Wij kunnen nog
ach en om onze
eigen
tradities'
ULTUREEL CENTRUM VAN TWEEDE ORDE
VDANKS STREEKFUNCTIE IS LEIDEN:
Vro Patria 105 jaar
3^ERDAG 6 NOVEMBER 1971
LEIDSCH DAGBLAD
jer het genot van een glas to-
hel ijsklonten gaan we met Peter
auf Altenstadt na waar
s (begrip vandaan komt. Dat be-
dat we allereerst een duik
nti in de historie. De bestuurska-
n.jm Pro Patria in sociëteit Mi-
er een passende omgeving
ta? gravures aan de wand ade
men de luister uit van meer glorieu
ze tijden. Het zijn prenten van rond
de eeuwwisseling, die manhaftige
studenten te paard tonen, het vaan
del hoog geheven. Eén muur is be
hangen met Sabels of „mesjes", zo
als dit wapentuig in deze kringen
wordt genoemd.
In de hoek van de donkerbruine
kamer staat een etalage-pop, ge-
pTTFICIATIE VAN ADVERTENTIE 16 OKTOBER
GEMEENTE LEIDEN
VERKEER
frgemeester en Webhouders van Leiden brengen ter kennis van
®sJanghebbenden, dat zij voornemens zijn de hierna genoemde ver-
ersmaatregelen vast te stellen:
parkeerverbod d.m.v. een gele streep als bedoeld in artikel 126
lorfi het Reglement Verkeersregels en Verkeerstekens, aan de noord-
ende van de Zonneveldstraat, voor zover gelegen tussen de Lange-
ug en het perceel nr. 9 in de Zonneveldstraat.
Leiden, 16 oktober 1971.
kleed in het Pro Patria uniform en
getooid met een warrige Beatle-
pruik. Die fraaie combinatie zou een
Door
Henk de Kat
onderstreping kunnen zijn van een
uitlating van Peter von Schmidt auf
Altenstadt: „Er wordt altijd geroe
pen dat Pro Patria rechts is en zelfs
fascistisch, maar wij zijn alleen men
sen die iets zien in tradities, doch
daar ook nog om kunnen lachen. En
dat laatste mis je wel eens bij al die
bloedserieuze studentenbewegingen,
die het ludieke, om maar eens een
modieus woord te gebruiken, niet
meer schijnen te kennen".
Leidse jagers
Maar terug naar november 1866:
tone werd Pro Patria opgericht. Het
dreigend wapengerommel uit omrin
gende landen had al eerder enkele
Leise studenten bewogen tot de
vorming van een bataljon, dat be
kend stond onder de naam „Leidse
jagers". Dat was rond 1830. De ja
gers zijn zelfs nog te velde getrok
ken tegen de Zuiderburen, het „hel
se Belse beest".
Pro Patria nam, toen de gemoe
deren en de strijd weer wat waren
bedaard, in 1866 het vaandel, de ere
medailles én de tradities van de
Leidse jagers over. Die tradities lui
den toen: „te sneven voor God en
Vaderland bij gebrek aan een dienst
plichtig leger".
Het krijgsbedrijf echter, raakte
steeds meer gespecialiseerd. Voor een
goed bedoelende garde studenten van
„een vereeniging tot vrijwillige oefe
ning in de wapenhandel" was en is
gen plaats meer.
Al in 1914 hoefde Pro Patria niet
meer in actie te komen. Wél hebben
de Leidse studenten zich nog in de
Koninklijke Stallen neergelegd, toen
Troelstra in 1918 dreigende taal
uitsloeg. Maar nu is het zelfs zo, dat
Pro Patria ogenblikkelijk moet wor
den ontbonden als onverhoopt de Ne
derlandse krijgsmacht in staat van
alarm wordt gebracht. Voorschrift
minister van defensie.
Vinnige vragen
Pro Patria anno 1971 is (met de
woorden van Peter von Schmidt auf
Altenstadt)„Een onderafdeling van
het Leidsch Studenten Corps met de
nadruk op gezelligheid en een ont
spannen contact met het leger. We
bezoeken geregeld krijgsmacht-on
derdelen, zonder dat daarbij spra
ke is van indoctrinatie. Er worden
tijdens zo'n bezoek dikwijls heel vin
nige vragen gesteld".
Andere activiteiten van Pro Patria
zijn: het meelopen met de vierdaag
se van Nijmegen (dit jaar met een
handjevol), parachutespringen en de
wekelijkse schietoefeningen in de
duinen, die tevens het contact on
derhouden met de studentenweer
baarheden uit andere universiteits
steden.
