*ii klompen
louden
,ZoIang er
:oeien
ijn, zal
Nederland
ndanks terugganghouten
ELK JAAR
2 MILJOEN
KLOMPEN
Heinrich Harrer
over ondergang
van de Etrusken
schoeisel blijft in trek
ïr gaat nog heel wat
denkwerk in zitten
[SDAG 8 DECEMBER 1971
Blue Movie:
1 miljoen
bezoekers
AMSTERDAM/LEIDEN De film
■Blue Movie' van Wim Verstappen
(regie) en Pim de la Parra <pro-
duktie) zal deze week één miljoen
bezoekers hebben getrokken. In de
23 theaters waar de film draait
overtreft het bezoek alle daar tot
nu toe geboekte resultaten. 'Blue
Movie' is o.m. te zien in het Leidse
Trianon-theater.
on Jan van 24, die aan de universiteit van Utrecht
nden is, loopt alledag op klompen. En waarom ook
'Vader Jan (van Vilsteren, 50 jaar, „een forse man
Jik grijs haar) zegt: „Een klomp is een gezonde én
ge dracht. En het is allang niet meer zo dat je bij het
an een klomp gelijk aan armoe of een drekkig boe-
f denkt".
a: wat heet klomp? De hou-
roper, waarmee zoon Jan te
rondstapt doet bijvoorbeeld
nauwelijks aan het
s-model van weleer denken,
loeisel heeft slechts de klas-
outen voetzool overerfd: het
is verdwenen en de boven-
i de voet wordt bedekt door
leer. Men noemt deze
de „Zweedse muil".
2500 paren
klompenmakersbedrijf Gebr.
Isteren, gelegen even buiten
puwde kom van Zwolle gaan
2K 2500 paren van deze mui-
I deur uit. Men kan aan de
3 'rauwelijks voldoen- twee jaar
echter was er in Nederland
~~|jks een winkelier te vinden,
.jan durfde.
gebroeders Van Vilsteren
I i de grootste klompenmakerij
jderland (en dus ook van de
Uit 260.000 kilo populieren-
agt, steekt, boort en schaaft
dit bedrijf 13.000 klompen
;k. Een imposant getal, maar
et meer wat 't geweest is. De
Letimakerij loopt terug. „Er
eds minder klompenmakers",
ui van Vilsteren, „maar er
steeds m eer klompendra-
lat
M>|*
dat? „Wel", legt Van Vil-
lit, „als ik zeg: klompendra-
loel ik eigenlijk mensen, die
uten schoeisel lopen. Dat
hand over hand toe. Van-
it wij zélf met de produktie
van die Zweedse muilen begonnen
zijn. Tot voor twee jaar importeer
den we ze alleen maar, maar nu
hebben we de machines en- de mo
dellen zelf in de fabriek, 'n Kostba
re investering, maar we vullen het
gat in de ouderwetse klompenpro-
duktie od.
Nieuwe tijden of niet, in het Zwolse
bedrijf is het toch de eerlijke en
robuuste klómp, die de scène be
paalt. De vier gebroeders Van Vil
steren begon er in het midden van
Door
Aad Wagenaar
de jaren dertig mee. Het was crisis
tijd en op de boerderij van vader
was voor de vier broers geen droog
brood te verdienen. Ze kochten
daarom klompen op bij boeren en
ventten ze uit door het land. Tot
dat broer Anton (53 nu) zei: „Zo'n
klomp kan ik eigenlijk even goed
zélf wel even maken. „De vier Van
Vilsterens leenden negentig gulden,
kochten wat hout en materiaal:
Anton en Kees (de oudste, thans 57
jaar) gingen aan het werk en Jan
en Wim (de jongste, 46) namen de
verkoop op zich.
Nu, in 1971, is broer Jan de enige
in het bedrijf die een net grijs kos
tuum draagt. De andere drie staan
in stofjassen in een kleine werk
plaats aan de machines. Van hen is
broer Anton het technische genie.
