Bet mercantilisme duikt weer op
'Algemene'
christelijke
partijeen
idee van
de rooms-
katholieken
De partij
vernieuwing
en D'66
LEIDSCH DAGBLAD
Opnieuw zijn er binnen de KVP
?rke stromingen om te komen
n algemeen christelijke
Dlkspartij in de plaats van de
drie confessionele partijen,
laarbij is er wel enig verschil in
uance tussen de ideeën van het
innen de KVP opererende Demo-
ratisch Centrum van de heer
buwenberg, die een algemene
mtrumpartij wil en de iets meer
jnfessioneel opgezette pogingen
■n "officiële" KVP-ers als Van
ir Stee en Steenkamp.
Het is niet de eerste keer dat in
lederland getracht wordt alle
iristenen binnen één politiek ver
tild te krijgen. Bovendien werden
i worden in heel West-Europa po-
iigen in die richting ondernomen,
eestal met relatief weinig succes.
Wat aan nadere bestudering van
le ideeën en plannen in deze rich-
ag opvalt, is dat het initiatief
rijwel altijd uitgaat van de rooms-
itholieken. Even opvallend is, dat
katholieken tot aan het eind
de Tweede Wereldoorlog vrij-
el steeds in conflict raakten met
m kerkelijke overheden.
Tenslotte is opvallend, dat de
teste christen democratische
rtijen (die vaak in feite rooms-
tholeike partijen zijn) zich het
'Wijt op de hals gehaald heb-
i van politieke vaagheid en de
iging nogal radicaal te beginnen
vervolgens meer of minder
el naar "rechts" op te schuiven.
nader inzien is het niet zo
onderlijk, dat het de Rooms-katho
fcen zijn geweest, die het mees-
initiatief toonden tot openbreken
partijverbanden. Daarbij moet
ooraf vastgesteld worden, dat de
rferlandse situatie maar zeer ten
ile vergelijkbaar is met die in
idere landen van West-Europa.
!t enige echte vergelijkingspunt
ss in de negentiende eeuw het
iitieke en sociale isolement van
katholieken al dan niet zelf
ïrkozen dat stimuleerde tot
igen organisatie.
Daarnaast was er dan nog de
Mr A. P. J. M. van der Stee
aversie van zowel liberalen als so
cialisten, maar die gezamenlijke
aversie was vaak zeer verschillend
gemotiveerd. Daarmee houdt de
vergelijking van de Nederlandse
situatie met die in andere staten
wel zo ongeveer op.
In de meeste Europese landen
was immers de liberale- democra
tie hardhandig veroverd op de
rooms-katholieke monarchie en
was de roomse, in standen opge
deelde, samenleving vervangen
door een centralistische en in aan
zet egalitair systeem. De katholie
ken en met name de kerkelijke
overheden zochten het daartegen
decennia lang in pogingen tot res
tauratie van het oude feodale sy
steem en ze wezen de wordende
democratie bijna rabiaat af. In een
later stadium veroordeelden ze
met dezelfde felheid de al even
egalitaire en bovendien bewust at
heïstische marxisten.
Wie, zoals bijvoorbeeld de
Fransman De "Lamennais bereid
was de consequenties van de Fran
se revolutie te aanvaarden en de
katholieken te stimuleren tot loyale
samenwerking, kon rekenen op fel
le bestrijding en zelfs op de kerke
lijke banvloek. De situatie werd
nog ernstiger, nadat de kerkelijke
staat in 1870 door de Italiaanse
vrijheidsstrijders was veroverd.
Nog in hetzelfde jaar verscheen de
encycliek "Syllabus errorum"
waarin zowel het liberalisme (lees
ook: democratie) als het socialis
me werden veroordeeld.
Ook in Nederland heeft zulk een
houding onder de katholieken wel
bestaan. Met name in Brabant
en Limburg, waar deze houding
zich voornamelijk manifesteerde in
een politiek van onthouding en
„absenteisme". Maar deze apathie
gold niet alleen de moderne parley
mentaire staat, maar ook de pro
testantse monarchie en het Neder
landse staatsverband in het alge
meen. De katholieken stonden hier
al lang voor de revolutie buitenspel.
Daarnaast echter was er een rela
tief belangrijke groep, geconcen
treerd in het midden en noor
den. die samenwerking met de li
beralen bepleitte, juist ter bevrij
ding uit eeuwenlange onderdruk
king. Deze groep ondersteunde dan
ook van harte de grondwetsherzie
ningen van Thorbecke in 1848.
