MET MELK ALLEEN RED JE 'T NIET MEER Hernieuwde discussie over de Vasolastine Lezers schrijven Ad. Menken: Wat mijn vader heeft gedaan kan nu niet meer Vergader- uren van docenten opvangen ffOENBPAO 8 PECEMBEB 1971 LEIDEN LEIDEN Een ware successtory. Anders kan men de ontwikkeling van Menken Melk, tegenwoordig Holding Menken Landbouw, moeilijk noemen. Begonnen als een voudig klein melkhandelaar in Oegstgeest bouwde L. Th. Menken Sr. een gigantisch bedrijf op dat momenteel een omzet heeft van meer dan honderd miljoen per jaar, en dat zich nog steeds uitbreidt. Laatste sensationele manoeuvre was de overname van het Coca Cola-bottelbedrijf in Soest, waardoor Menken nu officieel Coca Cola-bottelaar voor heel Midden-Nederland is geworden. Wat is nu de sleutel voor deze ongeloofwaardig grote groei? Zou het in deze tijd nog mogelijk zijn om een der gelijk groot bedrijf van de grond af aan op te bouwen? De heer Ad. Menken, 45 jaar, oudste van de 11 zonen en 4 dochters van de grondlegger van het bedrijf en tegenwoordig algemeen directeur, beschouwt als voornaamste pijlers van de opbouw en groei van Men ken Melk het grote zakelijke inzicht en de durf van zijn vader. "Je moet als ondernemer tijdig de bakens we ten te verzetten. Ontwikkelingen moet je zien aankomen, en zorgen je daarop voorbereid bent", vindt hij. "Mijn vader had dat za- keninstinct gewoon. Hij durfde het ventersapparaat dat hij met 20 jaren zwoegen had opgebouwd zonder meer af te stoten toen hij na de oorlog moest kiezen of hij de kant van de groot-produktie op zou gaan of dat gewoon klein melkhandelaar moest blijven. Als oudste van het ge zin heb ik de hele ontwikkeling van het bedrijf van jongs af aan kunnen meemaken. Toen ik nog maar nau welijks kon lopen werd ik al inge schakeld bij het rondbrengen van bestellingen, het schoonmaken van .'nk flessen e.d. Zodoende weet ik wat er allemaal voor is komen kijken voor dat mijn vader het ventersapparaat van twaalf wijken had opgebouwd, dat hy het in 1939 had toen de mobi lisatie uitbrak. !rJDoor ai Bert vxan Dommelen De melkhandel ging toen als volgt in zijn werk: je kocht melk bij een boer, de je direct moest koken, an ders was zij binnen een uur zuur. Als ej vakbekwaam was zocht je een goede boer uit, zodat Je voor niet te veel geld aan melk van goede kwali teit kwam. Er waren een heleboel melkhandelaren die zo te werk gin gen en alleen de besten sprongen er tussen uit. Als mijn vader bijvoorbeeld zag dat een huis dat een tijd leeg had gestaan was verhuurd of verkocht, sapte hij onmiddellijk naar het be treffende woningbureau toe, om te vragen wie er in dat huis zou komen wonen. Dezelfde middag stond hij dan bij de toekomstige bewoner op de stoep met wat monsters melk, vla e.d. ongeacht of die mensen nu in Winterswijk woonden of in Maas tricht. Heet water Als die mensen in hun nieuwe huis aankwamen zorgde hij dat hij daar stond met bissen heet water om het huis schoon te maken (je had toen nog geen warm water uit de kraan). Zo'n klant raakte je natuurlijk nooit meer kwijt. Tegenwoordig lachen de melkhandelaren zich een ongeluk als je ze dat verhaal vertlet, maar dat kleine beetje extra wat hij deed be tekende toch wèl de opbouw van de zaak. Op deze manier bouwde mijn va der een aantal wijken op: als een wijk groot genoeg was voor een man bezetting, en exploitabel, werd er een man in gezet die de wijk op pro visie ging lopen en begon mijn va der aan een nieuwe wijk. In november 1940 kreeg je de stan daardisatie, wat inhield dat het vet gehalte van melk gelijk werd ge trokken. Nu hadden de kleine melk handelaren geen apparatuur om te standaardiseren. Wij hadden die ap paratuur echter, dankzij de vooruit ziende blik van vader, wél. Zo kwam het dat wij in de oorlog werden aan