Jan: „Wat zijn ogen zien, maken
zijn handen. Zoals die man een
perfectionist is... daar ben ik na al
die jaren nog steeds van onderste
boven. Als er weer een nieuw model
gemaakt moet worden, hebben hij en
Kees zelfs tijdens de koffiepauze
een stuk hout opeens op de brand
stapel gesmeten.
Want: „Een klomp mag dan een
doodnuchter ding zijn, maar u hebt
geen notie van wat er allemaal aan
denkwerk in gaat zitten!
Gebr. Van Vilsteren laat Jaarlijks
2400 bomen rooien en naar Zwolle
brengen. Het hout moet daar eerst
een poosje uitrusten (voor de
Zweedse muilen twee jaar) en
wordt dan tot blokken verzaagd.
Die blokken gaan op de machine en
hebben binnen een minuut het bui
tenmodel van de klomp. Op een
tweede machine wordt de binnen
kant uitgeboord en klaar is klomp.
Dat wil zeggen ruwweg.
Want er volgt nog het proces van
drogen, schaven en schuren, te be
sluiten met het aanbrengen van de
decoratie.
Bij de foto's:
it Vijf van de meer dan tachtig modellen, die Gebr. Van
Vilsteren vervaardigt (boven)
it De vier gebroeders Van Vilsteren. Van links naar
rechts: Anton, Jan, Wim en Kees (midden)
De gladgeschuurde klomp wordt met de hand gede
coreerd (rechts onder)
it Een van de twee miljoen paar die jaarlijks over de
toonbank gaan (links onder).
Mooie klompen
Want de Nederlander houdt van
móóie klompen. De catalogus van
Gebr. Van Vilsteren geeft 63 ortho
doxe klompen, die allen een ander
kleurtje en decoratie hebben. Jan
van Vilsteren vindt dat in het ge
heel niet prettig: want al dat ge-
penseel met verschillende soorten
verf geeft maar extra-werk.
Toch kan hij er niet onderuit om
op verzoek zijn klomp „ruit geritst
geverfd" af te leveren; Urk wil niet
anders. Klomp nr. 14 is „Staphorst
geverfd": een zwarte zool, op de
wreef twee zwarte blokjes met wat
friemeltjes er onder. Dan heb Je
nog „Lux zwart met paardekop",
„Boltine geel", „Laag Enters ge
verfd", „Grovi rood met transfer"
en „Grovi laag Simson". Nog be
werkelijker zijn de souvenir-draag-
klompen met als decoratie wit
Delfsblauw, Brabants bont, molent
jes, vlietjes en blommetjes.
Daling
Er worden in Nederland in circa
honderd bedrijven per jaar twee
miljoen klompen gemaakt; dat is
sedert 1960 een terugval van zo'n
twintig procent. Die daling leidt iin
Zwolle niet tot pessimisme. Jan van
Vilsteren: „Zolang er in Nederland
koeien zijn, zullen wij klompen
maken. En ook buiten het weiland
zal men steeds, misschien steeds
méér op hout blijven lopen. Op de
klassieke klomp of op haar broer
tjes en zusjes, de klompschoen en
de muilen".
Naast molens en tulpen behoudt
Nederland dus ook zijn klompen
En dat is een veilig gevoel. Simpe-
I sampe-sompe.
Hannes loopt nog steeds
op klompen in ons land.
Maar hij sjokt wat trager
voort dan eertijds. Er is een
teruggang in de Nederland
se klompenproduktie. De
echte handwerksman is ver
dwenen en wat nu nog aan
houten schoeisel op de
markt komt is machinaal
vervaardigd; het produkt is
overigens niet minder dege
lijk.
Vóór de Tweede Wereldoor
log waren er in ons land
nog 1600 kleine en grote
clompenmakerijen; thans
zijn dat er circa honderd.
Zij maken tesamen twee
miljoen klompen per Jaar.
Slechts een fractie daarvan
gaat naar het buitenland.
