avasie van Nederlandse groepen p Parijse iennale PLEIDOOI VOOR HUISMUZIEK Vermakelijk allerlei Rj~ =M doet u op kantoor gevangenis- werk? LITERAIRE KRONIEK VAN CLARA EGGINK iO 23 OKTOBER 1971 LETDSCH DAGBLAD .1940 zijn nergens meer schilders of beeldhouwers behalve in buitenplaatsen als Turkije, Chili of de Unie. Nonsens? Inderdaad. Maar dit is wel zo onge- globale indruk die de Parijse Biennale wekt. Deze entoonstelling is op touw gezet om de tanende glo- het Parijs als kunstcentrum te herstellen, nales zijn er te over, maar de Parijse heeft als bij lheid dat er alleen werk wordt getoond van mensen de 20 en 35 jaar. Als onze wereld nog een toekomst |dan zouden we hier misschien het begin van die toe kunnen zien. Maar het beeld is welbewust verte- ADVERTENTTE Wij bedoelen al dat geestdodend werk waarin uw kantoor gevangen zit en waar nu moderne hulpmiddelen voor zijn. Daar verspilt u toch geen dure mankracht aan...? Maakt u wat tijd vrij voor een gesprek over dit onderwerp bij ons aan de werktafel in ons tooncentrum. Die tijd komt met winst terug. jxposanten blijken vervuld malaise van het heden en en over die toekomst, zodat ervaaraiging van kunstwer- een onverantwoorde luxe ^gezworen. Er zijn drin- PK iaken aan de orde, die ook ;ieve aanpak' vereisen. An- ie het nog als schilder zeg- ien hier nauwelijks aan het rnde Parijse Biennale is èe stad, in een museumge- n het Pare Floral: een an het bos van Vincennes de vijf jaar een interna- jlorida wordt gehouden. Het een voorbeeld van groot vaar zeer gedisciplineerde |g met lanen, kruidenbed- ■ffl]|hissen. sierbomen en open iaviljoéns in een vagelijk trant. S-aer meèr een documentaire- gei elling, over resterende na- eden die vooral behouden blijven. Maar er worden ook 'ai gebouwd, waaruit men- een tweede woning zoeken ze kunnen maken. Die met leien gedekte vrijetijdshui- merendeels erg gezocht-on- van" architectuur. Het grote blijkbaar, dat de laatste jvrije natuur daarmee ver- ïllen worden. fnlijke Biennale wordt ge- een oude loods met een ervlak van tienduizend vier- leter. Daarbuiten staan nu s-.in bloei. Tussen twee bo- eft de Japanner Kji Eno- 'Jf m muur van betoncement ld. een stukje nijverheid dat ah aider storend blijkt te zijn kokette villabouw in het )p een andere plek tussen ligt een grote plasticzak met it. de nabijheid van de Wad- ij eld van de Westduitse ar- irro Jacob, voorstellende rpretatie van een> officier fiers Derde Rijk. denzee, vergaard op 22 september en naar Parijs gebracht door de groep ..Cognition Aerodynamic": Nederlanders, zoals uit de naam al blijkt. Voorbijgangers kunnen uit de voorraad een zakje frisse lucht krij gen. Cognition is een van de zes groe pen. Waaruit de Nederlandse bijdra ge bestaat. Het algemene bestuur van de Biennale ging er van uit, dat de manifestatie méér moest omvatten dan schilderijen, beelden en andere kunstvoorwerpen. Tegen woordig kan de activiteit van een kunstenaar ook een opeenvolging zijn van goeddeels zeer vergankelij ke of zelfs alleen in de gedachte bestaande werken: een gedrag bij voorbeeld dat de gebruikelijke ge dragingen van de mens in een kri tisch licht stelt. Het werk kan een concept zijn of een ingreep in een situatie: een „interventie". Zo'n in terventie is dikwijls het werk van een groep. Naast die categorieën: concept, in- I terventie en groepswerk, is er in de I beeldende kunst het verschijnsel van het hyperrealisme: de fotogra- fisch-nausvkeurige weergave van een stukje realiteit op een vlak of vrij in de ruimte. Tenslotte werd voor „achtergebleven gebieden" de moge lijkheid open gelaten, „gewone" kunstwerken in te zenden. De commissaris voor de Nederlandse inzending, de kunsthistoricus Frank Gribling. die zelf ook kunstenaar is, stelde in ons land een inschrijving voor groepen open. Zes groepen kwamen tenslotte tot