A)en Haag minder ^concurrent van fLeiden dan men ■vaak aanneemt Leidse industrie en communicatie MISS PLYMOUTH BEZOEKT LEIDEN Lezers schrijven verder over 3 oktoberfeest R- Ho WOENSDAG 0 OKTOBER WW LEÏDSCH DAGBLAD iP> -SM* .f, X. J. P. VAN ROSSUM LEIDEN Je kunt het geen schokkend bericht noemen in het LD van gisteren: De Leidsche Ver- eeniging van Industrieëlen beëin digt de samenwerking met public- relationsbureau Bauchez. Toch zijn enkele aspecten de moiete waard om even onder de loep te nemen. We leven in een tijd, waarin de communicatie er niet gemakkelijker op wordt. Public relations is geen vorm van reclame, maar een brok communicatie ,in het onderhavige geval tussen het Leidse bedrijfsle ven en de gemeenschap. Er zijn in Leiden voorbeelden ook van de laatste tijd die er op wijzen, dat het niet helemaal goed zit met die communicatie. Het duidelijkst is wel de zaak „Grofsmederij-keel- klachten". maar ook de ontslagzaak bij de Rotogravure kan worden aangestipt. Als je in deze sfeer een bericht leest, dat de LVI de samenwerking met een PR-bureau verbreekt, vraag je je af of dit betekent, dat het Leidse bedrijfsleven ophoudt met de poging om de communicatie met het gebied te bevorderen. Dat zou te meer jammer zijn, omdat de LVI vijf jaar geleden voorop liep waai- het public relations van een groep betreft. Andere „industriële clubs" hebben er een voorbeeld aan genomen. LVI-secretaris mr. Ph. J. de Ruü- ter de Wildt ontkent desgevraagd, dat er van stopzetting sprake is. Hfj kan er weinig over zeggen, om dat alleen het dagelijks bestuur op de hoogte is. Volgende week komt door Hans Melkert het algemeen bestuur bij een en eind van deze maand is er leden vergadering. Vooruitlopend daarop kan de secretaris alleen maar zeg gen, dat een nieuw plan is inge bouwd in de begroting voor komend Jaar. „We gaan door met public re lations en het kwartaalblad .Indus trie Rijnland" blijft bestaan", zegt hij. Op de vraag of er meer of min der geld aan wordt besteed in deze tijd van bezuiniging in het be drijfsleven voor de hand liggend blijft hij het antwoord schuldig. Het blijft dus nog even een vraag tot de ledenvergadering. Om dan te kunnen vergelijken een beeld van de situatie nu, uit de doeken ge daan door Beauchez-medewerker J. P. van Rossum (21), die de laatste twee jaar voornamelijk voor de LVI werkzaam was. „Het afgelopen jaar was het een dagtaak geworden. Dat valt in het kader van een proef om tot een op timaal resultaat te komen. Het zou meer gaan kosten, maar naar mijn idee was het een stap op de goede weg", zegt Van Rossum. Hij heeft juist de laatste tijd het gevoel gehad, dat de leden van de LVI zo'n 75 bedrijven het nut van public relations duidelijker gin gen zien. „PR is moeilijk te verko pen. Maar hoogst zelden krijgt een bedrijf orders, waarvan je kunt zeg gen, dat ze het directe gevolg zijn van public relations. Het is meer een filosofie". Van Rossum heeft één voorbeeld van direct resultaat. Een bericht over grote betonnen elementen van een bedrijf, dat lid is van de LVI, haalde de voorpagina van Cobouw, het dagblad voor de bouwwereld. Daarvan werd een order het gevolg. „Veel vaker werkt het langzaam door". Dat de zaak groeide, bewijst Van Rossum met het feit, dat het laatste jaar meer berichten over Leidse bedrijven werden verstuurd en in kranten kwamen. In 1971 ver schenen in vak- en dagbladen drie maal zoveel berichten als het jaar ervóór. Andere voorbeelden van PR-acti- viteiten, die succes hadden de moeilijkheden met het afval water van Stokkermans werden aangepakt. „We hebben het raadslid Jonker, dat vragen had gesteld, volledig geïnformeerd en we hebben nooit meer iets van hem gehoord. Dat is ook een vorm van public relations. Het spel wer dopenlijk gespeeld": verscheidene sportverenigingen