ITTERE NASMAAK VAN DE ROEM
V
Q'
i\mpisch kampioen Don Schollander schrijft onthullend boek
Een uurtje praten
over goed werk
Hoogovens maakt het
u gemakkelijk
Leiden
HOOGOVENS IJMUIDEN
DAG 16 OKTOBER 1971
LEIDSCH DAGBLAD
PAGINA 11
ging van Kuis weg toen ik 15 was, met Ket doel een
professionele amateur te worden. Zeven jaar later
>gaf ik mijn zwemcarrière op. Als een rugby-prof
rugtrekt als hij 35 is en zegt blij te zijn er niet meer
"I reek tegenaan te Koeven gaan, dan is dat begrijpe-
J e man Keeft zijn tijd gehad, hij is het beu. Als een
4 jbokser er op zijn 30ste mee stopt, omdat hij zo lang-
A rand genoeg klappen heeft gehad, dan kun je daar
JO eet begrip voor opbrengen.
II
i ik ermee ophield was ik 22. Anders dan een rugby
en een bokser krijgt een zwemmer geen opdonders,
ronden, geen gebroken benen door zijn sport bo-
was ik een amateur, geen prof. Maar ik was het
was door en door vermoeid. En dat al drie jaar lang".
DON SCHOLLANDER IN „DEEP WATER"
DON SCHOLLANDER verbeterde in
zijn zwemcarrière 22 keer een we
reldrecord, behaalde op de Olympi
sche Spelen van 1964 en 1968 in to
taal vijf gouden medailles en verover
de in de periode 1962-1968 21 Ame
rikaanse titels. Hij kreeg vele sport-
onderscheidingen, waaronder Ame-
rika's hoogste, de Sullivan Award, in
1964. Na Johnny Weissmuller in de
Jaren twintig heeft geen zwemmer
meer zoveel naam gemaakt. Als zo'n
man na afloop van zijn sportloop-
baan zijn ervaringen te boek stelt,
verwacht Je een prettig lopend
succes-verhaal vol lichte toetsen en
flonkerende anecdotes. Met af en toe
Schollander in zijn Santa-
Claratijd. Tegenwoordig is hij
financieel adviseur van Portland
College en een der directeuren
(de jongste die ooit benoemd
werd) van het Amerikaans Olym
pisch Comité.
de mededeling dat de prestaties hem
niet aangewaaid kwamen, maar dat
er bikkelhard voor moest worden ge
werkt. Schollander heeft dat niet ge
daan Zijn „memoires", die onlangs
onder de titel „Deep Water" bij
Crown Publishers in New York zijn
schenen, ademen een andere
geest.
Scherp, intelligent, kritisch licht hij
de Jaren van zijn grote prestaties
door. Hij blijft daarbij bepaald niet
aan de oppervlakte, maar duikt
zoals de titel van het boek aangeeft
diep het water in.
Op 18-Jarige leeftijd werd Schol
lander door de roem als het ware
overvallen; in Tokio sleepte hij in
één week tijd vier gouden medailles
in de wacht. Maar de glorie had,
zo merkte hij al spoedig, een bittere
nasmaak: zij bracht hem in een iso
lement, deed hem vervreemden van
zijn vrienden. Met die verlatenheid,
die geestelijke eenzaamheid, die vele
topfiguren ten deel valt, heeft Schol
lander zich nooit kunnen verzoenen.
Het is te merken aan de toon van
zijn boek. Teleurstelling, af en toe
vermengd met een scheutje bitter
heid, klinkt er in door.
IN HET LAATSTE Jaar van zijn
zwemcarrière beleefde hij nog maar
weinig plezier aan de wedstrijdsport,
hoewel zijn prestaties van zeer hoog
gehalte bleven. De sfeer van de Spe
len van Mexico stuitte hem zo te
gen de borst, dat hij zich vlak voor
de openingsceremonie wilde terug
trekken, uit protest tegen de manier
waarop met de Olympische beginse
len werd gemanipuleerd. Zijn argu
menten stonden al op papier, de
persconferentie hoefde maar te wor
den uitgeschreven. Het kwam er niet
van. Op het laatste moment bedacht
Schollander zich dat hij eerst zijn
coach George Haines van Santa Cla
ra (die tevens leider was van de ge
hele Amerikaanse Olympische zwem
ploeg) diende in te lichten over de
stappen die hij ging ondernemen.