gewezen als enige standaardisatiebe- drijf in Oegstgeest. Hierdoor moes ten ook al onze concurrenten him melk van ons betrekken. Uiteraard bestond er een wederzijds wantrou wen. Men geloofde niet dat het suc- cens van mijn vader te danken was aan eerlijk zaken doen, men dacht dat er ergens een "rottigheidje" ach ter moest zitten. Mijn vader wist echter de takt op te brengen om dat op een plezierige manier te laten verlopen. Toen de oorlog afgelopen was moesten wij ons beraden wat we nu zouden gaan doen, onze wijken aanhouden of aan de detailhandel gaan leveren. Want zolang wij eigen wijken hadden was er natuurlijk geen sprake van dat de concurre rende melkhandelaren nog langer melk van ons zouden betrekken. Mijn vader koos toen voor levering aan de detailhandel en gaf zijn eigen wij ken op, zodat de andere melkhande laren daar weer konden gaan lopen. Deze geste, het weggeven van iets waar je 20 Jaar aan hebt gewerkt, sloeg bij de melkhandelaren zó in, dat zij bijna allemaal hun melk van ons bleven betrekken. Weer een dui delijk voorbeeld van het zakelijk in zicht en de durf van mijn vader, waardoor het bedrijf zo groot kon worden. Pijlsnel Sindsdien zijn wij in de melksector pijlsnel gegroeid. Op 1 januari 1948 namen we het bedrijf van v. d. Kloot in Leiden over, dat op zijn beurt "Dijk en Rhijn" aan de Hoge Rijndijk en "Kingma" uit de Peli kaanstraat al had overgenomen. In november van dat zelfde jaar namen we Vomi in Voorschoten over. het volgende jaar van Paridon in Wasse naar (Deze laatste overname bete kende een verdubbeling van onze omzet). Inmiddels begon het bedrijf uit zijn Oegstgeestse jasje te groeien, wij konden daar geen kant meer uit. Wassenaar daarentegen had wel mo gelijkheden voor uitbreiding, maar moest gereorganiseerd worden. Dat is gebeurd, waarna de hele produktie naar Wassenaar is overgebracht. Oegstgeest werd toen distributiecen trum e-n dat is het nog. Er volgde nog een hele reeks uit breidingen. In 1953 namen we het Roomhuis in Den Haag over, in '54 de helft van het aandelenpakket van "De Landbouw" in Leiden, in '56 de goodwill van de Residentie melkhandel in Den Haag, in '63 "De Den Haag. in '7 fusio- met het familiebedrijf a Noordwijkerhout en in we het volledige aande- n "De Landbouw" Lei den over, waardoor we nu 100 mil joen liter consumptiemelk per Jaar verzorgen. Frisdranken Het was echter te voorzien dat er in de melkproduktie alléén geen ver dere uitbreidingsmogelijkheden meer zitten. De kaarten zijn geschud in de ze branche. Omdat wij dat zagen aankomen zijn we in 1960 begonnen met het maken van frisdranken. Je zag steeds meer dat de melkhan delaren ook limonade gingen verko Sierkan" ir neerden we Heemskerk "71 namen lenpakket 1 pen. In 1963 kwamen wij met de Jaffadrink op de markt, waardoor wij belangrijke epxort kregen naar België, Frankrijk, Duitsland en Zwe den. Dit was voor ons een eerste stap In de richting van de opbouw van een groot voedingsmiddelenconcern. Zoalsik al zei, met melk alleen red Je het gewoon niet meer. We zijn op het ingeslagen pad ver der gegaan. Door ons werk met de Jaffa-drink kwamen we in contact met de Coca Cola Company, waar men op dat moment wat moeilijkhe den had met de produktie van jus d' I orange. Wij hadden de apparatuur en de bacteriologische kennis hier voor, waardoor wij de produktie in België en Nederland konden verwer ven. Hierdoor kwamen we weer in contact met het Coca Cola-bottelbe- bedrijf "Het Gooi" in Soest, dat we, zoals gezegd, onlangs ook hebben overgenomen. Verder hebben wij vorig jaar het Liko-frisdrankenbedrijf in Bodegra ven geopend, dat voor de volle 100% een dochter van Menken is. Dit be drijf gaat nu al voor 4 miljoen uitge breid worden. In deze hele opzet past ook de sa menwerking met Kip's