hebben sponsors gekregen in het bedrijfsleven en hebben daar door een be tor bestaan. Van Rossum voelde langzamer hand. dat zijn werk daarin een rol speelde. Hij zegt er zich met hart en ziel aan te hebben gegeven en Juist daarom spijt het hem, dat de relatie is verbroken. „Zelf ga ik het zelfde werk voor anderen doen en ons bureau zal het gat wel vullen, maar persoonlijk vind ik het Jam mer, dat het hier ophoudt". Tenslotte iets over wat een beetje zijn troetelkind is geworden, het kwartaalblad „Industrie Rijnland". Dat is al gauw verschenen nadat Beauchez de public relations voor de LVI ter hand had genomen. Dat gebeurde nadat het bureau een studie had gemaakt over dit onder werp. „Industrie Rijnland" is gegroeid van een soort mededelingenblad tot een orgaan, dat een visitekaartje kan worden genoemd voor het be drijfsleven in deze regio. Het blad komt ver buiten deze kring en er is veel belangstelling voor. Van Ros sum: „Er worden veel nabestellin gen gedaan en dat is toch teke nend". In het blad ts de berichtgeving over de bedrijven gebleven, maar er wordt een groot deel van de ruimte besteed aan actuele onder werpen en commentaren daarop. Een voorbeeld daarvan is het kort geleden verschenen voorlaatste nummer van de hand van Van Rossum, waarin de investeringsstop bij de SLF wordt behandeld. Deze strofe uit een commentaar wyst er toch wel op. dat „Indus trie Rijnland" ook een opiniërende functie heeft, die het moet behou den. .Indien de randgemeenten wer kelijk willen samenwerken, onder ling en met Leiden, verdient 't aan beveling met meer besef voor rea liteit te werk te gaan dan tot nog toe het geval was". Sport en spel in Merenwijk LEIDEN De commissie Opbouw Merenwijk houdt morgenavond om acht uur voor geïnteresseerde be woners van deze wijk een bijeen komst in de kantine van Elementum, waarin gesproken zal worden over Jeugd- en buurtvoorzieningen. Bin nen de beperkte mogelijkheden zal dan gesproken worden over het ge maakt eontwerp voor een Jeugd- buurthuis met speeltuin en een sport- en spelterrein. ovè Onderzoek van gewest leert: irakj o ni de p g| ke j. a Vos] ^|nP) LEIDEN Hoewel het gewest Leiden zeer gevarieerd van opbouw is (zowel wat |s^etreft de bevolking en haar sociale structuren en activiteiten als voor wat betreft bij-1 ruurorbeeld ruimtelijke structuren), kunnen er toch enkele grotere eenheden, rand-i svaf1 °vergangszones en andere gebieden met gelijksoortige structuren en ontwikke- XE ^jngen in worden onderscheiden. Leid 22 jZo luidt de conclusie van drs. S. A. van Keulen, medewerker narpn de afdeling sociaal-geografisch en bestuurkundig onder- M*$ek van de Vereniging van Nederlandse Gemeenten. Hij heeft v vie neergelegd in een inventarisatie van de leefbaarheidsfac- e B^ren in het gewest Leiden, die een deelnota is van een sociaal wetenschappelijk onderzoek in dit gewest. De eerder in deze p blommen aangekondigde nota heeft tal van interessante as- i. <-£cten. Wij zullen er in de komende tijd uit publiceren. Om te ias^ginnen een aantal conclusies. Leiden is ontegenzeggelijk de cen- '8 umgemeente, die voor (een groot het huidige) gewest ile gemeenten daarbuiten een reeks in functies vervult. Slechts voor ikele (maar belangrijke) functies is aaiden ondergeschikt aan Den Haag. r voor vele andere functies heb- Leiden en 's-Gravenhage duide- k eigen verzorgingsrayons. De verzorgende functies van Lei zijn zeer belangrijk en op dit 'lint ondervindt Leiden minder con- J irrentie van Den Haag dan wel ns wordt aangenomen of gevreesd, onderwijsfunctie, de winkelfunc- en de verzorgende functies op so- aal-cultureel en sociaal-medisch rrein zijn evident. Leiden vervult- deze functies ook het zuidelijk deel van de bol- nstreek, maar met name Wasse- wat dit betreft relatief wei- Ig