Vandaar dat toen rond 1870 de
katholieken zich alsnog geleidelijk
in afzondering gingen opstellen, ze
dat weliswaar deden in oppositie
tegen de liberale politiek, maar niet
tegen het door de liberalen door
gedrukte moderne parlementaire
staatsverband.
Daar komt nog bij, dat het ini
tiatief tot deze confessionele opstel
ling niet primair van de katholie
ken uitging, maar van de ortho
doxe protestanten die zich achterge
steld voelden zowel in de liberale
staat als in de vrijzinnige kerk.
Mede daardoor waren de confes
sionelen. die het moesten hebben
van de „kleine luyden" en het „volk
achter de kiezers", de eersten die
een moderne partij-organisatie op
poten zetten de stoot gaven tot de
politieke modernisering, die elders
was uitgegaan van radicale libera
len en socialisten. Katholieken en
protestanten in andere landen
voegden zich ofwel in de bestaan
de partyen of kwamen pas veel la
ter toe aan eigen confessionele or
ganisaties.
Vooral de protestanten (met na
me de lutheranen) neigden sterk
tot assimilatie. In de zuidelijke
landen vormden zij bovendien een
zeer kleine minderheid, hetgeen te-
samen het ontbreken van eigen
organisaties grotendeels verklaart.
De katholieken stonden daar dus
sterker geïsoleerd dan in Neder
land. De tegenstellingen daar
bestonden dan ook niet in een soort
antithese naar Kuyperiaanse ma
kelij, maar tussen clerlcaal en anti-
clericaal.
Anticlericaal was identiek met
republikeins, democratisch en vrij
zinnig. Bijna alle pogingen van ka
tholieke kant om uit dat moor
dende dilemma te geraken stootten
op rojneinse tegenstand. In Ita
lië werd in 1867 middels de pau
selijke verklaring Non expedit de
katholieken deelname aan de po
litiek ontraden en vanaf 1895 zelfs
verboden.
Pas toen de sociale kwestie acuut
bleek te worden en het socialisme
massaal succes kreeg, kwam er ver
andering in de houding van de ka
tholieken. Nu echter ging het ini
tiatief in doorsnee niet uit van de
bestaande katholieke groeperingen,
die er, met name in het Duitse
rijk, weinig raad mee wisten, maar
kwam het uit Rome via de ency
cliek „Rerum novarum", tot stand
gekomen onder Leo XIII, wiens
ponaificaat achteraf beschouwd
moet worden als een „modernis
tisch" intermezzo in de politieke
houding van het Vaticaan. Naast
de encycliek moeten natuurlijk
initiatieven worden genoemd van
Duitsers als Kolping en Von Ket- j
teler en in Nederland van mannen
als Poels, Ariens en Schaepman
voor wie de encycliek niet nieuw
was maar een bevestiging van hun
ideeën.
In de "sociale periode" en vooral
na de Eerste Wereldoorlog opent
zich geleidelijk de weg naar
meer katholieke loyaliteit ten op
zichte van de democratie, stijgt
ook allerwege het aantal groepen,
die zich in de politiek constructief
willen opstellen. Dat uit zich in
emancipatiebewegingen en socia
le organisaties als in Nederland,
Duitsland en Zwitserland, op klei
ner schaal in Italië, Frankrijk en
Oostenrijk. Niet iedere groep
blijkt echter even sociaal en even
democratisch, zeker als ze gecon
fronteerd wordt met de economi
sche crisis.
Als de pogingen tot restauratie zin
loos en zelfs schadelijk zijn geble
ken en bovendien de emancipatie
voltooid, met andere woorden, de
bestaansoorzaken zijn weggevallen
Prof. mr. C. P. M. Romme
dan moet gezocht worden naar een
andere bestaansrechtvaardiging, die
in een democratische samenleving
alleen maar kan bestaan in een
eigen alternatief politiek program
ma. Dan wordt ook de behoefte le
vendig aan het lostrekken van de
christelijke politiek uit het oude en
irriterende clericale kader. 4
Tenslotte eist de snel groeiende
overheidsbemoeienis met de so
ciaal-economische vraagstukken
ook van confessionele groeperingen
een duidelijke standpuntbepaling.
De Nederlandse politiek in de cri
sisjaren bewust hoe moeilijk de
toen leidende confessionelen het er
mee hadden. In andere landen liep
het nog veel verder uit de hand,
omdat de democratie zelf weer in
het geding kwam.
