Bernadette Devlin: ongelukkige kerst KERSTMIS 1971 EXTRA In deze extra kerstbijlage van het LEIDSCH DAGBLAD ALPHENS DAGBLAD: Geloven en geloven is twee; gesprekken met een pater en een man, die het ambt vaarwel zei. Leiden en Krefeld in Duitsland streven naar een hecht contact. Dankzij de Jesus Movement was Gods Zoon dit jaar bijzonder populair. Een Turk heeft geen handen genoeg om over Neder land te vertellen. Ook bij Billy Smart betekent het circusleven een keihard bestaan. De Poppys in kerstsfeer oefenen op een stoffige zol der in het Parijse voorstadje Agnieres. En natuurlijk weer puzzelen tijdens de kerstdagen. Etienne Gailly, de held van de Olympische Spelen van 1948, won niet. Altona, geheel in kerstsfeer, verhaalt over de Leidse kerst-inn. Niet vergeten een verkeersspel om de kerstdagen eigentijds te beleven. Aan dit nummer werkten mee: Piet Bok Ruud Paauw Jos Hagers Yvonne Parre Peter d'Hamecourt Koos Post Ary Jassies J. R. Soetenhorst Henk de Kat Hans Melkert Joop Walenkamp en de organisatoren van de Leidse kerst-inn. VORMGEVING: Bram van Leeuwen, Hein Elbrink. stown in haar huiskamer en praatte met verbitterde stem over D Martha Dohertv: „Er is niemand in het buitenland die de Noordier- se situatie begrijpt. Dat bewijst ook die hele geweldige opwinding in Engeland en op het continent over Martha Dohertv. Ik woon hier in Noord-Ierland, ik zie en hoor dagelijks hoe de Engelse moordenaars ons willen uitroeien. doorns en de rozeachtige verlichte horizon woedde in Belfast de ver schrikkelijke burgeroorlog. Ook toen men die ochtend de stad had verlaten waren er in de frontlinies van de ghetto's luide explosies opgestegen. Negentien tiden, en vier doden, van wie twee kinderen, las men bij terug keer in het avondblad. de geschiedenis is een probleem door geweld opgelost. Maar wat er hier gebeurd, dat is geen georga niseerd geweld, het is het geweld van de frustratie. Helpen Geen rekening Bernadette Devlin: „Natuurlijk, 5 afschuwelijk en onmenselijk dat de kinderen hier alleen maar n sfeer van geweld opgroeien. Zelfs voor hen mag er geen vrede zijn. De regering houdt geen en kele rekening met kinderen van vier, vijf of zes jaar oud. Ik heb gisteren een interneringskamp be zocht. Ik ben parlementslid in Londen. Toch werd ik door de mi litairen onderzocht. Nee, op zo'n moment voel ik geen wbede. Ik denk alleen maar: nu zie Je maar eens waarvoor je vecht. Maar dat met die kinderen in het kamp dat vond ik veel erger. Zul ke kleintjes!. Ze moesten buiten in de kou blijven staan. Die kin deren weten nog maar één ding: alles wat de wet vertegenwoordigt, alles wat een uniform draagt, dat ls tegen ons. Die stoppen mijn va der in een kamp, die zorgen dat moeder steeds armer wordt. Ze groeien op zonder vader, zonder leiding, om hen heen een wet die alleen maar geweld bedrijft. Wij tijn hier in Ulster nog met poli tieke en sociale ideeën opgegroeid. De generatie die nu opgroeit kent als persoonlijke ervaring alleen haat en angst". De kamer was klein en armoedig, lernadettes inkomsten als parle- nentslid gaan bijna geheel op in ie strijd voor de burgerlijke onge- ïoorzaamheid30.000 Noordierse lezinnen al die weigeren huur/en ;-, elektriciteit- en telefoonreke ningen te betalen. Onze revolutio- re gastvrouwe was zeer nerveus bovendien een vervaarlijke ket tingrookster, een zware, blauwe lamp vulde het morsige huiska- tnertje met zijn reusachtige leren fauteuils, de oude bruine piano, de kruisen aan de wand, het Maria beeld op dat tv-toestel en de as bakken en kranten op het ver schoten karpet. Bernadette had het korte, brede lichaam gestoken en oude roze trui en een