Pet von Schmidt auf Altenstadt:
„Het gaat ons niet om het soldaatje
spelen. Wij zijn evenwel niet van die
idealisten die wat zien in eenzijdige
ontwapening. En we vinden dat Je
geargumenteerd moet kunnen zeg
gen waarom Je voor of tegen het le
ger bent.
Vandaar onze bezoeken aan de
krijgsmacht. Je moet bereikbaar
blijven voor informatie. Die gesprek
ken met mensen van het leger zijn
behoorlijk open. Er kan goed wor
den gediscussieerd over de noodzaak
van het leger en of dat vrijwillig
dan wel beroeps moet zijn".
Slobkousen
Wordt het uniform (zwart van
toon met oranje sjerp, sjako met
witte verenpluim, spats (de „slob
kousen") om de hoge schoenen) veel
gedragen?
„Alleen nog maar tijdens ceremo
niële gelegenheden. Het leger perkt
zelf zijn parades in en wij gaan daar
in mee. Wat huwelijken van het Ko
ninklijk Huis betreft, is het voorlo
pig op. Ons enige optreden naar bui
ten is nu nog de erehaag op Prins
jesdag. Aan Prinsjesdag doen we
mee met een peloton van 25 man, als
je ze tenminste kunt strikken. Een
deel van de leden wil wel schieten of
de brorrels bezoeken, maar niet in
het pak lopen. Maar over het alge
meen moet je toch eigenlijk één keer
bij Prinsjesdag zijn geweest. Je staat
2% uur lang vooraan, „where the
action is" en dan zie Je de leden van
het Koninklijk Huis van dichtbij".
„Het leger neemt ons redelijk se
rieus. Zij weten dat wij dat ook zijn,
maar onderling zijn we toch wel
voortdurend erg speels. Als we bij
voorbeeld naar het NAVO-hoofd-
kwartier in Brussel gaan, zingen we
altijd bij de Belgische grens het
oude strijdlied tegen „het helse Bel
se beest". De douaniers kijken dan
natuurlijk met zó'n lang gezicht
Over de burgerij: „Vaak vragen de
burgers: bestaat Pro Patria nog?"
Ze staan verbaasd als ze onze witte
pluimen op de sjako aan zien komen
bij een optocht. De man in de straat
vindt parades leuk. Het is ook een
vrij kleurig geheel. Zoals Wim Kan
zegt: „vijand ga weg, wij staan in
ons goeie goed".
Een deel van onze leden voelt ech
ter zelf niet meer voor een parade.
Vroeger hoorde optochten bij het
tijdsgewricht. De gewone Leidenaar
beschouwt het verdwijnen ervan
toch wel als een gemis. De parades
gaan er ook wat ons betreft
toch wel uit".
Een aantal mensen kijkt raar aan
tegen Pro Patria?
„Ja, Je hoort wel kolderieke din
gen als: Pro Patria had bij het stu
dentenprotest van enige tijd geleden
de universiteit moeten schoon vegen.
Dat is natuurlijk onzin. Wij zijn
studenten die ten eerste'lid zijn van
het Leidsch Studenten Corps, dan
ook nog eens van Pro Patria en mis
schien ook wel van NJord en Sem-
pre Crescendo.
LEIDEN Het is duidelijk, dat, Leiden een cultureel cen
trum van de tweede orde is achter Den Haag en Rotterdam.
Het vervult daarbij een duidelijk regionale functie. Het is niet
waarschijnlijk, dat Leiden op dit punt hiërarchisch onderge
schikt is aan Den Haag, zoals bijvoorbeeld tot op zekere hoogte
bij de winkelvoorzieningen het geval is, waar dezelfde perso
nen voor zeer exclusieve zaken eerder geneigd zijn naar Den
Haag te gaan en verder Leiden als hun koopcentrum beschou
wen. Het lijkt veeleer, dat Leiden en Den Haag een eigen cul
tureel publiek hebben, maar dat het rayon van Den Haag aan
merkelijk groter is en dat van Leiden voor een deel overlapt.
