IE VOGELS VAN IET „BALGZAND et is nu de tijd voor grote karpers service pagina Een schouwspel dat geen dierentuin kan nabootsen RESTORAMA T sport ÏENGELSPORTARTIKELEN FA. TEUNISSEN gpAG 19 AUGUSTUS 1971 LEIDSCH DAGBLAD De jonge mantelmeeuw die ik in mijn hand houd, heeft vis gegeten. Maar hij heeft daarmee ook een vishaakje in geslikt en zijn linkerpoot zit verward in het onverbidde lijke nylon van een vissnoer dat onder de vleugels door naar de openhangende snavel van het arme dier loopt. De lichte, zuiver ronde ogen kijken ons angstig aan. De blik van een bang kind. Iedere keer valt het me weer op hoe mooi vogelogen kunnen zijn. Terwijl Chris van Oden, erkend Noordhollands vogelaar, het jonge beest tussen zijn handen klemt, snij ik het snoer met een zakmes op verschillende plaatsen door. De vo- gelpoot komt vrij. Er hangt nu nog een draadje uit de snavel, maar we duiven niet te trekken. We hopen maar dat het haakje niet al te veel inwendige verwondingen heeft ver oorzaakt en dat de sterke maagsap pen kan zullen zien het gemene ding te verteren, maar de Jonge mantelmeeuw is al niet zo'n forse vogel meer. Hij heeft al een héle tijd niet meer gegeten, zijn vet is bijna verdwenen. En als we hem terugzetten in het water, weten we eigenlijk best wat er gaat gebeuren: het dier zal het niet halen. STERVEND We hebben ook nog een kokmeeuw gevangen. Het chocoladebruin op zijn kop is van dichtbij schitterend bruin, maair wat het bang blikkende diertje doet. is niet zo mooi. Het beeft over al zin leden, teken dat het stervende is aan vergif. We denken dat de kokmeeuw daarvoor van nest is gekomen, dat het beest je aan het broeden was. niet veel te eten kreeg, daarom de reserves aan sprak en daarmee het gif in de bloedbaan kreeg. Want gif pleegt zich in het lichaamsvet op te ho pen. Een andere kokmeeuw ligt dood op zijn nest Is in legnood gekomen, iets wat jonge, voor het eerst broe dende vogels wel meer gebeurt. In het nest ligt één ei. aan de barens weeën van het tweede ei is de on gelukkige moeder bezweken. ADVERTENTIE tto, vaste bezoeker van het Balgzand. ■4 directie P. d'Hersigny 3 VOOR UW BRUILOFTEN 3 RECEPTIES GROEPSDINERS 3 VERGADERINGEN, enz. 3 TELEFOON 01751—2500 Rijksstraatweg 324, Wassenaar. Kokmeeuwen leggen drie tot vier eieren. Vlak boven onze hoofden hangt een vliegende koppel van schel krijsende meeuwen, die alle maal van hun nest zijn opgevlogen omdat wij zo nodig heel eventjes in hun broedkolonie willen kijken. Overal in het rond op de groene schorren liggen de nesten. Slordige, platte bouwsels van wat riet, de stengels steken ver naar alle kanten uit. VISDIEFJE Nog simpeler zijn de nesten van de visdiefjes, ranke witte sterntjes met gtrappige zwarte petjes. Het zijn kuiltjes met wat wier bekleed, meer niet. In nog maar weinig nesten ligt het voltallige legsel van drie Pas op het allerlaatste moment ver laat een slobeendevrouwtje haar nu gemakkelijk te vinden nest. Het is een diepe kuil in een graspol die het overhuift. In de bekleding van veren en dood gras liggen nog maar een paar groenige eieren. Het moe ten er mischien wel twaalf worden. Elf zijn het er al in het nest van de wilde eend die verschrikt het luchtruim kiest als we ons om draaien om weg van het slobeende- Een kijkje op het Balgzand naar de Ewijcksluis, waarachter het verkeer zich ronkend naar en van de Afsluitdijk beweegt, onbewust van het (bijna) onaardse schouw spel vóór die dijk, vooral als hoog water de vogels naar de kust heeft gedreven. Waar ze geduldig wachten tot het water weer zakt en ze op het slikkige wad weer bij de miljoe nen weekdiertjes, slakjes, wormpjes, schelpdiertjes en wat al