Haines had Schollander als 15-Jarige
Jongen onder zijn hoede genomen en
hem naar de top geleid. De verstand
houding tiissen het tweetal was lan
ge tijd voorbeeldig geweest, maar in
het Olympische Jaar bekoeld. Hal-
nes, overwerkt en overspoeld door
zorgen, las een paar keer zwijgend
het stuk dat Schollander de pers in
handen wilde geven. Gedeprimeerd
zei hij: „Don, als Je dit doorzet, dan
blijft mij niet anders over dan ogen
blikkelijk mijn spullen te pakken en
naar huis te gaan". Schollander kon
het daarna niet over zijn hart ver
krijgen om aan zijn plan uitvoering
te geven. Dit verhaal, waarmee hij
zijn boek besluit, is drie Jaar lang
een goed bewaard geheim gebleven.
nsf
tlrde
ater" bevat vele boeiende passages. Een paar zullen er
[en uitgelicht: de manier waarop Schollander in 1964
sch kampioen 100 meter vrije slag werd en hoe diep zijn
successenreeks later in zijn persoonlijke leven ingreep,
«ènpioenschap op de 100 meter is bepaald geen vriende-
-verbroederd verhaal. Op de Olympus worden nu
jjj I geen zoete broodjes meer gebakken, voor zover dat
aa gebeurd. Wie dat denkt, staat wel heel ver van de
af. Schollander gaat van deze stelling uit: „Je kunt
hele verhaal vertellen hoe iemand op de Olympische
»n van de belangrijkste titels wint en hem tegelijker-
eren als een aardige, voorkomende jongeman
ijjte als je eerlijk wilt zijn".
5>lde
nummer één en nummer
Olympische sprintfinale,
jhollander, zit vaak niet
een seconde verschil. Het
(jjjjlan zo'n race hangt van
ien af. Er mag dus niets
met start, keerpunt,
En omdat het in aJlle op-
aaiillimeterwerk is, speelt de
pa ische oorlogvoering een
In het spel. Het is mis
tiest fijntjes, niet plezierig,
hoort erbij. Je hebt het
ex lemen en je moet er zelf
i i an kunnen. Talent en trai-
(o niet voldoende. Bij Olym-
>roflen wordt een nummer
gewonnen door de man die
het best voor de strijd is
die zijn ware kracht voor
weet te versluieren.
i3
Kettingroker
psychologische oorlogvoe-
^iokio geeft Schotlander een
peelden. Een van de favo-
de titel was de Fransman
toen wereldrecordhouder
sec. Zelf kettingroker en
had hij zich over de
lp levende Amerikaanse
m laatdunkend uitgelaten.
lun ter ore gekomen en zij
kt hij een wel erg grote
Êrffc». Schollander was in de
100 meter in dezelfde
d als de Fransman. Hij
tens aan de tand te voe-
kleedkamer wierp Schol-
geregeld een door-
blik toe. De Fransman,
fflf&n aard, merkte het en
stig. Steeds dichter schoof
ja aan op Gottvalles toe, al
end en onderwijl luchtig
iet die en gene. Gottvalles
i ifniet meer, liep de kleedka-
het waslokaal in. Schol-
hter hem aan. Gottvalles
let toilet in, Schollander
doodbedaard voor de deur
er te voorschijn kwam. Aan
van het spel waren de ze-
n de Fransman zo onge-
Schollander won de serie,
voorsprongVoor een
ik zeker niet zo met hem
mist", aldus Sch ooiander,
'n serie kon het geen
m eens op de proef te stel-
EINDSTRIJD voerden de
b geplaatste Amerikanen
m h kleine zenuwoorlog op.
ban en Schollander ver-
ften'RJk het appartement
om naar het zwemsta-
1. Bij de trap keerde
Q8, hij zei iets vergeten te
tijd later keerde Schol-
naar boven terug om nog
Hij nam er zijn tijd
afvragend wat Austin in
Jt kamer toch wel uitvoer
ig ïtussen wachtte Illman,
jjjj tveuzer wordend, beneden
om Tenslotte voegde Schol
bij Illman, maar het
b|fl 20 minuten voordat Aus-
leden kwam. Gewoon een
anderen uit hun evenwicht
affchoilander had Austin door
zich in het stadion, kort
1 I finale, als een uitgelaten
t om zijn landgenoot dui-
toaken dat het oponthoud
had gedaan.
^f-ANDER WAS eigenlijk
ifteke sprinter. Als zijn
Unfstand beschouwde hij de
maar dat was in 1964 nog
afstand. Verder
blonk hij uit op een stayersafstand
als de 400 meter.
