Auto niet weg uit straten BEROEPSBEVOLKING NEEMT AF Industriëlen over Leiden Met eenvoudige middelen woonmilieu verbeteren WERK GELEGENHEID EN PRODUKTIEMILIEU IN GEWEST LEIDEN (1/ jgfooENSDAG 29 DECEMBER 1971 LEIDEN ■I i j LEIDEN „Neem de Stadhouderslaan. Dat is dóódsim pel. Daar kun je zo een speelstraat van maken. Aan begin in eind van de straat zet je een paar paaltjes en een bordje. Eeen auto komt er meer door. Waarom gebeurt dat niet? Doordat in 1961 nota bene tien jaar geleden is ge steld, dat er een snelweg moest komen. Die is er niet en het zal nog wel even duren voordat het zover is. Al die tijd hadden de mensen daar goed kunnen wonen". Dergelijke gesprekken voeren de Dnge stedebouwkundigen Breeksma, 4teinders en Piret. Met elkaar en met lnderen. Met ieder, die het horen Ze vinden o.a. een gewillig oor a|ij de heren Boelens en Boshuizen de afdeling bestratingen en dat k een gelukkige omstandigheid, want eualet "gewoon onderhoud", is er aan p straten veel te veranderen, i wj Het drietal is niet uit op het ver- cfcijderen van de auto. Ze vinden de iuto gewoon een gegeven, dat ech- jer te veel opeist van de straat. De ito moet zijn plaats vinden. Er moe woonstraten geen ruimte zijn om £Siard te rijden. De auto moet geen luidelijke baan hebben, waar ze bij ,n spreken het alleenrecht wheeft, keurig tussen twee troittoirs, n raar op de voetganger dient te blij- Automobilist, wandelaar, spelend pnd, fietser, iedereen moet de gehele 'o0fuimte kunnen gebruiken en men a. hoet rekening houden met de ander. gebeurt in Leiden bijv. op het peterskerkhof. Daar zijn geen afge- la fakende trottoirs, daar kan een auto >n niet „scheuren". Dat is een samenspel. Ongelukken gebeu- nooit. Dat kan ook in de woonbuurten, .t moet gewoon. Het instellen van -wnrichtingsverkeer is meestal niet ie Juiste oplossing. Wat gebeurt er m? Dan krijgt de auto een nog IJere baan. Maak de straat voor en iedereen: Overdag van de spe lde kinderen, 's avonds van de ge- .rkeerde auto's van bewoners. Zo zullen straten ophouden een te zijn van moederlijke bezorgd- iid, die zich uit in het eeuwige lantje blijf op de stoep". Die stoep veg .soms schematisch aan- ;even op het wegdek. Delft laat dat dit kan. De foto hierboven iat het zien. Aan de ene kant is het ittoir gebleven, aan de andere kant plaats gekomen voor geparkeer- AD V ERTENTIE Oudejaars „Toppers" an UW drankenadviseur lUNCH RUM of CITROEN XCELLENT SCOTCH WHISKY fles 13,95 ANSE COGNAC Siacard Fils, fles 14,50 GRATIS THUISBEZORGD. STEENSTR 8 TEL 21361 HERENSTR 6 - TEL 30069 HAARLSTR 204 TEL. 21611 de auto's, waarlangs aan beide zij den een pad loopt. Als er geen auto's staan overdag veelal heeft de Jeugd er een speelterrein. Het saaie is van de straat af. Stel daartegenover een puur saaie straat als de Celebesstraat in de Kooi. Hoe veel van zulke straatjes zijn er in Leiden? Of beter misschien: hoeveel zijn er anders? (Volgende keer: expres bob bels maken in wegdek en sa menspel tussen gemeente en bewoners). LEIDEN In een trekgat van de schoorsteen van het Tevelingshof (tussen de 4e Binnevestgracht en het Levendaal) zat gistermiddag plotse ling een uil heerlyk in het zonnetje. Het dier was nog nooit in de buurt gezien. Voor zover na te gaan was is de uil niet gewond. Vermoed wordt dat het dier ergens een schuilplaats heeft gehad waaruit hy verdreven is. Dierenarts Muurling aan het Plant soen, die het dier vanuit zyn woning kon zien, had toevallig vogelkenner W. van Kieken op bezoek. Vandaar dit plaatje. De uil zit nog steeds in ernstige overpeinzing op het dak. Wellicht overdenkt hy het oude jaar nog eens. (Foto Holvast Dit is het eerste deel van een serie over oud en nieuw, die In de krant verschijnt rondom oud en nieuw: in deze laatste week van het oude en in de eer ste week van het nieuwe jaar enkele afleveringen. "Naast de deur" is de titel en die duidt er op, dat het om uw eigen woon omgeving gaat. Om het oude straatje in de Kooi, maar ook om de veel nieuwere omgeving in andere wijken. In "Narrst de deur" gaan we er iets over vertellen in het al gemeen. maar we geven ook voorbeelden. Dat gebeurt naar aanleiding van gesprekken met drie jonge Delftse stedebouw kundigen, die nu sinds drie maanden in Leiden zijn „gede tacheerd". en een bezoek aan Delft, waar op dit gebied al het één en ander is gebeurd. Die voorbeelden zijn in enkele gevallen zoals vandaag ver gelijkingen tussen Delft en Lei den. maar die vergelijkin gen zijn volkomen willekeurig. Natuurlijk zijn Delft en Leiden met