokkenen hebben al
begrepen dat het besluit over de
Leidse Baan die betekenis had
Men luisterde slechts naar de zeer
boze woorden die de voorzitter van
de Nederlandse Vereniging van
Wegenbouwers, ir. H. D. Prins aan
de plannen van de regering en in
het bijzonder van minister Drees,
op dat punt heeft gewijd. Hij
voorspelde dat die afremming niet
zou helpen, omdat het publiek zich
tot dusverre bij het aanschaffen
van auto's niet door *t achterblij
ven van de uitbreiding van het we
gennet had laten afschrikken. En
hij stortte zijn toorn uit over de
slechte service die het openbaar
vervoer biedt.
schrik in door van de man die op
eens zijn zekerheden ziet wegval
len: altijd heeft iedereen geroepen
dat er meer wegen en bredere we
gen moesten komen, ook al was het
geld er niet steeds direct voor be
schikbaar. Maar nu, plotseling, is
het klimaat veranderd.
Eerst was er dat besluit van de
gemeenteraad van Utrecht, een
weg om te leggen om een stukje
natuurgebied (Amelisweerd) te be
houden. ook al kostte dat enkele
tientallen miljoenen meer en ook
al zou die weg later klaarkomen.
Maar dat was alleen nog maar een
kwestie van een ander tracé. Maar
de Leidse Baan was echt het niet-
doorgaan van een weg en in sa
menhang met de bekende voorkeur
van minister Drees om het open
baar vervoer te stimuleren, is dat
genoeg om een wegenbouwer met
schrik te vervullen.
Staatssecretaris Kruisinga heeft
met zijn opmerking over de twin-
rijstroken, dat alles nog eens aan
gedikt. Want zelfs al zegt hij niet
dat het aanleggen van dergelijke
wegen een absurditeit gaat worden
het is voor iedereen duidelijk, dat
op die manier geen verkeer meer
in Nederland te handhaven zal
zijn. Zelfs als die wegen er zouden
zijn, dan zou de verkeersstroom
onherroepelijk vastlopen in en bij
de steden waarheen de mensen
zich met hun auto's zouden willen
begeven.
Verkeersminister Drees zelf heeft
trouwens in de uitgave van Veilig
Verkeer Nederland dat veertig jaar
bestaat, duidelijk gemaakt dat hij
best bereid is vooraan te gaan in
niet alleen de afremming van,
maar zelfs de strijd tegen de auto.
..Wij moeten, schrijft hij," met
spoed 'n afdoende verdediging op
bouwen tegen de auto als ruimte
vreter in een landje dat toch al zo
benauwend weinig ruimte meer
over heeft".
De tijd dat in Nederland, men
sen uit zichzelf zullen besluiten
maar geen auto meer te kopen,
omdat je overal waar je zijn moet
sneller kunt komen met andere
vervoermiddelen en soms zelfs lo
pend, zou wel eens niet zo ver af
kunnen zijn. Per slot van rekening
is de bevolkingsdichtheid van de
Randstad niet zoveel minder dan
die van de agglomeratie New York.
En daar bestaat die autoloze situ
atie al jaren. In de stad zijn sub
way en bus sneller, in de buurt
is niets zo snel als lonen. En wie
naar buiten moet. huurt 'aan de
rand van de stad voor zijn trip een
auto.
Wie regelmatig heen en weer
reist tussen de grote centra van de
Randstad, zal het verschijnsel al
kennen: met de auto van Utrecht
naar Amsterdam gaan of naar Den
Haag, is niet sneller dan met de
trein. En uit de trein kun je lopend
of met tram of taxi dikwijls in
minder tijd je bestemming berei
ken, dan voor de auto een parkeer
plaats vinden.
Toch houdt natuurlijk' de ont
wikkeling van het openbaar ver
voer geen gelijke tred met de af
remming van het particuliere ver
voermiddel.
Het blijft dus, voor wie de auto
thuis laat omdat hij genoeg heeft
van de onvermijdelijke opstoppin
gen en vertragingen, ook bij het
openbaar vervoer nog Jarenlang
wachten en dus mopperen gebla-
Maar dat de ontwikkeling is om
geslagen. kan niet meer worden
ontkend: na tientallen Jaren is er
voor het eerst weer een besluit ge
nomen om een nieuwe spoorlijn
te bouwen, die naar Zoetermeer.
