Hoe zwaar het
was en hoe
ver
tijden!Kiek uit 15de eeuw
Etienne Gailly (in oktober
gestorven) was de held
van Londense marathon
Adolfo Cabrera het stadion binnen
gekomen. Sterk lopend en zeer fit.
Hij passeerde zonder de geringste
moeite de uitgeputte Belg, die over
het midden van de baan zwalkte.
Toen Gailly 200 meter had voortge-
ploeterd, af en toe van looppasje in
gewone pas vervallend, betrad de
derde loper het stadion de Brit
Tom Richards. Ook hij liep langs
de zwak glimlachende krachteloze
Gailly. Het werd toen doodstil in
het stadion dat vreesde dat de Belg
nogmaals gepasseerd zou worden.
Dat gebeurde niet. Gailly bereikte
als derde de finishlijn. Een verzor
ger ving hem op, sponsde hem af
en daarna stortte de Belg ineen. Op
een brancard bracht men hem weg.
Maag
Wat zei Gailly later van die laatste
ronde in het stadion? „Op het laat
ste heuveltje dat naar Wembley
leidde, merkte ik dat de vermoeid
heid sterker werd. Maar op het mo
ment dat ik de tunnel onder de tri
bune uitkwam en de sintelbaan be
reikte. kwam de uitputting over me
met de kracht van een zwaar ver
dovend middel. Ik besefte meteen
ook dat ik gepasseerd zou worden.
Ik kan niet ontkennen dat die laat
ste ronde ontzettend zwaar voor me
was. Ik voelde me inderdaad vre-
lijk zwak, ik viel bijna flauw. Dat
was voornamelijk te wijten aan
heftige krampen in mijn maag, die
kennelijk zeer te lijden had gehad
van de vermoeienissen. Ik was, ge
loof ik, niet echt uitgeput, het was
mijn maag die mijn weerstand
sloopte. Eerst Cabrera toen Ri
chards passeerde me. Ik zag ze als
door een gordijn. Tegenstand kon
ik niet meer bieden, ik had genoeg
met mezelf te stellen. Aan die laat
ste ronde leek geen eind te komen.
Die finishlijn lag naar mijn gevoel
ongelooflijk ver weg. Ik kwam er
tenslotte, maar de hemel mag we
ten hoe".
Gailly herstelde zeer snel, daarmee
de vooral van medische kant opste
kende kritiek de kop indrukkend.
Een week na de marathon liep hij
al weer een 3000 meter wedstrijd in
België. Korte tijd later schitterde
hij in een 5000 m race in Antwer
pen en een 10.000 m wedstrijd tn
Praag. Van de dramatische mara
thon hield Gailly niets nadeligs
over.
Maar van een Olympisch kampioen
schap op de marathon dat Meisl
hem in 1952 in Helsinki had toege
dacht, kwam niets terecht. Hij werd
achtste op de marathon tijdens de
Europese kampioenschappen in 1950.
Het Jaar daarop ging hij als para
chutist naar Korea, waar hij ernsti
ge kwetsuren aan de voet opliep als
gevolg van een mijnexplosie. Z'n at-
letiekcarrière kwam daardoor abrupt
aan een eind.
De uitslag van de Londense ma
rathon was:
1.
Cabrera (Arg.)
2.34.51.6
2.
Richards (Eng.!
2.35.07.6
3.
Gailly (Belg.)
235.33.6
4.
Coleman Z. Afr.)
2.36.06.0
5.
Guinez (Arg.)
«36.36.0
6.
Luyt (Z. Afr.)
2.38.11.0
7.
Oestling <Zwe.)
2.38.40.6
8.
Seystad (Nooi-w.)
2.38.41.0
9.
Sensini (Arg.)
2.39.30.0
10.
L&rsen (Den.)
2.41.22.0
Opvallend was de prestatie van
de Zuidafrikaan Johannes Cole
man al men bedenkt dat hij
twaalf Jaar daarvoor in Beriyn-
1936 op de zesde plaat6 beslag
legde.
DECEMBER 1971
1) Het einde van de lange weg
voor Gailly (links)in de laat
ste meters wordt hij, volkomen
uitgeput, gepasseerd door de
Argentijn Adolfo Cabrera.
3) De situatie vlak voor de poor
ten van Wembly Stadion:
Gailly (3) gaat nog voorop, 50
meter achter hem de Argen
tijn Cabrera (1), vervolgens de
Brit Richards (2). Vierde werd
de Zuidafrikaan Coleman.
2> Nauwelijks nog bij bewustzijn
werd Gailly na de finish door
zijn coach opgevangen. Kort
daarna zou hij flauwvallen en
per brancard worden wegge
dragen.
stelde te controleren of ik het tijd
schema wel aanhield". Tot zijn ver
rassing liep de Belg al na vijf kilo
meter aan kop, terwijl hij krach
tens zijn schema eigenlijk ver
wachtte in de middenmoot te zullen
lopen.