op Leiden georiënteerd'. Voor een iel is Wassenaar opmerkelijk self- ïpporting (onderwijs en in mindere ate ook winkelvoorzieningen) en het overige is het sterk op Den gericht. Voorschoten echter is zijn voorzieningen, veel meer men zou verwachten op Leiden soriënteerd. s de grens i£ het zuiden van het dige gewest vrij duidelijk aan te 'en, in het noorden, dus de zuide lijke bollenstreek, is het verzorgings- M avon minder duidelijk. Hier vervult nmers Katwijk een zekere functie zij het op een veel lager niveau en ooral voor wat betreft de winkel- oorzieningen) maar tevens zijn lillegom en Lisse relatief belangrijke entra en is Noordwijk een belang- Ük onderwijscentrum. Op Leiden Bovendien zijn de bollengemeen- ?n, door het vrij ver verwijderd ijn van grote verzorgingscentra wat neer op zichzelf aangewezen maar och kan worden gesteld dat War- nond en Sassenheim, maar ook Voorhout en Noordwijk voor een lanzienlijk deel van hun verzorging •P Leiden zijn georiënteerd. Aan de oostkant van het gewest is Ie situatie wat duidelijker, hoewel ijfermateriaal voor stellige uitspra ken ontbreekt (althans voor de ge- neenten die niet tot het huidige ge pest behoren). De oriëntatie van 'oeterwoude op Leiden is evident en het is wel zeer waarschijnlijk dat Al- :emade, hoewel vrij geïsoleerd tus- en ringvaart, Kaag en Brasem, dui- SBdellJk op Leiden is georiënteerd. Woubrugge is veeleer op Alphen georiënteerd, maar de kern Hoognra- de die deel uitmaakt van deze ge meente balanceert tussen een ge richtheid op Alphen en op Leiden. In het voorzieningsoriëntatiepatroon van Hazerswoude kunnen Alphen, Leiden en Den Haag een plaats in nemen, Hetzelfde geldt min of meer voor Koudekerk. Leiden verzorgt zijn verzorgende functie uiteraard het duidelijkst voor de directe randgemeenten en om meer dan deze reden alleen zou van een bijna „organische" éénheid kunnen worden besproken. Suburbanisatie Het gewest Leiden is. vooral in de periode na de tweede wereldoorlog onderhevig geweest aan een samen spel van krachten dat we gewoonlijk samenvatten onder de term: (sub) urbanisatie. De uitstotende werkcen tra zijn Den Haag en Leiden en de ontvangende gebieden zijn de rand gemeenten. In beide gevallen heeft dit bepaalde moeilijkheden voor de werkcentra (tevens verzorgingscen tra) tot gevolg. De meest draag krachtige bevolking verdwijnt naar de aangrenzende gemeenten, maar blijft een beroep doen op het voor zieningenapparaat van de centrum gemeente. Dit proces van suburbanisatie is in Wassenaar en Oegstgeest duidelijk in de eindfase. Dit manifesteert zich o.a. in een hoog niveau van voorzie ningen voor een draagkrachtige be volking. In de gemeenten waar dit proces korter aan de gang is (Leider dorp, Zoeterwoude) en de aandacht vooral op de woningbouw is gericht, blijven de voorzieningen veelal ach ter bij de snel toenemende bevolking. Dit manifesteert zich ook in Voor schoten dat na een stormachtige suburbanisatie een vrij aanzienlijk tekort aan voorzieningen heeft. Verschuiving Al deze ontwikkelingen hebben een duidelijke verschuiving in de verhou ding tussen Leiden en zijn randge meenten enerzijds en Leiden en Den Haag anderszij ds teweeg gebracht. De werkfunctie van Leiden voor de randgemeenten nam duidelijk toe, maar tevens kreeg Leiden een zekere woonfunctie voor het grote werkcen trum Den Haag. Bovendien blijkt dat de verschui ving in het krachtenveld tussen wo nen en werken de Bollenstreek en het gewest Leiden in toenemende mate op elkaar betrokken doet zijn, maar ook wordt in de bollenstreek de toenemende druk vanuit Den Haag (en Kennemerland en groot Amster dam) steeds duidelijker. Deze gebie- i den worden steeds sterker op elkaar betrokken en door steeds grotere sa- j menhangen overkoepeld Bij dit alles speelt de snel toene