Het onderzoek van de Vereniging Oegstgeest. In alle overige gemeenten
Nederlandse Gemeenten naar de is minstens één bibliotheek, hetgeen
leefbaarheidsfactoren in het gewest j echter voor een gemeente als Kat-
leert, dat er op het gebied van de wijk zeer weinig is. Vooral het aan-
sociaal-culturele voorzieningen duide- tal uitleningen per jaar, gerelateerd
lijke niveauverschillen en hiaten be- aan het bevolkingsaantal dient in
staan. Afgegaan is op de door de pen verdere evaluatie te worden be-
gemeenten verstrekte informaties, die trokken
hoewel mogelijk niet altijd volledig,
Pro Patria (midden: Peter
von Schmidt) legde tijdens deze
jubileumweek in de Pieterskerk
een krant bij de gedenksteen van
Lod. Just. Wilh. Beeckman, de
Leidse student die in 1831 sneu
velde in de tiendaagse veldtocht.
(Foto Holvast)
Lange messen
Bij Pro Patria vind Je geen wilde
fanatici die met lange messen rond
lopen. Er is vanzelfsprekend wel een
zekere binding. Als Pro Patria on
derhouden we een nauwe band met
het Koninklijk Huis. persoonlijk vin
den we dat zij het goed doen, als
symbolisering van de democratie".
Het Jubilerende Pro Patria deze
week is het 105-jarig bestaan gevierd
met o.m. een receptie in de Pieters
kerk en een galabal teltzo'n400
week is het 105-jarig bestaan gevierd
met oan. een receptie in de lieters-
kerk en een galabal telt zo'n 400
leden. Niet allemaal even actief,
geeft praeses Von Schmidt auf Al
tenstadt toe, maar desondanks een
respectabel aantal met een gemeen
schappelijke belangstelling voor „het
grootste bedrijf" van Nederland, het
leger.
de tocht
Op
Het leger staat echter op de tocht,
beseft Peter von Schmidt auf Alten
stadt: „Daarom krijgen wij óók een
veeg uit de pan. Maar anderen mo
gen van ons tégen het leger zijn,
daarom vragen wij ook tolerantie
voor óns vrij onschuldige tijdsver-
drijf".
toch een goed totaalbeeld van de i
aanwezige faciliteiten geven.
Ten aanzien van de vergaderruim
ten is er een ernstig hiaat in Voor
schoten. In de overige gemeenten
(over Leiden is geen informatie be
schikbaar) lijkt het aantal zalen vol
doende. Met name in Wassenaar en
Sassenheim valt het aantal grotere
zaalruimten op.
Ten aanzien van de gemeenschaps
huizen kan worden opgemerkt dat
het ontbreken hiervan (deels) kan
worden opgevangen door de aanwe
zigheid van andere zaalruimten, maar
dat dit 't gemis aan speciale outillage
nooit geheel kan compenseren. Het
omgekeerde zien wij in Voorschoten
dat twee gemeenschapshuizen heeft
die dus het gemis aan andere ruimten
enigszins, maar waarschijnlijk niet
geheel, oompenseren Het vrijwel ont
breken van gemeenschapshuizen in
Leiden, waar deze een belangrijke
factor zouden kunnen zijn bij de
realisering van een maatschappelijk
opbouwprogramma, is te betreuren.
Leiden is goed voorzien van bi
bliotheken, evenals Wassenaar en
Leiden was(!)
derde toneel-
concertkern
in de provincie
De muziekschool in Leiden ver
vult een duidelijke functie voor een
groot gebied rond Leiden. Niettemin
hebben Wassenaar en Leiderdorp
eigen voorzieningen op dat gebied.
Bij het beoordelen van het aantal
jeugdhuizen kan men uitgaan van
de norm dat op elke 10.000-15.000
Inwoners één volledig geoutilleerd
Jeugdhuis aanwezig dient te zijn, be
nevens 1 jeugdhonk per 2500 inwo
ners. Hiervan uitgaande zijn de
voorzieningen in Katwijk volstrekt
onvoldoende. Zeer ruim bemeten
zijn deze voorzieningen in Wasse
naar, Sassenheim en Leiderdorp.
In Leiden dat gezien zijn ligging
en inwonertal tevens een aantal
voorzieningen in het leven roept of
houdt die een functie vervullen voor
de (wijde) omtrek vinden we naast
de tot nu toe genoemde nog een
aantal voorzieningen, o.a. het Crea
tief Centrum, de Stadsgehoorzaal, een
(inmiddels gesloten red.) schouw
burg en een 14-tal musea.