Meisl concludeerde dat de Belg in
de beginfase de fout maakte die
hem later zo afschuwelijk zou op
breken. „Gailly en zijn coach had
den hun schema gebaseerd op een
min of meer vlak parcours. Maar
de marathon van 1948 was één van
de zwaarste uit de historie. Het tra
ject was heuvelachtig, veel vals plat
en dat hadden de Belgen onder
schat of niet voldoende door ge
had".
Daarom was het opgestelde schema,
dat normaal gesproken als een re
delijk aanvangstempo kon worden
beschouwd, feitelijk te snel. Hij
kwam er ook te vroeg door aan de
leiding.
Vreemd
„Om Jezelf aan kop te zien, terwijl
Je niets anders hebt gedaan dan
strikt volgens schema te lopen, is
een vreemde gewaarwording. Het
was helemaal mijn bedoeling niet
Toen ik er over nadacht, kwam ik
tot de conclusie dat mijn voor
sprong niet te danken was aan te
hard van start gaan, maar eenvou
dig omdat de concurrentie langza
mer was vertrokken dan mijn coach
en ik hadden verwacht". Gailly
passeerde het 10 km teken in 35
minuten.
Hij verbruikte op dat moment de
energie die hij later zo nodig zou
hebben, aldus Meisl. Gailly: „Ik was
ervan overtuigd dat de anderen
spoedig het contact met mij zouden
herstellen. Herhaaldelijk keek om
terende uitgave van miniaturen van Fouquet
Etienne Gailly stierf op de
avond van de 21ste oktober van
dit jaar in Brussel aan de gevol
gen van een verkeersongeluk. Hij
bereikte de leeftijd van 48 ja^r.
Het bericht van zijn dood leverde
niet veel meer op dan een lan
derig één-kolommertje in de
krant. Ten onrechte, maar wel
Toen de Belg het stadion binnen
liep, was hij er nog niet. Er restte
hem nog een ronde van 400 meter.
En daarvoor bezat Gailly de kracht
niet meer. De krachten waren ver
bruikt, het reservoir was leeg. Hij
sjokte door met een armzalig loop
pasje dat hem maar moeizaam
vooruitbracht. Zijn hoofd zakte wat
naar rechts, hij leek niets meer te
zien. Een hulpeloze man. Inmiddels
was tot schrik van het publiek de
forse Argentijnse brandweerman
>eken zijn boeken met ge
leken, in de rooms-ka-
;k Hun hoogtij bereikten
beken in de vijftiende en
|n de zestiende eeuw. Men
ijgen dat die periode sa-
de Herfsttijd der Mid-
>n uitbloei die zoveel van
ran de nieuwe tijd met
ieg. De tijd waarin de
it een aarzelend begin
iet geschreven boek, en
rijk geïllustreerde hand-
iek wegdrukt,
ïtijdenboeken is het be-
iheten „Les trés riches
ic de Berry. Het werd in
deze prachtlievende ca-
rdigd met miniaturen
eders van Limburg, laat-
schilders die hun vak
iaturen zijn reeksen ta
le Bijbel vastgelegd ge
laat middeleeuwse hof-
it alle modieuze snufjes
:leding, stylering en ach-
heeft het Spectrum in
aangedurfd het Getij
de vijftiende-eeuwse
Fouquet, afkomstig uit
geven. Het gaat om 47
n waarlijk schitterende
gelegd. In het origineel
lan een handpalm, hier
weergegeven, zonder
van de gloed te verlie-
f aakte zijn Getijdenboek
^n voor maitre Etienne
n burger die opklom tot
van Franse koningen
schatbewaarder van de
ferk zal omstreeks 1455
ijkjiigd, en geeft duidelijk
invloeden de Franse
[so [juet heeft ondergaan op
iet Italië van de Renais-
ook het meesterlijk ge-
ee hij dieptewerkingen
voor de kunsthistorici
tk een bron van inspi ra-
en te zijn. Prof. Charles
reef namelijk een des-
gelijk begrijpende bege-
tiet werk van Fouquet en
iff er laat zijn licht schij-
opdrachtgever Etienne
burger met de ridder -
ie de stoot heeft gegeven
deze meesterlijke
Hij schreef ook een toe-
elk miniatuur afzonder-
n dit met grote zorg uit-
bedraagt f 82,50. Dat
maar bij een boek als
tk niet over veel praten
ie prys gaat.
J.R.S.
item der Apostelen
01 woon van de H. Ber-
begrijpelijk. Het sportleven trekt
pijlsnel aan ons voorbij, een
bonte stoet van niet voor moge
lijk gehouden prestaties en in het
geheugen vallen onvermijdelijk
diepe gaten. Toch zal de naam
van deze atleet velen nog wel iets
I zeggen. Hij speelde de hoofdrol in
de meest aangrijpende sportge
beurtenis van de jaren veertig:
de marathonloop op de Olympi
sche Spelen van Londen in Enge
land.
Door
Ruud Paauw
Toen Gailly in Engeland furore
maakte, was ik elf jaar. Ik zag de
tragedie waarbij de Belg betrok
ken was op de officiële Olym
pische film, die kort na de Spelen
in de Nederlandse bioscopen
draaide. De film eindigde met de
marathonloop, waarin je Gailly
vlak voor de finish van de ruim
42 km lange loop ten onder zag
gaan. Vier keer ben ik die füm
gaan zien, mijn hele zakgeld voor
die maand ging er aan op. En
elke keer verliet ik de bioscoop
met het zweet in de handen, ik
sliep er ook verdraaid slecht door.