elkaar te vergelijken: al lebei oude steden met een "er fenis". Maar de omstandigheden zijn vaak verschillend. De jaar lijkse post, die Delft uittrekt voor herstratingen, is bijv. gro ter dan de Leidse. Daarbij komt dat Leiden een achterstand heeft op het gebied van asfalteren van doorgaande routes. Dat kost veel geld. De drie jonge stedebouwkundi gen hebben toch wel enige "ruimte" voor hun ideeën. Ze zijn niet voor niets aan het werk gegaan, want op de begro ting voor komend jaar is een post uitgetrokken voor wijkver- betering. In combinatie met een deel van de herstratingspost kan er toch wat gebeuren en dan het liefst in verschillende wijken van de stad. De verbetering van de woon omgeving is n.l. niet in één of twee wijken noodzakelijk. he laas niet. Leiden heeft tal van straten, die met eenvoudige middelen een stuk kunnen wor den verbeterd. Een aangepaste herstrating kan veel betekenen. We hebben in Leiden een voor beeld aan de twee zijstraten van de Kanaalweg, waar door het inspringen van bewoners de normale herstrating veranderde in een plan voor speelstraten. Dat inspringen, die inspraak, is noodzakelijk. Het is zo, dat bewoners zelf tevreden moe ten zijn met hun directe woon omgeving. En het doet er niet toe of die woonomgeving een saneringsgebied is. De ervaring i,s. dat niemand meer iets aan zijn huis doet als de sanering dreigt. De ervaring is ook. dat huizen in saneringsgebieden, vaak nog vele jaren bewoond (moeten) worden. Als de over heid iets doet aan de woonom geving, komen de bewoners van zelf. Van die gedachte en nog tal van andere, die u in deze serie worden voorgeschoteld gaan de drie stedebouwkundigen uit: D. Broeksma, C. Meinders en J. Piret. Ze maken een studie van de meest armetierige wij ken van Leiden en doen sugges ties voor verbetering. Maar ze zijn ervan overtuigd, dat onder de bewoners'ook veel leeft. Dat komt vaak binnen in brieven, die in de gemeentelijke molen gaan. En u weet: die maalt langzaam. Misschien is de weg via de krant directer. Wij stellen on ze kolommen open voor bijdra gen na de vier afleveringen "Naast de deur" van onze hand. Vandaar, dat we nog niet weten hoe lang de serie wordt. LEIDEN In het gewest Lei den neemt de beroepsbevolking licht (en in sommige plaatsen sterk) af, terwijl de bevolking niet onaanzienlijk (en soms zeer snel) toeneemt. Het aandeel van de „produktieven" in de totale bevolking daalt behoorlijk. Ma chines vangen het werk van mensen op (op foto). Dit blijkt uit de gisteren versche nen deelnota over „Werkgelegenheid en preduktiemilieu in het gewest Leiden", die deel uitmaakt van het onderzoek naar de maatschappelijke ontwikkeling en bestuurlijke vorm geving. Medewerkers van de Vereni ging van Nederlandse gemeenten hebben liet onderzoek verricht. Zij stellen, dat de afneming van de totale beroepsbevolking van onge veer 20% in het gewest Leiden ge lijk is aan het Nederlandse gemid delde. Voor deze afname zijn een aantal oorzaken aan te wijzen: LEIDEN In het vandaag ver schenen LVI-blad „Industrie Rijn land" zijn vier industriëlen aan het woord over Leiden. Wij nemen en kele passages over. R. Sloos, directeur Nederlands Drukkerij Bedrijf NV: Ik heb wei eens het gevoel, dat imagobederf een typisch Leidse eigenschap is. Vele Leidenaars geven af op hun stand. De collectieve trots van Rotterdam mers mist men hier. Het is de taak van de gemeente om actief tegen dit imagobederf op te treden en Leiden te presenteren als een stad voor be paalde soorten industriën. N F. G. Lens: Wat betreft de lig ging in de Randstad neemt Leiden een unieke plaats in, maar de regio biedt zeker veel grotere mogelijk heden voor de industrie dan Leiden zelf. Er is een behoorlijk verschil tussen de inkomende en uitgaande pendel en dat geeft te denken. Pu blicaties over de lage gemiddelde in komens bevorderen niet de aantrek kingskracht van de stad, terwijl dit beslist niet bepalend is voor de loonhoogte in de industrie, die de toets der kritiek kan doorstaan. Ir. P. Kok: Leiden ligt gunstig ge situeerd tussen de grote steden. J. den Holder: Het imagobederf wordt stelselmatig bevorderd, hoe wel Leiden zich dat niet kan per mitteren. Het gekrakeel in de ge meenteraad haalt tegenwoordig de landelijke pers. De Leidse industrie betaalt zijn vakmensen uitstekend, in veel gevallen een aanzienlijk ho ger loon dan hoofdarbeiders. Het huisvestingsbeleid lijkt t.o.v. de in dustrie moeilijker te zijn geworden. Goede mensen gaan elders werken, waar ze direct of snel een huis krij