leverworst NV, waarvoor wij nu de verkoop verzorgen. Van te voren aan zien komen waar het naar toe gaat en zorgen dat je tijdig de bakens verzet, dat is het geheim van de grote groei van onze onderneming. Je moet je mogelijk heden zoveel mogelijk verbreden". De oprichter van het bedrijf, L. Th. Menken, is nu 73 jaar. Hij is nog kerngezond, en doet nog veel repre sentatief werk. Dat is ook wel nodig, Het ivinkeltje in de Assen- delftstraat in Oegstgeest waar Menken senior in 1925 begon aan de opbouw van het gigantische bedrijf Holding Menken Land bouw, dat tegenwoordig oa. door vier van zijn zoons wordt geleid. als men bedenkt dat het bedrijf 500 man personeel in dienst heeft, dat het levert aan 1200 detailhandelaren en dat er 600 boeren melk leveren. Bijna elke dag is er wel 'n jubilaris of iets dergelijks. Vader Menken komt trouwens nog iedere dag kijken hoe het in het bedrijf reilt en zeilt en is graag op de hoogte van nieuwe ont wikkelingen "Je leert nog elke dag van hem", zegt de heer Ad. Menken. Niet meer De vraag dringt zich op of het te genwoordig nog haalbaar zou zijn om een dergelijke positie in het za kenleven van de grond af op te bou- De heer Menken gelooft daar niet zo erg meer in: "Het opbouwen van een bedrijf vraagt ontzettend grote investeringen en bovendien is het or ganisatorisch gezien niet meer zo eenvoudig als vroeger. Je moet al een bepaald marktaandeel hebben om te kunnen beginnen. Misschien dat de Unilever dat kan, maar een klein of middelgroot bedrijf haalt het volgens mij niet meer. Je moet nu een gezonde basis hebben voor Je be drijf, en hard en goed blijven wer ken, zorgen voor kwaliteit. Dat lijkt mij de enige manier om door te kun nen blijven groeien. Nu nog begin- ADVERTEN TIE GOUDEN Blijft Uw adres Juwelier v. d. Water Haarlemmerstraat 181 Grote keuze en vak-service. Raadsleden: LEIDEN Uit schriftelijke vra gen aan het college van burgemees ter en wethouders blijkt, dat de PSP-raadsleden Walle en Gerkema zich zorgen maken over het feit, dat de mammoetwet met zich mee brengt. dat docenten extra verga deren en meer examens worden ge houden, waardoor lessen uitvallen. Ze wijzen erop. dat op de expe rimenterende Louise de Coligny scholengemeenschap de extra verga deringen voor een deel worden op gevangen buiten schooltijd en voor een deel hierbinnen om grote taak verzwaring van de docenten te voor komen. De leerlingen krijgen 45 in plaats van 50 minuten les. terwijl de overige 5 minuten worden inge haald met expressievakken en proef werken. De docenten gebruiken de 5 minuten om te vergaderen. De raadsleden vragen of het col lege hun mening deelt, dat extra vergaderen in schooltijd, op welke manier het ook gebeurt, niet bevor derlijk is voor het onderwijspeil. mede gelet op de resultaten van de laatste havo-examens, op de steeds groter wordende klassen, op het feit dat de leerlingen dezelfde kennis in tien minuten minder tijd moeten opnemen en op de taakverzwaring van de docenten in de expressie vakken. Ze vragen of B. en W. willen be vorderen, dat de leerlingen voldoen de tijd per vak krijgen, niet door de taakverzwaring op de docenten af te wentelen, maar door hen enige vergaderuren per week te vergoeden. Dit zal onder meer tot gevolg heb ben, dat er meer docenten benoemd moeten worden. De Nederlandse zangeres Bonny St. Claire heeft op het in Tokio ge houden World Pop Song Festival een prijs gekregen voor de presentatie van haar liedjes. Bovendien werd haar liedje 'Planet of love', geschre ven door de Canadees Sanford Alexander, bekroond met een eerste prijs. Aan het festival hebben voca listen uit 38 landen meegedaan. Nogmaals terugkomende op het ge neesmiddel Vasolastine van de bio- ekl chemicus Van Leeuwen, kan ik u 1111 mededelen dat het mij niet