Hij had toch zijn zinnen gezet op
de 100 meter, omdat het het belang
rijkste zwemnummer was. Topfavo-
riet^was hij beslist niet. Gottvalles,
de Schot McGregor, de Westduitser
Klein en de Amerikanen Austin en
Illman hadden betere tijden achter
hun naam staan dan hij.
Al de sprinters van naam bezaten
een zeer snelle eerste baan (50 me
ter) en een tweede, die weliswaar
sterk was, maar toch van minder,
kaliber. Schollander was de enige bij
wie dat anders lag. Hij moest het
juist van zijn tweede 50 meter heb
ben. Tenminste, dat wezen de tus
sentijden uit in series en halve fina
les. Schollander strooide er zelf lus
tig praatjes over rond: "Kijk, ik ben
geen echte sprinter, dat kim Je wel
zien aan mijn eerste 50 meter, maar
op de tweede baan zijn ze nog niet
met me klaar". Zijn rivalen namen
uiteraard kennis van Schollanders
zwakke en sterke punt. En zij moes
ten wel tot de conclusie komen dat
Schollander op de eerste 50 meter
moest worden vernietigd, want ge
beurde dat niet dan zouden zij op de
tweede baan volstrekt kansloos zijn.
Dat was precies wet Schollander wil
de dat zij dachten.
Op Dwaalspoor
In feite was zijn eerste 50 meter
niet zó zwak.Wat hij in series en
halve finales met zijn tussentijden
had gedaan, was de concurrentie op
grootse wijze op een dwaalspoor
brengen. In de eindstrjid zwom hij
die eerste 50 meter veel harder dan
in de voorwedstrijden, om zo min
mogelijk terrein te hoeven prijs ge
ven. Hij voelde wel dat zijn tweede
baan nu minder snel zou gaan, maar
Door
Ruud Paauw
dat was iets wat alleen hij op dat
moment wist. Zijn voornaamste ri
valen zouden ongetwijfeld denken:
Schollander blijft maar weinig ach
ter, we gaan niet hard genoeg, er
moet dus een schepje bovenop, an
ders gaan we op de tweedebaan de
prak in. En aldus rekende Schollan
der erop dat zij zich op die le baan
over de kop zouden draaien. Want
een Olympische finale 100 m. win Je
nu eenmaal niet, zo leert de historie,
door op de eerste 50 meter vol gas
te geven en op de tweede baan maar
te hopen dat Je het met Je voor
sprong kunt uitzingen. Je moet wat
in reserve houden, anders red Je het
niet. Die lesjes deden de Japanners
op in 1936, Alex Jany in 1948 en de
Braziliaan Dos Santos in 1960. Aus
tin maakte inderdaad de fout op de
eerste 50 meter alles te geven en be
taalde na 60 meter de prijs voor zijn
drieste offensief. Voor Illman was
Schollander banger. Maar Illman
beging direct na het keerpunt de
blunder adem te halen. (Bij het
keerpunt begeven de zwemmers zich
terug in het woelige water waarin
zij een fractie tevoren hebben ge
zwommen: meteen ademhalen in gol
vend water ls natuurlijk geen ver
standige daad). Illman raakte uit
zijn ritme en verdween naar de ach
tergrond.
Eindschot
Boven: Don Schollander op
het toppunt van zijn roem, als
winnaar van het Olympisch goud
op de 400 meter. Links de Oost
duitser Frank Wieg and (tweede),
rechts, de Australiër Bob Windle
(derde). Onder: Schollander en
trainer George Haines.
zo snel als in series en halve finales,
maar toch onmiskenbaar. Schol
lander buitte nu zijn grotere stayers
kwaliteiten uit. Hij had nog lucht
voor een eindschot en dat had de
rest niet meer. Na Illman, Austin,
Gottvalles viel ook Klein, de sterke
Westduitser, na 75 meter terug. Hun
eerste baan was, zonder dat zij dat
hadden gewild, te fel, te hard ge
weest. Zij hadden zich verslikt in
het potje dat Schollander voor hen
op het vuur had gezet. In de laatste
tien meter rekende de felle Ameri
kaan af met zijn laatste rivaal: de
taaie Schot Bobby McGregor. Zó werd
Donald Arthur Schollander Olym
pisch kampioen 100 meter vrije slag.
VIER GOUDEN MEDAILLES won
Schollander in Tokio1964 (100 en
400m vrije slag, 4x100 m vrije slag
en 4x200 vrije slag). Als de grote
held keerde hij naar de V.S. terug.