lichtgroene kapotte overgooier. Alles wat wij wilden doen om de arbeidersklasse te" helpen is altijd onmogelijk gemaakt. Als wij een vreedzame demonstratie hielden kwam er een wet om dat illegaal te maken. Zo ging het met alles. Het resultaat is nu geweld. Maar het is het geweld dat tegen ons wordt gebruikt. Vijftienduizend Britse soldaten zijn hier, getraind om ons te doden. Hoe kan Enge land dan praten over een vreedza me oplossing. Laten ze eerst dit moordenaars-leger weghalen dan zal er ook geen geweld meer zijn. En laat men de grote werkloos heid hier bestrijden. Ook als dat niet wordt opgelost komt hier nooit vrede". Bernadette Devlin stak het scher pe tongetje nu in de historie van het socialisme, haar boek vol theoretische en niet oninteressante wijsheden, waaruit slechts af en toe een lettertje praktijk van alle dag viel: „Zou ik niet van het werk in Westminster houden? Zo is dat niet. Ik zie het niet als mijn werk. Voor mij is het mijn leven. Ik moet leven en het sy steem veranderen. Het socialisme moet komen. Dat is mijn levens werk". De gaskachel wierp nu een rood schijnsel door de kamer. In het perkje buiten stond een eenzame ligusterstruik, vroom geknipt in de vorm van een kruis. Bernadette zou later in woede uitbarsten na dat ze een monoloog over de „cor rupte regering", beëindigd had en wij verzochten commentaar te le veren op de zelfbewuste en eigen gereide rooms-katholieke kerk van Ierland. „De katholieke kerk", viel ze toen uit, „staat de gelijkheid en de vrijheid in de weg. De kerk is de grootste verrader die dit land ooit heeft gehad". Daarna volgde een andere, onverhoedse aanval op dwingende regels die het kerkelijk instituut in Ierland zo gaarne dic teert. .„Als dit land ooit nog eens één zal worden is het niet, zoals ie dereen denkt, een kwestie van wat sympathie. Waar het om gaat is dat het niet leen in toespraken en pamfletten het rebelse voorbeeld gegeven: op 23 augustus kreeg zij een dochter. Niemand En nog steeds weet behalve Ber nadette niemand in Ierland wie de vader is, hijzelf naar zich den ken laat eveneens uitgezonderd. De baby bleef die vooravond' ech ter onder de dekentjes in het lijke en verlegen kind van ons ge zin. We woonden toen al in dit huis, vijf meisjes en een broertje. Het was een heerlijke tijd, vader was timmerman, de zoon van de straatveger van Cookstown. Hij nam me altijd mee naar buiten, we wandelden naar de heuvels en hij vertelde dan de verhalen over de geschiedenis van ons land en de ene Ierse republiek waar hij universiteit gegaan en ik zit nu veel in Londen. Maar in dit huisje ben ik het liefst. Mijn zusters en mijn broer zijn hier ook bijna al tijd, mijn kind is er nu. Ik zal met haar praten zoals vader met mij praatte, toen we samen wan delden. Ik zal er alleen wel tijd voor moeten vrijmaken. Vroeger was het liefste wat ik hier in myn vrije tüd: deed zwemmen. een andersden kende. Recht Bernadette Devlin zat recht over eind in de hoge fauteuil, rookte de sigaretten nog maar half op en keek ons met strenge, boze ogen aan. „U was hier welkom. Maar dat geldt niet meer voor Engelse Journalisten. Die liegen alles. Ze gemeenschap waarin zij woont, mag en kan dat niet tolereren. Want die meisjes geven zonder dat zij het zelf willen informatie aan de soldaten met het resultaat dat mensen van ons volk werden neergeschoten. Dat is misdaad" Wij vroegen wat er in het hart van de parlementsvertegenwoor- digster van het grootste kiesdi strict van Noord-Ierland omging toen zij het verhaal over mevrouw Groves vernam. Uit het witte poppegezichtje leken nu wel vlammen te slaan. „Het eerste wat ik dacht was: ontzet tend, ze