loslaat, juist omdat ik zelf 't slachtoffer ben i hartziekte. De redactie moet het me maar niet kwalijk nemen dat ik misschien wat scherp naar vo ren kom. Voor mij wordt het een probleem, en daar kan de schrijver van de artikelen over Vasolastine veel aan doen. Er is nu geen discussie over Vaso lastine ja of nee ontstaan, maar discussie of de verhalen wel op waarheid berusten. Zie de uitspraken 'i, van professor Snellen, zie ook mijn eerdere ingezonden sttuk, waarin ik de redactie verzocht te vermelden (te bewijzen) of zij zelf wel zo over tuigd is van de waarheid der ge- I plaatste stukken. Ik bedoel hiermee, dat duizenden latiënten genezen zouden zijn en dat ir reeds vele doktoren en specialis ten zijn die de preparaten van de ij Jio-chemicus Van Leeuwen aan hun doorschrijven. Met als resultaat 60 tot De redactie heeft deze vraag niet beantwoord. Wel ontweek zij mijn draag en schreef: "Het LD. matigt kich geen oordeel aan voor de pre- raten van de heer G. H. van Leeu- Maar dat was mijn vraag niet. vroeg om bewijzen. Heeft de schrij- reden genoeg om aan te nemen t zijn artikelen waarheid bevatten? 3 hij dat kan aantonen, dan pas is reden tot discussie, waar het de actie om te doen was, zoals zij hreef. Ook professor Snellen heeft mij iet kunnen overtuigen. Bijvoorbeeld de geachte professor beweert: 'Als Van Leeuwen werkelijk iets oeds had uitgevonden, zou dat zich h allang naar voren zijn geko- en,?" Welnu, als ik de stukken die gepubliceerd zijn goed doorlees, dan is het gebleken, dat de middelen helpen. Of was dit alles alleen m>ar Van Leeuwens verhaal en dat van zijn medewerkers, die er goed aan verdienen? De vraag blijft dus alleen: is alles fantasie of leugens wat gepubliceerd is. Of berust het op waarheid? Met leugens bedoel ik niet de schrijver te treffen. Die kan te goe der trouw zijn geweest, en het hele verhaal geloofwaardig vinden. Pro fessor Snellen noemde de serie arti kelen reclame voor de preparaten van Van Leeuwen en wilde verder niet meedoen aan een ja- of nee- spelletje. Ook zegt prof. Snellen, dat het hem niets zegt als een dokter verklaart dat zijn patiënt het zo goed maakt na gebruik van Van Leeuwens middelen. Dat zegt mij ook niets als leek op medisch gebied: Wat mij wel iets zegt (als patiënt) is, dat in de stukken hierover geschreven staat dat specialisten en doktoren met zeer veel succes de middelen van Van Leeuwen toepassen. Wat my ook iets zegt is, dat in 1966 de preparaten van Van Leeu wen door het ooilege ter beoordeling van verpakte geneesmiddelen zün onderzocht en als een nepwatertje werden heoordeeld, ondanks dat 50% van de patiënten die behandeld wer den met dat nepwatertje genazen. De heer Van Leeuwen verklaart openiyk dat het onderzoek ondes kundig gebeurd is. Dat er geknoeid is en de ampullen op grote schaal zyn verwisseld. Dat is een beschuldiging die er niet om liegt en niet zo maar wordt uitgesproken als het niet waar is. Dat datzelfde onderzoek in Enge land, Duitsland, Oostenrijk, Polen en Zwitserland wel positief beoor deeld werd: Nogmaals is dat waar, schryver van de Vasolastine-artike- len, heeft u dat voldoende gecontro leerd alvorens u dit schreef? Ook een antwoord van de internist W. G. J. Iemhoff zegt my weinig. Als hem voorgelegd wordt: feit bluft dat er Nederland duizenden hj- ders aan hart- en vaatziekten zijn, die na jarenlang by een specialist te zyn geweest, zonder resultaat, plotse ling genazen of verbeterden nadat ze Vasolastine ingespoten kregen, en hy geeft als antwoord: "dat zegt my niets, iemand kan door allerlei an dere oorzaken genezen, of het idee hebben dat dat zo is". Maar die middelen werden toch niet door een timmerman, metselaar of schoorsteenveger ingespoten? En u leest het goed duizenden werden ge nezen. Ook