Na de oorlog hebben de christe
lijke partijen een antwoord op al
deze vragen moeten formuleren.
-onden een nieuwe basis op een
h^r-kkelijk radicaal economisch
..ramma en ze stelden zich in
het centrum op tussen liberalen en
socialisten, zoekend naar niet-con-
fessionele kiezers die dat stand-
punt-van-het-midden deelden. Al
leen de Westduitsers zijn globaal
in die opzet geslaagd, de Franse
MRP trok in grote meerderheid al
leen katholieken naar zich toe El
ders mislukte de opzet vrijwel ge
heel, ook in Nederland waar de
bedoelingen van Romme en Stok
man c.s. strandden op protestant
se tegenstand. De volledig a-con
fessionele opzet van de doorbraak-
aanhangers werd vrijwel helemaal
een mislukking ook zonder de in.
terventies van het zich verzetten
de episcopaat in de jaren '44
'46.
De min of meer algemeen chris
telijke partijen, die in feite katho
liek bleven, waren bovendien
slechts tijdelijk een succes, behalve
dan in de Bondsprepubliek. Dat j
succes was voor een belangrijk j
deel gebaseerd op het godsdiensti-
ge reveil van vlak na de oorlog.
Toen het secularisatieproces weer
op gang kwam en bovendien de
christen-democratische partijen
naar politiek-rechts begonnen op
te «schuiven, verwijderden zich zo
wel de religieus vrijzinnigen als de
politiek links georienteerde orhodo-
xen van de Christelijke partijen.)
In Frankrijk waren daar nauwe
lijks vijf jaar voor nodig (de MRP
stortte er in 1951 al in), in andere
landen als België, Italië en Neder
land verliep het proces aanzienlijk
trager, maar inmiddels toch on
miskenbaar.
Het christelijk verbond begint
zijn werking in West-Europa te
verliezen en vooral onder de katho
lieken. Geen wronder dat juist zij,
en opnieuw zoeken naar openingen
naar traditioneel links of rechts,
in ieder geval naar mogelijkhe
den tot uitbreken uit het confessio
nele verband. Het verleden is, dat
is duidelijk, de „openbrekers" zel
den tot steun geweest: in Neder -
lad wilde Schaepman al een alge
meen christelijke partij en hoopte
de Savornin Lohman iets derge
lijks, maar vergeefs.
Vervolgens mislukten twee iet
wat verschillend gerichte pogingen
tot doorbreking van oude verhou-
digen in het eerste jaar na de
oorlog. Het ziet er nu al nauwelijks
beter uit, misschien wel te meer
omdat de huidige pogingen in ons
land veel weghebben van de sprong
in de reddingboot, nu het confes
sionele schip zulke zware averij
heeft opgelopen.
En wat met name mannen als
Steenkamp zal verdrieten: de enige
confessionele partijen die werke
lijk succesrijk zijn geweest, waren
degene die de christelijke basis niet
al te veel naar voren haalden en
zich bovendien opstelden als een
soort continentale pendant van de
Britse conservatieven, met wie de
feitelijke politiek van de Duitse
CDU-CSU, de Italiaanse DC en de
Oostenrijkse OVP zoveel verwant
schap vertoont.
J. Th. v. d. Berg
LEIDSCH DAGBLAD
Erg aardige kop in De Volkskrant
van gisteren: partij vernieuwing
niet meer dan gezelschapsspel.
Dat naar aanleiding van een num
mer van de Democraat, huisor
gaan van D'66, dat aan het onder
werp progressieve volkspartij is
gewijd. De D'66-ers zijn in de
loop der laatste Jaren steeds dui
delijker naar links gezwenkt. In
de zigzaggang tussen de politieke
Partij van de Arbeid en de VVD
de partijen die veel leden aan D'66
afstonden sloeg op het verkiezings
congres van de Democraten van fe
bruari Jl. de balans definitief door
naar Den Uyl en de zijnen.
Maar Den Uyl heeft na die verkie
zingen geroepen dat hij een ver
smelting van zijn PvdA met D'66
nog niet zo ziet zitten. Hij vindt
dat de progressieve drie ook de
Politieke Partij Radikalen hoort
daarbij gezamenlijk, maar toch
gescheiden moeten optrekken in de
hoop ook christelijke partijgangers
naar zich toe te trekken.