niet meer kunnen die hun voedsel zijn. eieren. De luid raspende sterntjes boven ons (wat zijn ze slank, ver geleken met de kokmeeuwen) zijn nog maar pas begonnen. Jongen hebben ze pas over een week of drie, dan piepen de ouden heel an ders, dan durven ze ons in hun zorg om het kroost wel echt aan te vallen. Hé, dat is aardig. Daar vliegt een Jong dwergmeeuwtje, de kleinste van alle meeuwen. Hij lijkt wat op een kokmeeuw, maar met dat snelle wenden van de slanke vleugels doet hij toch eerder aan een stern den ken. We stuiten op meer van die verras singen. Vlak voor onze voeten vliegt een velduil op. Met langzame slagen van de lange, bleekbruine vleugels zweeg hij weg over het water. Kop- loos naar het schijnt, de bolronde uilekop steekt nauwelijks voor de vleugels uit. nest te gaan. Een duidelijk verschil. De wilde eend heeft haar nest be kleed met donsveertjes, het doet ons denken aan een wiegje. Het nest van de slobeend is net een roman tisch prieel. STELTLOPERS Maar we zijn eigenlijk niet geko men voor de eenden, de meeuwen, de sterns of de velduil. We willen kijken naar de tienduizenden stelt lopers en waadvogels die voor een deel hier ergens moeten broeden en voor een nog veel groter deel terug uit het zuiden komen en nog verder naar het noorden moeten om daar voor kleine kindertjes te zorgen. Daarom zijn er nu zoveel hier. Hier. dat is het Balgzand. Het stuk je Waddenzee, dat de kop van Noord-Holland en de Wieringer- meerpolder stevig tussen zich in klemmen. Hier, dat is de Balgzand dijk, van Den Helder zuidwaarts Achter die meestal, ctroge, groene schorren met hun fijne witte, bloeiende bloempjes van lepelkruid en herderstasje en hun geurige zee-alsem ontwaren we bij de hoog waterlij n de gezochte rose wolk. Het is een dichte pakking van kanoet- stJrandlopers en rose grutto's. Een indrukwekkende massa van tere dieren, een schouwspel dat geen dierentuin, geen vogelpark kan na bootsen. ZOMERKLEREN De kanoeten zijn er bij tienduizen den. Ze moeten nog even gauw naar Spitsbergen of daaromtrent om te broeden. Het asgrauwe veren kleed voor 's winters hebben ze ver vangen door kastanje- en roodbrui ne zomerkleren. Alleen door hun veel kortere snavel zijn ze op enige afstand te onderscheiden van de rose grutto's die straks meer naar het noorden trekken. Er zijn opmerkelijk veel zilverple vieren, gemakkelijk herkenbare grij ze vogel met diep-zwarte buik. Steenlopers en bon tbekpleviér en rennen heen en weer. Hun zwarte kop- en buiktekening lijkt wel een beetje op elkaar. Een paartje bont bekken heeft huwelijksplannen, zo te zien. Het mannetje vliegt telkens op. Zijn veertjes trillen nerveus, vrouw bontbekplezler kan daar erg gevoelig voor zijn. Verderop maken de grote kromsna- velige wulp en de roodbenige ture luur muzikaal-Jodelende geluiden, boort de brutale scholekster zijn forse rode snavel in het zand en vliegt met onmiskenbaar stijve vleugelslag een overloper voorbij. Dan worden de kluten onrustig. Een traag en laag overschroevende heli kopter (van het marinevliegveld De Kooi) verjaagt de nerveuze vogels, schitterende witte schoonheden met lange opgewipte snavel, zwarte stre pen en lange blauwe poten, van him schaarse nesten. VAAG SILHOUET Ons drukt de helikopter met de neus op de feiten. We kijken naar links en Den Helder doemt op, we kijken naar rechts waar Wieringen een vaag silhouet tekent. We trek ken in gedachten een lijn en we zien precies wat Den Helder over weegt: een nieuwe dijk trekken waarachter 8000 kostbare hectare vogelvoedsel en vogelnestgebied kan worden ingepolderd voor industrie en woningbouw. Kosten: ongeveer even hoog als het op Deltahoogte brengen