PAARDRIJDEN
Ontspanning voor steeds
grotere groep
Wat kost het?
VRIJDAG 29 OKTOBER 1971
LEIDSCH DAGBLAD
PAGINA 25
Is het paardrijden nu werkelijk voor iedereen
betaalbaar? Juffrouw Noor Tak, secretaresse-pen-
ningmeesteresse van de Federatie van Ned. rij
scholen, trekt de beurs, waarbij zeker tot en met
de lessen, elke luxe wordt vermeden.
Ruiteruitrusting
Rijbroek (confectie) 50 tot 60 gulden.
Voor kinderen is een lange rijbroek met banden
om de voeten voldoende.
Rijlaarzen (rubber) 40 tdt 100 gulden.
Rijjasje (confectie) 120 tot 125 gulden.
Voor kinderen goedkoper.
Pet of hoed (met valhelm) 60 gulden.
Handschoenen (gehaakt) 12 gulden.
Rijzweep (rotan stokje) 6 tot 7 gulden.
Lessen:
Kinderen (op abonnement en per uur 6.50 tot
7 gulden. Volwassenen (op abonnement en per
uur) 12,50 tot 15 gulden.
Privélessen (kinderen en volwassenen) 20 tot 25
gulden.
Na omstreeks 20 lessen mag men onder geleide
met het paard naar buiten. Dat betekent nog niet,
dat men de rijkunst volledig beheerst.
Aanschaf en onderhoud eigen paard:
Eenvoudig, gezond rijpaard 2000 tot 2500 gulden.
Iets edeler paard (nog geen springpaard) 6000 tot
8000 gulden. Paard in pensioen (stal, eten, drinken
poetsen per maand) 250 tot 400 gulden.
Hoefsmid (per drie maanden) 26 tot 30 gulden.
Uitrusting paard: Compleet tweedehands zadel
250 tot 300 gulden. Compleet nieuw zadel 1000 tot
1200 gulden.
Tweedehands hoofdstel met bit 60 tot 70 gulden.
Nieuw hoofdstel met bit 150 tot 175 gulden.
Nieuwe staldeken 65 gulden.
Het paard is nog altijd ee:
wereld haar society, dan zou
Vroeger moest je de mensei
kringen zoeken. Maar dat nu
meer Nederlanders stijgen o
kantoorbediende net zo goed
van de directeur.
Het ruitervolk, is niet alleen
meer van adel. Het wordt door
het voetvolk ook niet langer ver
afschuwd. Of zoals juffrouw Noor
Tak (55), secretaresse-penning-
meesteresse van de Federatie van
Nederlandse Rijscholen, het zegt:
„De tijd dat je rotte appels naar
je hoofd kreeg gegooid, omdat je
op een paard zat, is voorbij".
De mens ruilt industriewalmen en
benzinedampen steeds gretiger voor
de plattelandse geur van.de mane
ges. De cijfers wijzen het uit. Meer
dan honderdduizend Nederlanders
voelen draf en galop net zo gemak
kelijk aan als de eerste en tweede
versnelling. Zo'n vijf Jaar terug wa
ren da) er nog*' maar tachtigdui
zend, een stijging van dik twintig
procent.
Haver en hooi zijn dagelijkse kost
in ruim tweehonderd stallen en nog
eens honderd ponyrijscholen. Weer
vijf Jaar terug kon Je amper twee
honderd maneges ruiken.
Erg in trek
Paardestallen zijn net zo in trek
als friteskramen. Vraag het Gerard
Kors (43), bedrijfsleider van de
Rotterdamse manege in het Kralinge
Bos. „Je merkt het aan de prijs
van het stro. Die vliegt omhoog,
omdat de vraag stijgt, maar het
aanbod niet".
Instructeurs zouden dag en nacht
les kunnen geven. Ga naar Jan den
Haan (36), eigenaar van manege
Westland op de grens van Den
Haag en Wateringen. „Het aantal
leerlingen bij mij is in het laatste
Jaar met 25 procent gestegen. Je
bent aan het werk van 's morgens
zeven tot 's avonds twaalf uur. Als
Je niet oppast, ga Je zelf hinniken".
De paardehotels zijn volgeboekt of
i edel dier. Kende de dieren-
je hem daar kunnen vinden,
die erop zaten, ook in die
is aan het veranderen. Steeds
d, waarbij de voeten van de
in de beugels passen als die
nog meer. Kijk bij Theo Duyndam
(48), baas van de moderne manege
De Prinsestad langs de rijksweg
RotterdamDer Haag. ,Jk heb een
hooiberg van mij ontruimd om er
les te kunnen geven. Ik ben bezig
met de bouw van een nieuwe stal.
Dan kunnen er nog eens zo'n veer
tig paarden bij".
Het paard is het huisdier van
de toekomst, al kan het dan niet
meteen in zijn mand in de ach
terkamer. De mens is het lawaai
van deze tijd beu. We zoeken de
rust van vroeger. Een flink brok
jeugdsentiment, dat tot de ver
beelding spreekt. „Vroeger", her
innert Theo Duyndam zich,
„kwamen de melkboer, de bakker
en de groenteboer met paard eh
wagen aan de deur en je gaf het
dier een klontje. Het paard wordt
een stuk antiek en dat willen de
mensen bewaren".