Ondanks de teruggang is de
klomp dus nog steeds een
begeerd stuk schoeisel. Geen
duurzaam schoeisel echter
wie een beetje doorstapt,
doet acht weken met een
paar. De melkboer is om de
twee weken aan een nieuw
stel toe.
Van de Nederlandse klom
penmakerijen is het bedrijf
van de Gebr. Van Vilsteren
In Zwolle het grootste. Men
maakt er Jaarlijks 700.000
paar klompen.
Terwijl hij schrijft over de onder
gang van de Etruskische bescha
ving, werpt dr. Heinrich Harrer een
ongewoon licht op de opkomst van
het oude Romeinse Rijk. Van
Etruskisch gezichtspunt uit waren
de Romeinen bloedige, cultuurver-
woestende onderdrukkers. Het heeft
inderdaad tot onze tijd geduurd,
voordat de oudheidkunde ten volle
besef kreeg van de omvang en de
betekenis van de zo radicaal verdwe
nen Etruskische beschaving. Harrer
behandelt deze geschiedenis in een
zo ruim verband en zo boeiend, dat
de leek er een veel beter inzicht
door krijgt dan via de wetenschap
pelijke literatuur. zyn boek
Want zij ontstaken het licht", is
in een Nederlandse editie versche
nen bij La Rivière Voorhoeve te
Zwolle (f32,50).
Die titel kan lezers, die een aversie
hebben tegen geromantiseerde ge
schiedenis, afschrikken. Keiler heeft
de neiging, goede wijn een discuta
bele krans te geven. Zijn boek „De
Bijbel heeft toch gelijk" heeft daar
onder geleden. In het begin van
zijn Etruskenboek klimt hij ook
nogal op de zeepkist, maar wat
volgt vergoedt dat rijkelijk. Men
kan uit zijn verhaal onder meer
concluderen, dat de positie van de
Europese vrouw hoogstwaarschijn
lijk veel beter zou zijn geweest als
niet Rome, maar Veji destijds de
strijd had gewonnen.
In hun bloeitijd kenden de Etruski
sche staten steden van ver boven
de honderdduizend inwoners, een
overvloedige bronsbeeldhouwkunst en
hoogontwikkelde drainage- en irri
gatiesystemen. Nadat de Romeinse
wals daar overheen was gegaan,
resteerden desolate moerassen.
Plunderopgravingen hebben de spo
ren verder vervaagd.
Het onderwerp brengt mee, dat
Harrer steeds weer over veldtochten
moet schrijven, tegen de Kelten en.
de Latijnen zowel als tegen de
Etruskers. En hij doet dat op een
manier, die Xenofom en Caesar in
herinnering brengt hetgeen geen
geringe lof is.
DOLF WELLING
Beroepingswerk
NED. HERV. KERK
Beroepen te Peize C. H. W. Waar
denburg, kandidaat te Utrecht. Aan
genomen de benoeming tot bijstand
in het pastoraat te Eek en Wiel. F.
C. G. van Anrooy, bijstand in het
pastoraat te IJzendijke, naar Bloe-
mendaal H. G. Winkel te Oos
terbeek. Bedankt voor Harderwijk H.
A. van Slooten, te Nijkerk, voor Ter-
hei jde aan Zee, J. B. Cats te 's-Gra-
vendeel.
GEREF. KERKEN
Beroepen te Papendrecht, A. van
der Deyl, te Bloemendaal die dit be
roep heeft aangenomen, te Gende-
ren E. S. Wigboldus, kandidaat te
Amsterdam die dit beroep heeft
aangenomen. Aangenomen naar
Avereest-Balkbrug, J. M. G. Sijtsma,
kandidaat te Schoonhoven die be
dankte voor Vijfhuizen.
GEREF. KERKEN (Vrijgem)
Beroepen te Kantens W. Pouwelse
kandidaat te Apeldoorn. Bedankt
voor Beverwijk B. van Riet. te Bol
nes-Slikkerveer.
GEREF. GEMEENTEN
Beroepen te Siouxoenter (USA) J.
van Haaren te Amersfoort.