van de oude Balgzanddijk. Rijkswaterstaat wil over een paar Jaar toch wel aan één van beide mogelijkheden beginnen. De oude dijk, begroeid met paarde bloem, madelief en boterbloem, acht kilometer lang. We hebben hem, heen en terug, helemaal gelopen. Zes meter hoger zou hij moeten worden, maar wat geeft dat? Daar gaan de vogels niet voor op de vlucht. istus en september zijn de maanden, die bij uitstek geschikt zijn voor grote kar aten. Wie iets van het leven van de karper afweet zal zich daarover niet ver- Immers, de karper is van oorsprong een vis uit warmere streken (Mantsjoe- aangezien de temperatuur van het water in ons land juist in die nazomermaan- hoogste stand bereikt is het logisch, dat de karper dan de grootste activiteit legt. 4 üyiteit wordt nog versterkt door het feit dat hij juist nu gaat om voor zijn wintervoorraadje te zorgen. Zodra de rfststormen het water op de plassen opzwepen tot golven schuimkoppen geeft hij de voorkeur aan een beschut en ikje. Dan laat hij zich slechts in zeer incidentele gevallen het maken van een „ommetje", irgie duurt voort tot de wanneer een karper met zijn staart een paar forse klappen uitdeelt. Talloze vissers hebben al een mis troostig naar een restant je nylon- lijn gestaard, dat wapperde in de wind, terwijl zij even tevoren nog droomden van een recordvangst. Nu is de naam „karper" eigenlijk een verzamelnaam voor een groot aantal varianten, dat qua uiterlijk en kracht nog al wat uiteen kan lopen. Vier verschillende kar- lestralen het water een Jfenamer temperatuur geven S w naar ondiepe polder- ks it om daar te paaien. De fceeft voor ons sportvissers een wat magische klank, staat nauw in verband ze kracht en enorme Wie ooit een karper aan gehad zal dat beamen. Ijn of hengel is veilig ADVERTENTIE MITCHELL- en CAP-DEALER Leiden Telefoon 22053 persoorten kunnen we herkennen aan de vorm van en het aantal schubben. Zo zijn er schubkarpers, die over het gehele lichaam gelijk vormige schubben hebben. Ze wijken duidelijk af van de spie- gelkarpers, die te herkennen zijn aan een aantal vrij grote schubben, dat onregelmatig van grootte is en volgens een willekeurig schema over de rug van de karper verdeeld is. De derde in onze omgeving min der algemeen bekende soort is de rijenkarper, die veel overeenkomst met de spiegelkarper, maar die een rij evengrote spiegelschubben bezit aan weerszijden van de karper. Nog minder bekend is de lederkarper. Ogenschijnlijk heeft deze karper helemaal geen schubben. Zoals de naam al doet vermoeden, maakt de huid een lederachtige indruk, wat veroorzaakt wordt door de vrij die pe ligging van de schubben Een kleurvariant, die ook in onze omgeving zo nu en dan eens gevan gen wordt is de goudkarper, die een oranjeachtig tot lichtrode kleur heeft en erg veel weg heeft van de algemeen bekende goudvis. BIJ deze opsomming heeft u waarschijnlijk de naam wilde of boerenkarper ge mist. Ten onrechte want in het sportvisserslegioen is het Juist deze karper, die een legendarische naam heeft. Zijn torpedovormig lichaam wijst al in de richting, dat hij onder water zijn mannetje staat en uit ervaring kan ik u zeggen, dat een gezond boerenkarpertje van een kleine der tig centimeter in buitenwater in staat is om een vaste hengel te veranderen in een paar stukjes brandhout. Het is ongelooflijk welke een kracht de boerenkarper weet te ontplooien en de enige remedie te gen die overmaat aan kracht is het gebruik van een degelijke werphen gel voorzien van een goedaf gestel de werpmolen. .Ouderwets" In kort bestek iets over de maniei waarop we karper kunnen bevissen. In de eerste plaats de „ouderwetse" methode met behulp van