enige samen- j werking in een informatie-commu- nicatie centrum in de grote loods. I De kern van dit centrum is de i Eindhovense groep Informart, die muziekinstrumenten en een uitge- - breide electronische apparatuur heeft, meegebracht. Ter bescherming i daarvan slapen de leden van de I groep in een tent bij hun spullen. Zij musiceren er en projecteren materiaal dat tevens inlichtingen geeft over het werk van de andere I groepen. Fan Lee. In a certain si- Het bezoek aan de Biennale bepaalt zich wel voornamelijk tot de week einden. wanneer bij mooi weer het Pare Floral een geliefd uitstapje is voor Parijse gezinnen. De baatzuch tige internationale kunsthandel heeft hier niet veel te zoeken. De Nederlanders, die hier als evacués in hun tijdelijke onderkomen stok brood met pindakaas zitten te eten, trekken wel de nodige belangstel ling. Ze hopen het publiek duidelijk te maken waar het hun allemaal om begonnen is. Informart is een electronische com mune rond Paul Panhuysen. die hier met de goeddeels zelf gebouwde apparatuur vooral „receptief" wil bezig zijn. Men wil van allerlei ge beurtenissen op de Biennale video opnamen maken. Maar zelfs in het idealistische reservaat, dat deze Biennale is, doet het economische stelsel zich gelden. Zo heeft Klaus Rinke uit Dusseldorp in de loods een lege hoek zo groot als drie schoollokalen ter beschikking voor zijn „elementaire demonstraties". Met, of meestal zonder, publiek be weegt hij zich met afgemeten stap- pen naar een vat met water. Hij vult een blikje, loopt naar een hoog vat en giet daar het water in uit. Informart wil dat graag filmen, maar Rinke wil geld .zien want hij moet er van leven. De Uni. D-groep (United Designers) uit Rotterdam verfilmt de eigen ac tiviteiten die zich principieel buiten de Biennale, gewoon in de staf af spelen. In de metro wordt tijdens een rit een geluidsopname gemaakt en deze wordt tijdens een volgende rit afgedraaid. Op een stoep of een plein worden plekken met touwen afgezet en de reacties van voorbij gangers worden verfilmd. In Parijs ging dat even soepeitjes als bij het proefdraaien in Rotterdam: publiek en politie waren vriendelijk. De op namen zullen, evenals die van ac ties van de Cognation-groep, tijdens de Biennale worden vertoond De Event Structure Research Group die de opblaastenten voor Sons- beek ontwierp is alleen met fo to's vertegenwoordigd die bewijzen moeten, dat zij eerder deed wat de Britten nu op de Biennale doen. De Now Construction-groep loopt rond in pastelkleurige gewaden en laat bij Informart video-opnamen draaien van environments in Para-, diso te Amsterdam. Tenslotte is er de Woudrichem-groep die in feite uit vier man met ieder een eigen bijdrage bestaat. Die van Axel van der Kraan Is kapot. Hij maakte een revolutionair en een covfooystoel, die beide defekt zijn. Sjoerd Buisman heeft twee groeikamers ingericht en nu is het wachten op de groei (bonen, want groene erwten bleken in Parijs niet te koop te zijn). Besson laat gelijk tijdig twee korte films draaien, op genomen van het treintraject Am sterdam-Haarlem. Hans Zoete heeft van planken drie kamers getimmerd en zich daarna door een van de wanden heen een uitgang gezaagd die zo laag ls, dat men er alleen kruipende in kan. Hij wil die ruimten meubileren met rommel die hij rond de Biennale aantreft. Vervolgens wil hij steeds iemand uit het publiek in 4ijn tent lokken voor een gesprek. Het is een „sensitivity training": de bezoeker moet zijn irritatie overwinnen. Maar Zoete kampte zelf nog met taaivrees en hield zijn kamers ge sloten. Inplaats daarvan zag men op een open plek bij de Japanse inzending Ronald Miller genodig de van de Cognition-groep op kousevoeten beurse perzikken plat trappen: bewegingstheater. Dolf Welling SOEST Als een meisje uit de „betere kringen" honderd jaar gele den wilde