De samenstellers van de nota
spreken hun zorg uit over het feit
dat slechts zeer weinig gemeentelijke
opgaven ten aanzien van medische
en sociaal-culturele voorzieningen
(vooral de laatste) correct of volledig
waren. Bij de desbetreffende afde
lingen is men veelal niet geheel op
de hoogte en soms zelfs geheel on
kundig van de in de gemeente aan
wezige voorzieningen. Het is dan ook
niet onmogelijk dat, ondanks de ge
maakte aanvullingen, de inventari
satie onvolledig is, zodat ten onrechte
een gemeentelijk hiaat in het voor
zieningenniveau werd gesignaleerd.
Vergelijking met de resultaten van
het onderzoek, dat Voster deed naar
de cultureel-geografische indeling
van Nederland, leert dat in de peri
ode van 1953-1963 Leiden de derde
toneel/concert kern was van Zuid-
Holland achter Den Haag en Rotter
dam. Het is echter niet onmogelijk
dat Leiden sindsdien deze plaats
heeft moeten afstaan als gevolg van
de geringe animo van de beroeps
gezelschappen om in de naar hun
mening onvoldoende geoutilleerde
schouwburg te spelen.
Wat betreft de tentoonstellingen
neemt Leiden in Zuid-Holland de 4e
plaats in achter Den Haag. Rotter
dam en Delft. Wassenaar bezet op
deze lijst de 8e plaats.
Beroepingswerk
Ned. Herv. Kerk
Beroepen te Nieuwendijk: B. W.
van de Woord kandidaat te Beesd.
Aangenomen naar Rouveen: C.
Kik kandidaat te Rotterdam.
Benoemd tot secretaris van de pro
vinciale kerkvergadering van Zuid-
Holland G. Samson te Rotterdam die
deze benoeming heeft aangenomen.
Geref. Kerk (vrijgemaakt)
Beroepen te Deventer:. J. Rijne-
veld te IJmuiden; te Blija-Holwerdt
D. Grutter te Huizum; te Vlaardin-
gen: R. K. Wigboldus te Waard
huizen.
Geref. Kerk
(vrijgemaakt buiten verband)
Bedankt voor Deventer: J. StuJJ
te Wieringermeer.
Geref. Gemeenten
Beroepen te Hilversum: E. Vene-
ma te Zwijndrecht; te Kapelle a/d
IJssel: P. Bloek te Dlrksland.
Bedankt voor Rhenen: A. Hooger-
land te Werkendam.
Evang. Luth. Kerk
Doopsgezinde Broederschap
Benoeming tot bijstand in het
pastoraat te Baarn-Soest: A. L.
Broer, emeritus-predikant te Hilver
sum.
In Nieuwveen
LEIDENAAR
VERDRONKEN
NIEUWVEEN (ANP) De 58-
jarige opticiën H. M. van Wely uit
Leiden is gisteravond in Nieuwveen
met zijn auto in een sloot geraakt en
verdronken. Bij hem in de auto zat
zyn assistente. Zij slaagde erin uit
de auto te komen.
Naar de rijkspolitie vermoedt,
heeft de heer Van Wely te laat een
wegomlegging gezien. De auto raakte
van de weg, sloeg enkele keren over
de kop en belandde tenslotte omge
keerd in de sloot.
>r
ËIDEN Dit verhaal over Pro Patria is om twee redenen geschreven. Voor de eerste
[jen we terug naar het jaar 1866. Toen namelijk werd deze onder-afdeling van het
^tech Studenten Corps gevormd, als voortzetting van een studentenkrijgsmacht die
«n ,,het helse Belse beest" had gestreden (maar daarover straks meer).
£0 Patria bestaat dus 105 jaar. Het lustrum is deze week gevierd: reden nummer
De tweede reden voor dit artikel vindt zijn oorsprong in een al eerder geuite klaag-
al^opmerking van Peter von Schmidt auf Altenstadt, de schitterend besnorde praeses
WPro Patria, over het vele onbegrip waar zijn vereniging telkenmale op stuit. Daar-
hjgetuigt bijvoorbeeld dit stukje in een landelijk ochtendblad, daags na Prinsjesdag:
>t «Z militairen vielen flauw, maar natuurlijk niet de wakkere borsten van Pro Patria, de studen-
\erbaarheid uit Leiden, waarvan de zwarte uniformen en de gedateerde schietijzers enigszins aan
'sjeh-oorlog deden denken.
el-1
Oilandmacht-generaal die hen op het Binnenhof inspecteerde was dan ook zichtbaar tevreden,
yver de krijgshaftige ivijze waarop „in den arm geweer(spreek uit: werd geroepen.
V maar oefenen voor volgend jaar".