En als het gebrek aan coördinatie
tussen de Nederlandse Spoorwegen
en het ministerie van Verkeer en
Waterstaat niet al te grillige vor
men aanneemt, zal ook spoedig
Voor het woonwerkverkeer zal de
auto dan steeds minder worden ge
bruikt. Niet omdat hij, door alle
jarenlange belastingmaatregelen
zo duur zal zijn geworden, maar
omdat de ergernis over de moei
zame manier om het doel te be
reiken, groter wordt dan het ple
zier dat dit dure speelgoed zijn be
zitters nog altijd geeft.
Misschien komt dan nog eens de
tijd dat we op een vrije middag
naar een garage gaan om op het
bijbehorende circuit eens ..lekker
te scheuren." zoals sommigen nu
naar een manege gaan om eens
lekker paard te rijden, het vervoer
middel van onze overgrootvaders.
Er is niets aan te doen maar
Jammer is het wel.
iele
april van dit Jjaar gaat
gingen, die ouder zijn dan
(dus vóór 1967 gebouwd)
ijiaamde huurharmonisatie
de voorgaande minister
,ar^shuisvesting, ir. Schut, in
geroepen maatregel om de
n oudere woningen
te passen aan de huren
iwe, met rijkssubsidies ge
woningen. Geleidelijk aan
Dat wil zeggen, dat de
harmonisatiewet vallende
met ingang van dit jaar
de (de laatste jaren ge-
Jaarlijkse huurverho-
6% verhoogd zullen wor-
"Jp met gemiddeld tussen 9
met uitschieters naar een
log hoger percentage
Woongerief
)64fermonisatie. Betekent dat
luren van oude en nieuwe
volledig gelijk zullen wor-
'l tuurlijk niet. Het verschil
erief zal in de huurprijzen
e^ikking blijven komen.
de huurharmonisatie dan.
ichterstand in huurpeil van
•orbningen ten opzichte van
™jn één klap wordt opgehe
ld t niet, natuurlijk. Dat zou
voor de huurders van oude
een wat al te drastische
op 1 april 1972 bete
kenen. Het inhalen van de achter
stand zal gespreid worden over een
aantal jaarlijkse huurverhogingen
van meer dan zes procent.
Een van de grootste problemen
waarvoor men stond was, hoe het
woongerief - men spreekt van de
woonwaarde - van oude en nieuwe
woningen met elkaar vergeleken
moet worden om te kunnen vast
stellen hoeveel de huren van de
oude woningen moeten worden op
getrokken.
Systeem
De federaties van woningbouwver
enigingen in de vier grote steden
(Amsterdam, Den Haag, Rotterdam
en Utrecht) hebben in overleg met
de gemeentebesturen daarvoor ten
slotte een systeem ontworpen. De
woonwaarde wordt bepaald op basis
van de nuttige oppervlakte van de
woning.
Die oppervlakte, zo redeneerde men,
geeft de woonwaarde wel ongeveer
aan. Verder wordt dan nog reke
ning gehouden met het al of niet
aanwezig zijn van zaken als dou
ches, liften of centrale verwarming.
En met de ouderdom van de wo
ning.
Al deze zaken worden uitgedrukt in
een puntentelling. Het aantal pun
ten bepaalt tenslotte het percentage
van de huurverhoging. In een
vouwblad, dat het ministerie van
volkshuisvesting onder de huurders
van corporatie- en gemeentewonin
gen laat verspreiden, wordt een
voorbeeld gegeven.
Als, zo luidt dit voorbeeld, voor de
woonwaarde van een oude woning
120 punten zouden worden gegeven
en voor nieuwe - dus na 1967 ge
bouwde gesubsidieerde woningen 180
punten, dan is het verschil in
woonwaarde zestig punten. Dat be
tekent, dat de woonwaarde van de
oude woning tweederde bedraagt
van die van de nieuwe woning.
2/3 deel
De huurprijs van die oude woning
zal dan moeten worden opgetrokken
tot 2/3 deel van die van de nieuwe
Is de huur van de oude woning bij
voorbeeld nu 150 per maand en die
van de nieuwe 300, dan zal de
harmonisatie moeten leiden tot een
huur van 200 voor de oude wo
ning.