trouwen dan moest ze piano kunnen spelen. Het deed er niet toe of ze niet kon koken en ze hoefde ook niets over geboorterege ling te weten als ze maar kon bor duren en met veel gevoel Beetho ven's „Für Elise" kon vertolken. Generaties lang werden kinderen met muziek opgevoed. Adellijke fa milies die het zich konden permitte ren namen een muziekleraar in huis en de enige ontspanning die men 's avonds kende was een uit voering van het huisorkest. Er is in honderd jaar veel veran derd. Muziek maken is geen essen tieel onderdeel van ons maatschap pelijke leven meer en er is geen man die van zijn bruiloft afziet als blijkt dat zijn a.s. echtgenote geen instrument kan bespelen. Door de grammofoonplaten, de muziekcasset- t.es, de radio- en tv-uitzendingen kan iedereen op ieder moment van de dag naar favoriete symfonieën en préludes luisteren. Het loont zich daardoor nauwelijks de moeite meer om dure muziekinstrumenten aan te schaffen en een studie te volgen. Er zijn zelfs mensen die zich afvragen of er op den duur nog wel genoeg belangstelling voor het traditionele concertoptreden zal zijn. Gerrit Vellekoop, directeur van de Vereniging voor Huismuziek, vreest dat de koren, waarvan er pu nog heel wat zijn, hun langste tijd héb ben gehad omdat de leden 6teeds ouder worden. Toch is de belang stelling voor het musiceren volgens hem niet helemaal verdwenen. De huismuziek heeft alleen een andere basis gekregen. Vroeger kregen al leen de kinderen van rijke ouders les maar tegenwoordig wordt er op heel wat lagere en middelbare scholen muziekles gegeven. Het is een soort basisonderwijs maar er wordt zo veel belangstelling mee ge- wrekt dat heel wat leerlingen hun studie voortzetten op een muziek school in één van de grote steden. De directeur van de Vereniging van Huismuziek hoopt dat de regering bij al haar bezuinigingsplannen de muziekscholen ongemoeid zal laten want de leerlingen betalen voor hun lessen slechts een klein deel van de werkelijke kosten; de rest wordt ge subsidieerd. Wanneer de overheids subsidie voor de muziekscholen wordt ingetrokken dan zet de rege ring daarmee de klok terug omdat dan net als vroeger alleen de kin deren van gefortuneerde ouders muzieklessen kunnen betalen. Dat zou volgens Gerrit Vellekoop be treurenswaardig zijn omdat ondanks de tv er nog in heel wat gezinnen 's avonds gemusiceerd wordt. Vooral in gezinnen waar men zich dit vroeger niet kon permitteren. Laten wij in 's hemelsnaam blij zijn met zo'n positieve vrijetijdsbesteding vindt hij, want gezinnen die thuis muziek maken kunnen daarmee een sfeer scheppen die geen tv of radio kan oproepen. JACK P. VEENSTRAA EN HERMAN KLUIT. Het oranje boekje voor gebrui kers. Uitg. Bert Bakker, Den Haag. Ik zit me af te vragen of dit boekje wel thuishoort in een literaire kroniek, maar per slot is het bij een serieuze uitgever verschenen en amusant ge schreven. Ook behandelt het op luchtige wijze een onderwerp, een probleem kan men wel zeggen, waarover men zich van huis- tot tweede kamer al tij- delang hevig opwindt, te weten het gebruik van verdovende middelen, verderop, door mij VMs genoemd. De ondertitel van het werkje luidt „officieel shitboekje"; iets wrat ik niet onmiddellijk begrepen heb. daar ik nog in de ouderwetse veronderstelling verkeerde dat shit (met permissiè) stront be tekende. Ik lees nu dat het een verzamelnaam voor VMs is. Waar dit turfje mij nog het meest aan doet denken, dat is aan een opgewekt kookboekje. U weet wel, zo'n en vogue zijnde receptenverzameling waarbij het er vooral om te doen is de belangstellenden te laten lezen teneinde vervolgens de opgedane wijsheid te spuien in conversatie. Wie dit boekje over VMs op deze wijze ge bruikt en dat is waarschijn lijk wel de bedoeling zal zijn omgeving versteld doen staan door zijn kennis van za ken op het gebied van