Bovendien is een paard een mooi
gebruiksartikel. „Een paard is groot,
sterk en aardig", weet Juffrouw
Tak, „en Je kan er nog opklimmen
ook. De aantrekkingskracht van een
paard is, dat je er veel mee kan
doen. Veel meer dan met een oli
fant of een leeuw, meer ook dan
met een hond of een kat".
Karaktervormend
En dan is het paard ook nog eens
een levend wezen, dat de mensen
wat heeft te zeggen. „Paardrijden is
karaktervormend", doceert Jan den
Haan „Je kan er eerste mee worien,
maar ook laatste. Je kan eraf val
len en dan moet Je er weer opklim
men. Het paard vertelt Je eerde1"
dan een ander dier, dat je iets fout
doet. Het weigert als Je het mis
handelt".
De mens wil zich dan ook nogai
eens uitleven op het paard, dat. ge
koppeld aan de natuur, waarin het
wordt bereden, de uitlaat vormt
voor de spanningen van alledag. De
kalmeringstablet. waarnaar swe
steeds meer grijpen. „De mens
vlucht uit allerlei technieken",
haalt Juffrouw Tak aan. „Ze willen
van be weg af. de frisse lucht in
buiten de stad", ervaart Theo
Duyndam. „En daar ontspannen
ze" completeert Jan den Haan,
„daar komen de problemen los. Als
rijschoolhouder ben Je dominee, hu
welijksmakelaar en dokter tegelijK".
Het paardrijden helpt je. zo te ho
ren. een beetje in dit leven. En om
dat we het alleen nauwelijks nog
aankunnen, snellen we naar bos,
stal en paard om er de teugels te
laten vieren. We hebben er boven
dien in vergelijking met vroeger
veel meer tijd en geld voor en dat
verklaart de alsmaar sneüer
groeiende populariteit van het
paard.
Relatief goedkoper
Want al gapen economische afgron
den ons aan, voorlopig praten we al
over een vierdaagse werkweek terwijl
de ene loonsstijging na de andere
in onze achterzak glijdt. De prijzen
klommen dan weliswaar driftig mee,
maar kennelijk nog niet zozeer op
de markt van ruif en roskam. Zodat
het paardrijden relatief een stuk
goedkoper is geworden.
Nu is een tientje per uur altijd
nog een hoop geld, maar we moe
ten er toch maar blij mee zijn.
Of zoals Gerard Kors het ziet:
„Een tientje is toch niet duur als
je voor anderhalf uur naar
Feijenoord kijken zeven rijks
daalders moet neertellen".
Want, rekent Juffrouw Tak voor,
wat krijg je allemaal niet voor die
tien gulden. „Een uur les op een
goed verzorgd paard. Dat paard
moet eten. Voor de oorlog kostte de
haver 7 cent per kilo. nu 42 cent.
Voor 1000 kilo hooi was Je toen
22,50 kwijt, nu 285 gulden. Stal
knechten, en dat waren in die tijd
nog juwelen, sloofden zich uit voor
18 gulden in de week. Nu doet een
Jonge knaap het niet voor minder
dan 160 tot 175 gulden schoon in de
week. Als het paardrijden toen een
rijksdaalder per uur kostte en Je
moet er nu gemiddeld vier betalen,
dan ben Je toch wel erg goedkoop
uit".
Zakelijke avonturiers willen zich
nog wel eens lelijk vergissen in de
exploitatie van een manege. Stallen
groeien als onkruid, maar al stijgt
het aantal nog steeds, veel paarde-
tehuizen moeten als onrendabel ook
weer worden gesloten. „Men koopt
Tekst
Daan Overhoff
Foto's
H. van Westering
een schuur en een klont aarde",
treurt Gerard Kors, „en dan denken
ze een manege te hebben. Maar ze
vergeten de hoge kosten. Het blijkt
helemaal niet zo'n winstgevend
zaakje te zijn en ze doen de deur
op slot".
De Federatie van Nederlandse Rij
scholen poogt de losjes in elkaar
getimmerde maneges zo goed moge
lijk te controleren. Zij rangschikt
erkende en goedgekeurde bedrijven,
maar zo'n hodnerd maneges kunnen
niet worden gemerkt, omdat paar
den. interieur en verzorging lijden
onder de kostenbestrijding. „Het
zijn mensen, die dachten, dat het
een vetpot was. Zij komen bedrogen
uit en dan proberen ze het zo.
Maar met de salarissen, die je aan
je personeel moet betalen, hou Je er
echt weinig aan over".
Ponyscholen
Anders ligt dat voor de ponyscho
len, die nog gemakkelijker uit de
grond worden gestampt dan de ma
neges, omdat de kinderen er niet
weg zijn te slaan. „Die diertjes ziln
eenvoudiger te houden", weet Ge
rard Kors, „ze eisen weinig ver
zorging, staan bijvoorbeeld de hele
winter m de wei"
Acht ponystamboeken voor de
oorlog groeiden dan ook al uit tot
Redwing: „Redwing". United Artists
UAS 29188, f21.