een vaste pen. We gebruiken dan een van ge- leideringen voorziene hengel met reel of een extra lange werphengel met molen. Vooral in ondiep viswater is dit nog altijd een veel beoefende wijze van karpervissen. Is het water te diep om met de vaste pen te vissen dan gebruiken we de schuif dobber. Levert ook dat door een sterke stroming of de hoge golven moeilijkheden op dan kun nen we ook gebruik maken van een schuifloodje. De loodverzwaring dient als werpgewicht maar levert omdat de lijn vrij door het gat in het lood loopt geen extra weerstand wanneer de karper het aas pakt. Een methode, die nog bijzonder weinig wordt toegepast is het vissen zonder loodverzwaring met behulp van een drijvende broodkorst. De karper heeft namelijk de gewoonte om tegen het vallen van de avond op warme zomerdagen naar de op pervlakte te komen en te zoeken naar voedsel. Vele sportvissers heb ben de gewoonte om na afoop van een visdag de overtollige hoeveel heid brood in het water te gooien. De karper heeft die eigenschap langzamerhand leren kennen en komt naar de oppervlakte om het restant dat de eenden hebben ach tergelaten op te eten. Omdat de karper van nature erg schuw is, is deze viswijze over het algemeen slechts succesvol in de vroege och tend of tegen het vallen van de avond. En dan is er nog het zogenaamde „nachtvissen"; in Nederland onbe kend omdat 's nachts vissen be halve met de peur verboden is bij de wet. De karper legt blijkens de resultaten die in Engeland wor den geboekt tijdens de nachtelijke uren een grote activiteit aan de dag. Peurvissers in ons land bemer ken soms dat met één klap een vol ledige peur wordt vernield. In zo'n geval blijkt het vaak een karper of een zeelt te zijn die op voedseltocht is en de voor de aal bestemde peur tegenkomt. Voor de liefhebbers van karpervis sen zijn er in de omgeving van Lei den talrijke plekjes te vinden waar met name de oersterke boerenkar per acte de présence geeft. Om even heel dicht bij de Sleutelstad te blijven: in de Dwarswatering wor den geregeld flinke karpers gevan gen evenals in de Does. Goede karperstekken zijn ook te vinden op plassen als de Wijde Aa, het Braassemermeer, de Westeinder Plassen en de Kagerplassen. Exem plaren in de gewichtsklasse van tien tot twintig pond zijn hier be slist geen uitzondering. Hetzelfde geldt voor de Boerenbuurt gelegen tussen Rijpwetering en Nieuwe We- ADVERTENTIE DE ENIGE SPECIAALZAAK voor al uw HENGELSPORT ARTIKELEN tering. En niet te vergeten de Ring vaart waar met name bij de brug gen van Oude Wetering, Leimuiden en bij het Aquaduct altijd wel kar pervissers te vinden zijn. Veel vangen Aan het slot van deze visrubriek even aandacht voor een nieuw vis boek, dat is verschenen bij de uit geverij Keesing onder de titel „Veel vangen, Jong beginnen". Auteur van dit boek is de bekene vissportauteur Jan Schrelner uit wiens vlotte pen reeds talloze boeken over de sport- visserij zijn gevloeid. Ditmaal heeft hij zich speciaal ge richt tot de vissende Jeugd. In een voudige taal en met simpele voor beelden, die voor een ieder te vol gen zijn, brengt hij de Jeugd de eerste beginselen van de sportvisse- rij bij. Hij geeft adviezen, wijst er op hoe het niet moet, kortom hij probeert van de Jongen, die alleen maar op „stekeltjes" vist een all-round hen gelaar te maken. Achtereenvolgens behandelt Schrelner in zijn boek materiaal, viswijze en bijzonderhe den van bepaalde vissoorten. De prijs van het boek, dat is voorzien van vele foto's is f 9,75. ADVERTENTIE DE GOEDE VANGST Morsstraat 47 - Leiden - TeL 21751 Een prachtige spiegelkarper

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1971 | | pagina 11