het ver krijgen, het planten, het roken, het eten, het wegstoppen, de resultaten en de soorten van VMs. Maar het zal die lezers ook vergaan zoals de beide au teurs van dit oranje boekje,, die nog voor de inleiding al bezwe ren: „Wij hebben nooit shit gerookt en zullen 't ook nooit doen". Als er van een geheim zinnige dreiging een lolletje wordt gemaakt heeft dat blijk baar een therapeutische uit werking. WEVERBERGH Blauw Rapen. Uitg De Bezige Bij. Amster dam. Weverbergh ken ik alleen als gens dagelijks een telegram aan Real met de wonderlijke tekst „kom morgen, de heer J. L. Peeters" en hij doet dit ruim vierduizend maal. In iedere schets komen woor den. namen en begrippen geva- riëerd terug, zoals Roberte, Flagel, verkeerskruisingen, on gelukken, ballons, schelpen. Weverberg werkt met beelden, hij heeft een picturale schrif tuur. Hij maakt een soort alle gorie van de realiteit zoals de neo-realistische' schilders dat doen. „De dingen bestaan een sterk sociaal bewogen au teur, een protestschrijver die moedig de barricade beklimt als er maatschappelijk iets iveel) mis is. Dit Blauw Rapen is echter zuiver literair. Tot mijn spijt draagt het boek een motto zonder vertaling in een mij- onbekende taal. Waarom? Blauw Rapen «was blauw niet altijd de kleur van de roman tiek?) bevat schetsen uit het leven van de heer J. L. Pee ters. Deze heer Peeters heeft een wouw die Real heet. hij woont in een huis, van hem of van haar dat variëert, waarvan de gevel is bepleisterd met ra- diolariënslik en hij leest ver zen. Dat laatste mag niet van zijn wouw Real. Omdat hij b.v. op een morgen op een mi nuut af de tram mist. gaat hij in plaats van naar zijn werk. naar Parijs en stuurt vervol- slechts wanneer men ze be schrijft", zegt hij ergens. Als men ze beschrijft in een be paalde volgorde, ze zichtbaar maakt met woorden omdat de schrijver ze als metafoor nodig heeft. Een belaste realiteit in een bijna reële verhouding en de kreet die uit alles opstijgt is' eenzaamheid, dreiging en ver langen naar vrijheid. Eigenlijk zeer poëtisch. EUGêNE IONESCO. De foto van de Kolonel (verta ling). Uitg. Meulenhoff, Amsterdam. Behalve zijn toneelstukken is Rinoceros waarschijnlijk wel Ionesco's meest bekende ver haal. Het staat in deze bundel met nog enige andere. De in Roemenië geboren maar in Parijs opgegroeide auteur Eugène Ionesco heeft de taal van zijn moeder tot de zijne gemaakt, zodat hij, beroemd als hij is, tot de Franse letter kunde gerekend wordt. Zijn to neelstukken zijn veel bekender dan zijn verhalen. Merkwaardig is dat veel van deze verhalen, de grondvorm zijn geweest van zijn toneel stukken. Zo is b.v. uit „De Foto van de Kolonel" zijn „Tueur sans Gages" ontstaan en zo is het ook gebeurd met Rinoceros. Slachtoffer van zijn Plicht. Vliegend Vaandel, De Voetganger in de Lucht. Vooral in dit laatste verhaal, voor mij een van zijn roerendste en beste, vindt men Ionesco's uit spraak. dat zijn werk een po ging is om het niet overbreng- bare over te brengen, gede monstreerd. Deze geschiedenis van de man in Engeland, die probeert zijn vrouw en zijn dochter uit te leggen dat hij vliegen kan op zijn eigen hou tje is, zoals ook zijn andere, geschreven in de eerste persoon enkelvoud en je treft er de dingen in die typerend zijn voor zijn werk: zijn tragi-ko- mische situaties.' zijn familie- of vriendschapsbanden met het op absurditeit gebaseerde iso lement van de ik-figuur. Dat laatste is trouwens ook tref fend in Rinoceros, waarin de ..ik" tenslotte treurt omdat hij de enige mens is. die niet in een rinoceros is veranderd. De stukken en de verhalen van Ionesco hebben iets van mo derne moraliteiten, hoe vreemd dit ook moge klinken. Er ko men altijd een soort anti-El- kerlick en zijn lot op de prop pen.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1971 | | pagina 17