Uit de Creedence 6tal komt deze
nieuwe groep, bestaande uit vier be
woners van San Fransico. De plaat
belooft heel wat voor de toekomst.
De muziek zit stevig in mekaar,
rookt een beetje in het Band
idioom, maar weet toch een eigen
geluid te produceren. En dat is iets
wat maar weinig nieuwe groeien op
het ogenblik presteren.
Redwing speelde al ruim een Jaar
samen voordat dit album werd op
genomen in de Fantasy studio's,
waar ze wel weten wat goede mu
ziek is sinds ze van Vince Guraldo
overschakelen op Creedence
Fanny: „Charity Ball". Reprise
REP 44144, f21.
Meisjesgroepen trekken altijd wel
de aandacht. Meestal niet omdat ze
zo muzikaal begaafd zijn, maar om
dat het nogal ongebruikelijk is dat
een groep uit meisjes bestaat die
nog instrumenten bespelen ook.
Ondanks die aandacht weten maar
weinigen echt door de breken en
dat komt dan meestal omdat ze el-
j genlijk niet zo goed spelen.
I Maar daar komt verandering in. De
Alweer een koppeling oude num
mers van het oude label van de
Stones. De plaat werd uitgebracht
naar aanleiding van de film ..Gim
me shelter" Naast de titelsong
staan er op kant één nog vijf an
dere nummers die de Stones ook in
de filmspelen. Geen soundtrack,
maar gewoon studio-opnamen. En
dat is allemaal puik materiaal, hoe
boos Mick Jagger nu weer mag zijn
over deze plaat. Dat risico loop Je
nu eenmaal als Je van label veran
dert.
Op kant twee staan „live" opnamen,
die jaren geleden tijdens een Albert
Hall concert zijn opgenomen. Het is
de eerste keer dat dit concert nor
maal in de handel verkrijgbaar is.
Tot nu toe was er alleen via een
platenclub aan deze opnamen te
komen.
Het concert valt weieen beetje te
gen. Mick Jagger lijkt niet zo goed
op dreef. En wat betreft één num
mertje. „Fortune teller", daar ma
ken ze mij niet van wijs dat dat
een Jive" opname is.
Over de hele tweede kant is het
publiek nogal een storende factor,
het Jengelt maar door tijdens de
nummers Maar dat hoorde er in
die dagen nog bij, die voortdurend
gillende meiden.
een stuk of twaalf en bijna zo
veel peuters zijn te klein om op
zo'n kinderpaard te klauteren.
Wat overigens niet van elk ge
vaar is ontbloot. ,Het moeten wel
echte rijponys zijn", waarschuwt
Jan den Haan, „die ruim in hun
bewegingen zijn. Veel van die
paardjes hebben een kort bewe
gingsritme en dat geeft teveel
schokken voor het bekken van
een kind. Vooral meisjes krijgen
daar last van".
En waarom dan niet het volwassen
paardrijden, dat bij de gratie van
de liefhebberij van paardehotelliers,
die met weinig mankracht heel 'ang
wrerken om de prijs laag te houden,
toegankelijk is voor elke beurs. Men
hoeft geen fortuin meer te verdie
nen om een paard te kunnen za
delen en dat vaagt het beeld van
het paardrijden als een sport voor
de „upper ten' automatisch uit.
Zelfs in de Rotterdamse manege,
een privéclub, waar het lidmaat
schap pas na ballotage wordt geho
noreerd. „Maar het zijn hier ecnt
geen rijkelui meer", verzekert Ge
rard Kors, ..het deftige is er af
Wel bestaat er nog een soort sno
bisme. Mensen, die het fijn vinden
om te kunnen zeggen: mijn kind
rijdt paard. Maar er lopen hier nu
echt leden rond, die vroeger nooit
zouden zijn aangenomen".
wilde GTO's waren er al een voor
bode van. Nu is het Fanny, vier
meisjes die aardig hun weg weten
op gitaar, piano, bas en drums. Ook
vocaal staan ze hun mannetje. De
muziek is soulachtige rock. Dat be
tekent korte, kernachtige nummers.
Jammer is het dat werkelijk opval
lend materiaal ontbreekt. Met goede
composities zouden ze zeker een
aardig succes weten te boeken.
Maar deze plaat is nog wat te on
opvallend om voor blijvende aan
dacht te zorgen."
Goed verzorgd
Het paard is er voor iedereen, maar
het paardrijden blijft toch een he-
rensport. „Maar dan in een simpeie
betekenis", legt Jan den Haan uit,
„een ruiter moet er altijd netjes
uitzien. Geen modder aan de laar
zen, een goed verzorgd paard. In
dat opzicht is het een herensport.
Maar een weekloner is niet minder
sohoon of netjes dan een advocaat"
Democratisering beheerst hét
paardrijden van vandaag. Maar
praat nog steeds niet over de kop
en de poten van een paard, want
het dier zal altijd een hoofd en
benen houden. „Want" vraagt
juffrouw Tak zich af, „betekent
democratiseren dan ook vloe
ken?" Kijk. zo is het nog wel bij
paardrijden.