Daar zitten we midden in de proble
matiek. Want wat is nu eigenlijk
een politieke partij?. Een verza
meling min of meer gelijkgezin
den, die macht wensen, zou ik willen
zeggen.Met die macht willen
ze dan alle mooie mogelijke din
gen doen, het zij weer eigen, het
zij voor andermans- ons aller
best wil.
Nu is het merkwaardige dat zo
ontzettend weinig mensen zo we
zenlijk in de politiek geïnteres
seerd zijn, dat zij ook lid worden
van een partij. Van Mierlo poli
tiek leider van D'66 en een op
sommige momenten niet onver
dienstelijk filosoof op dit terrein
heeft eens gezegd dat het mogelijk
moet zijn om van de grond af aan
mensen te gaan interesseren voor
politiek. Dat kan wel lukken, maar
dan moet je het toch los zien van
partijpolitiek.
Partijpolitieke vernieuwing is een
zaak, maar de problemen van een
land los je er niet mee op. In
1966 kon D'66 een fraaie start ma
ken omdat de staatkundige ver
nieuwingen op dat moment de
kruitdamp van Schmelzers nacht
was nog niet opgetrokken goed
vielen.
Maar het sucoes van Dïees Jr. en
zijn DS '70 bij deze verkiezingen
maakt duidelijk dat partijpolitiek
vernieuwing niet het punt is waar
op het in verkiezingen draait.
Toch wordt er betrekkelijk kort na
de verkiezingen nog wel over na
gedacht en geschreven. Ik noem
de al het nummer van de Demo
craat waar verschillende partijge
noten Van Mierlo te lijf gaan. De
Utrechtse wethouder Zeevalking,
een van de oprichters van D'66, en
fervent tegenstander van samen-
J6an RftTlt.istp f!nThPrt Pranlf. MohlllUillr 1c rla m01 frQrrnl «int lnfr KflVinaff man vaiaf nn Ivaal /lavnvafn vtln UavatalJ U.i I.AI J j j
Jean Baptiste Colbert, Frank
's controleur-generaal van finan-
tljdens het bewind van Zonne-
ling Lodewijk XIV, verwierf zich
onze dagen voortdurende ver-
Urdheid door zijn maatregelen
verbetering van de betalingsba-
en de stimulering van de bin-
nlandse economische bedrijvig-
U. Zo president Nixon vermaard-
zoekt, dan kan hij het voor-
■A van Colbert volgen, want zijn
R week genomen maatregelen
foen een verdacht luchtje van
l Colbertisme, dat ook bekend
IJt als Mercantilisme. Dit Mer-
iMlisme hielp destijds Frankrijk
de been en nu moet de machtig-
economische eenheid ter wereld
azelfde systeem hanteren om te
'hinderen dat de strijd om de
tor met de rug tegen de muur
worden gevoerd.
'nanciële
ïoniek
to feite komen de door presi-
Nixon aangekondigde maatre
en erop neer dat het monetaire
ie'd wordt gedekt door de lasten
andere landen te schuiven. De
fecte verhoging van de invoer
den met tien procent betekent
er een drempel wordt gelegd
de exporteurs, die het toch al
K 8emakkelijk hebben om een
dsje onder de Amerikaanse zon
veroveren. Daarbij komt nog dat
.door de zwevende koers van de
"den voor de Duitsers van de
toch al moeten afwachten
Weel geld zij in handen krijgen
5 de goederen aan de overkant
10 de Oceaan worden afgeleverd.
Natuurlijk is de maatregel niet
voor de eeuwigheid bedoeld. De pre
sident spreekt van een tijdelijke
heffing, die hooguit drie maanden
zou duren. Niets is zo permanent
alles wat als tijdelijk wordt
aangediend op dit en ander fiscaal
gebied. Laat ons aannemen, dat de
invoerrechten slechts gedurende drie
maanden met een toeslag van 10%
worden verhoogd, dan is het duide
lijk dat er geen importeur in de ge
hele Verenigde Staten is te vinden,
die nu goederen uit Europa of het
Verre Oosten gaat betrekken, als
hij weet er over drie maanden tien
procent minder voor te betalen.
Terugslag
De conclusie ligt dan ook voor de
hand dat het wereldhandelsverkeer
een geduchte terugslag zal onder
vinden van de Amerikaanse maat
regelen. Krachtens de bepalingen
van de Algemene overeenkomst voor
tarieven en handel (GATT) is
Amerika in het volste recht om de
tarieven te verhogen als er sprake
is van een structureel tekort op de
betalingsbalans. Daartegenover mo
gen andere landen dan naar het
zelfde wapen grijpen om hun be
langen te verdedigen. Indien dit zou
plaatsvinden, dan belanden we in
no time in een handelsoorlog in op
tima forma.