Wat de sport ook later voor op-
windends heeft voortgebracht,
het heeft nooit meer diezelfde
uitwerking gehad.
Bewogen
Ettienne Gailly had, toen hij in
Londen aan de start kwam, al een
paar fel bewogen jaren achter de
rug. Als 20-jarige poogde hij in 1943
uit het door de Duitsers bezette
België te vluchten om zich te voe
gen bij zijn landgenoten, die zich
in Engeland gereed maakten voor
de invasie. Hij werd gepakt in
Spanje en zes maanden in de ge
vangenis gezet. Na teruggestuurd te
zijn naar België nam hij kort daar
op weer de wijk. Via Portugal en
Gibraltar bereikte hij in de herfst
van 1943 dan toch Engeland. Hij
werd luitenant bij de parachutisten
en nam deel aan de gevechten in
Normandië.
Voor de marathon van 1948 had
Gailly met zijn coach een gedetail
leerd tijdschema uitgewerkt dat ge
baseerd was op een eindtijd van 2
uur en 30 minuten, zoals hij een
paar weken na de race aan de be
faamde World Sports verslaggever
Willy Meisl vertelde. „Ik was vast
besloten mijn eigen wedstrijd te lo
pen, zonder me veel van mijn con
currenten aan te trekken. Ik had
maar met één ding te maken: mijn
chronometer die ik aan mijn lin
kerpols droeg en die mij instaat
waar mensen als de Brit Holden en
de Fin Heine bleven, mijn zwaarste
rivalen. Het was een verbijsterende
belevenis voor me dat ze maar niet
kwamen opdagen. Maar ik maakte
me er geen zorgen over. Aan kop
blijven lopen door gewoon het sche
ma aan te houden, betekende dat
ik goed zat. als ik het tempo maar
kon handhaven".
Na 32 van de ruim 42 km passeerde
de Koreaan Choy, die later zou uit
vallen. Gailly dan eindelijk. De
Belg kon de aanval op zijn leider
spositie niet pareren. „Ik vroeg me
af: gaat hij nou zo snel of val ik
terug. Het enige wat ik op dat mo
ment kon doen was kijken hoe snel
Choy liep. Hoewel ik me ergerde
aan mijn eigen vermoeidheid, was
ik toch bepaald niet in paniek ge
bracht. Ik had 27 km aan kop gelo
pen, de zaken stonden er weliswaar
niet zo goed meer voor, maar ik
voelde toch niet meer dan een nor
vermoeidheid, die ik spoedig
hoopte te overwinnen. Na Choy
passeerden Cabrera, de Argentijn en
Richards, de Engelsman, me. Het
ontmoedigde me niet. ofschoon ze
een meter of vijftig op me uitlie
pen. Langzaam voelde ik mijn oude
ritme terugkomen. Ik voegde me bij
de vooroplopende Cabrera, die Choy
had verdrongen. Ik voelde me niet
langer krachteloos, integendeel. Het
was op dat moment dat ik naar
mijn idee mijn grootste fout in de
race beging. Om weer bij Cabrera
te komen, had ik een meter of 50,
60 goed moeten maken. Toen dat
gebeurd was. had ik een tijdje rus
tig achter hem moeten blijven lo
pen. Maar ik spurtte meteen door.
En na ongeveer een kilometer had
ik Cabrera een meter of vijftig
achter me gelaten. Alles bij elkaar
kwam het er op neer, dat ik over
een afstand van twee kilometer zo'n
100 meter op die Argentijn had
goedgemaakt. Dat doe je niet onge
straft als je er al zo'n kleine 40 km
op hebt zitten".
Sparen
Meisl wees er op dat de beslissende
fase in een marathon aanbreekt na
30 km. Het is het laatste kwart van
de afstand dat telt. De moeilijkheid
is voldoende energie te sparen in
het begin om daarop te kunnen te
rugvallen als de finish in zicht
komt. Maar aan de andere kant
kun je ook weer niet te veel reser
veren, omdat Je dan in de beginfase
te ver achter raakt. Het is een
kwestie van zorgvuldig afwegen.
Meisl, die Gailly de hele afstand
observeerde, merkte dat de Belg
rond de 40ste kilometer tekenen van
uitputting ging vertonen. „Hij zag
bijna groen in zijn gezicht, maar
het was de zweep van zijn niet stuk
te krijgen vastberadenheid die hem
voortjoegEr was in zijn gedach-
tenwereld slechts ruimte voor dat
ene onbarmhartige commando aan
spieren en zenuwen: „Bereik als
eerste het stadion". Het Wembley
Stadion waar 80.000 man op de
aankomst van de marathonlopers
zaten te wachten, ligt op een heu
vel. De laatste kilometer was dus
nog eens extra zwaar. Gailly raakte
er zijn laatste milligrammen energie
kwijt.