mende mobiüteit tot op heden voor namelijk gerealiseerd d.m.v. toene mend autobezit en -gebruik) een belangrijke rol. Deze mobiliteit en mobiliteitsbehoefte veroorzaken een grote druk op de schaarse nog be schikbare ruimte. Op diezelfde ruim te wordt ook voor vele andere be stemmingen grote druk uitgeoefend. Tot op heden is daarbij te weinig waarde gehecht aan die open ruimte zelf. Te weinig werd de open ruimte als een bestemming op zichzelf ge zien en teveel als een „nog te be stemmen" gebied. Er zijn nog enkele open gebieden van vrij grote omvang aanwezig, norme concentraties van activiteiten daar vlak bij gaven tot op heden alleen aanleiding tot het occuperen van deze gebieden, terwijl juist door deze zelfde con centraties de „rust"-waarde van de- r hoog is geworden. Verkenners en gidsen in één stichting LEIDEN De afdelingen Leiden van de Nederlandse Gidsenbeweging en de Katholieke Verkennersbewe ging zullen in het vervolg zeer nauw gaan samenwerken. Dit zal tot gevolg hebben, dat er een nieuwe stichting zal worden op gericht en de besturen van beide dis tricten zullen worden samengevoegd tot één bestuur. De stichting zal de naam dragen: „(Katholiek) Scouting Leiden". Het secretariaat zal in het vervolg ge vestigd zijn aan de Bilderdijkstraat 15 in Leiden en zal opereren onder de naam „Scout-Buro Leiden". Rond het bestuur zijn enkele spel- teams gevormd door verkenners, welpen, kabouters, rowans en sher pa's die elk één man als afvaardi ging in het bestuur hebben. Artsexamens LEIDEN Aan de universiteit van Leiden zijn geslaagd voor het artsexamen de dames J. H. Bruck (Heemstede), M. Kramers (Rotter dam) en de heren J. J. Bosman (Leiden), J. N. J. Hageraats (Den Haag), E. D. Keizer (Monster), W C. M. de Lang (Den Haag), K. D. v. d. Kant (DenHaag) en D. Broes- wijk (Leiden). LEIDEN Deze dagen vertoeft er een zeer fraaie bezoekster uit Engeland in Leiden. In verband met de gemeenschappelijke belan gen die Leiden en Plymouth hebben, de Pilgrim Fathers', is de schoonheidskoningin van de Engelse stad te gast in de stad. Miss Plymouth, in het da gelijkse leven Maxine An drews. 20 jaar oud en nog on gehuwd. zal in deze drie da gen een tamelijk omvangrijk programma afwerken. Gis- termorgen kwam zij aan in Holiday Inn, waar haar bloe men werden aangeboden door de veilingvereniging 'Flora' in Rijnsburg. Verder stond op het programma een bezoek aan het Jean Pesijn- hofje, de Pieterskerk en het stadhuis. Burgemeester Vis bood haar daar een Pilgrim- Father s-legpenning aaih Vandaag zal zij o.a. het ge meentearchief en het Pilgrim Fathershuisje bezoeken, ter wijl morgen Schiedam en Delft aan de beurt zijn. Vóór haar bezoek aan Leiden was Miss Plymouth al in Am sterdam geiveest ..Een erg mooie en schone stad", vond zij. (Foto Holvast) Burgerlijke Stand van Leiden F M. de Beer; M. Vonk; Kim Ca- B. P de Flsser en H L. N. Redelijkheid; Qrellan Josephus Theodoris, dr. H. Stouten i Hoewel ik al 40 jaar in Amsterdam woon. kom ik als oud-Leidenaar met 3 oktober nog wel eens naar Leiden omdat ik als jongen onvergetelijk veel plezier heb beleefd aan de 3-oktober-feesten. Ook dit jaar moest ik weer naar Leiden Het is mij ech ter opgevallen dat er heel wat ver anderd is aan het feest. Het volgende moet mij even van het hart. Hebben de Leidenaren geen vlaggen meer? Vroeger hing de hele stad ermee vol, wat een erg feeste lijk gezicht was Nu was het maar een kale boel. Gaat het in Leiden dezelfde kant op als met bevrij dingsdag? Drie oktober is toch ook een bevrijdingsfeest en dit moet toch een echt féést zijn Of zijn de Lei denaren vergeten waarvoor onze voorvaderen gevochten en geleden hebben, om namelijk Leiden en ons land te bevrijden van de Spaanse overheersing? Ook heb ik mij erover verwonderd dat er in het centrum