Vergeleken wordt uitsluitend met
nieuwe woningen, die gedurende de
laatste vijf jaar gebouwd zijn met
rijkssubsidie. Dus niet met in de
ongesubsidieerde - dus dure - sector
van de woningbouw.
De vergelijkingen worden - ook dat
spreekt welhaast vanzelf - gemaakt
tussen de zogenaamde kale huren
Dus zonder berekening van service-
of verwarmingskosten en dergelijke.
Voor de harmonisatie komen in
principe alle woningen die ouder
dan vijf jaar zijn in aanmerking.
Alleen bijzonder slechte woningen
zullen er buiten vallen.
Nu kan het voorkomen - en zelfs
vrij vaak -dat huurders zelf be
paalde verbeteringen in hun woning
hebben aangebracht, die zouden
kunnen meetellen bij het bepalen
van de huidige woonwaarde. Dat
zou echter onrechtvaardig zijn.
Daarom wordt bij de woonwaarde-
bepaling uitgegaan van de staat
waarin de woning verkeerde, voor
dat de verbeteringen werden aange
bracht.
Onderscheid
Er zijn nog andere maatregelen ge
troffen. die voor de uitvoering van
de harmonisatie van groot belang
zijn. Zo is er onderscheid tussen de
woningen waarop geen jaarlijkse
rijksbijdrage meer wordt verleend
en die waarop dat nog wel het ge
val is.
De eerste categorie omvat de wo
ningen waarop de Huurwet van
toepassing is en die jaarlijks niet-
verplichte 'facultatieve) huurverho
gingen krijgen. De andere groep is
die waarop de Wet Jaarlijkse huur
verhogingen van toepassing is. Deze
woningen worden elk jaar met een
verplicht percentage (vorig Jaar 7,
dit jaar 6) verhoogd.
Voor de laatste categorie is de har
monisatie-procedure vrij eenvoudig.
De verhuurder dient een verzoek tot
huurverhoging met meer dan 6%
via de Huur Advies Commissie bij
de minister in. Wanneer de HAC
gunstig adviseert, stelt de minister
de nieuwe huurprijs bindend vast.
Wanneer huurverhoging met meer
dan 6% niet wordt goedgekeurd,
krijgt de huurder daar via de ver
huurder bericht van.
Aanzienlijk ingewikkelder is de pro
cedure voor de categorie van wo
ningen waarop de Huurwet van
toepassing is en die dus jaarlijks
met een facultatief percentage wer
den verhoogd.
Huurverhoging
In deze gevallen moet de verhuur
der aan de huurder een voorstel
doen voor een huurverhoging. Als
de huurder akkoord gaat, levert de
procedure geen moeilijkheden op.
Wanneer hij echter bezwaar maakt
(bijvoorbeeld omdat hij meent dat
de onderhoudstoestand van de wo
ning huurverhoging niet acceptabel
maakt) kan de verhuurder aan de
minister vragen de nieuwe huurprijs
bindend vast te stellen.
De minister vraagt dan het oordeel
van de Huur Advies Commissie. Als
de bezwaren van de huurder onge
grond worden verklaard, stelt de
minister de nieuwe huurprijs vast.
Huurharmonisatie kan voor sommi
ge huurders betekenen, dat zij een
huur moeten gaan betalen, die in
verhouding tot hun inkomen te
hoog is.
Wanneer hun woning in 1972 met
meer dan 6% wordt verhoogd in
huur, kunnen zij in bepaalde geval
len in aanmerking komen voor een
bijdrage. Deze „aanvullende huur
subsidie" kan vanaf 1 april bij de
gemeente worden aangevraagd.
De hele „operatie huurharmonisa
tie" stelt de grote verhuurders -
woningbouwverenigingen, gemeente,
grote huurwoning-exploitanten
voor aanzienlijke administratieve
problemen.
Hoe de verhuurders zich opstellen
tegenover de mogelijkheid „te har
moniseren' is in Den Haag nog niet
volledig duidelijk. Zeker lijkt het
wel, dat enkele grote Haagse wo
ningbouwverenigingen geen gebruik
van de harmonisatie-maatregel wil
len maken ten aanzien van hun
oudste woningbezit. voorzover dat
nog niet gerenoveerd is.
In Amsterdam willen de corporaties
de woningen, die vóór 1936 zijn ge
bouwd buiten de harmonisatie hou
den.