kan geen nieuwe ogen krijgen. Maar dat duurde maar even. Toen dacht ik: die moorde naar van een Engelse soldaat zal gelukkig nooit meer tot gerechtig heid kunnen worden gebracht. Dat vind ik nog. Maar wat ik toen ook al gauw voelde als een soort kracht die in je opsteeg: Berna dette nu weet Je weer waarvoor Je vecht. Niet voor Martha Doherty, maar voor iemand als mevrouw Groves die nooit meer zal zien, alleen maar omdat ze een keuken raam opendeed. Iedereen zag en voelde het zo. Het is dan toch een goede ervaring: Je beseft dat Je harder wordt". Volgende Bernadette Devlins agenda ver meldde het volgende onderhoudt We werden verzocht terug te ke ren naar de treurige krijgstafere len van Belfast, maar wc konden bij het verlaten van het zo huise lijke hoofdkwartier van Cookstown nog opmerken ook aan dit bezoek niet de indruk te hebben overge houden in een land te vertoeven waarin de lust tot begrip, verge vingsgezindheid of geluk opvallend groot is. „We zijn niet ongelukkig", zei Bernadette Devlin zacht er ernstig vanachter een rookwolk", „alleen, we zijn het wel met Kerstmis. Er is geen enkele reden om met Kerstmis gelukkig te kunnen zijn. Ook ik kan niet bij mijn kind blijven: ik ga demonstreren, dat moet". In de dorpsstraat van Cookstown waren de priester en de schaap herders verdwenen. Heel ln de ver te was een stukje van de hori zon dieprood geklemd. De vraag was wel of dat nog steeds door de avondzon kwam. iBernadette Devlin zat in Cook- hebben de zaak-Martha Doherty opgeblazen tot de grootste mis daad die ooit tegen een menselijke wezen is bedreven. Ik ben toen zó woedend geweest. Want in precies dezelfde week stond er een Engelse soldaat in de straat in Belfast waar mevrouw Groves woonde. Een Amerikaanse tv-ploeg heeft het gelukkig kun nen filmen. Mevrouw Groves stond voor het raam. De soldaat riep dat ze het raam moest openen. Toen ze dat deed schoot hij haar van 20 meter een rubberkogel midden tussen de ogen. Hij schoot haar beide ogen uit. De Britse pers heeft er niets over geschre ven. Maar ik zeg: het haar van Martha Doherty zal weer groeien, maar mevrouw Groves krijgt haar ogen nooit meer terug. En dan zeg ik ook: tegen Martha Doherty is in de huidige sfeer geen misdaad gepleegd. Zij ging met een Engelse soldaat om. De En fk zeg: wat er met Martha Doherty is gebeurd, dat is volko mmen begrijpelijk. Ik zeg ook: in Li de huidige situatie van Noord-Icr- land is het beslist geen misdaad. Iedereeen die dat niet vindt heeft geen begrip ovor de omstandighe den hier. Martha Doherty heeft in één ding wel gelijk gehad: om te 'in, trouwen en ons land te verlaten, en Ze had het individuele recht om dat te doen"! We waren door die appelgroene ni< en vredige streken van het Noordierse platteland gereden. Schaapherders stonden te dro- oi men in de westenwind, uit dorps kerken stroomde helder ge zang en toen laat in de middag de zon langzaam een heuvel afrol- a. de en als een brand wegzonk in het Neagh-meer waren we in Cookstown. Hier woonde de „engel n van Ulster", the Right Honourable Bernadette Devlin, Member of Parliament for Mid-Ulster, het schoolmeisje en de jonge onge huwde moeder die nu al door de S geschiedenis is opgeëist als een van de meest legendarische vrij- I heidstrljdsters van deze tijd. I Cookstown bezat een kaarsrechte I uitgestorven dorpsstraat. Op de stoepen stonden lege melkflessen, die begerig het laatste zonlicht opdronken, en bij de kerk wierp ntv een priester broodkruimels naar meeuwen, die als witte papiersnip pers door de lucht woeien. We sloegen het landweggetje in dat tussen meidoornhagen naar het wijke roodbruine arbeidershuisje