Van verschillende kanten is er al
op gewezen dat dit het ergste zou
zijn wat de wereld zou kunnen
overkomen, afgezien van een oorlog
waarin met atoombommen en ander
verschrikkelijk tuig zou worden ge
gooid. De geschiedenis herhaalt zich
nooit is gezegd, maar dat neemt
niet weg dat velen iets uit de ge
schiedenis kunnen leren. Wat de
verschrikkingen van de handelsoor
log betreft behoeft men niet zo heel
ver terug te gaan, omdat de situatie
van voor de oorlog, toen het ene
land na het andere zich verschanste
achter tariefbarrières, invoercontin-
genteringen en valutamanipulaties
bij velen nog vers in het geheugen
ligt.
Gelukkig zijn we in een dergelijke
situatie nog niet beland, ook al
werd de grondslag gelegd door de
bescherming, welke de industrieën
in de Verenigde Staten krijgen nu
het invoerrecht is opgetrokken. Het
mankeert er nog maar aan dat de
Amerikaanse exporteurs een flinke
exportsubsidie zouden krijgen, want
dan was de zaak helemaal rond.
Afgrond
Washington heeft zelf wel inge
zien dat het zich op de brede weg
naar de afgrond begaf. Vandaar'dat
ylings een afgezant naar Europa
werd gezonden om de stappen toe
te lichten en tegelijkertijd te over
leggen op welke wijze er een einde
zou kunnen komen aan de dollar
crisis.
Het werd de pelgrimstocht van de
onderminister van financiën, Volc-
ker, langs verschillende hoofdsteden.
De steen der wijzen werd tijdens de
besprekingen niet gevonden, dat is
wel duidelijk, want in feite staat de
Westerse wereld voor een onoplos
baar financieel raadsel: Hoe komen
we va.n de dollars af, welke zich als
zwerf kapitaal in de diverse finan
ciële centra hebben opgestapeld?
Veranderingen in de onderlinge
wisselkoersverhoudingen de mo
netaire deskundigen spreken van
pariteiten zouden een evenwich
tiger betalingsverkeer mogelijk kun
nen maken. Daarmee zou echter het
vertrouwen in de dollaar nog niet
dermate zijn hersteld dat het kapi
taal ijlings naar de Verenigde Sta
ten zou terugkeren. Dat zou pas ge
schieden als de betalingsbalans wer
kelijk in evenwicht is en de rente
voet in de Verenigde Staten gunstig
afsteekt ten opzichte van die in de
Europese financiële centra.
Het ïykt een ideale toestand,
maar er zitten toch ook een paar
bedenkelijke kanten aan. Stel. dat
de rente in Amerika zo hoog is dat
al het buitenlandse kapitaal, dat in
de afgelopen maanden een onder
dak heeft gezocht en gevonden in
onder andere Nederlandse obligaties,
liquide zou worden gemaakt om het
naar Amerika over te brengen.
Op dat moment zou de kapitaal-
armoede van Nederland en ook van
andere landen aan de dag treden.
De rentevoet, die bij ons toch al
niet laag is, zou er een flinke duw
naar boven door krijgen. De bouw-
bedrijvigheid zou afnemen, de in
vesteringen zouden teruglopen. En
fin, we zouden van de ene narig
heid in de andere vervallen.
Eén lijn
Er moeten andere wegen gezocht
worden om een einde te maken aan
de onevenwichtige verhoudingen.
Het gunstigst zou zijn als de landen
van de EEG en die van de EFTA
samen één lijn zouden trekken,
door overeen te komen dat na een
korte periode van onderling zweven
de koersen, vaste pariteiten zouden
optreden, terwijl de club gezamen
lijk ten opzichte van de dollar zou
zweven tot het tijdstip, waarop de
nieuwe koers van de dollar zou zijn
uitgekritalliseerd.
Ideale situaties bestaan er slechts
zelden in de wereld en als zij er
zijn, dan duren zij doorgaans
slechts kort. Daarom gelooft nie
mand dat een dergelijke oplossing
zal worden aangegrepen. De belan
gentegenstellingen zijn daarvoor te
groot. Als het erop aankomt is elke
regering de slaaf van haar volk, zo
dat er geen politicus is die sterk
genoeg is om gedurende lange tijd
het wereldbelang te laten voorgaan
boven het nationale belang.