In Rotterdam zullen de woning
bouwverenigingen de vóór 1936 ge
bouwde woningen wel in de harmo
nisatie betrekken.
Twijfel
Bij verscheidene corporaties wordt
er nog aan getwijfeld of de enorme
administratieve maatregelen, die
met de harmonisatie gepaard gaan,
wel zo tijdig getroffen kunnen wor
den, dat de huurverhogingen al per
1 april zullen kunnen ingaan.
De minister is echter vastbesloten
omtrent die datum van ingang. Die
eventueel dus met terugwerkende
kracht zal gaan gelden.
Voor de minder-draagkrachtigen
blijft de hoop, dat de huurharmoni
satie mogelijk een nieuwe impuls
zal geven aan de veelgeprezen,
maar te weinig in praktijk komende
doorstroming. Waardoor een wat
rechtvaardiger verdeling van de
huurwoningen over de verschillende
inkomensgroepen zou worden be
reikt.
Ook aan dit effect wordt echter in
deskundige kringen getwijfeld. Om
dat doel te bereiken, meent men,
zal meer dan huurharmonisatie een
huurbelasting toch het enige middel
blijven.
BZ asisgebrek van na-oorlogse
i^ten is dat in die wijken al
en gemaakt" en niets „ont-
5e zijn saai en onherberg-
lietigende oordeel over het
de bouwsels die Nederland
de grond stampte, is van
JNierstrasz van het Bouw-
te Rotterdam. In een arti-
in „Bouw" pleit hij voor
n toeren van een nieuwe
:h n meer algemeen, een nieu-
cultuur.
n kantoor onthult hij ach-
flesje Cassis dat zijn es-
epistels onder de titel
en leven nader beschouwd"
er onder de douche zijn
„Vervolgens heb ik ze
naar mijn werk ging ge-
tussen half zes en half
ochtends. Dan denk ik het
b'k na de lunch, een week na
tapier zetten van het derde
e fc artikel, is hij niet milder
wdeel. Integendeel: „Archi-
t n bouwers spelen voor god,
Bieten nu maar eens mee
Het is toch te dwaas....
er zelfs die voorschrijven
gordijnen mensen in
ïwwijken moeten leven."
Mislukking
aan te geven welke kant
^rstrasz met de bouw van
In Nederland op wil, cite-
zijn aan „Bouw" toever-
poging om de grote mis-
waarmee Nederland zit op-
onder woorden te bren-
irs van hoogbouwflats mer-
inig an de wisseling van
Iden. Ze zijn via een admi-
proces-huisvestingsbureau,
'de instanties en makelaars
•kaar gebracht. Ze hebben
tèuze gehad, ze mogen niets
aan him omgeving veranderen en
hebben van het uiterlijk van hun
woning af te blijven."
Eentonige nieuwbouwwijken dringen
de bewoners een eentonig leefpa
troon op. Keurige straatjes, keurige
rijtjes huizen, keurig aangelegde
plantsoentjes. Alles even keurig,
maar saai.
En hoe wonen moderne architecten
zelf?
„Net als kunstenaars en creatieve
gefortuneerden kiezen ze als woning
een oude boerderij of iets derge
lijks." Drs. Nierstrasz constateert de
behoefte van steeds meer mensen
aan leven temidden van het niet
eenmalig gemaakte of bedachte,
maar temidden van dingen
die verwijzen naar het gegroeid zijn
en verweven zijn met het verle
den. Voorstanders van het moderne
interieur hebben graag ook iets an
tieks in huis. De overal in de wes
terse wereld stijgende afzet van an
tieke en rustieke meubelen wijst
volgens hem op een neiging in het
wonen, het gegroeid zijn en de con
tinuïteit met het verleden tot uit
drukking te brengen. De voorkeur
voor oude boerderijen als tweede
woningen wijst óók in die richting.
Variatie
Tal van verschijnsels in het huidige
gedrag kunnen, meent drs. Nier
strasz, ook worden geïnterpreteerd
als het wellicht als reactie
willen accentueren van de elemen
ten groei en variatie: lange haren,
baardgroei, bloemetjeshemden, „flo
wer power," rages met bepaalde
soorten huisdieren (hamsters!), de
stormachtige groei van ponyfarms,
alsmede bijvoorbeeld de onderwerp
keuze van veel kunstzinnig georiën
teerde fotografie (verweerde gezich
ten, oude muren, natuuropnamen).