i kuierde waar Bernadette Devlin al sedert haar eerste levensjaar woonde. Ver achter de kale mei- Daarboven stond het ronde gezicht bleek en ernstig. Zij bezoekt in Londen liever pubs, om daar met vrienden en whisky in Marx op te gaan, dan de parle- mentsbanken en hun harde luister uurtjes en sympathiseert met de linkervleugel van de IRA, de marxistisch gerichte officials die de Ierse kwestie vooral als de bit tere discriminatie van de totale arbeidersstand, katholiek en pro testant willen zien. Maar ook de wrede straatterreur van de provisionals, de militante IRA-guerrillastrijders, hoorde men niet veroordelen in het kleine huis je aan het einde van het dorp met zijn bewogen bewoonster: „Ik zie niet hoe zij dit politieke t)oor Ary Jassies probleem kunnen oplossen. Ze hebben immers geen politiek. Maar ik kan heel goed de redenen begrijpen waarom ze elke dag hun geweld bedrijven. Ze hoeven geen excuses te maken omdat ze hun wijken beschermen. Dat moet ge beuren. Zij zijn de enigen die het kunnen doen". In Cookstown viel nu de avond in, schapen keerden met zacht geblaat in het dorp terug en Bernadette Devlin moest alweer een asbak leeggooien terwijl ze verder sprak over het geweld: Deze staat is in geweld geboren. Maar geweld is nooit een oplossing, nog nooit in Wasbleek gezicht met poppe ogen. de plicht van de staat is om een idee van welke kerk dan ook over te nemen. Als maar zes mensen in Ierland willen scheiden dan moet dat kunnen. Dat is het recht van je persoonlijke vrijheid. Als maar één procent van de mensen voor behoedsmiddelen wil of arbortus wenst, dan moet dat voor die mensen kunnen. Geen enkele staat mag optreden als hoeder over moraal van de mensen". Naar men kan weten heeft Berna dette ook in dit opzicht niet al oude bovenstuk van een kinderwa gen; de jonge moeder zat er pal naast om de dwingende maat schappijbeschouwingen en de zacht pruttelende sus-geluidjes ten beste te geven en wees elk gesprek in deze richting al bij voorbaat af: „Dat kind is mijn kind, en mijn moraal is mijn moraal". We vroegen of ook haar jongste jeugd door opstandigheid en indi vidualiteit was gekenmerkt. Ber nadette Devlin glimlachte zwak jes: „Ik was het meest gemakke- helemaal een voorstander van was. De Engelsen vonden hem een verdachte figuur. Al die Jaren luisterde en luister ik maar naar hem. Hij was een prachtige man. Moeder en hij waren de enigen in Cookstown die protestantse vrien den thuis ontvingen. We waren arm, maar niemand bemoeide zich met onze familie. Mijn vader stierf toen ik negen was. Onze moeder tien jaar later. Wij kinderen hebben het huis niet willen verlaten. Ik ben naar de Tweeëneen half jaar geleden heb ik voor het laatst gezwommen, ongelooflijk eigenlijk". Bernadette Devlin zat nu even roerloos op haar stoel, een kleine, bleke jonge vrouw die zwarte wal len onder de ogen had en om het half uur een gast ontving in het propvolle kamertje met de verfloze kinderwagen, het ouderwetse meu bilair en de sigaretten wolken. Een vermoeid ogende activiste, die het liefst psychologe was gewor den, maar met Kerstmis maar weer een protestmars naar een in terneringskamp organiseert. Ze is voor niemand in het Verenigde Koninkrijk bang, het minst van al voor de meedogenloze katholieke openbare mening die haar al naar het schavot leidde toen ze in ver wachting was. Maar ze is ook een inwoonster van Noord-Ierland, iemand met wie geen conversatie verloopt zonder de bittere, onver zoenlijke attaque op de andere Tragiek van het wanbegrip: vredes-Santa Claus met zijn twee gewapende kerstengelen.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1971 | | pagina 21