Amerikaanse onderminister
heeft op zijn reis naar Europa te
kennen gegeven dat volgens de Ver
enigde Staten de rol van het goud
in het internationale betalingsver
keer geleidelijk moet verminderen.
In plaats daarvan moet in toene
mende mate gebruik worden ge
maakt van de speciale trekkings
rechten bij het Internationale Mo
netaire Fonds, ook wel het papieren
goud genoemd.
In zekere zin kunnen de SDR's,
zoals de speciale trekkingsrechten
in de wandeling worden genoemd,
een waardevol hulpmiddel zün in
het betalingsverkeer. De rol van het
goud zal echter nooit uitgespeeld
raken, omdat het uiteindelijk meer
vertrouwen inboezemt dan de moge
lijkheid om buitenlandse betaalmid
delen op te nemen bij het Fonds in
geval er een tydelyk tekort op de
betalingsbalans moet worden over
brugd. Het is nooit de bedoeling ge
weest dat de SDR's als permanent
financiering van structurele tekor
ten zouden dienen.
Plechtanker
De rol van het goud is door bui
tenstaanders altijd onderschat,
maar ouderen weten dat voor de
oorlog het plechtanker van de beta
lingen werd gevonden in het edel
metaal, dat ook na de oorlog weer
dienst deed om het betalingsverkeer
in geordende banen te leiden. De
keren waarop de Nederlandsche
Bank zich in het verleden liet ver
leiden om goud om te wisselen in
papier goud, zijn ons land duur te
staan gekomen. Daarbij behoeft al
leen maar te worden gedacht aan
het grote verlies dat geleden werd
toen het pond sterling in september
1930 van het goud werd gedrongen.
De toenmalige president van de
Nederlandsche Bank had zich door
zijn illustere ambtgenoot van de
Bank of England, de vermaarde
Montague Norman, laten verlokken
om een deel van onze goudvoorraad
te beleggen in Brits schatkistpapier.
Op die manier werd rente gekweekt
met het goud dat anders maar als
dood materiaal in de kluizen lag
opgeslagen. Het rentegevend goud
-werd echter op slag minder waard,
toen het pond ondanks alle plechti
ge verzekeringen van de Bank of
England toch door de knieën ging.
Met dit voorbeeld voor ogen is
het begrijpelijk dat de presidenten
van de centrale banken in Europa
niet staan te trappelen van onge
duld om zich te verlaten op nog al
tijd wat schemerige trekkingsrech
ten. Weg met het goud, gooi het
maar bij ons in de kluis is eerder
de gedachte.
Voor de industrie en landbouw
brengen de maatregelen van Wa
shington allerlei onaangename
volgen met zich mee. De landbouw
zit nu al uit te rekenen hoeveel het
gaat schelen als de dollar ten op
zichte van de Europese betaalmid
delen minder waard zou worden. De
landbouwprijzen binnen de EEG
zijn gebaseerd op de dollar, dus
daalt de waarde daarvan dan zou
zonder bijzondere maatregelen met
een de prijs van de landbouwpro-
dukten dalen. Dat is bepaald niet
de bedoeling.
Afr. H. A. F. M. O. van Mierlo
gaan met de Partij van de Arbeid,
slaat Van Mierlo om de oren met
het verwijt dat hij zich een ouder
wets politicus betoont. In deze
kring een uiterst vuil verwijt. En
in diezelfde Democraat schrijft so-
cialiste Nora Salomons dat haar
PvdA en D'66 vooral verschillen
vertonen. Zij haalt daarvoor steek
proeven aan, die aantonen dat de
inkomensgroepen milieu en derge
lijke aanzienlijk verschillen. Met
die maatstaven gewapend zou Je in
Nederland nog veel meer partijen
kunnen opbouwen dan er nu al
zijn.
Nee, voorlopig zit het er nog niet
zo in met de partij vernieuwing.
Het onderwerp trekt minder aan
dacht dan het wel eens heeft ge
daan. Het grote publiek heeft u i-
teraard meer aan interesse in de
slag aan het loon- en prijzen-
front, in de toenemende werkloos
heid, in de teruglopende conjunc
tuur. En daar kunnen potentiële
partijvernieuwers, zeker op dit
moment weinig aan veranderen.
JRS.