gewoon auto verkeer was. In de Breestraat moest ik opzij springen voor een hard- rijdende autobus. Een idiote gang van zaken Het was toch altijd zo dat het verkeer uit de binnenstad werd geweerd, op enkele uitzonde ringen na. die dan een kaart op de voorruit hadden. Maar zoals het, nu was. vond ik het een bespottelijke toestand. En dan de optocht. Die heb ik in de Breestraat bekeken, waar ook ver schillende auto's geparkeerd stonden. Niet zo prettig kijken met die wa gens voor je neus. Dan de grote hia ten in de optocht: het duimde soms wel 3 of 4 minuten tot er weer iets voorbijkwam. Wijlen de heer De Ko ning had dit beter in de hand. Toen gebeurde zoiets niet Wat betreft de aankleding ook: ook hier een hele boel fouten, waarvan ik er maar één zal noemen. Romeinen te paard in rijbroeke laarzen met sporen lijkt na tuurlijk nergens naar. Avonds heb ik de kennis be zocht Alle lof voor het terrein, want het Schuttersveld was vroeger niet ideaal. Maar waar was de hosplank? En juist dit vond ik nu zo'n aparte attractie, waar menig jong Leide- naar verkering heeft gekregen. Ik heb hier in Amsterdam twee rela ties wie rhuwelijk op de hosplank is begonnen. Ik ben teleurgesteld naar Amster dam teruggegaan en hoop volgend jaar een ander 3-oktoberfeest te zien dan dit jaar. J Kouwenberg, Lomanstraat 50. Amsterdam Geschokt Ik ben geen Leidenaar en daarom dweep ik niet met 3 oktoberfeesten Doch wat mevrouw Rünsburger schrift, dat schokt mij. Weet ze dat deze mensen dagen in de weer zijn I voor zo n optocht en geen grote sala- I rissen ervoor krijgenik geloof zelfs I alles voor niets doen? Dan wil deze dame praten over viswijven, die I hebben meer beschaving dan deze dame. En dan wat de muziek be treft, dit zijn mensen die de hele week werken. Mogen ze even ont spannen? Ze doen tenminste nog iets voor de Mevr B. A Kok—Koeman. Boshuizerkade 86, Leiden. Loop ook mee Weet mevr. W J. Rijnsburger-Kej wel. dat de mensen die meelopen 's morgens om 10 uur ln de Stads gehoorzaal moeten wezen en dan tot half vijf bezet zijn, waar onder getekende ook bij hoort. En de men sen die meelopen doen het met ple zier. Ik zou willen zeggen: mevrouw loopt u volgend jaar ook met de op tocht mee dan wordt u ook een zout- zak of anders gaat u weg uit Leiden. Wij kunnen u missen als kiespijn A. J. G. Jansen, Schimmelstraat 4, Leiden. Hulde Om met een boute veronderstel ling te beginnen, mevr. Rijnsburger U is zeker geen lid of geen lid meer van de 3 Octobervereeniging. Als U zich. als vanouds, ergert aan de op tocht, dan zou ik in Uw plaats voof dat lidmaatschap bedankt hebben Waarmee echter het recht op, zelf* gezonde kritiek, vervalt. U hebt kri tiek. goed. Weer in Uw plaats zou ik die dan aan het verenigingsbe stuur kenbaar gemaakt hebben en niet, zeker niet op Uw wijze, in een Mag ik U vragen wat U bedoelt met .diet bekende gedrag van de mensen"? En welke mensen? Heeft U de optocht misschien vlak voor het einde van de route gezien? Ja? Dan nog ontken ik U het recht om op Uw wijze de medewerkende mu ziekkorpsen in een hoek te trappen. Ik zag deze korpsen vief en fris voorbij trekken. Dat zij bij de vele stoppen eens „in rust" gingen staan, niemand zal hen di tbij het fraaie, doch warme weer euvel duiden U wel Mag ik vragen: heeft U de portée van deze optocht wel begrepen? Heeft U de Feestwijzer wel ingezien? Zo ja. dan heeft U kunnen en moe ten lezen, dat het genootschap „Oud Katwijk" aan deze optocht mede werking verleende. Hoewel ik mij zelf een goed opmerker meen te mo gen noemen, heb ik bij deze groep geen enkel „wijf" gezien. De leden van „Oud Katwijk" droegen de kos tuums zoals ze gedragen moeten worden. Hulde aan het 3 October-bestuur en nog vele jaren.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1971 | | pagina 3