Wat moeten we doen om ons woon-
milieu te verbeteren?
I Drs. Nierstrasz: „Ten eerste meer
rekening houden met het gegroeide,
het onstane."
Dat kan volgens hem op velerlei
wijzen. „Meer aandacht voor mo
dernisering en omvorming van het
bestaande woongebied en minder
tabula rasa methoden. Maar ook in
nieuw te bouwen gebieden, meer,
veel meer, rekening houden met het
specifieke karakter van het gebied,
met de aanwezige begroeiing, met
de waterloop, met bestaande bebou
wing."
„Wat weerhoudt ons er bijvoorbeeld
van bewoners als zij dat wensen
naar eigen inzicht kleur op de
buitenkant van him flat aan te la
ten brengen? Nodig zijn ontwerpers
die hiermee rekening houden en
welstandscommissies die begrijpen
dat indiviudele expressie méér met
welstand te maken heeft dan met
autoritaire monotonie."
Bouwpraktijk
Het zich richten op het ontstane en
op het laten ontstaan vereist voor
de huidige bouwpraktijk, aldus drs.
Nierstrasz, een enorme mentaliteits
wijziging bij alle betrokkenen.
Om daartoe te komen adviseert hij
verplicht onderricht inzake land
schapsvorming voor stedebouwers,
architecten en weg- en waterbou
wers. Voorts zal men in het stede-
bouwkundige beleid veel meer res
pect moeten hebben voor de voor
keuren voor eengezinshuizen. „Niet
alleen dat dit eengezinshuis in een
plat land als het onze veel meer
mogelijkheden biedt voor aanslui
ting aan het ontstane dan hoge
blokken flats of torenhuizen, dat
eengezinshuis biedt met tuin ook
meer mogelijkheden tot aanpassing
aan de specifieke wensen van bewo
ners in de loop der tijden. Het wel
standstoezicht en bouw en woning
toezicht zullen dienen te geschieden
onder erkenning van het uitgangs
punt dat veranderingen van het ge
bouwde normaal zijn en dat slechts
bij zeer zwaar wegende redenen
toestemming kan worden onthou
den.
Voorschriften voor het bouwen
moeten zich tot redelijke minima
beperken en voor zover het subsi-
diële zaken betreft slechts gericht
zijn op het voorkomen van onrede
lijke winsten. Groenvoorziening, wa
terpartijen e d. dus de woonom
geving in z*n totaal zijn daarbij
van meer belang dan utilitaire
ken als ruimte voor de auto, als
voetpaden waarover brandweerwa
gens kunnen rijden e.d.
Is dit allemaal uitvoerbaar? Kun
nen we het betalen? Is het tech
nisch uitvoerbaar?
Drs. Nierstrasz: „Op korte termijn
kunnen we een dergelijke overgang
waarschijnlijk niet. maken, overi
gens niet alleen in verband met
economische beperkingen. Het heeft
echter geen zin om wezenlijk men
selijke behoeften te ontkennen of te
negeren, omdat anders zou blijken
hoe arm we zijn".
Meer eengezinshuizen. Om de ruim
te die we nog over hebben hoeven
we het niet te laten. Drs. Nierstrasz
heeft berekend dat we met hoog
bouw zijn volgebouwd in 2026, en
met eengezinshuizen in 2016. „Die
tien jaar doen het m nou "ook
niet," meent hij.
En om het geld? Hogere bouwkos
ten?
Drs; Nierstrasz: „Men kan de be
hoefte om te leven in een ontstaan
milieu dat ook ruimte biedt voor
laten ontstaan, niet voorbijpraten
met een beroep op te hoge bouw
kosten. Men zal deze uitdaging
moeten aanvaarden."
Het gaat om de kwaliteit van ona
bestaan. „Prioriteiten tussen wonen
en andere zaken zullen mogelijker
wijs moeten worden verlegd."
Drs. Nierstrasz is niet bevreesd dat
hij de fout maakt van een te ver
doorslaan van het ene uiterste naar
het andere, van het niets mag. naar
het alles mag.
„Toegegeven," zegt h\j, „de kans op
nieuwe rotzooi zit er zeker in. Maar
dat mag nog geen reden zijn ora
met de huidige sterilisatieprocedure
door te gaan. Liever Nieuwe Rotzooi
dan Nieuw Babyion".