De roem greep diep in zijn tot op
dat moment ordelijk persoonlijk le
ven in. Het zou nooit meer rustig
worden. De invitaties voor banketten
diners, recepties, spreekbeurten, en
het openen van allerlei officiële en
feestelijke gelegenheden, stroomden
hem bij tientallen toe. Schollander
kon geen "nee" zeggen.Het Ameri
kaanse publiek had de gelden bijeen
gebracht om hem en de anderen
naar Tokio te zenden. Nu de men
sen een soort tegenprestatie vroegen,
voelde hij zich verplicht daaraan te
voldoen. Maar het putte hem uit,
frustreerde hem ook. "Daar stond
ik als 18-jarige spreekbeurten te
vervullen. Gerenommeerde za
kenmensen kwamen luisteren naar
wat ik te vertellen had. Het was te
gek: ik had horen te luisteren naar
wat zij te zeggen hadden".
april-1965 ging hij naar Zwitserland
voor een invitatiewedstrijd. Omdat
hij zich niet goed voelde, ging hij
daar naar een dokter. Die kon niets
vinden. Schollander zwom toch maar
en noteerde op de 200 meter de bar
slechte tijd van 2.07.0. Na aangetikt
te hebben stortte hij in. Men haalde
hem uit het water en bracht hem
naar het ziekenhuis. Daar sliep
Schollander. met korte onderbrekin
gen, vijf dagen achtereen. Eindelijk,
eindelijk was er dan rust. Carolyn
Wood, zelf een Olympisch finaliste,
schreef hem een cynisch, éénregelig
briefje: "Amerika eert zijn helden
zodanig dat ze in korte tijd de ver
nieling ingaan". De artsen zeiden
dat Schollander rust moest houden
en voorlopig niet meer mocht zwem
men. Het was het beste nieuws dat
hij in maanden had gehoordhij kon
nu met goed fatsoen onder al die uit
nodigingen uit.
ZIJN COME-BACK KWAM in 1966
Het begin was moeilijk, maar mede
door de begeleiding van coach Hai
nes werd het voor Sehollander een
voortreffelijk seizoen. Hij werd dat
Jaar Amerikaans kampioen op de
100, 200 en 400 m., een uitnemende
prestatie in een land als de VS met
zijn tientallen zwemmers van grote
klasse. In 1967 drong zich uit de rij
en der onbekenden een nieuwe grote
ster naar voren: Mark Spitz, Jong,
ambitieus, uitgerust met vele talen
ten. Veelzijdiger dan Schollander,
maar zonder diens fenomenale wed
strijdinzicht en qua moreel niet zo
sterk. Haines zag in Spitz zijn grote
kanspaard voor de Spelen van 1968,
zoals Schollander dat in 1964 was ge
weest. De keuze van Haines was niet
onbegrijpelijk. Schollander had nog
steeds moeite, zijn zwemcarrière te
combineren met een 6erleuze ma
nier van studeren. Hij kreeg ook an
dere interesses en bezat niet meer
die eerzucht van 1964. Toch trof het
Schollander pijnlijk dat Haines Spitz
boven hem had verkoren, te meer
omdat hij er wel degelijk op uit waj
zijn Olympische titels te prolonge
ren.
Tijdens de Amerikaanse Olympi
sche selecties (die in zwaarte niet
onderdoen voor de Spelen zelf) won
Schollander op schitterende wijze de
200 meter vrije slag. Maar in de
door valse starts en uitvallend licht
onregelmatig verlopen 100 meter
werd hij vijfde, waardoor hij zich op
dit nummer niet voor de Spelen kon
plaatsen.
MEXICO WERD VOOR Schollan
der een bittere belevenis. Hij was er
zo vaak getuige van dat met de
Olympische beginselen de vloer werd
aangeveegd dat hij nog voor de
Spelen een aanvang hadden geno
men zich als deelnemer wilde te
rugtrekken. Hij deed het niet, na er
met Haines over te hebben gespro
ken. Schollander won in Mexico nog
een gouden en een zilveren medail
le, maar dat deed er weinig meer
toe. In "Deep Water" schrijft hij
daar maar heel weinig over. Met
een zucht van opluchting zette hij
een streep onder zijn carrière.
SCHOLLANDER WAS op heel Jon
ge leeftijd al een sterk zwemmer.
Het was overigens beslist niet zijn
favoriete sport. Zijn hart ging uit
naar rugby en basketbal, met honk
bal de Amerikaanse sporten bij uit
nemendheid. Maar voor basketbal
was hij te klein en voor rugby niet
stevig genoeg. Dus werd het toch
maar zwemmen. Op aanraden van
zijn ouders ging hij op zijn 15de
Jaar, met tegenzin, alleen naar Cali-
fornië, want daar waren de vakbe
kwame trainers, die in zijn geboorte
plaats niet te vinden waren.