professor Snellen zegt dat niets. Mij wel, maar alleen dan als u, schryver van de Vasolastine-artike- len openiyk en duideiyk in de cou rant durft te vermelden dat hetgeen u schreef op gecontroleerde waar heid berust. En vermoedelyk denkt professor Snellen er net zo over. Want ik moet hem wel gelyk geven op het voor name punt, waarin hy zegt dat er geen nuchtere en zakeiyke contro leerbare bewyzen zyn overlegd (aan u redactie het woord hierover). U bent nog steeds verantwoordelyk voor de door u geplaatste artikelen over Vasolastine. En wilt u discussie? Die kunt u krygen. Maar er zullen er weinig zyn die gaan discussiëren als het geheel maar een verhaaltje is van de heer Van Leeuwen en zyn medewer kers die beweren dat er meer dan 80 miljoen ampullen zyn uitgevoerd naar- het buitenland, waar men zyn artikelen wel positief beoordeelt. Voor Nederland jaarlyks een kwart miljoen nepwatertjes en nog geen veroordeling voor kwakzalvery? Of is de bio-chemious zo'n handige kwakzalver dat hy dokter Brouwer heeft aangetrokken (wel academisch gevormd) om gedekt te zyn voor de wet? Ben Je dan misschien onaan tastbaar als je academisch gevormd bent? Of bestaat er nog een z.g. tuchtrecht voor doktoren. Als het een nepwatertje is, waarom wordt hy dan niet vervolgd? Als er zo vele duizenden zyn die genept wor den met dat nepwatertje? Zie ook de Brabantse kruidendokter die knoeide en veroordeeld werd. Ik zou tot slot kunnen eindigen met de zin: als het maar waar is. Maar dat bewys is nog steeds niet geleverd. Schryft u nu eens openiyk wat u op waarheid gecontroleerd heeft. En denkt u er dan goed aan, dat u daarvoor verantwoordelijk bent te genover duizenden patiënten met hart en vaatziekte. Tot slot moet professor Sneller het my maar niet kwaiyk nemen dat ik het niet in alles met hem eens ben. De geachte profossor moet zich kunnen verplaatsen in de gedachtengang van een onontwikkelde leek. Maar een leek die zelf met die ziekte rondloopt en wel alles zou willen doen om er vanaf te komen. Stieltjesstraat 57, Lelden. B. J. Diemei. Naschrift: centraal in de Vasolas- tine-affaire is niet het antwoord op dev raag wie wetenschappehjk geiyk heeft en wie niet, maar het antwoord op de vraag: wat heeft degene eraan, voor wie alles in eerste instantie moet zyn begonnen, namelyk de patiënt. En hoegroot is zyn risico? Wie enige tyd bezig is geweest zich een beeld te vormen van de Vasolas- tine-affaire, komt tot de opmerkeiyk6 conolusie dat patiënten voor medici- op-niveau helemaal niet zo belang- ryk zyn als een leek gewend is vaak te denken. Voor hoogleraren in de medicynen byvoorbeeld is doorgaans de wetenschap en de beofening daar van oneindig veel belangryker, dan het directe welzyn van de patiënt. Deze redenering volgend is het noodzakelijk zich een eigen oordeel te vormen, naar aanleiding van het fei tenmateriaal en niet af te wachten tot het ogenblik waarop een vooraan staand medicus meent te moeten meedelen dat Van Leeuwens prepa raat inderdaad de aangeprezen wer king bezit. Want op dat moment zal er een ander vooraanstaand medicus opstaan en zeggen dat het preparaat op voor ons niet-medici moeilyk te controleren of te begrypen argu menten niet voldoet. In de zaak Van Leeuwen staan een aantal geneeskundigen lynrecht te genover elkaar. De anti-geneeskundi gen, die zelf nog geen preparaat heb ben ontwikkeld tegen hart- en vaat ziekten, althans geen afdoende mid del, kunnen het dacht rk maar moeilyk verkroppen dat een niet-me dicus wel met een dergelyk preparaat op de markt komt. De heer Diemei vraag met bewyzen te komen omtrent de goede werking van Van Leeuwens preparaten. Me dische en wetenschappelyke bewyzen zyn niet te produceren, tenminste in zoverre dat men eventuele feiten als medisch-wetenschappelyk