gen. Goede krachten van elders aan trekken is vrijwel onmogelijk gewor den. na 1960 is de leerplichtige leeftijd verhoogd het aantal studerenden na de leerplichtige leeftijd neemt toe; het aandeel der meewerkende ge zinsleden neemt af zowel in de landbouw als by de middenstand; in de leeftijdsopbouw wordt het aandeel van hen, die mogen pro duceren geringer. Het aantal niet produktieven en niet meer pro duktieven neemt snel toe. Voor de gewestgemeenten geza menlijk betekent dit. dat het percen tage produktieven overal afneemt. In sommige gewestgemeenten, waar de bevolking nog snel toeneemt, is absoluut nog wel een toeneming van het aantal produktieven te constate ren, maar de toeneming ervan blijft toch wel achter bij de algehele be volkingsgroei. Te verwachten is dat naarmate de nu nog aanwezige mo gelijkheden voor woningbouw uitge put zullen raken en daarmee de be volkingsgroei zal vertragen, ook in de gemeenten met nu nog een con stante of groeiende beroepsbevolking een daling van de omvang van de beroepsbevolking zal optreden. Karakter verandert Ten aanzien van het kwantitatieve industriële aanbod van arbeidsplaat sen in het gewest Leiden, kan wor den geconcludeerd, dat het aantal in Katwijk, Rijnsburg en Valkenburg opmerkelijk constant blyft, terwijl het aantal in Leiden en sterker nog in de overige gewestgemeenten in snel tempo afneemt. Leiden, dat gezien het concentratiegetal relatief het meest industrieel karakter heeft binnen een groot gebied, is langzaam bezig dót karakter wat te verliezen. Buiten het gewest is in de rayons Alphen a'd Rijn en Lisse nog steeds een duidelijke groei van de beroeps bevolking aanwezig. In deze rayons vormen hogere employés een nog be perkt aandeel van de totale beroeps bevolking. Het rayon Den Haag ver toont de laatste jaren een duidelijke teruggang, eenzelfde proces als zich ook in het gewest Leiden voordoet. In totaal is de absolute beroepsbe volking in het gehele gebied van de vier geweestelijke arbeidsbureaus vrij constant. Ze komen tot 'n geschatte toeneming van 1960 tot 1970 van ongeveer 10.000 k 15.000 personen; onze schatting is, gezien het feit. dat ook de beroeps bevolking in het gewest Leiden ge daald is, dat de totale mannelijke beroepsbevolking ongeveer gelijk ge bleven is. waarby de rayons Leiden en Den Haag een absolute teruggang te zien geven en de rayons Alphen a/d Rijn en Lisse een duidelijke groei, waarbij de groei in het rayon Alphen a/d Rijn het grootst is. Nog een aantal conclusies: Vrouw en werk In de bollenstreek is het aandeel van de vrouwelijke industriële ar beidsplaatsen middelmatig, evenals het aandeel van de niet-arbeiders. In Katwijk. Rynsburg en Valken burg was het vrouwelijke arbeids plaatsenaandeel aanvankelijk zeer gering (1 op 6> Tien jaar later is echter het aandeel van het aantal vrouwelijke arbeidsplaatsen het hoogste van het in beschouwing ge nomen gebied. De administratiegraad is echter nauwelijks veranderd en niet uitgesproken hoog of laag. Het is dan ook waarschijnlijk, dat de in dustriële arbeid een routinematig karakter verkregen heeft, bijvoor beeld in de sector voedings- en ge notmiddelen. Leiden is in vrouwelijke arbeids- aandeel en administratiegraad vrij constant en weinig opvallend. In het randgebied van Leiden was en is dit anders. In 1959 was het vrouwelijke arbeidsaandeel uiterst gering, maar nam daarna langzaam toe. Ook de administratiegraad was laag en nam toe. In het randgebied van Leiden is er een duidelijke selectie in de richting van industrie met een hoge i administratiegraad. De ontwikkelingen in het noorde lijk veengebied betreffen slechts een gering aantal arbeidsplaatsen, zodat toevallige factoren als de vestigine van één bedrijf van invloed hadden kunnen zijn geweest. De ontwikkelingen in de Rilnstreek (Alphen a/d Riln e.o.) zijn ten aan- J zien van de administrntiegraad zeer opvallend. Dit wijst op een expansie i ofwel van hoogwaardige industrie met veel administratieve of weten schappelijke begeleiding ofwel van administratieve hoofd )produktieves- tigingen. Hetgeen voor Alphen a/d Rijn e.o. geconstateerd wordt, gaat ook op voor Den Haag en het Haagse randgebied, waarby de grote toene ming van de administratiegraad in het Haagse randgebied wel zeer op vallend is. (wordt vervolgd) ADVERTENTIE Voor GOUDEN Kwaliteits-Sieraden en de voordeligste prijzen Blijft Uw adres Juwelier v. d. Water Haarlemmerstraat 181, Leiden Grote keuze i vak-i

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1971 | | pagina 3