'Tussen mijn 15de en 18de Jaar
zag ik mijn ouders maar zelden. En
die Jaren zijn vitale Jaren. Ik had
graag wat van de frustaties en de
vrolijkheid in die tijd met hen ge
deeld. Het hindert me nu niet dat
ik hen niet goed ken, maar dat zij
mij niet goed kennen".
ADVERTENTIE
Nog
erger
Doordat hij zo vaak weg was, ver
loor hij het contact met zijn beste
vrienden "en er was ook nooit meer
eens tijd om heerlijk alleen in de
bossen te lopen". Eind 1964 ging hij
naar de universiteit van Yale om
rechten te studeren. Maar de ge
hoopte rust bleef uit, op Yale werd
het nog erger. Het bestuur van de
universiteit verzocht hem de spreek
beurten op middelbare scholen toch
vooral te blijven houden. Schollan
ders dagelijke post was zo groot dat
het hem een uur kostte om de voor
hem belangrijke brieven er tussen
uit te lichten. Bovendien werd hij
lastig gevallen door telefoontjes van
hysterische tienermeisjes en homo
seksuelen. Vele van zijn mede-stu
denten maakten het hem uit Jaloe
zie nog een graadje moeilijker.
"Normaal", zegt Schollander. "kun
je als eerstejaars op een universi
teit rustig Je gang gaan. Er zijn er
duizenden en men weet weinig of
niets van elkaar af. Maar dat gold
niet voor mij. Want ik had op de
voorpagina's gestaan van Time, Li
fe, Sports Illustrated en de New
York Times". Een van zijn vrienden
op Yale, Duke Savage, schrijft: "On
danks al die roem en publiciteit zou
het voor Schollander op de univer
siteit nog wel zijn meegevallen, als
hg maar een gewone Jongen was ge
weest met bruin haar en een alle
daags gezicht. Maar met dat helblon
de haar en die all-american kop van
hem kon Je hem eenvoudig niet mis
lopen— en dat deed dan ook nie
mand".
Met zijn studie ging het aanvanke
lijk slecht. Hij liep door alle besog
nes al gauw een grote achterstand
op. "Iemand anders zou het in de
weekends inhalen, maar dan was ik
altijd op weg om een prijs in ont
vangst te nemen of een spreekbeurt
te vervullen. Ik was niet volwassen
genoeg om te zeggen: dit-en-dit doe
ik en de rest laat ik vallen".
NOG ERGER WAS HET gesteld
met zijn universitaire zwemcarriè
re. Hij had te weinig tijd om te trai
nen, zijn conditie liep schrikbarend
terug. Zoals bekend is de rivaliteit
tussen de verschillende universitei
ten in de VS zeer groot. Om Yale,
dat op zwemgebied niet zo sterk was,
aan de nodige punten te helpen,
moest Schollander bij wedstrijden
veel. te veel hooi op zijn vork nemen.
Overal waar Yale kwam, waren de
tribunes stampvol om te kijken
hoe de goed uitgeruste plaatselijke
favoriet het er tegen de zwaar be
laden Olympische kampioen zou af
brengen. De sfeer was onplezierig.
Schollander merkte dat hij andere
tegen de wedstrijden ging aankijken.
"Vroeger, tot en met Tokio, zwom
ik om te winnen, bij Yale zwom ik
om niet te verliezen".
„Redding"
Een half Jaar na zijn Olympische
triomfen, aldus Duke Savage, was
Schollander een terneergeslagen, wat
vereenzaamde figuur, donkere krin
gen onder de ogen. een vreugdeloze
lach op het gezicht en zeer gespan
nen.
Maar de "redding" was nabij. In
Knip uit of noteer datum en plaats.
Maandag 18 oktober, 's avonds tussen 7 en 8 uur, tn
Restaurant Old Dutch, Steenstraat 2
Eén uurtje of een hatf uurtje, hangt ervan af wat u
wilt weten van Hoogovens.
In een persoonlijk gesprek praten wij dan over de
mogelijkheden, over de verschillende functies,
waarvoor wij u kunnen opleiden, zoals kraandrijver,
havenwerker, bedieningsman, rangèerder enz.
Er zijn aantrekkelijke kansen. Ook al hebt u nog
nooit in de industrie gewerkt Wij informeren u
over het soort werk, salaris, arbeidsvoorwaarden,
enz. Redenen genoeg om even te komen.
Waarom eigenlijk niet?
Maximale leeftijd voor indiensttreding 50 jaar.