mag aan merken. Immers, de groep die de be- wysvoering inzake Van Leeuwens preparaten tot wetenschappelyke be- wysvoering kan promoveren is tégen het gebruik van die preparaten. Overbiyft: al die feiten en menin gen waarvan de leek gaat zeggen: ja, maar als zoveel mensen door dit pre paraat óf genezen óf verbeteren, zou het dan toch niet.enzovoorts. En juist die meningen en medische verklaringen van artsen zyn legio, zovel in Nederland als in het buiten land. In de reportage-reeks zyn ze veelvuldig en met name genoemd. Voeg daarby de wetenschap dat Van Leeuwens preparaten niet schadeiyk zyn en men kan ze gebruiken. Al was het alleen onder het motto: "Baat het niet, dan schaadt het niet". Het heeft, dacht ik, geen zin op nieuw met bewysmateriaal op leke-niveau aan te komen dragen. Elk geval van een patiënt die na het gebruik van Vasolastine biykt op te knappen, wordt door de medische stand althans het overgrote deel verwezen naar het ryk der suggestie. Vasstaat in elk geval, dat vele pa tiënten door wat voor oorzaak ook baat vonden by het gebruik van Va solastine. Op grond daarvan zou ik die dat uit hun mond heb mogen op tekenen patiënten die dat willen, zonder valse hoop te verschaffen, ad viseren zich met Vasolastine te laten behandelen. Maar laat elke patiënt niet de illu sie koesteren na een eventuele ver betering nog welkom te zijn by de be handelende specialist, omdat deze de patiënt onmiddeliyk onder de catego rie van de "eigemwyzen" zal, rang schikken, omdat Van Leeuwens pre paraten niet kunnen^ werken. En in dit verband £s de stelling van Molière: „het is beter om volgens de regel ziek te zyn of dood te gaan, dan tegen de regel in gezond te worden en het te biyven", nog steeds van toepassing. Ton Schuurmans Valse hoop Met meer dan gewone belangstel ling heb ik uw artikelen gelezen over het bio-medisch centrum van Van Leeuwen in Haarzuilen. Zelf ernstig ziek zynde, dacht ik nog eens een poging te moeten wagen in die rich ting, van het standpunt uitgaande: ik kan er nooit slechter op worden. Dat ben ik ook niet. Maar ik heb my wel geërgerd hoe lichtvaardig men deze artikelen opneemt. Men moet tooh begrypen, dat de zieke geld uit de zak wordt geklopt dat de patiënt hard nodig heeft voor andere zaken. Ondanks de medische gegevens die myn arts naar Haarzuilen opstuurde over my, moest ik er zelf ook heen. "Consult-kosten f 30" staat er met grote letters in dat bio-medisch cen trum, als je nog maar twee stappen binnen bent. Je wordt in een luxe kamer ontvan gen door een 77-jarige arts die een gezellig babbeltje met Je houdt en die je een stencil in de hand drukt plus een recept voor ampullen, die de arts die ze inspuit moet proberen te kry gen en waarvoor die arts zelf het ri sico moet dragen. Dat doen ze na melyk in Haarzuilen zelf niet. Ik vind het zakelyk gezien handige Jongens. In een briefje aan de dokter zeggen zy er ook niet veel heil in te eien, wat ik erg knap vind zonder enig onderzoek te hebben gedaan. Ik voel my goed beetgenomen en 't is ook dom. maar ik koesterde toch een sprankje hoop. Nu zullen er wel weer mensen zyn die er baat by heb ben gevonden, maar die Rjden vaak aan lichamelijke klachten me<t een neurotische achtergrond en dan is suggestie heel belangryk. Maar als je ernstig ziek bent. waag Je er dan niet aan, want de medicy nen van specialist of arts mag je on danks die inspuitingen blyven ge bruiken. Alleen niet roken, geen al cohol of koffie. Maar dat is voor een gezond mens ook niet goed. Dus dat klopt altyd. mens die gezond is en voor ws moet zorgen, beseft niet dat hy met zyn artikel onnodig hoop wekt en handige zakenlieden nog ry- ker maakt. Leiden, naam by redactie bekend,

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1971 | | pagina 3